Bagagewagens DIV en DV (Stalen D)

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Voor het vervangen van oude, houten bagagewagens bestelt de NS bij de Nederlandse industrie stalen bagagewagens voor binnenlands en buitenlands verkeer.

Geschiedenis

Voor het vervoeren van bagage werden al vrij snel na het ontstaan van de spoorwegen aparte wagens gebouwd voor het vervoer van bagage. Deze wagens zijn niet geschikt voor het vervoer van reizigers. Rond 1920, wanneer de belangen gemeenschap van de HSM en de SS als een bedrijf gaat functioneren, staakt men de bouw van houten wagens en gaat men over op stalen wagens. Om de oude en houten bagagewagens te vervangen werden er vanaf 1932 in totaal 45 nieuwe stalen bagagewagens aangeschaft. Er werden twee typen ontworpen en geleverd. Voor het binnenlands vervoer van bagage en het kleine grensverkeer met België en Duitsland werd veertig vierdeurs bagagewagen ontworpen en gebouwd die als de serie D 6061 - D 6100 in dienst gesteld werden. Voor het internationale verkeer komen er nog eens vijf grotere zesdeurs bagagewagen. Deze wagens werden als de serie D 7521 - D 7525 in het wagenpark opgenomen. De wagens voor de binnenlandse dienst staan bekend als kleine stalen D en dragen het kenmerk DIV. Bij de wagens voor de buitenlandse dienst sprak men over de grote stalen D met het kenmerk DV. De serie D 6061 - D 6100 werd in twee deelseries besteld. De eerste serie is de D 6061 - D 6080 en de tweede serie bestaat uit de D 6081 - D 6100. De beide series zijn identiek aan elkaar met uitzondering van de draaistellen. Door Allan in Rotterdam worden de wagens D 6061 - D 6070 en D 6081 - D 6090 geleverd. Beijnes in Beverwijk leverde de D 6071 - D 6080 en D 7521 - D 7525. Door Werkspoor Utrecht worden de wagens D 6091 - D 6100 gebouwd. Begin maart 1932 is door Beijnes de D 6071 als eerste wagen aan de NS geleverd.


Technische gegevens

DIV

De wagens DIV hebben een lengte van 18,6 meter, een breedte van 3,034 meter en een hoogte van 3,735 meter boven de spoorstaaf. De wagens hebben een gewicht van 36 ton. De wagens hebben een draagvermogen van 10 ton. De wagens zijn voorzien van een blokkenrem. De wagens zijn toegelaten voor een maximumsnelheid van 140 kilometer per uur. De asindeling is B’B’.

DV

De wagens DV hebben een lengte van 21,8 meter, een breedte van 3,034 meter en een hoogte van 3,940 meter boven de spoorstaaf. De wagens hebben een gewicht van 43 ton. De wagens hebben een draagvermogen van 15 ton. De wagens zijn voorzien van een blokkenrem. De wagens zijn toegelaten voor een maximumsnelheid van 140 kilometer per uur. De asindeling is B’B’.


Uitvoering

De wagens zijn volledig gelast. Een wagenbak bestaat uit een vloer met spant van staal waarop de wanden en het dak werden aangebracht. Het gehele wordt door middel van elektrisch lassen samen gevoegd. Zo ontstaat een zelfdragend constructie met voldoende stijfheid. Deze constructiemethode realiseer een aanzienlijke gewichtsbesparing ten opzichte van een klonken. De wagens met zes deuren kregen een hoger en boller dak dan bij de wagens met vier deuren. De kopeinden met de instapdeuren zijn smaller gehouden dan de rest van de wagen. De kleine DIV wagens beschikken slechts aan de kopzijde bij de conducteursruimte een instapbalkon met klapdeuren. De grote DV wagens kregen wel aan beide kopeinden een balkon met klapdeuren. Deze internationale DV wagen kregen ook een overgangsinrichting met vouwbalgen om gemakkelijk van het ene naar het andere wagen te komen. Deze zijn van het Hongaarse type dat sinds gebruikelijk was. Aan de bovenzijde van de buffers zijn de sluitseinijzers geplaatst. De binnenlandse DIV wagens kenden geen overgangsvoorziening en had dezelfde soort gesloten kopwand zoals we die ook van de C12c coupewagens kennen. Tussen 1937 en 1957 werden een aantal DIV wagens alsnog van vouwbalgen voorzien met overloopmogelijkheid. De apparaten onder de wagenbak zijn niet afgeschermd aangebracht. De vloer van de wagens bestaat uit een gegolfde stalen constructie. Hierdoor werd de constructie steviger en konden de dwarsverbindingen vervallen. Op de vloer was een laag voor de isolatie aangebracht. De vloerbedekking bestaat uit.

De wagens kunnen verwarmd worden door middel van lagedruk stoom. De stoom wordt door de stoomleiding vanaf de stoomlocomotief de wagen ingeblazen. De wagens D 7521 - D 7525 kunnen ook elektrisch verwarmd worden. Vanaf 1937 is het mogelijk om de wagens D 7601 - D 7606 elektrisch te kunnen verwarmen met in Europa gangbare spanningen (1.500 en 3.000 volt gelijkspanning en 1.000 en 1.500 volt wisselspanning). Onder de wagen wordt de lucht verwarmd en de wagen ingeblazen. De wagen wordt door middel van gloeilampen verlicht. Deze gloeilampen werken op 24 volt en hangen in de wagen. Op de balkons hangen twee lampen en op het toilet hangt ook een lamp. De verlichting wordt gevoed door accu’s, die in twee accukisten onder de wagen hangen. Deze accu’s worden opgeladen door een dynamo van 1,9 kW. Beide type wagens waren voorzien van een dynamo voor de stroomvoorziening. Bij de DIV hing de dynamo onder de wagen en geschiedde de aandrijving hiervan via riemen aan de as, terwijl dit bij de DV via een cardanas verbinding geschiedde en de dynamo aan de zijkant van het draaistel geplaatst is. Tot 20 kilometer per uur wordt de verlichting vanuit de accu’s gevoed en bij een hogere snelheid wordt de verlichting voorzien van spanning door de dynamo en worden de accu’s opgeladen. Dit is automatisch geregeld door een regeltoestel dat zich bevind in de kast met elektrische voorzieningen.

Bij de aflevering van de wagens zijn zij donkergroen geschilderd. Het dak is in een lichte kleur grijs geschilderd en de schortplaten zijn donkergrijs. De randen en hoeken zijn afgezet met zwarte biezen. Vanaf 1939 werden de daken in een donkere kleur geschilderd, om zo minder op te vallen vanuit de lucht. Na de oorlog zijn een aantal wagens DIV in een lichtere, groene kleur geschilderd. Vanaf mei 1951 zijn de 5 wagens DV in het turquoise geschilderd met een groene bies. Halverwege de jaren ’50 werd de donkergroene en turquoise kleur vervangen door het Berlijns blauw met gele biezen en een donkergrijs dak. De wagens die als dienstwagen zijn verbouwd aan het begin van de jaren ’60, werden bruin geschilderd met rode en gele biezen.

Voor de eerste serie DIV 6061 - 6080 wagens werden geklonken zwanenhalsdraaistellen van het type E besteld. Bij de tweede serie DIV 6081 - 6100 werd met elektrisch gelast zwanenhalsdraaistellen van het type K besteld. Echter, de wagens kwamen er nooit mee in dienst maar kregen allen de Pruisische draaistellen type A van 38 rijtuigen uit de series ABd 7151 … 7190 en de ABdb 7501 - 7516 plus bijbehorende 4 reserve draaistellen. Op hun beurt kregen deze AB rijtuigen de nieuwe zwanenhalsdraaistellen van de DIV. Het remwerk werd als blokrem uitgevoerd volgens het systeem Knorr hogedrukrem (Kp(s)RL-S) en is in het draaistel gebouwd. Daarnaast beschikten de wagens in de conducteursruimte over een schroefrem met handwiel. De radstand van de Pruisische draaistellen bedroeg 2.500 mm en waren voorzien van glijlager aspotten. De DV wagens werden wel van twee nieuwe zwanenhalsdraaistellen type Z voorzien. Ook deze wagens kregen de zelfde Knorr hogedrukrem Kp(s)RL-S.

DIV

De wagens zijn aan een zijde voorzien van instapdeuren. Deze deuren geven toegang tot het balkon. Vanaf het balkon wordt met een middengang de afdeling van de conducteur bereikt. Deze ruimte is uitgevoerd als een uitbouw. In deze uitbouw zijn ramen aangebracht, zodat de conducteur langs de trein kan kijken. Aan beide zijden van de middengang is een tweepersoonsbank met een omklapbare rugleuning. Onder een bank is een kist geplaatst voor kostbaarheden. Onder de andere bank is een kist met inventaris van de wagen. Er is ook een kookplaat aanwezig om het meegebrachte eten van de conducteur op te warmen. Deze kookplaat werkt alleen als de trein rijdt en de dynamo voldoende energie kan leveren. Bij deze wagens ontbreekt de dakkoepel die bij oudere generaties bagagewagens gebruikelijk was. Na de afdeling voor de conducteur zijn er twee bagageruimten. Deze zijn van elkaar gescheiden door een tussenschot. De middelste bagageruimte heeft een lengte van meter en een draagvermogen van 5 ton. In deze ruimte is ook een toilet opgenomen voor de conducteur. Om het toilet door te spoelen, zijn er met water gevulde lampetkannen. De wagen is niet voorzien van een waterreservoir. De tweede bagageruimte heeft een lengte van meter en een draagvermogen van 5 ton. Tegen de wanden van de wagens zijn er schappen geplaatst. Hier op kunnen kleinere bagagestukken worden geplaatst. Voor het vervoer van manden met vis beschikken de wagens over een zinke bak. Aan de buitenzijde zijn elk van deze ruimten te bereiken via een dubbele schuifdeur.

DV

De wagens zijn aan beide zijden voorzien van instapdeuren. De deuren aan de zijde van de uitbouw geven toegang tot het balkon. Vanaf het balkon wordt met een middengang de afdeling van de conducteur bereikt. In deze uitgebouwde ruimte zijn ramen aangebracht, zodat de conducteur langs de trein kan kijken. Aan beide zijden van de middengang is een tweepersoonsbank met een omklapbare rugleuning. Onder een bank is een kist geplaats voor kostbaarheden. Onder de andere bank is een kist met inventaris van de wagen. Boven een van de banken zijn vier postvakken en een kast met seinmiddelen geplaatst voor de diverse landen. Er is ook een kookplaat aanwezig om het meegebrachte eten van de conducteur op te warmen. Deze kookplaat werkt alleen als de trein rijdt en de dynamo voldoende energie kan leveren. Bij deze wagens ontbreekt de dakkoepel die bij oudere generaties bagagewagens gebruikelijk was. Na de afdeling voor de conducteur is er een zijgang, waarbij aan de rechterzijde direct een toilet is geplaatst. Om het toilet door te spoelen, zijn er met water gevulde lampetkannen. De wagen is niet voorzien van een waterreservoir. De zijgang geeft toegang tot de drie bagageruimten. Deze zijn van elkaar gescheiden door een tussenschot en zijn onder douaneversluiting af te sluiten. Aan de buitenzijde zijn deze ruimten te bereiken via een dubbele schuifdeur. De bagageruimten hebben een lengte van meter en een draagvermogen van 5 ton. Tegen de wanden van de wagens zijn er schappen geplaatst. Hier op kunnen kleinere bagagestukken worden geplaatst. Voor het vervoer van manden met vis beschikken de wagens over een loden bak. Aan het eind van de wagen is er een balkon met twee instapdeuren.


