Spoorlijn 12 (Antwerpen - Lage Zwaluwe)

Uit Somda RailWiki
(Doorverwezen vanaf Spoorlijn 12)
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

De Belgische spoorlijn 12 loopt van Antwerpen en de grens bij Roosendaal naar Lage Zwaluwe en heeft een lengte van 64 kilometer. Hiervan ligt 33 kilometer op Belgisch grondgebied en 31 kilometer op Nederlands grondgebied.

Geschiedenis

Op 9 juli 1852 sluiten België en Nederland een verdrag om een spoorlijn aan te leggen tussen beide landen. De spoorlijn zal de havensteden Antwerpen en Rotterdam met elkaar verbinden. Ter hoogte van Moerdijk moeten de reizigers overstappen op een radarstoomboot, omdat er nog geen brug ligt over het Hollands Diep. De boot vaart hen naar Rotterdam. In 1855 is de spoorlijn geheel in dienst. De exploitatie van de spoorlijn is in handen van de Société Anonyme des chemins de fer d'Anvers à Rotterdam (AR). In 1864 gaat de exploitatie over naar de Grand Central Belge. In 1880 wordt de spoorlijn aan de zijde van België genationaliseerd, waarop de SS de exploitatie aan Nederlandse zijde overneemt.


Aanleg

Beveiliging

In 1956 komt het automatisch blokstelsel in dienst op het baanvak Rotterdam Zuid Goederen - Roosendaal.


Opening & ingebruikname

Op 26 juni 1854 wordt de spoorlijn tussen Antwerpen en Roosendaal officieel geopend. Op 20 oktober 1854 komt het spoor tussen Roosendaal en Oudenbosch in dienst. Op 24 december 1854 wordt vanuit Oudenbosch Zevenbergen bereikt. Op 1 mei 1855 wordt het laatste deel van de spoorlijn tussen Zevenbergen en Moerdijk officieel geopend. Met de aanleg en opening van de Moerdijkbrug in 1872 werd besloten om een nieuwe spoorlijn tussen Zevenbergen en Lage Zwaluwe aan te leggen als verbinding met Staatslijn I. De opening vond plaats op 1 mei 1876. Met de opening van dit traject kon het vervoer vanuit de haven van Moerdijk per boot naar Rotterdam komen te vervallen.


Wijzigingen

  • In november 1948 wordt begonnen met het plaatsen van funderingen voor de portalen tussen Lage Zwaluwe en Tilburg. 1949 wordt begonnen met het traject vanaf Breda naar Boxtel te elektrificeren. Hiertoe worden in Breda het emplacement en perrons aangepast. Het tweede perron wordt aangelegd en wordt voorzien van een deel van de stationskap van station Tilburg. Een tunnel verbindt het tweede perron met het eerste perron. In het najaar is het mogelijk om elektrisch te kunnen rijden vanaf Dordrecht naar Boxtel. Er worden onderstations in Breda en Tilburg gebouwd. Het traject wordt op 11 mei 1950 officieel geopend. De feesttrein wordt gereden met de nieuwe ElD4 treinstellen 674 + 675. De trein haalt in de ochtend in Den Haag genodigden en vertegenwoordigers van de minister op. Via Utrecht en 's-Hertogenbosch wordt Eindhoven bereikt. Hier stapt de directie van de Belgische Spoorwegen in. Vanuit Eindhoven wordt naar Boxtel, Oisterwijk, Tilburg, Gilze-Rijen en Breda gereden. Op deze stations zijn toespraken en worden geschenken in ontvangst genomen. Uiteindelijk wordt Dordrecht via Lage Zwaluwe bereikt. Na Dordrecht gaat de trein naar Zevenbergen, Oudenbosch en Roosendaal.
  • Al in 1939 worden er gesprekken gevoerd tussen de NS en NMBS om de spoorlijn tussen Roosendaal en Essen te voorzien van bovenleiding. Vanwege technische problemen (de overgang tussen 1.500 volt en 3.000 volt) kon men destijds niet tot overeenstemming komen. Ook de Tweede Wereldoorlog zorgde voor vertraging. Na de Tweede Wereldoorlog werden de gesprekken voort gezet en kwamen de NS en NMBS in 1953 tot overeenstemming om het grensbaanvak te moderniseren. Ten zuiden van het station van Roosendaal komt een spanningssluis. Hier is het mogelijk om van de Nederlandse spanning op de bovenleiding over te schakelen naar de Belgische spanning op de bovenleiding. Over een afstand van een aantal meter is de bovenleiding onderbroken, zodat er tijd is om een andere stroomafnemer op te zetten. De bovenleiding in België hangt op een andere hoogte dan in Nederland. Op 2 juni 1957 zijn de werkzaamheden voor de elektrificatie afgerond. In september 1957 vindt de oplevering van de elektrificatie plaats van het traject Roosendaal - Essen. Het is hiermee de eerste grensoverschrijdende spoorverbinding die voorzien is van bovenleiding.


