Maarn

Uit Somda RailWiki
Versie door Taigagaai (overleg | bijdragen) op 18 okt 2025 om 16:01 (Rangeerterrein en Zanderij.)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Maarn is de naam van de gelijknamige plaats in de provincie Utrecht. De verkorting is Mrn.

Geschiedenis

In 1845 wordt een stopplaats geopend in Maarn, tegelijkertijd met het traject tussen Driebergen en Veenendaal.


Eerste station

Het eerste station is een stopplaats, bestaande uit . De stopplaats is geopend op 15 maart 1845. Op deze datum is ook het traject tussen Driebergen en Veenendaal geopend, als onderdeel van de spoorlijn tussen Amsterdam en Duitsland. Om de stopplaats aan te kunnen leggen, is een deel van de Utrechtse Heuvelrug afgegraven. Op 18 mei 1892 wordt de stopplaats gepromoveerd naar station met emplacement. Dit wordt mede ingegeven door het drukke vervoer vanaf de in 1865 geopende zandafgraving in Maarn. Tussen 1895 en 1910 wordt het station uitgebreid. Er wordt een dienstwoning, ruimten voor de stationsdienst, een personeelsvertrek, waterreservoir, draaischijf, kolenopslagplaats en drie seinhuizen gebouwd. Nadat het nieuwe station in 1972 in gebruik is genomen, wordt het oude stationsgebouw als trainingsschool gebruikt. Hier worden honden getraind voor de spoorwegpolitie.


Tweede station

In het voorjaar van 1970 wordt besloten om het station van Maarn met ongeveer anderhalf kilometer te verplaatsen in oostelijke richting. Het station ligt ongunstig ten opzichte van de bebouwing van het dorp. Ook de uitbreiding van het dorp gaat van het station af. Door de verplaatsing van het station kan het station van Maarsbergen worden gesloten. Het station van Bunnik kan worden heropend. Dit zal moeten gebeuren in 1972. Het nieuwe station zal twee zijperrons krijgen, waarbij elk perron voorzien wordt van een verwarmde abri. Bij het station komt een fietsenstalling en 50 parkeerplaatsen. Er komt geen stationsgebouw. Op 16 mei 1972 is het station in gebruik genomen.


Laad- en losplaats

Met het ingaan van de zomerdienst van de dienstregeling 1989/1990 wordt Maarn bediend door de nieuwe locomotieven van de serie 6400. Van maandag tot en met vrijdag rijdt trein 59667 van Amersfoort naar Maarn halverwege de ochtend. Aan het begin van de middag rijdt trein 59668 vanuit Maarn naar Amersfoort. Deze trein bevat wagons voor .

Rangeerterrein

In 1901 wordt bij de zandafgraving een rangeerterrein aangelegd. Dit rangeerterrein wordt op een eerder afgegraven deel aangelegd. Op dit terrein zijn diverse grote stenen en keien achtergebleven. Om tot een egaal terrein te komen, wordt er zand uit de nabijgelegen Zanderij gebruikt. Het rangeerterrein wordt voorzien van diverse gebouwen, zoals een locomotiefloods met draaischijf, seinhuizen en een waterreservoir. Het rangeerterrein wordt ook voorzien van een eigen elektriciteitscentrale. Tussen 1915 en 1918 wordt het rangeerterrein uitgebreid. Zo komt er een tweede draaischijf. In 1918 wordt het rangeerterrein bestempeld als centraal punt voor de aan- en afvoer van goederenwagens in het midden van Nederland. Het rangeerterrein wordt tot 1933 gebruikt. Door de economische crisis van de jaren '30 is het openhouden niet meer rendabel. De rangeerwerkzaamheden worden verplaatst naar Utrecht, Arnhem en Amersfoort. De sporen worden echter niet allemaal opgebroken en blijven tot 1993 liggen. Vanwege de aanleg van snelweg A12 wordt een deel van het rangeerterrein opgebroken in 1948. Onder de snelweg wordt een viaduct aangelegd, zodat het rangeerterrein alsnog te bereiken is. Rond 1995 wordt dit spoor ook opgebroken.


Zanderij

Voor de aanleg van spoorlijnen zijn diverse materialen nodig. De spoorwegen wilden graag de aanvoer, bewerking en de winning zelf organiseren. Voor dit werk werden aparte ondernemingen opgericht, geheel gericht op hun taak. De eerste graafwerkzaamheden voor wat later de zanderij zou worden, worden tussen 1838 en 1843 uitgevoerd. Het is doorgraving van de Utrechtse Heuvelrug waar de spoorlijn uit Utrecht naar Arnhem komt te liggen. De ingraving is 12 tot 20 meter diep en meter breed. Ook wordt op deze plaats het station van Maarn gerealiseerd. Vanaf 1865 wordt aan de zuidzijde van het station op grotere schaal zand gewonnen voor de aanleg van spoorlijnen.