Inzet

Voor de aflevering van stalen wagens, was het gebruikelijk dat bagage- of postwagens direct achter de locomotief waren geplaatst. Op deze manier blijven de personenwagens beter beschermd bij ongelukken. Met de komst van de eerste stalen rijtuigen bij de NS in 1928, was het niet meer nodig dat bagagewagens niet meer direct achter de locomotief geplaatst hoeven te worden. Zij kunnen daarop in de gehele trein geplaatst worden. Door het ontbreken van een overloop inrichting, was het voor reizigers niet mogelijk om door dit wagen te lopen. In 1931 komen de wagens D 7521 - D 7525 in dienst. Zij rijden in de treinen naar Parijs en naar Scandinavië. Soms worden de wagens in een binnenlandse trein naar Maastricht ingezet. Tussen 23 maart en 28 mei 1932 komen de wagens D 6061 - D 6080 in dienst. Zij rijden in de binnenlandse sneltreinen vanuit Amsterdam naar Groningen/Enschede/Maastricht. Hiermee worden de houten bagagewagens verdrongen naar andere lijnen. Uiteindelijk komen de stalen wagens in alle getrokken treinen te rijden.


Vanaf 1937 worden zes wagens verbouwd voor internationale diensten naar Duitsland en Zwitserland.



In 1949 gaan een aantal wagens rijden naar Denemarken en Zweden. Zij ondergaan hiervoor enkele wijzigingen. Vanwege de stugge draaistellen, krijgen de wagens geen RIC teken voor Denemarken. De NS moet voor elke rit apart toestemming vragen bij de Deense autoriteiten. De gewijzigde wagens D 7602 - D 7604 rijden vanaf de winterdienst 1949 tussen Amsterdam en Parijs.


In de zomerdienst van 1957 doen een aantal wagens dienst tussen Maastricht en Eijsden/Visé, samen met een tot getrokken wagen verbouwd rijtuig Materieel'24 uit de series AB 5100, B 5200, B 5700 of de niet verbouwde wagens uit de serie B 8100. Ook een stalen coupérijtuig B 6400 werd in deze treinen ingezet. Zelfs spiksplinternieuwe Plan E rijtuigen worden in deze treinen ingezet. Ook enkele internationale treinen behoorden tot het takenpakket. Zo rijden in de D133 van Maastricht naar Luxemburg een bagagewagen uit de serie D 7601 - D 7603 mee.


Voor het vervoer naar Denemarken waren de D 7611-7617, oorspronkelijk de D 6091, 6084-6090, sinds 1951/52 D 6717-6723, in 1954 D 6317-6323 en sinds 1957/59 D 7611-7617 geschikt. Waarschijnlijk zijn ze pas na 1957 over de grens gegaan. De wagens zijn hiertoe voorzien van sjor-ogen met vijzelplaten. Deze waren bevestigd aan de stelbalk. Daarnaast werden ze voorzien van Deense lantaarnijzers. Vanwege de Pruisisch draaistellen waren de wagens niet altijd toegelaten op spoorponten vanuit Duitsland naar Denemarken. De wagens waren hierom niet voorzien van het RIC teken. Voor het vervoer van kuikens in trein D108, Holland - Italië Express, zijn in het voorjaar 1958 twee wagens aangepast om eendagskuikens te kunnen vervoer.

Vanaf 18 februari 1957 worden dieseltreinstellen vervangen door getrokken treinen met diesellocomotieven van de serie 2200, een bagagewagen D 6300 en vier rijtuigen Plan E (1 x A en 3 x B) tussen Alkmaar en Den Helder. In de zomerdienst van 1957 doet een vierdeurs bagagerijtuig uit de serie D 6300 samen met een aantal rijtuigen Plan E dienst tussen Maastricht en Eijsden/Visé. Deze treinen worden getrokken door een stoomlocomotief uit de serie 6300. In mei 1958 worden de combinaties vervangen door elektrische treinstellen, als de elektrificatie tussen Alkmaar en Den Helder in gebruik wordt genomen.


In 1961 valt het kuikenvervoer terug en wordt wagen D 7632 af en toe gebruikt om andere goederen te vervoeren.



In 1966 wordt wagen D 7631 uit het kuikenvervoer terug getrokken en buiten dienst gesteld.



In 1969 wordt wagen D 7632 uit het kuikenvervoer terug getrokken en buiten dienst gesteld.


Vanaf 1 juni 1970, de eerste werkdag van de Dienstregeling 1970/1971, zijn er diensten voor de rijtuigen. Deze zijn verdeeld over de series .

De dienstregeling 1971/1972 heeft diensten voor de rijtuigen. Deze zijn verdeeld over de series . Er zijn diensten gesteld voor de series van Rotterdam naar Eindhoven/Keulen. In 1971 zijn enkele wagens verhuurd aan de DB. De wagens waren hiertoe voorzien van de opschriften "Leihweise Bw Braunschweig". De wagens werden ingezet op het traject Braunschweig - Bremen - Leer - Emden - Norddeich Mole v.v. In Leer (Ostfr) werd kopgemaakt en tussen Leer en Norddeich-Mole v.v. reden een aantal van deze treinen met een stoomlocomotief. Meestal werden deze treinen getrokken door een locomotief Baureihe 23.

De dienstregeling 1972/1973 heeft diensten voor de rijtuigen. Deze zijn verdeeld over de series . Er zijn diensten gesteld voor de series van Rotterdam naar Eindhoven/Keulen.

De dienstregeling 1973/1974 heeft diensten voor de rijtuigen. Deze zijn verdeeld over de series . Er zijn diensten gesteld voor de series van Rotterdam naar Eindhoven/Keulen.

De dienstregeling 1974/1975 heeft diensten voor de rijtuigen. Deze zijn verdeeld over de series . Er zijn diensten gesteld voor de series van Rotterdam naar Eindhoven/Keulen.

De dienstregeling 1975/1976, beginnend op 1 juni 1975, heeft diensten voor de rijtuigen. Deze zijn verdeeld over de series . De treinen van de serie (Rotterdam - Venlo - Keulen) beginnen dit jaar in Den Haag. Er zijn in deze serie diensten gesteld. De winterdienstregeling van 1975/1976, welke tot 29 mei 1976 duurde, rijdt een wagen in de internationale treinen 2244/2247 van Amsterdam via Bad Bentheim naar Bad Harzburg (midden Duitsland (trein 2247). In deze trein rijdt een stalen DIV samen met 5 wagens Plan D (1 A en 4 B wagens) en een rijtuig RD van Plan E. In Nederland rijden zij met een locomotief serie 1100, 1200 of 1300. Deze rijdt tot Hengelo, samen met het Plan E wagen. Vanaf Hengelo komt een Duitse V200 voor de trein te staan. In Löhne komt een elektrische locomotief BR 141 voor de trein te staan. In Hildesheim maakt deze locomotief plaats voor wederom een V200 of een locomotief BR 216. De trein uit Bad Harzburg (trein 2244) krijgt na aankomst in Hengelo het Plan E wagen aangekoppeld aan de achterzijde van de trein naar Duitsland (trein 2247). Aan de voorzijde worden twee wagens (1 A Plan E en 1 B Plan W) en de locomotief bijgeplaatst. Een aantal wagens waren ook nodig voor de internationale treinen vanuit Den Haag naar Keulen. Deze treinen rijden met vier wagens Plan K en Plan N. Bagagewagen 95-40 007 wordt in 1976 opgenomen in de tentoonstellingstrein tijdens een van de rondritten van deze trein.

De dienstregeling 1976/1977 heeft diensten voor de rijtuigen. Deze zijn verdeeld over de series . Er zijn diensten gesteld voor de series van Den Haag naar Eindhoven/Keulen.

Met ingang van de dienstregeling 1977/1978 op 22 mei 1977 zijn er diensten voor de 10 rijtuigen. Dit zijn 7 kleine wagens DIV en 3 grote wagens DV. Deze zijn verdeeld over de series . De DIV wagens rijden in de treinen 1152, 2503/4/8/13/18/21/23/25 tussen Den Haag en Keulen. Voor deze inzet zijn wagens nodig. De wagens DV zijn te zien in de treinen D230/D231 van Hoek van Holland naar Kopenhagen.

Met ingang van de dienstregeling 1978/1979 (ingaande op 28 mei 1978) zijn er diensten voor de rijtuigen. Dit zijn kleine wagens DIV en grote wagens DV. Deze zijn verdeeld over de series . De DIV wagens rijden in de treinen tussen Den Haag en Keulen. Voor deze inzet zijn wagens nodig. De wagens DV zijn te zien in de treinen

De dienstregeling 1979/1980, welke op 27 mei 1979 begint, heeft diensten voor de rijtuigen. Dit zijn kleine wagens DIV en grote wagens DV. Deze zijn verdeeld over de series . De DIV wagens rijden in de treinen tussen Den Haag en Keulen. Voor deze inzet zijn wagens nodig. De wagens DV zijn te zien in de treinen

De dienstregeling 1980/1981 zijn er diensten voor de rijtuigen. Dit zijn kleine wagens DIV en grote wagens DV. Deze zijn verdeeld over de series . De DIV wagens rijden in de treinen tussen Den Haag en Keulen. Voor deze inzet zijn wagens nodig. De wagens DV zijn te zien in de treinen Om met de nieuwe rijtuigen ICR te kunnen rijden, zijn de nog beschikbare rijtuigen voorzien van leidingen over het dak. Als gevolgg van de instroom van de rijtuigen BKD van het ICR komt er op 198 een einde aan de inzet van de bagagewagens.


De wagens 51 84 95-40 001-3 en 51 84 95-40 008-8 werden vanaf december 1982 respectievelijk september 1982 ingezet als remwagen bij transporten van treinstellen (Materieel'46, DE-I en DE-II) van Roosendaal naar sloperij Koek te Mijdrecht. Ook bij andere overbrengingen van treinstellen werd gebruik gemaakt van de wagens. Hierdoor was het mogelijk om de sloopkonvooien met 60 kilometer per uur te rijden in plaats van 30 kilometer per uur. In mei 1984 kwam hier een einde aan, nadat zij te Harderwijk waren bestormd door militairen. Zij raakten hierdoor dusdanig beschadigd, dat zij niet meer voor herstel in aanmerking kwamen. Hun rol werd door 2 wagens Plan N overgenomen. Op 26 maart 1985 kwamen de wagens voor het laatst aan bij sloper Koek.