  • In wordt begonnen met de aanleg van een fly-over bij Lage Zwaluwe. Hiermee is het mogelijk om zonder kruisingen de sporen over te steken die in de richting van Roosendaal gaan. Op 23 september 1987 wordt de fly-over geopend in aanwezigheid van President-Directeur Ploegen en minister van V&W Kroes.


Stations

Hieronder staan alleen de stations vermeld die in Nederland zijn gelegen.

Lage Zwaluwe

Het beginpunt van de spoorlijn is in het station van Lage Zwaluwe. Het station ligt op kilometer punt 0,0 in de spoorlijn.

Moerdijk AR

Het beginpunt van de spoorlijn was in eerste instantie in het station van Moerdijk. Het station lag op kilometer punt 0,0 in de spoorlijn.

Zevenbergen

Het station ligt op kilometer punt 7,5 in de spoorlijn.

Oudenbosch

Het station ligt op kilometer punt 15,6 in de spoorlijn.

Roosendaal

Het station ligt op kilometer punt 22,8 in de spoorlijn.


Aansluitingen

Dienstregeling

Met ingang van 14 mei 1950 is het mogelijk om elektrische treinen tussen Amsterdam en Roosendaal te rijden. Het zijn de treinen naar Parijs, die via Haarlem rijden. Ook de binnenlandse elektrische treinen rijden nu een keer per uur uit Amsterdam naar Roosendaal. In Roosendaal wordt een uurdienst aangeboden naar Vlissingen. Met ingang van de zomerdienstregeling 1951 worden de vier treinen naar Brussel en Parijs beter over de dag verspreidt. De douane- en paspoortcontrole vinden plaats tussen Rotterdam en Roosendaal en tussen Roosendaal en Antwerpen. De sneltreinen tussen Roosendaal en Antwerpen wordt uitgebreid. Er gaan 8 treinen per dag rijden in een tweeuursdienst. Vier van deze treinen worden gereden door een DE3 van de NS. De vier andere treinen worden door de NMBS gereden met een lichte stoomsneltrein.



Tussen 28 augustus 2023 en 11 oktober 2023 stoppen er geen treinen op de stations van Oudenbosch en Zevenbergen. Op verzoek van ProRail moest NS deze stations overslaan als gevolg van beveiligingsproblemen na werkzaamheden in juli 2023. Hierbij zijn wissels geklemd en is de beveiliging zodanig aangepast dat de seinen niet meer handmatig bediend kunnen worden. Daarbij zijn enkele stop/door-schakelingen van de uitrijseinen verwijderd. Hiermee wordt er geen onderscheid gemaakt tussen passerende en stoppende treinen. Omdat de overwegen dan betrekkelijk lang dicht zouden liggen, verwachtte ProRail onveilige situaties met mensen die tussen de spoorbomen zouden gaan slalommen met alle mogelijke gevolgen van dien. Tussen 30 september 2023 en 11 oktober 2023 worden alle wissels, de inhaalsporen en bovenleiding verwijderd en beveiliging aangepast. Hiermee worden Oudenbosch en Zevenbergen haltes aan de vrije baan.


Internationaal

Vanaf september 1957 is het mogelijk om elektrisch de grens over te steken. Deze treinen rijden een keer per uur, aangevuld met enkele D-treinen tussen Amsterdam en Brussel/Parijs. Ook rijden er tussen juni 1957 en augustus 1964 TEE-treinen tussen Amsterdam en Parijs met de dieseltreinstellen DE4. Als gevolg van grote drukte in de bestaande treinen is het geregeld nodig om extra treinen te laten rijden. Vanaf april 1974 gaan er Beneluxtreinen rijden in een trek/duw-formatie. De treinen bestaan uit een locomotief van de NMBS Reeks 25.5, rijtuigen eerste klas en gecombineerd eerste en tweede klas van de NMBS van het type I4. Door de NS worden de rijtuigen tweede klas geleverd in de vorm van Plan W en het stuurstandrijtuig van Plan D.