Onderhoud

De rijtuigen komen na hun aflevering in dienst in de Amsterdamse werkplaats Zaanstraat.


Inzet per dienstregeling jaar

De inzet per dienstregeling jaar in de serie en eventuele bijzonderheden:


Revisie

De wagens D 7621 - D 7625 worden vanaf 1957 gereviseerd. Hierbij worden de hooggeplaatste sluitseinijzers vervangen door elektrische sluitseinverlichting. De elektrische verwarming wordt aangepast, zodat het ook mogelijk is om de wagens te verwarmen met een spanning van.

In januari 1976 wordt bagagewagen D 95-40 003 in de werkplaats van Amersfoort gereviseerd in plaats van de Haarlemse werkplaats. Ook rijtuig D 95-40 006 wordt in Amersfoort gereviseerd. De D95-40 003 wordt op 13 april 1976 van Amersfoort naar Haarlem overgebracht. Op 4 mei 1976 wordt het rijtuig afgeleverd. Op 7 mei 1976 is het rijtuig D 95-40 001 in revisie genomen in Amersfoort. Op 6 juli 1976 is het rijtuig naar Haarlem overgebracht voor controle. Op 12 juli 1976 vond de aflevering plaats. Op 12 juli 1976 is het rijtuig D 95-40 004 in Amersfoort binnen genomen om te worden gereviseerd. Op 15 september 1976 is het rijtuig naar Haarlem overgebracht voor controlewerkzaamheden. Op 22 september 1976 vindt de aflevering plaats. Op 16 augustus is de D 95-40 007 in de Amersfoortse werkplaats binnen genomen voor revisie. Op 18 oktober 1976 is de wagon afgeleverd en naar Haarlem gestuurd voor controle. Na de controle wordt het rijtuig op 22 oktober 1976 afgeleverd. Op 11 oktober 1976 is het rijtuig D 95-40 011 in revisie genomen in Amersfoort. Rijtuig D 95-40 011 werd op 30 november 1976 afgeleverd door de Amersfoortse werkplaats. Voor controle was het rijtuig in Haarlem. Op 7 december 1976 komt het rijtuig weer in dienst. Rijtuig D 95-40 017 is op 8 december 1976 binnengenomen in de Amersfoortse werkplaats voor revisie. Tussen 4 en 11 februari 1977 is het rijtuig in Haarlem voor controle.

In 1990 wordt begonnen met het reviseren van de ongevallenwagens door de Hoofdwerkplaats Amersfoort. Tegelijkertijd onderzocht de NS of het mogelijk is om de wagens te vervangen door mobiele wagens. Hierdoor was het mogelijk om drie wagens af te voeren. Deze wagens zijn tijdens deze revisiebeurt gebruikt als plukwagens. Rijtuig D 975 1 511 is eind 1991 geschilderd in de kleuren geel, blauw en grijs. De wagen krijgt hierbij tevens de naam Dick.


Bijzondere uitvoeringen

Wijzigingen

  • In 1937 worden de wagens D 6095 - D 6100 verbouwd voor inzet in de internationale dienst naar Zwitserland. De wagens zijn aan beide kopeinden voorzien van kopdeuren, vouwbalgen en een overloopmogelijkheid. Aan de binnenzijde van de vouwbalgen zijn draaihekjes geplaatst, zodat reizigers vast konden houden bij het lopen van het ene naar het andere wagen. De vouwbalgen zijn aan de binnenzijde voorzien van ophanging om deze vast te kunnen maken aan de vouwbalg van het gekoppelde wagen. Op de kopeinden zijn de wagens voorzien van diverse sluitseinijzers. Hiermee kunnen de wagens de in het buitenland geldende seinbeelden tonen. De stoomverwarmingskoppeling is aangepast en de wagens zijn voorzien van een mogelijkheid tot elektrisch verwarmen op meerdere spanningen. Na deze verbouwingen zijn de wagens voorzien van het RIC raster. Om de wagens herkenbaar te maken, zijn de wagens vernummerd naar de serie D 7601 - D 7606.
  • In 1947 zijn de wagens D 7512 - D 7525 voorzien van veerogen met vijzelplaten op de stelbalk. Hiermee kunnen de wagens vastgezet worden op veerboten naar Scandinavië.
  • In 1949 zijn de wagens D 7602 - D 7604 voorzien van twee gelijke en afsluitbare ruimte voor verzendingen van goederen onder douane versluiting.
  • In 1949 zijn de wagens D 6073, D 6075, D 6076 en D 6077 voorzien van visbakken in een bagageruimte.
  • In 1949 zijn de wagens D 6084, D 6085, D 6087, D 6088, D 6089, D 6090 en D 6091 voorzien van aangepaste lantaarnijzers en veerogen met vijzelplaten op de stelbalken. Deze veerogen worden gebruikt om de wagens vast te kunnen zetten op de veerboten die over de Oostzee en de Sont varen om Denemarken en Zweden te bereiken.
  • Vanaf mei 1951 zijn de wagens DV in het turquoise geschilderd met een groene bies.
  • In 1956 worden de wagens uit de serie D 7601 - D 7605 aangepast. Zij verliezen de bakken voor het vervoer van vis en krijgen veerogen op de stelbalk. Daarnaast worden de wagens voorzien van elektrische sluitseinverlichting.
  • Vanaf 1956 worden de wagens blauw geschilderd met gele biezen.
  • Vanaf 1957 zijn de wagens D 6317 - D 6323 aangepast voor het internationale verkeer. De wagens zijn hierbij vernummerd naar de serie D 7611 - D 7617. Dit zijn de wagens die al voorzien van veerogen. Zij krijgen hierbij een nieuwe vouwbalgophanging. Tegelijkertijd worden de wagens Berlijns blauw met zandgele biezen geschilderd.
  • De wagens D 7621 - D 7625 verliezen bij hun revisie de hooggeplaatste sluitseinijzers. Deze worden vervangen door elektrische sluitseinverlichting. Tegelijkertijd is de elektrische verwarming aangepast.
  • Vanaf 1958 levert Beijnes nieuwe draaistellen type O met een radstand van 2.500 mm voor de wagens die als DIV die als bagagewagen in dienst blijven. Deze vertonen grote gelijkenis met het draaistel van het type N van Plan E welke echter een radstand 2.750 mm bezitten. Alle nieuwe draaistellen zijn voorzien van rollager aspotten en een Oerlikon hogedrukrem systeem type E St/R (O-PR-1).
  • In 1958 worden de wagens D 7601 - D 7605 worden als eerste van nieuwe draaistellen type O voorzien. Daarnaast worden de vijf wagens aan elkaar gelijk gemaakt. Zij worden allemaal voorzien van een doorgaande zijgang en afsluitbare douaneruimtes. De bagageafdelingen worden door deuren gescheiden van de zijgang. Hierdoor was het mogelijk om de wagens op elke plek in een trein te plaatsen. De wagens krijgen hierbij een uitgebreid RIC-teken. Daarnaast zijn de wagens voorzien van elektrische sluitseinen.
  • In het voorjaar van 1958 worden de wagens D 6310 en D 6311 verbouwd voor het vervoer van eendagskuikens naar Italië. De wagens worden voorzien van schappen waar dozen met de kuikens geplaatst kunnen worden. Per wagen kunnen er ongeveer 2.600 dozen met elk 50 kuikens vervoerd worden. Op deze manier kunnen er 130.000 kuikens vervoerd worden. Om voor voldoende lucht in de wagens te krijgen, krijgen de wagens luchtroosters aan de onderkant van de deuren en extra ventilatoren op het dak. Zij krijgen hierbij de nummers D 7631 en D 7632.
  • In 1959 worden de wagens D 6063, D 6064 en D 6069 verbouwd voor de internationale dienst. Zij krijgen hierbij dezelfde inrichting als de wagens D 7611 - D 7617. De wagens worden aansluitend op deze serie genummerd als D 7618 - D 7620. Al deze wagen worden eveneens van nieuwe draaistellen type O voorzien.
  • Bij de wagens D 7621 - D 7625 worden vanaf 1959 de glijlagers van draaistellen type Z vervangen door rollagers.
  • In 1960 worden de wagens D 7631 en D 7632 voorzien van nieuwe draaistellen type O. Zij waren hierbij blauw geschilderd met een gele bies en een RIC teken. Daarnaast worden de wagens voorzien van koersborden.
  • Vanaf 1968 verhuizen de opschriften die op de stelbalk staan naar het midden van de wagenbak.


  • Een aantal wagens werden in 1980 aangepast om samen met de nieuwe ICR rijtuigen te kunnen rijden. De bestelde BKD wagens waren nog niet geleverd en daarom konden de oude wagens nog niet gemist worden. Het zijn de wagens 95-40 001, 95-40 003, 95-40 006, 95-40 007, 95-40 008 en 95-40 011. De wagens zijn voorzien van een doorgaande luchtleiding over het dak.


Verbouwing tot dienstwagens

Indeling ongevallenwagens

Tussen 1960 en 1962 worden elf bagagewagens verbouwd tot dienstwagen. Zij worden door de firma Janssen in Bergen op Zoom verbouwd tot ongevallenwagen voor gebruik bij ongevallen. De wagons zullen voornamelijk beladen zijn met gereedschappen. Zij vervangen ouder materieel dat voor hetzelfde doel is verbouwd. De aanwezige vouwbalgen zijn van de wagens verwijderd. De klapdeuren naar de conducteursruimte werd gewijzigd naar een schuifdeur. De omklapbare bank is vervangen door een tafel. Op de plaats waar eerder de tafels waren, worden vaste banken geplaatst. Onder deze banken komen accu’s. Deze zijn via een stekker op te laden door middel van de depotvoeding. Op deze manier wordt de wagen voorzien van energie als er geen locomotief met hoogspanning aanwezig is. Aan de buitenzijde komen klapluiken om bij de accu's te komen. De dynamo in het draaistel komt te vervallen. In het voormalige toilet wordt een aanrecht met twee wasbakken geplaatst. Aan de andere zijde van het voormalige toilet wordt een kookplaat en koelkast geplaatst. Het kooktoestel werkt op gasflessen, die via een luik aan de buitenzijde zijn te verwisselen. De aanwezige tussenwand tussen keuken en verblijfsruimte is verlaagd, zodat er een open ruimte ontstaat. Een gangpad geeft toegang tot een nieuw toilet aan de ene zijde en een kast met werkkleding aan de andere zijde. De voormalige bagageruimtes zijn vervangen door een grote afdeling met stellingen. In deze stellingen liggen allerlei gereedschappen en hulponderdelen. Bij de schuifdeuren aan de andere zijde van de wagen is een geleiderail aangebracht voor de takelinstallatie. Hiermee kunnen zware onderdelen makkelijk verplaatst worden. Tegen de achterwand was een schakelkast voor de verlichting aan de binnen- en buitenzijde. Aan de buitenzijde zijn diverse bulleye-lampen aangebracht.

Aan de buitenzijde wordt elke schuifdeur voorzien van ramen. Tussen de draaistellen is onder de bodemplaat een opbergruimte met aan weerszijden 5 luiken aangebracht voor het opbergen van gasflessen, diplorries, stophout, vijzels etc. Op de luiken staat geschilderd wat de inhoud is. Door deze aanpassing zat het remwerk en de dynamo van de draaistellen in de weg. Er vond een draaistelwisseling plaats met afgevoerde treinstellen Materieel’36. Voor deze wisseling worden zowel motor- als loopdraaistellen gebruikt. Het voordeel van deze draaistellen is het geïntegreerde remwerk. Boven de draaistellen zijn gele spoorstaven gehangen, waarmee de lorries konden worden vervoerd. Maar door hun grote gewicht zijn deze spoorstaven nauwelijks gebruikt. Aan de niet-balkonzijde is op de kopse kant een ingeklapte stangconstructie geplaatst, welke in uitgeklapte toestand te gebruiken is als hijsinstallatie, nadat een takel is geplaatst. De overloopplaat van de vouwbalgconstructie blijft gehandhaafd. Rijtuig 157 106 werd op het dak voorzien van een bordes. Op deze manier is het eenvoudig om schuitjes van stroomafnemers van locomotieven en treinstellen te verwisselen. Dit bordes is via een dakluik te bereiken. De wagens zijn roodbruin geschiderd, met een rode bies van de Dienst van Exploitatie. Het dak is donkergrijs geschilderd. De onderzijde is zwart.

Als eerste wagen is de D 6309 in behandeling genomen. In oktober 1960 is de wagen afgeleverd als 157 100. Rijtuig 157 101 is in februari 1961 afgeleverd en in april 1961 in dienst gesteld. De wagens worden op strategische plaatsen in het land gestationeerd. De wagens 157 100 en 157 105 behoren tot de vaste begeleidingswagens bij de ongevallenkranen van Utrecht en Eindhoven. De Utrechtse ongevallentrein bestaat uit kraan 481 + Stalen D 157 100 + Materieel’24 mP 9205. De Eindhovense kraan bestaat uit kraan 482 + Stalen D 157 105 + Materieel’24 mP 9213. De ongevallenwagens muteren nauwelijks van depotstation. Bij de afvoer van oude wagens van de Watergraafsmeer en Venlo wordt een voormalige bagagewagen als nieuwe ongevallenwagen gestationeerd. Door de sluiting van het aantal depotstations konden enkele wagens doorschuiven naar andere depotstations. In 1985 zijn alle 11 wagens nog in gebruik, waarbij de 80 84 975 1 506-0 geen vast depotstation heeft en is ingedeeld als reserve. In 1995 zijn nog zes wagens als ongevalwagen in gebruik. In de loop der jaren zijn de wagens van Amersfoort (984 1 506), Eindhoven (975 1 503), Rotterdam Feijenoord (975 1 502) en Zwolle (975 1 511) geel geschilderd. In 1994 is het rijtuig 975 1 503 van Eindhoven aangepast om met de nieuwe ongevallenkraan dienst te kunnen doen. De wagen wordt daartoe voorzien van draaistellen van een rijtuig Plan E, waarmee het mogelijk is om 140 kilometer per uur te kunnen rijden. Het rijtuig werd bij deze gelegenheid geel geschilderd en vernummerd tot 975 1 517. Tussen 1996 en 2001 zijn de laatste ongevallenwagens afgevoerd en vervangen door vrachtwagens. De rijtuigen zijn bij diverse railmusea terecht gekomen.

Nummer ongevallenwagen Nummer DIV Ombouw in Ombouw uit Nummer in 1968 Standplaats 1969
Ombouw ten behoeve van ongevallentrein
157 100 D 6309 oktober 1960 30 84 975 1 500-4 Utrecht CS
157 101 D 6303 februari 1961 30 84 975 1 501-2 Hengelo
157 102 D 6314 april 1961 30 84 975 1 502-0 Amsterdam CS
157 103 D 6307 mei 1961 30 84 975 1 503-8 Maastricht
157 104 D 6312 juni 1961 30 84 975 1 504-6 Nijmegen
157 105 D 6301 juli 1961 30 84 975 1 505-3 Eindhoven
157 106 D 6315 augustus 1961 30 84 975 1 506-1 Den Haag SS
157 107 D 6316 september 1961 30 84 975 1 507-9 Rotterdam Feijenoord
157 108 D 6313 oktober 1961 30 84 975 1 508-7 Groningen
157 109 D 6302 december 1961 30 84 975 1 510-3 Zwolle
157 110 D 6306 januari 1962 30 84 975 1 511-1 Roosendaal


In 1981 wordt wagen D 95-40 003 aangewezen als magazijnwagen in Amersfoort voor ATB apparatuur. Hierbij krijgt de wagen het nummer D 984 0 504. In 198 wordt het magazijnwagen D 984 0 504 verbouwd tot ongevallenwagen en kreeg hierbij naast het nummer D 984 0 504 zijn oorspronkelijke nummer D 6097


Vernummeringen

Bagagewagens DIV 6061 - 6100

In 1937 worden de eerste wagens vernummerd, nadat zij geschikt zijn gemaakt voor de internationale dienst naar Zwitserland. In 1952 worden de wagens vernummerd om tot een aaneengesloten serie te komen. Later dat jaar worden zij nog een keer vernummerd, nu in de serie D 6701 - D 6723. Hierbij zijn de nummers D 6701 en D 6704 twee keer gebruikt. Dit zijn wagens die aangepast zijn voor internationaal gebruik uit de serie D 7601 - D 7606. De wagens die voorzien zijn van veerogen (D 6317 - D 6323) en de wagens met bakken voor het vervoer van vis werden qua nummering bij elkaar gehouden. In 1954 zijn de wagens vernummerd vanwege de komst van de wagens Plan E. Zij krijgen hierbij de nummers in de serie D 6301 - D 6323. De wagens uit de serie D 7601 - D 7606 worden niet in deze nummerserie ondergebracht. De zeven verbouwde wagens voor het internationale verkeer worden vanaf 1957 opgenomen in de serie D 7611 - D 7617. Vanaf 1968 worden de wagens vernummerd naar het UIC schema. De ongevallen wagens worden in de jaren ’80 nogmaals vernummerd om zo aan te geven dat het dienstmaterieel betreft.

Oorspronkelijk
nummer
Nummer
vanaf 1937
Nummer
vanaf 1952
Nummer
vanaf 1954
Nummer
vanaf 1957
Nummer
vanaf 1960
Nummer
vanaf 1968
Opmerkingen
D 6061  → D 6703 D 6303  → 157 101 30 84 975 1 501-2 Aansluitende nummering; instroom Plan E; ombouw werkwagen; invoering UIC
D 6062  →  →  →  →  →  → Afgevoerd na WO II
D 6063  → D 6704 D 6304 D 7618  → 51 84 95-40 015-3 Aansluitende nummering; instroom Plan E; inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6064  → D 6705 D 6305 D 7619  → 51 84 95-40 016-1 Aansluitende nummering; instroom Plan E; inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6065  → D 6706 D 6306  → 157 110 30 84 975 1 511-1 Aansluitende nummering; instroom Plan E; ombouw werkwagen; invoering UIC
D 6066  → D 6707 D 6307  → 157 103 30 84 975 1 503-8 Aansluitende nummering; instroom Plan E; ombouw werkwagen; invoering UIC
D 6067  →  →  →  →  →  → Oorlogsschade WO II
D 6068  →  →  →  →  →  → Oorlogsschade WO II
D 6069  → D 6708 D 6308 D 7620  → 51 84 95-40 017-9 Aansluitende nummering; instroom Plan E; inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6070  →  →  →  →  →  → Vermist na WO II
D 6071  →  →  →  →  →  → Oorlogsschade WO II
D 6072  → D 6713 D 6313  → 157 108 30 84 975 1 508-7 Aansluitende nummering; instroom Plan E; ombouw werkwagen; invoering UIC
D 6073  → D 6709 D 6309  → 157 100 30 84 975 1 500-4 Aansluitende nummering; instroom Plan E; ombouw werkwagen; invoering UIC
D 6074  → D 6714 D 6314  → 157 102 30 84 975 1 502-0 Aansluitende nummering; instroom Plan E; ombouw werkwagen; invoering UIC
D 6075  → D 6710 D 6310 D 7631  →  → Aansluitende nummering; instroom Plan E; verbouwing tot kuikenwagen
D 6076  → D 6711 D 6311 D 7632  → 51 84 92-40 032-1 Aansluitende nummering; instroom Plan E; verbouwing tot kuikenwagen; invoering UIC
D 6077  → D 6712 D 6312  → 157 104 30 84 975 1 504-6 Aansluitende nummering; instroom Plan E; ombouw werkwagen; invoering UIC
D 6078  → D 6715 D 6315  → 157 106 30 84 975 1 506-1 Aansluitende nummering; instroom Plan E; ombouw werkwagen; invoering UIC
D 6079  →  →  →  →  →  → Oorlogsschade WO II
D 6080  → D 6716 D 6316  → 157 107 30 84 975 1 507-9 Aansluitende nummering; instroom Plan E; ombouw werkwagen; invoering UIC
D 6081  → D 6701 D 6301  → 157 105 30 84 975 1 505-3 Aansluitende nummering; instroom Plan E; ombouw werkwagen; invoering UIC
D 6082  → D 6702 D 6302  → 157 109 30 84 975 1 510-3 Aansluitende nummering; instroom Plan E; ombouw werkwagen; invoering UIC
D 6083  →  →  →  →  →  → Vermist na WO II
D 6084  → D 6718 D 6318 D 7612  → 51 84 95-40 007-0 Aansluitende nummering; instroom Plan E; inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6085  → D 6719 D 6319 D 7613  → 51 84 95-40 008-8 Aansluitende nummering; instroom Plan E; inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6086  →  →  →  →  →  → Vermist na WO II
D 6087  → D 6720 D 6320 D 7614  → 51 84 95-40 011-2 Aansluitende nummering; instroom Plan E; inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6088  → D 6721 D 6321 D 7615  → 51 84 95-40 012-0 Aansluitende nummering; instroom Plan E; inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6089  → D 6722 D 6322 D 7616  → 51 84 95-40 013-8 Aansluitende nummering; instroom Plan E; inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6090  → D 6723 D 6323 D 7617  → 51 84 95-40 014-6 Aansluitende nummering; instroom Plan E; inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6091  → D 6717 D 6317 D 7611  → 51 84 95-40 006-2 Aansluitende nummering; instroom Plan E; inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6092  →  →  →  →  →  → Vermist na WO II
D 6093  →  →  →  →  →  → Vermist na WO II
D 6094  →  →  →  →  →  → Vermist na WO II
D 6095 D 7601  →  →  →  →  → Inzet in internationale dienst; Vermist na WO II
D 6096 D 7602  →  →  →  →  → Inzet in internationale dienst
D 6097 D 7603  →  →  →  → 51 84 95-40 003-9 Inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6098 D 7604 D 6701II  →  →  → 51 84 95-40 001-3 Inzet in internationale dienst; aansluitende nummering; invoering UIC
D 6099 D 7605  →  →  →  → 51 84 95-40 005-4 Inzet in internationale dienst; invoering UIC
D 6100 D 7606 D 6704II  →  →  → 51 84 95-40 004-7 Inzet in internationale dienst; aansluitende nummering; invoering UIC
Let op: in de nummerreeks van de DIV ontbreken de volgnummers eindigend op 9 en 0 (11de cijfer) structureel. Bij dienstmaterieel komen zij wel voor.