Vanaf 1980 rijdt er enkele keren per dag een sneltrein tussen Roosendaal en Oostende. In 1986 worden de oude Beneluxtreinstellen en trek/duwtreinen vervangen door nieuwe treinen. Deze bestaan uit een locomotief van de Reeks 11.8 van de NMBS en rijtuigen ICR.

In 1996 komen de D-treinen te vervallen ten gunste van de Thalys. Deze treinen rijden in dit jaar nog maar 4 keer per dag, maar al snel wordt de frequentie verhoogd tot treinen per dag.

Met ingang van de dienstregeling 2010 in december 2009 gaat de Thalys over de HSL-Zuid rijden. In december 2012, het begin van de dienstregeling 2013 wordt de Beneluxtrein gereden met de nieuwe treinstellen V250. Hiermee verliest de spoorlijn zijn internationale intercity. De Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit der Spoorwegen van de NMBS verbiedt vanaf 18 januari 2013 de inzet van de treinstellen V250 in het grensoverschrijdend verkeer als gevolg van defecten en vertragingen. Als gevolg van het stilleggen van de Beneluxtrein, moeten alle reizigers met de stoptreinserie 2500 (Roosendaal - Puurs) mee. Deze treinen zijn hier echter niet op berekend, zodat er veel volle treinen met vertraging rijden. De NMBS besluit om extra sneltreinen in te leggen tussen Roosendaal en Antwerpen. Vanaf 18 februari 2013 zal de Beneluxtrein terugkeren. Er gaat tweemaal per dag gereden worden tussen Den Haag Hollands Spoor en Brussel Zuid. De treinen gaan weer getrokken worden door een locomotief Reeks 28 en rijtuigen ICR. Vanaf 11 maart 2013 zal er achtmaal per dag gereden gaan worden tussen Den Haag en Brussel. Het gebrek aan treinpaden is debet aan het feit dat de eerste weken maar 4 treinen zullen rijden. In het weekend zal er slechts tot Antwerpen gereden worden in plaats van Brussel. Vanaf 7 oktober 2013 gaan er tien slagen per dag rijden tussen Den Haag en Brussel. Vanaf december 2013 zullen er 12 slagen gereden gaan worden. De dienstregeling 2015 laat de uitbreiding van de Beneluxdienst zien. Er zal weer ieder uur vanaf Amsterdam Centraal gereden gaan worden naar Brussel. Met ingang van het wijzigingsblad van april 2018 rijdt de Beneluxtrein over de HSL-Zuid.


Goederenvervoer


Vanaf 29 september 1997 rijden de locomotieven 6515 - 6520 voor het eerst doorgaande containertreinen tussen de Kijfhoek en Antwerpen. Zij zijn aangepast in Tilburg om in België te kunnen rijden. Op deze manier hoeft er in Roosendaal niet meer van locomotief gewisseld te worden en kan de trein sneller zijn weg vervolgen. Door de NMBS worden de oude Beneluxlocomotieven van de Reeks 25.5 ingezet in het goederenvervoer. Vanaf januari 2003 maakt de Belgische vervoerder DLC onregelmatig gebruik van de spoorlijn met een containertrein vanuit Antwerpen naar Duisburg. Vanaf maart 2004 rijden zij containertreinen vanuit Antwerpen via Roosendaal naar Born. Door de NMBS wordt in december een doorgaande trein voor onderdelen van autofabrikant Volvo tussen Gent en het Zweedse Malmö ingelegd, welke in Nederland via Roosendaal, Tilburg, Nijmegen, Deventer en Bad Bentheim rijdt. De treinen worden afwisselend gereden door locomotieven van de serie 6500 van Railion en de Reeks 77 van de NMBS. Dit is een van de eerste transittreinen door Nederland. In de loop der jaren maken meer vervoerders gebruik van de spoorlijn om hun treinen vanuit Antwerpen via Roosendaal naar Venlo en Duitsland te brengen. Dit zijn voornamelijk containertreinen van onder andere Crossrail, DB Cargo en Railtraxx. Door Captrain wordt staal over de spoorlijn vervoerd vanuit Duitsland naar Antwerpen. Door Captrain en DB Cargo worden auto's vervoerd. Captrain maakt gebruikt van open wagens, zoals het type Laaers. DB Cargo vervoert auto's in wagons van het type Hccrrs. Door Lineas wordt vanaf 2017 meer en meer gebruik gemaakt van de spoorlijn om zo de steile hellingen van de Montzenroute te ontwijken. Dit zijn dan containertreinen en wagenladingtreinen met diverse bestemmingen in Noord en Oost Europa.