Bagagewagens DV 7521 - 7525

Oorspronkelijk nummer Nummer vanaf 1952 Nummer vanaf 1969 Opmerkingen
D 7521 D 7621 51 84 95-40 021-1 Aaneengesloten nummering met DIV; invoering UIC
D 7522 D 7622 51 84 95-40 022-9 Aaneengesloten nummering met DIV; invoering UIC
D 7523 D 7623 51 84 95-40 023-7 Aaneengesloten nummering met DIV; invoering UIC
D 7524 D 7624 51 84 95-40 024-5 Aaneengesloten nummering met DIV; invoering UIC
D 7525 D 7625 51 84 95-40 025-2 Aaneengesloten nummering met DIV; invoering UIC


Schadegevallen

  • Op 14 mei 1940 raakt de wagen D 6071 betrokken bij het bombardement op Rotterdam. De wagen stond op dat moment op station Rotterdam Maas. De wagen wordt bedolven onder de ingestorte perronoverkapping. De wagen wordt niet hersteld en afgevoerd voor sloop.
  • Op 12 juni 1949 ontspoort trein 132 van Amersfoort naar Amsterdam Centraal. De trein bestaat uit locomotief 3928 + D 7601. De trein ontspoort in het station van Hilversum als gevolg van een te hoge snelheid over het afbuigende wissel 14. De stoomlocomotief kantelt op haar zij en de overige rijtuigen ontsporen. De tender en rijtuigen blijven allen overeind staan. De locomotief en rijtuigen worden allen hersteld. Bij dit ongeval raakt 1 reiziger gewond.
  • Rijtuig D 7602 raakte op 31 juli 1968 zwaar beschadigd bij een botsing te Mönchengladbach (Duitsland). Herstel werd niet meer lonend geacht en werd in 1969 gesloopt.
  • Rijtuig D 7632 raakte op 24 maart 1969 zwaar beschadigd bij een botsing te Den Haag Hollands Spoor. De wagen stond daar opgesteld als reserve in het bloemenvervoer. Op 26 maart 1969 kwam de wagen in de Hoofdwerkplaats Haarlem aan en daar werd het herstel te duur (fl. 25.000) geacht in verhouding met de leeftijd en het gebruik van de wagen. Op 3 juni 1969 wordt de wagen afgevoerd uit het materieelpark. De wagen werd in augustus 1969 gesloopt.


Afvoer

Als gevolg van de oorlogshandelingen zijn er in totaal elf wagens afgevoerd. Acht wagens zijn als vermist afgevoerd in 1951. Dit waren de D 6062, D 6070, D 6083, D 6086, D 6092, D 6093, D 6094 en D 6095. De drie andere wagens (D 6067, D 6068 en D 6079) waren dusdanig beschadigd, dat zij niet meer hersteld werden.


In 1959 en 1960 worden elf bagagewagens verbouwd tot dienstwagen.


Eind december 1966 gaat wagen D 7631 buiten dienst. Het rijtuig wordt op de Watergraafsmeer neergezet in afwachting van sloop.


In juni 1969 gaat wagen D 7632 buiten dienst, nadat het botsschade op liep in Den Haag.

Op 1 november 1974 wordt het rijtuig D 95-40 025 tijdelijk terzijde gesteld om onderdelen te leveren voor de nog rijdende rijtuigen. Dit was echter van korte duur. In januari 1975 is het rijtuig alsnog in revisie genomen en in mei 1975 afgeleverd. Op 15 april 1975 wordt het rijtuig D 95-40 005 terzijde gesteld in Haarlem. Dit rijtuig zal eveneens geplukt worden van nog bruikbare onderdelen. Op 16 februari 1976 is het rijtuig D 95-40 005 van Haarlem naar Amersfoort overgebracht. Hier zal het bij de werkplaats nog verder geplukt worden van onderdelen. Op 12 augustus 1976 arriveert het rijtuig D 95-40 022 in Haarlem met botsschade. De schade is voldoende reden om het rijtuig af te voeren. De officiële afvoer vindt plaats op 15 september 1976. Op 17 september 1976 wordt het rijtuig naar de Dijksgracht overgebracht vanuit Haarlem. Op 20 september 1976 wordt het rijtuig overgebracht naar de Amersfoortse werkplaats. Hier zal het rijtuig geplukt gaan worden van onderdelen voor rijtuigen die in Amersfoort in revisie zijn.


In 1977 worden vijf wagens DIV afgevoerd. Dit zijn de D 95-40 012, D 95-40 013, D 95-40 014, D 95-40 015 en D 95-40 016. De D 95-40 016 is op 9 januari 1977 beschadigd geraakt bij een rangeerbotsing op de Dijksgracht. Rijtuig D 95-40 012 is op maart 1977 afgevoerd voor sloop. De wagens krijgen diverse bestemmingen. Zo krijgen de wagens D 95-40 014 en D 95-40 015 een museale bestemming. De 95-40 012 wordt bij de Amsterdamse werkplaats Zaanstraat gebruikt als plukrijtuig voor de overige rijtuigen. In mei 1977 zijn de rijtuigen D 95-40 013, D 95-40 014 en D 95-40 015 terzijde gesteld. Op 15 juni 1977 zijn de wagens D 95-40 013, D 95-40 014 en D 95-40 015 bij de Zaanstraat neergezet. Rond 26 juni 1977 zijn de rijtuigen D 95-40 012, D 95-40 013, D 95-40 014 en D 95-40 015 naar Roosendaal overgebracht vanaf de Zaanstraat. In augustus 1977 wordt de wagen D 95-40 014 verkocht aan de Udense modelbouwvereniging NBDSM. De bagagewagen is medio februari 1978 van Roosendaal naar Uden. De wagen wordt in de blauwe kleuren geschilderd met een rode band. De bagagewagen D 95-40 015 is in december 1977 aan de SSN verkocht. Op 24 augustus 1977 is rijtuig D 95-40 016 van Haarlem naar Roosendaal overgebracht. Rijtuig D 95-40 016 wordt terreinwagen voor de BZB (Bedrijfs-zelf-Bescherming) en krijgt hierbij het nummer 30 84 984 0 812 op 23 maart 1978. In dezelfde periode worden ook twee wagens DV afgevoerd. Dit zijn de 95-40 022 en 95-40 024. Op 20 juli 1977 is de D 95-40 024 overgebracht van Haarlem naar werkplaats Amsterdam Zaanstraat voor het verder plukken van onderdelen. Rijtuig 984 0 812 keert op 18 januari 1978 terug naar Haarlem vanuit Roosendaal om onderdelen af te staan. In de nacht van 13 op 14 maart 1978 zijn de rijtuigen D 95-40 013 en B 29-40 112 van Roosendaal naar de Watergraafsmeer overgebracht.

De laatste drie wagens DV werden in maart 1978 afgevoerd. Het zijn de rijtuigen D 95-40 021, D 95-40 023 en D 95-40 025. De rijtuigen worden verzameld op de Watergraafsmeer. In juni 1978 is het rijtuig D 95-40 021 naar de Watergraafsmeer overgebracht vanaf de werkplaats Zaanstraat. Op 13 oktober 1978 gaat het rijtuig D 95-40 021 van de Watergraafsmeer naar de werkplaats van Amsterdam. Het rijtuig wordt hier weer rolvaardig gemaakt voor de overbrenging naar de werkplaats van Leidschendam. Hier wordt de wagen gebruikt als magazijnwagen en krijgt het nummer 30 84 984 1 971. In 1985 wordt de wagen vernummerd naar 80 84 984 1 971. Enkele maanden later zou de wagen naar de sloop gaan. In de zoektocht naar extra opslagruimte komt de STIBANS uit bij deze wagen en neemt het over. Rijtuig D 95-40 023 wordt op 7 april 1978 verkocht aan de SGB en wagen D 95-40 025 komt terecht bij in Roosendaal. Op mei 1979 is het rijtuig van Roosendaal naar de Amsterdamse werkplaats overgebracht. Hier wordt het rijtuig opgeknapt voor het beproeven van statische omzetters van de nieuwe rijtuigen ICR. De aanpassingen worden uitgevoerd door de firma Jansen in Bergen op Zoom. Het rijtuig wordt op 1979 afgeleverd en wordt vernummerd in 30 84 984 0 813. In 1985 wordt de wagen afgevoerd en gesloopt.

Op 20 oktober 1978 is rijtuig D 95-40 004 terzijde gesteld en bij de werkplaats Zaanstraat neergezet. Het rijtuig wordt op 21 februari 1979 afgevoerd om gesloopt te worden.

In 1980 wordt wagen D 95-40 017 afgevoerd. De laatste wagens DIV werden vanaf medio 1981 afgevoerd. Op 27 september 1981 worden de laatste wagens afgevoerd. Er waren op dat moment voldoende nieuwe ICR wagens type BKD afgeleverd. Van deze wagens komt de D 95-40 003 zonder vouwbalgen terecht in Amersfoort als ATB magazijnwagen en krijgt hier het nummer 80 84 984 0 504. In 19 vertrok de wagen naar de Watergraafsmeer. Bij de sanering van het emplacement Uden in 1982 is wagen D 95 40 014 naar Veghel overgebracht. De wagens 95-40 007 en 95-40 011 komen terecht bij musea (SGB resp. VSM). De wagens D 95-40 001 en D 95-40 008 worden aangepast om als remwagen dienst te doen bij sloopkonvooien. Deze taak voeren zij uit tot 1984.


In 1990 worden drie ongevallenwagens afgevoerd. Het zijn de twee wagens voor de ongevallenkranen en een ander wagen. De wagens worden in Amersfoort geplukt van onderdelen voor de D 7521 van de STIBANS.

In 2000 wordt de wagen 975 1 501 afgevoerd.