Ongevallen

  • Op 30 september 2004 vond te Roosendaal een frontale aanrijding plaats tussen stam 8728, welke als trein 2163 onderweg was van Amsterdam naar Vlissingen en NMBS locomotief 2554. Deze was als losse locomotief onderweg van Gent naar rangeerterrein Kijfhoek. Hierbij raakt het rijtuig mBvk1/2 290 8718 van de VIRM stam onherstelbaar beschadigd. De locomotief wordt eveneens total loss verklaard en gesloopt.


Watersnoodramp

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 overstroomt een deel van de spoorlijn als gevolg van de doorbraak van dijken langs het water door de springtij en een zware noordwesterstorm die het zuidwesten van Nederland teistert. Reeds op 1 februari 1953 vindt er in Utrecht een bespreking plaats over de te nemen maatregelen om de schade te herstellen en voor zo ver als mogelijk is, een dienstregeling te maken voor de trajecten die nog te berijden zijn. Een van de zaken die nodig zijn voor het herstel, is de aanvoer van zand. Al aan het eind van de ochtend vertrekken uit zowel Maarn als Zwolle een trein met zand. Deze twee treinen worden in Den Haag samengevoegd. In totaal rijden er op 1 februari 1953 vijf treinen, bestaande uit 170 wagons, met zand naar Maassluis en Dordrecht in het getroffen gebied. Treinen voor Lage Zwaluwe worden vanaf Breda geduwd, omdat er maar 1 spoor beschikbaar is. Wanneer terug gereden wordt naar Breda, gaat dit via verkeerd spoor, omdat er in Lage Zwaluwe geen mogelijkheid is tot omlopen. Het overstromen van het baanvak heeft gevolgen voor de treindienst. De internationale treinen vanuit Amsterdam naar Brussel en Parijs worden omgeleid via Utrecht en ’s-Hertogenbosch, waarbij in de laatste plaats tractie wordt gewisseld van elektrische locomotief naar een stoomlocomotief. Door het omrijden en wisselen van locomotief, neemt de reistijd tussen Amsterdam en Roosendaal gemiddeld met een half uur toe. Daarop wordt besloten om het vertrek in Amsterdam met 20 minuten te vervroegen, zodat er op tijd in Roosendaal aangekomen kan worden. Deze maatregel wordt op 9 februari 1953 van kracht. De treinen 34/35 naar Luxemburg en Basel komen te vervallen in zijn geheel. Vanaf 9 februari 1953 rijden deze treinen van en naar Brussel Noord. De getrokken treinen 80/85 en 86/91 tussen en komen te vervallen. Op de nog wel berijdbare trajecten worden treinstellen ingezet. Het elektrische materieel dat in Roosendaal aanwezig is, wordt op 1 februari met behulp van diesel materieel naar Breda overgebracht. Op 2 februari 1953 wordt de dienst tussen Roosendaal en Zevenbergen hervat met dieselmaterieel. Op 9 februari 1953 worden de dieseltreinstellen vervangen twee elektrische treinstellen. Deze treinstellen zijn met een dieseltreinstel van Breda naar Roosendaal overgebracht. Hoewel de dienst uitgevoerd kan worden met een treinstel, wenst de NS de winterdienstregeling aan te houden tussen de beide plaatsen. De treinen kruisen elkaar halverwege. Met ingang van 18 februari 1953 kan worden volstaan met de inzet van 1 treinstel. Vanaf 7 maart 1953 is er weer elektrisch treinverkeer mogelijk tussen Roosendaal en Lage Zwaluwe. Met ingang van 19 maart 1953 kan de normale dienstregeling tussen Zevenbergen en Roosendaal worden gereden met twee treinstellen, waarbij er in Oudenbosch gekruist wordt. Vanaf 27 maart 1953 kan er op een aantal uitzonderingen (een aantal D-treinen rijdt nog via Utrecht) na de gehele dienstregeling worden gereden. De treinen 34/35 naar Luxemburg en Basel kunnen weer doorrijden naar Nederland, waardoor het begin- en eindpunt Brussel Noord komt te vervallen.


Sluiting & opbraak

In 1880 wordt het traject tussen Zevenbergen en Moerdijk gesloten. Dit is mogelijk als gevolg van de nationalisatie van de spoorlijn door de beide landen. In 1876 had de SS al een spoorlijn laten aanleggen van uit Zevenbergen naar Lage Zwaluwe, waarbij een aansluiting gemaakt was op de spoorlijn tussen Breda en Rotterdam.