Sloop

In 1940 is het eerste wagen uit de serie gesloopt. Dit was de D 6071, welke zwaar beschadigd was door het bombardement op Rotterdam in mei 1940. Tussen 1947 en 1949 zijn drie wagens gesloopt als gevolg van zware oorlogsschade. Het zijn de D 6067, D 6068 en D 6079.

In augustus 1969 wordt het beschadigde en afgevoerde wagen D 7632 gesloopt bij sloper Koek in Mijdrecht.


Op 7 september 1977 is het bij de Amersfoortse werkplaats geplukte rijtuig D 95-40 005 verkocht voor sloop. Op 20 maart 1978 zijn de rijtuigen B 29-40 112 en D 95-40 013 naar overgebracht voor in afwachting van sloop. In juni 1978 zijn de rijtuigen A 18-40 114, B 29-40 112 en D 95-40 013 overgebracht van naar De Kwakel. Op 1 juli 1978 zijn de rijtuigen A 18-40 114, B 29-40 112 en D 95-40 013 overgebracht van De Kwakel naar Mijdrecht.Op 20 maart 1978 zijn de rijtuigen D 95-40 013 en B 29-40 112 naar Mijdrecht overgebracht voor sloop. In de nacht van 11 op 12 juli 1978 zijn de rijtuigen D 95-40 012 en D 95-40 024 van Roosendaal overgebracht naar de Watergraafsmeer. Op 12 juli 1978 zijn de rijtuigen naar Mijdrecht overgebracht om gesloopt te worden.


In 1985 worden de wagen D 135 (ex D 95-40 023) van de SGB en de voormalige wagen D 95-40 025 gesloopt.


Op 7 oktober 1991 zijn twee voormalige ongevallenwagens van de hoofdwerkplaats Amersfoort naar de Watergraafsmeer overgebracht. Op 17 oktober 1991 volgt een derde voormalige ongevallenwagen. Eind oktober 1991 wordt wagen 975 1 504 van de Watergraafsmeer naar sloper Hollandia in de Westhaven overgebracht. De twee andere wagens zijn tussen 11 en 18 december 1991 van de Watergraafsmeer naar de Westhaven overgebracht, samen met acht andere wagens voormalig dienstmaterieel.

Op 13 juli 1993 is in Veghel de wagen 95-40 014 gesloopt. De wagen stond samen met een aantal goederenwagens op het voormalige emplacement van Veghel. Door de gemeente werd dit terrein gesaneerd en daarbij zijn alle sporen opgebroken en het aanwezige materieel gesloopt.


Gevolgen van de Tweede Wereldoorlog

De Tweede Wereldoorlog slaat een gat in het park bagagewagens. Vele wagens worden afgevoerd na september 1944. Ook worden wagens beschadigd door bombardementen. In totaal keren 9 wagens niet meer terug in het park van bagagewagens.

Bombardementen

  • Op 14 mei 1940 raakt de wagen D 6071 betrokken bij het bombardement op Rotterdam. De wagen stond op dat moment op station Rotterdam Maas. De wagen wordt bedolven onder de ingestorte perronoverkapping. De wagen wordt niet hersteld en afgevoerd voor sloop.


Afvoer naar het oosten

Als represaille voor de spoorwegstaking van 17 september 1944 worden in totaal ? wagens naar Duitsland afgevoerd. De wagens worden door de Duitsers ingezet in hun eigen treinen, om zo hun verloren gegane materieel te kunnen vervangen. Na de capitulatie in mei 1945 wordt geprobeerd om zo veel mogelijk wagens weer terug naar Nederland te keren. Van deze wagens keren er 8 niet meer terug naar Nederland. Deze wagens worden in 1951 administratief afgevoerd. Zij zijn echter niet allemaal gesloopt. Vijf wagens doen er dienst bij de PKP, de Poolse spoorwegen en een wagen doet dienst bij de DR, Deutsche Reichsbahn in de DDR. Van twee wagens is het onbekend waar zij zijn gebleven. De wagens D 6062, D 6070, D 6083, D 6086 en D 6092 doen dienst bij de PKP. Rijtuig D 6093 doet dienst bij de DR. Van de wagens D 6094 en D 7601 is hun levensloop onbekend.

  • De wagen D 6062 wordt in WO II naar het oosten weggevoerd. De wagen verblijft na de oorlog in . Het wordt in 194 opgenomen in het materieelpark van de Poolse PKP en wordt als Fhx 030761 in het materieelpark opgenomen. Het rijtuig wordt als post- en bagagerijtuig gebruikt. In 196 krijgt de wagen computernummering en krijgt het nummer Dhx 50 51 92 20 184-4. In wordt de wagen afgevoerd. Na zijn afvoer wordt het rijtuig verbouwd tot dienstwagen voor de bovenleiding en krijgt Olsztyn als standplaats. Het rijtuig krijgt het nummer 525954 XHA. Het rijtuig blijft tot 1995 in dienst. Het rijtuig wordt vervolgens opgenomen in de collectie van het openlucht spoorwegmuseum in Kościerzyna. Het rijtuig blijft lange tijd ten westen van het station Kościerzyna staan. Begin 2007 is het rijtuig gesloopt.
  • De wagen D 6070 wordt in WO II naar het oosten weggevoerd. De wagen verblijft na de oorlog in . Het wordt in 194 opgenomen in het materieelpark van de Poolse PKP en wordt als Fx 030752 in het materieelpark opgenomen. In 196 krijgt de wagen computernummering en krijgt het nummer Dx 50 51 92 20 012-7. In wordt de wagen afgevoerd.
  • De wagen D 6083 wordt in WO II naar het oosten weggevoerd. De wagen verblijft na de oorlog in . Het wordt in 194 opgenomen in het materieelpark van de Poolse PKP en wordt als Fx 030704 in het materieelpark opgenomen. In wordt de wagen afgevoerd.
  • De wagen D 6086 wordt in WO II naar het oosten weggevoerd. De wagen verblijft na de oorlog in . Het wordt in 194 opgenomen in het materieelpark van de Poolse PKP en wordt als Fx 030635 in het materieelpark opgenomen. In WO II krijgt de wagen computernummering en krijgt het nummer Dx 50 51 92 20 008-5. In wordt de wagen afgevoerd.
  • De wagen D 6092 wordt in WO II naar het oosten weggevoerd. De wagen verblijft na de oorlog in . Het wordt in 194 opgenomen in het materieelpark van de Poolse PKP en wordt als Fx 030586 in het materieelpark opgenomen. In 196 krijgt de wagen computernummering en krijgt het nummer Dx 50 51 92 20 051-5. In wordt de wagen afgevoerd.
  • De wagen D 6093 wordt in WO II naar het oosten weggevoerd. De wagen verblijft na de oorlog in . Het wordt in 194 opgenomen in het materieelpark van de Deutsche Reichsbahn en wordt als Pw 712-005. In 19 wordt de wagen opgenomen in het park dienstwagens en krijgt het nummer 860-202. In 196 krijgt de wagen computernummering en krijgt het nummer 60 50 99-54 261-1. In 1974 wordt de wagen afgevoerd. De wagen komt in Hoyerswerda terecht gekomen. De wagen stond daar in 2007 nog.
  • De wagen D 6094 wordt in WO II naar het oosten weggevoerd. Na de oorlog wordt de wagen niet weer gevonden en in 1951 administratief als vermist afgevoerd.
  • De wagen D 7601 wordt in WO II naar het oosten weggevoerd. Na de oorlog wordt de wagen niet weer gevonden en in 1951 administratief als vermist afgevoerd.


Museummaterieel

Door de vele mogelijkheden die de bagagewagens bieden, zijn er een aantal bij diverse museumstichtingen bewaard gebleven.

  • Haarlem - IJmuidense Spoorwegmaatschappij (HIJSM)

De voormalige D 975 1 508 is na de STIBANS bij de HIJSM in Haarlem terecht gekomen.

D 6072

In 2009 wordt wagen 975 1 508 door de HIJSM overgenomen van de STIBANS. In 2010 gaat de wagen over naar de Stichting WIJS.

  • SIEMei (Stichting Industrieel Erfgoed Meierij)

D 6080

Op 2 november 2021 koopt de SieMei (Stichting Industrieel Erfgoed Meierij) de voormalige D 6080 van het Nederlands Transport Museum. Op 26 januari 2022 wordt het voormalige rijtuig D 6080 uit Blerick naar Veghel overgebracht. In de daaropvolgende maanden wordt het rijtuig geconserveerd in afwachting van restauratie.


  • Spoorwegmuseum

Het spoorwegmuseum in Utrecht heeft als enige een exemplaar van een DV bagagewagen in bezit.

D 7521

Het Spoorwegmuseum neemt in 199 een deel van het materieel over van de STIBANS. De twee opslagwagens van de STIBANS bleven over. Het museum was in eerste instantie op zoek naar een kleinere bagagewagen. De STIBANS weet de directie te overtuigen om een grote bagagewagen over te nemen met als argument dat deze wagen nog grotendeels origineel is. Hierdoor kost het minder tijd om de wagen op te knappen. In mei 1993 wordt de wagen van de Watergraafsmeer naar de hoofdwerkplaats Amersfoort overgebracht voor restauratie. Hierbij is de wagen weer in afleveringstoestand gebracht. In januari 1996 komt de wagen bij het Spoorwegmuseum.


  • Stibans

Door de STIBANS zijn in de loop der jaren 6 bagagerijtuigen bewaard. Deze zijn inmiddels allemaal ondergebracht bij andere verenigingen of stichtingen.

D 6066

In 1994 verbouwt en vernummerd in 80 84 975 1 517-7. In 2001 wordt de voormalige ongevallenwagen 975 1 503 door een particulier gekocht. De wagen mag door de STIBANS worden gebruikt als werkwagen. Het rijtuig wordt geel geschilderd met grijze deuren. In 2009 wordt het rijtuig overgedaan aan de Stichting NS 162.

D 6072

In 1999 verwerft de STIBANS de ongevallenwagen 975 1 508. In 2009 wordt de wagen verkocht aan de HIJSM.

D 6080

In 2003 wordt de 975 1 507 van de Werkgroep 1501 overgenomen. In 2009 gaat de wagen naar de Stichting TEE Nederland

D 6082

In 1996 verworven door de STIBANS. In gaat het rijtuig over naar het Spoorwegmuseum. De wagen is op naar Blerick overgebracht.

D 6097

In 1988 neemt de STIBANS de wagen D 95-40 003 over van de NS. Dit wagen wordt gebruikt voor de opslag van onderdelen van op te knappen materieel in Roosendaal. In 1998 is de wagen overgegaan naar de SGB.

D 7521

In de zoektocht naar extra opslagruimte voor het te restaureren materieel in Roosendaal (DE-I 41 en Materieel’46 ElD2 273), kwam de STIBANS uit bij magazijnwagen 984 1 971. Dit wagen stond bij de werkplaats in Leidschendam en stond op de nominatie om gesloopt te worden. In 19 gaat een deel van het materieelpark over naar het Spoorwegmuseum in Utrecht. In Roosendaal kan de STIBANS niet meer blijven zitten, zodat het resterende deel van het materieelpark verhuisd naar de Watergraafsmeer, waaronder het bagagewagen. In 199 gaat de wagen over naar het Spoorwegmuseum en in mei 1993 gaat de wagen naar de hoofdwerkplaats in Amersfoort voor restauratie.


  • Stichting 2454 Crew

In januari 2021 neemt de Stichting 2454 Crew het rijtuig 975 1 508 over van de Stichting WIJS.

D 6072

Op 1 februari 2020 wordt de Stichting WIJS opgeheven. Het voormalige ongevallenrijtuig 975 1 508 wordt in januari 2021 overgedragen aan Stichting 2454 Crew. Op 9 januari 2021 wordt het rijtuig naast de af te breken loods in de sporendriehoek van Haarlem geplaatst. Het rijtuig is op 12 maart 2021 van Haarlem naar Roosendaal overgebracht. Hier ondergaat de bagagewagen een revisie aan het casco. Op 3 juni 2021 is het rijtuig in de grondverf gezet. Het rijtuig zal in de bruine kleurstelling van ongevallenwagen worden gebracht. Op 31 januari 2023 is het rijtuig van Roosendaal naar Amersfoort overgebracht.


  • Stichting NS 162

Om onderdelen op te kunnen slaan voor restauratieprojecten, wordt de voormalige D 6066 verworven.

D 6066

In 2009 neemt de stichting de voormalige bagagewagen D 6066 over van de STIBANS. De wagen zal gebruikt gaan worden voor opslag van materialen. Op 11 december 2011 overgebracht van de Watergraafsmeer naar Hoorn. Eind 2011 is de wagen in een groene kleurstelling gebracht en terug genummerd naar het originele nummer D 6066. In juli 2015 biedt de stichting de wagen te koop aan. De werkzaamheden aan de 162 zijn afgerond en de wagen is niet meer nodig. Eind 2015 wordt de wagen verkocht aan de gemeente Harlingen. De gemeente Harlingen wil de wagen in de Nieuwe Willemhaven plaatsen. Op 6 februari 2016 is de wagen geheel leeg gehaald en klaar gemaakt voor transport. Op 28 april 2016 is de wagen overgebracht van Hoorn naar Uitwellingerga op een dieplader voor een opknapbeurt.


  • Stichting Stadskanaal Rail (STAR)

De Stichting Stadskanaal Rail heeft de beschikking over een wagen.

D 6065

In 1999 verwerft de STAR het voormalige ongevallenwagen 975 1 511. De wagen krijgt het nummer D 258 en is in 20 Berlijns blauw geschilderd.


  • Stoom Stichting Nederland (SSN)

De Stoom Stichting Nederland had in het verleden de beschikking over een wagen.

D 6063

Op 7 december 1977 koopt de SSN de afgevoerde wagen D 95-40 015. Het rijtuig is tussen 19 en 19 in gebruik als filmzaal. In 1997 wordt de wagen verkocht aan de VSM.


  • Stoomtrein Goes - Borssele (SGB)

De stoomtrein Goed - Borssele in Goes had de beschikking over totaal vijf wagens. Van deze vijf wagens is er in 1985 en in 2000 één wagen gesloopt.

D 6061

Na zijn afvoer in 2000, koopt de SGB in 2001 de wagen 975 1 501. Op 25 februari 2001 arriveert de wagen bij de SGB. De wagen zal door de SGB gebruikt gaan worden bij het baanonderhoud. In december 2004 is de wagen binnengenomen voor groot onderhoud en een schilderbeurt. Hierbij krijgt de wagen de roodbruine kleurstelling terug en wordt het teruggebracht in de staat, zoals de wagen in 1961 werd afgeleverd als ongevallenwagen. De wagen wordt hierbij weer voorzien van het nummer 157 101. In mei 2005 is de wagen voorzien van dit nummer en andere opschriften. In december 2005 is de wagen voorzien van de tot dan toe ontbrekende rode bies.

D 6074

Na zijn afvoer in 1998, koopt de SGB in 2001 de wagen 975 1 502. De wagen is in de tussentijd onder handen genomen door medewerkers op de Watergraafsmeer. Op 25 februari 2001 arriveert de wagen bij de SGB. De wagen zal door de SGB gebruikt gaan worden voor de opslag van onderdelen van materieel dat in revisie is. De wagen is bij de SGB olijfgroen geschilderd. Bij deze schilderbeurt heeft de wagen zijn uiterlijk als ongevallenwagen behouden. De wagen is wel weer voorzien van het oorspronkelijke nummer D 6074.

D 6084

Na zijn afvoer in 1981, wordt de wagen 95-40 007 door de SGB gekocht. De wagen wordt als D 140 opgenomen in het materieelpark. Het rijdt vanaf die tijd mee met de treinen op de spoorlijn van de SGB. In 1998 wordt de wagen vervangen door de D 6097, welke van de STIBANS wordt overgenomen. De wagen is gesloopt in december 2000.

D 6097

Eind 1998 neemt de SGB het voormalige wagen D 6097 over van de STIBANS. De wagen zal de D 140 gaan vervangen. Na de overname wordt de wagen gerestaureerd. De wagen wordt terug gebracht naar de staat van 1937, waarbij de wagen verbouwd werd tot internationale bagagewagen D 7603.

D 7523

Op 7 april 1978 wordt de wagen D 95-40 023 door de SGB overgenomen van de NS. In de nacht van 20 op 21 april 1978 is het rijtuig van de Watergraafsmeer naar Goes overgebracht. De wagen krijgt hierbij het nummer D 135. In 1985 wordt de wagen afgevoerd en gesloopt.


  • TEE Nederland

D 6080

In 2009 verwerft de Stichting TEE Nederland de wagen 975 1 507 van de STIBANS. In 201 gaat het rijtuig over naar en verhuist het rijtuig naar Blerick. Na het opheffen van de Stichting TEE Nederland is de bagagewagen overgegaan naar het Nederlands Transport Museum in Nieuw Vennep. Zij verkopen de wagen aan de SieMei (Stichting Industrieel Erfgoed Meierij) in Veghel.


  • Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM)

D 6063

In 1997 koopt de VSM de wagen 95-015 van de SSN.

D 6087

In de zomer van 1981 vraagt de VSM aan de NS om een bagagerijtuig te mogen overnemen, wanneer deze eind september 1981 worden afgevoerd. Na de terzijdestelling van de wagen op 27 september 1981, koopt de VSM de wagen 95-40 011 op 1 oktober 1981 van de NS. In het weekeinde van 26 en 27 september 1981 wordt de wagen naar Apeldoorn gebracht door de NS, waar het wordt geplaatst bij het eigen perron van de VSM. Op 28 september 1981 wordt de wagen door de stoomlocomotieven 23 071 en 64 415 van Apeldoorn naar Beekbergen gebracht. Vanaf 1982 wordt de wagen opgeborgen in Beekbergen, om in 19 terecht te komen op het terrein van de werkplaats in Apeldoorn. Het wordt op een van de niet aangesloten sporen van de werkplaats neergezet. In 201 wordt de wagen tijdens een oefening van Defensie op een spoor van de werkplaats neergezet en in de werkplaats beoordeeld. In het interieur is nog volledig aanwezig zoals het door de NS is aangebracht tijdens een revisie in de jaren '50. Met deze wetenschap kan worden begonnen met de revisie van de wagen. In oktober 2016 wordt begonnen aan de revisie van de wagen. De wagen wordt teruggebracht naar de toestand van 1933. Als eerste is de wagen ontdaan van alle onderdelen die er in lagen opgeslagen. Vervolgens zijn twee buitendeuren opgeknapt en de ramen die er in zaten weer gangbaar gemaakt. In december 2016 is het toilet weer toegankelijk gemaakt. Deze is destijds door de NS afgesloten. De toiletpot is niet meer aanwezig, maar de wastafel en waarschuwingsborden zijn er nog wel. Voor de restauratie van de wagen wordt gekozen om deze per afdeling te doen. Aan de buitenzijde moet plaatwerk hersteld worden. Om dit van binnen uit te kunnen bereiken, wordt een deel van het interieur verwijderd. Na het herstel van dit plaatwerk wordt dit aan de binnenzijde ter conservering geschilderd. Vervolgens kan het interieur worden ingebouwd. Als eerste afdeling wordt de conducteursafdeling aangepakt, omdat hier veel houtwerk in slechte staat verkeerd. Het houtwerk moet hier bijna in zijn geheel vernieuwd worden. In de winter van 2018 wordt het rijtuig ontdaan van haar draaistellen voor revisie. Daarnaast is het rijtuig ontdaan van verf en roest. De draaistellen en het remwerk zijn in het voorjaar van 2019 gedemonteerd en gereinigd. Na inspectie van de onderdelen zijn zij geverfd en daar waar nodig ingevet. Vervolgens zijn de draaistellen weer in elkaar gezet. Aan de binnenzijde van het rijtuig wordt in het voorjaar van 2019 begonnen met het schuren van de binnenwanden en plafond. Enkele slechte delen zijn hierbij vervangen door nieuwe delen. Aan de buitenzijde zijn enkele slechte stukken plaatwerk vervangen. In de zomer van 2019 is de onderzijde van de rijtuigbak kaal gemaakt van de accu's, leidingen en remwerk. In het najaar van 2019 wordt begonnen met het in elkaar zetten van de draaistellen. Deze worden eind december 2019 onder de rijtuigbak geplaatst. In februari 2020 is de rijtuigbak gedeeltelijk in de groene grondverf geschilderd, na het plaatsen van nieuw plaatwerk. In de zomer van 2020 zijn enkele slechte delen van de vloer bij het balkon, de conducteursruimte en het toilet verwijderd. Het onderliggende frame is gecontroleerd en daar waar nodig hersteld. Vervolgens is het stalen frame in een beschermende coating gezet. De buitenwanden zijn aan de binnenzijde ontroest en voorzien van een beschermende coating. Bij het balkon, de conducteursruimte en het toilet zijn in de winter van 2021 een nieuwe ondervloer en dekvloer gelegd. In de bagageruimte zijn de plafonds geschuurd. In het voorjaar van 2021 is het tweede deel van het interieur van de conducteursruimte gedemonteerd. De raamgeledingen zijn vervangen door nieuwe exemplaren. De luchtleidingen zijn daar waar nodig vervangen. Op deze manier werkt het noodremsysteem weer. In de bagage afdeling is begonnen met het kaal maken van het plafond. In het najaar en winter van 2021 zijn de binnenwanden terug geplaatst tegen de geconserveerde buitenwand. Verder is de ruimte van de conducteur voorzien van nieuwe houtwerk. De ramen zijn weer gangbaar gemaakt en voorzien van regengoten. De ruiten om langs de trein te kijken zijn schoongemaakt en terug geplaatst in de sponningen. In het voorjaar van 2023 is de onderzijde van het rijtuig geheel in de verf gezet. Daarnaast is een deel van het remwerk teruggeplaatst. In het interieur zijn de eerste delen geschilderd. In het voorjaar van 2023 wordt begonnen met het terugplaatsen van het gereviseerde remwerk. In de zomer van 2023 is het rijtuig aan de buitenzijde geschilderd in de Berlijns blauwe kleur, nadat aanvankelijk gekozen was voor de oorspronkelijk groene kleur met het nummer D 6087. Het rijtuig is tevens voorzien van het nummer D 7614, wat past bij de Berlijns blauwe kleur. Omwille van de tijd die tussen twee verfbeurten moet zitten is voorlopig afgezien om de wagen groen te schilderen. Op 1 september 2023 maakt het rijtuig een proefrit achter de 2459 van de Apeldoornse werkplaats naar het emplacement van Apeldoorn. Na Terug naar Toen zullen de laatste punten worden afgewerkt in het interieur door de Apeldoornse werkplaats. De wagen is begin september 2023 opgenomen in het European Vehicle Register onder het nummer 55 84 000 6087-4

De wagen is gedurende 1981 en 1982 enkele malen te zien op de eigen lijn. Na ruim 40 jaar is de wagen weer te zien op de sporen. Tijdens Terug naar Toen 2023 wordt de wagen ingezet met de eerste en laatste reizigerstrein tussen Beekbergen en Loenen. Overdag staat de wagen in Loenen.


  • Werkgroep 1501/Stichting Klassieke Locomotieven

Voor de opslag van materialen wordt in 1998 de 975 1 507 verworven. In 2003 wordt de wagen over gedaan aan de STIBANS.

D 6080

Voor de opslag van materialen van de locomotieven serie 1200, wordt in 1998 de wagen 975 1 507 gekocht van de NS. De wagen behoudt hierbij zijn uiterlijk van ongevallenwagen. Met de overname van een aantal schuifwandwagens is het niet langer meer nodig om dit wagen te bewaren. In 2003 gaat de wagen over naar de STIBANS.


  • WIJS/BSH (Werkgroep IJmuider Spoorlijn/Behoud Spoormaterieel Haarlem)

D 6072

De WIJS werd op 20 september 2011 eigenaar van de D 6072. De wagen werd op deze datum van de Amsterdam Watergraafsmeer overgebracht naar Haarlem. In de winter van 2016 wordt begonnen met de revisie van de wagen. De wagen zal behouden blijven als ongevallenwagen. Als eerste wordt het remwerk van de wagen aangepakt. Dit werkt niet meer naar behoren. In februari 2017 wordt begonnen met de werkzaamheden. Ook worden de raamwerken weer gangbaar gemaakt, daar deze vastgeroest zijn. Deze werkzaamheden nemen geruime tijd in beslag. Van 1 draaistel zijn in 2017 alle onderdelen uitgenomen en gereviseerd. In het voorjaar van 2018 wordt dit gedeeltelijk weer teruggeplaatst in het draaistel en wordt begonnen met het tweede draaistel. Tevens wordt in het voorjaar van 2018 het dak geschilderd in de donkergrijze kleur. Vervolgens wordt het casco aangepakt, waarbij de slechte delen worden vervangen en alles wordt geschilderd. Ook wordt begonnen met het herstellen van de vloer. In het najaar van 2018 zijn alle remblokken van het tweede draaistel verwijderd en de bijhorende onderdelen. Deze worden in de winter gereviseerd. Tegelijkertijd is begonnen met de inbouw van het remwerk in het eerste draaistel. In het voorjaar van 2019 wordt een deel van de vloer onder handen genomen. De rotte delen worden verwijderd. Aan het remwerk worden de laatste werkzaamheden verricht voor het terugplaatsen. In de zomer van 2019 wordt de handrem gedemonteerd en gereviseerd. Op 12 maart 2021 is het rijtuig tussen de locomotieven 9901, 232 en 9902 vanuit Haarlem naar Roosendaal overgebracht. Hier zal het rijtuig verder onderhanden worden genomen naar een rijvaardig herstel.


Overig

  • Gemeente Harlingen

In 2016 neemt de gemeente Harlingen de wagen D 6066 over van de stichting 162.

D 6066

Eind 2015 koopt de gemeente Harlingen bagagewagen D 6066. Dit nieuws wordt in februari 2016 bekend. De gemeente wil de wagen in de Nieuwe Willemhaven plaatsen. Hier zal de wagen dienst gaan doen als toilet. De Nieuwe Willemhaven was in het verleden voorzien van veel industrie en kadesporen. Om iets van deze tijd terug te laten keren, is de wagen gekocht. Op 28 april 2016 is de wagen overgebracht van Hoorn naar Uitwellingerga op een dieplader. Hier wordt de bovenbouw gestraald en geschilderd. Ook het interieur wordt inwendig verbouwd. Inmiddels was de gemeente er achter gekomen dat er weinig ruimte zou zijn in de wagen om de sanitaire voorzieningen aan te brengen. In 2018 wordt besloten om in het rijtuig een informatiecentrum in te richten over de maritieme geschiedenis van Harlingen, de Bruine Vloot en de Waddeneilanden. Daarnaast wordt is er informatie beschikbaar voor binnen- en buitendijkse voorziening voor de toerist. Op 15 juli 2019 is het rijtuig geplaatst op een restant van de kadesporen in Harlingen. Hier zal het rijtuig voorzien gaan worden van een interieur. In september 2019 is het rijtuig naar zijn definitieve plek gereden, waar mensen via een perron kunnen instappen. In december 2020 maakt de gemeente bekend dat het gebruik van het rijtuig niet meer passend. Er wordt daarop naar een passende invulling.


Afleverdata

Bagagewagens DIV D 6061 tot en met D 6100

Nummer Aflevering In dienst In revisie Uit revisie In revisie Uit revisie In revisie Uit revisie Afvoer Sloop(rit)
D 6061 1932 2000  → (SGB)
D 6062 1932  →  →  →  →  →  → 21 november 1951 I) Vermist na WO II/begin 2007
D 6063 1932 7 september 1972 25 oktober 1972 mei 1977  → (VSM)
D 6064 1932 20 februari 1973 22 maart 1973 maart 1977 1980
D 6065 april 1932 1998  → (STAR)
D 6066 1932  → (Gemeente Harlingen)
D 6067 1932  →  →  →  →  →  → 1945 1945
D 6068 1932  →  →  →  →  →  → 1945 1945
D 6069 1932 29 december 1971 8 februari 1972 8 december 1976 11 februari 1977 1980
D 6070 1932  →  →  →  →  →  → 21 november 1951 I) Vermist na WO II → (PKP Fx 030 752)
D 6071 maart 1932 23 maart 1932  →  →  →  →  →  → mei 1940 tgv. Bombardement Rtm 14 mei 1940
D 6072 1932  → (WIJS)
D 6073 1932 1991
D 6074 1932 1998  → (SGB)
D 6075 1932 28 december 1966
D 6076 1932 3 juni 1969 augustus 1969
D 6077 1932 1991 oktober 1991
D 6078 1932 1991
D 6079 1932  →  →  →  →  →  → 1945 1945
D 6080 1932 1998  → (TEE Nederland)
D 6081 1933 1991
D 6082 1933 1993  → (Spoorwegmuseum)
D 6083 1933  →  →  →  →  →  → 21 november 1951 I) Vermist na WO II → (PKP Fx 030 704)
D 6084 1933 12 januari 1971 4 februari 1971 16 augustus 1976 15 oktober 1976 15 oktober 1981 december 2000
D 6085 1933 24 februari 1970 24 maart 1970 2 augustus 1974 16 september 1974 21 oktober 1980 15 oktober 1981 26 maart 1985
D 6086 1933  →  →  →  →  →  → 21 november 1951 I) Vermist na WO II → (PKP Fx 030 635)
D 6087 1933 11 december 1970 29 januari 1971 11 oktober 1976 30 november 1976 18 januari 1980 15 oktober 1981  → (VSM)
D 6088 1933 15 juni 1972 4 augustus 1972 maart 1977 juli 1978
D 6089 1933 2 januari 1973 6 februari 1973 mei 1977 20 maart 1978
D 6090 1933 28 september 1971 28 oktober 1971 mei 1977 13 juli 1993
D 6091 1933 23 april 1971 27 mei 1971 29 maart 1976 15 oktober 1981
D 6092 1933  →  →  →  →  →  → 21 november 1951 I) Vermist na WO II → (PKP Fx 030 586)
D 6093 1933  →  →  →  →  →  → 21 november 1951 I) Vermist na WO II → (DR Pw 712-005)
D 6094 april 1933  →  →  →  →  →  → 21 november 1951 I) Vermist na WO II
D 6095 1933  →  →  →  →  →  → 1951 Vermist na WO II
D 6096 1933 februari 1969 1969
D 6097 1933 2 februari 1971 19 april 1971 14 januari 1976 4 mei 1976 15 oktober 1981  → (SGB)
D 6098 1933 11 oktober 1971 10 november 1971 7 mei 1976 12 juli 1976 15 oktober 1981 26 maart 1985
D 6099 1933 11 november 1970 30 november 1970 15 april 1975
D 6100 1933 22 april 1971 18 juni 1971 12 juli 1976 22 september 1976 21 februari 1979
I) Vermist admistratief afgeschreven tengevolge van de wet tot voorziening in de kapitaalbehoefte van de N.V. Nederlandse Spoorwegen tengevolge van oorlogsomstandigheden (Staatscourant dd 21 november 1951)

Bagagewagens DV D 7521 tot en met D 7525

Afleverdata
Nummer Aflevering In dienst In revisie Uit revisie In revisie Uit revisie Afvoer Sloop(rit)
D 7521 1931 17 september 1974 19 november 1974 9 juni 1978  → (NSM)
D 7522 1931 22 februari 1971 19 april 1971 15 september 1976
D 7523 1931 17 april 1972 23 mei 1972 7 maart 1978 1985
D 7524 1931 10 april 1973 16 mei 1973 16 augustus 1977 12 juli 1978
D 7525 1931 1 november 1974 22 mei 1975 9 juni 1978 1985


Bronnen, Referenties en/of Voetnoten

  • De vermiste stalen getrokken NS-rijtuigen en bagagewagens; Lotgevallen van een materiaalsoort - A. van den Donk - Maandblad: Railmagazine, 38e Jaargang - september 2016 nummer 337 Blz: 72-73 Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489
  • De stalen D-Ongevallenwagens in H0 van Artitec - A. van den Donk - Maandblad: Railmagazine, 43e Jaargang - september 2021 nummer 387 Blz: 80-84 Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489
  • Flash back| Buurlandtreinen Den Haag / Eindhoven - Keulen - P. Gootzen - Maandblad: Railmagazine, 43e Jaargang - oktober 2021 nummer 388 Blz: 40-44 Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489