In 1937 worden 6 kopsporen aan het zuidoosten aangelegd ten behoeve van het opstellen van de nieuwe treinstellen Materieel'36. Zij wachten hier op indienststelling in 1938. Deze sporen zijn na de indienststelling van de treinstellen weer opgebroken.


Vanaf 1 februari 1953 wordt de productie van zand opgevoerd om zand te kunnen vervoeren naar de ondergelopen gebieden die getroffen zijn door de watersnoodramp. De capaciteit wordt uitgebreid van 225 naar 300 ton per uur door het plaatsen van een dragline naast de al aanwezige grijper. Door de aanwezige spoorcapaciteit is het mogelijk om maximaal 10 treinen per dag te laten vertrekken. De meeste treinen bestaan uit zandwagons van verschillende types GZ en kolenwagons van de verschillende types GT. De NS wil graag snel de beschikking hebben over zoveel mogelijk wagons van het type GZ, zodat de kolenwagons weer gebruikt kunnen worden in het kolenvervoer. Daarnaast duurt het drie keer zo lang om een kolenwagon leeg te scheppen dan een zandwagon. In de eerste dagen wordt de aan- en afvoer van zandtreinen bijgesteld, zodat niet gewacht hoefde te worden op zand in de getroffen gebieden. De extra treinen maken gebruik van de drukke baanvakken Utrecht - Rotterdam en Utrecht - 's-Hertogenbosch. Om te voorkomen dat de treinen richting Breda vertraging op zouden lopen, worden deze treinen via Arnhem - Nijmegen ingelegd. Op 4 februari 1953 zijn de laatste kolenwagons geruild tegen zandwagons. Door de NS zijn er in totaal 280 kolenwagons gebruikt in deze vier dagen. Per 11 februari 1953 rijden er 4 facultatieve treinen tussen Maarn en Breda en 10 facultatieve treinen tussen Maarn en Dordrecht. Op 12 februari 1953 wordt er een nachtdienst ingesteld om zo veel als mogelijk zand te kunnen laden in de zand- en kolenwagens die gebruikt worden. De 10 treinen naar Dordrecht worden per 18 februari 1953 vast ingelegd. De frequentie van de treinen naar Breda worden verhoogd tot 6 treinen per dag. Vanwege de stijgende vraag naar zand gaan er op zondag twee extra treinen naar Breda rijden. Op maandag rijden 2 extra treinen naar Dordrecht. Vier van de zes treinen rijden per 22 februari 1953 door naar Lage Zwaluwe. Per 7 maart 1953 vervalt de nachtdienst, omdat er voldoende zand is gestort bij Moerdijk. Het aantal treinen wordt vanaf dat moment ook verminderd tot zes per trein. Er rijden twee treinen naar Lage Zwaluwe en vier treinen naar Dordrecht. In totaal rijden er 157 treinen uit Maarn naar de getroffen gebieden tussen 1 februari en 14 maart 1953. Met deze treinen wordt 95.870 ton zand vervoerd.

De Zanderij wordt tot 1993 gebruikt door de NS. De laatste winning van zand vond plaats in 2001. Sinds die tijd is het terrein teruggegeven aan de natuur.


Locomotiefloods

Station Maarn kende een locomotiefloods. Deze wordt in 190 gebouwd.

In 1918 wordt er een tweede draaischijf aangelegd.

Op worden geen diensten meer gesteld van uit het locomotiefdepot. Er zijn tot dat moment nog slechts diensten gesteld vanuit het depot.

In wordt de locomotiefloods gesloopt. De draaischijven worden deels opgebroken. De restanten van de twee draaischijven zijn blijven liggen en maken sinds 2014 deel uit van het natuurgebied waarin de Zanderij is opgegaan.


Locomlopen


Mutaties


In het depot zijn tussen en de volgende series stoomlocomotieven in het depot gehuisvest:

  • 8500


Spoorlijnen

Het station is gelegen aan de Rhijnspoorlijn, ter hoogte van kilometerpunt 54,2.


Dienstregeling

Na de opening van de stopplaats in 1845, stoppen er alleen op verzoek de eerste en de laatste trein van de dag in Maarn.


Stoppende treinen

In de huidige dienstregeling (2025) stoppen de volgende treinseries te Maarn:

Treinserienummer Beginpunt Eindpunt Materieel
7300 Rhenen Breukelen SLT/SNG


Passerende treinen

In de huidige dienstregeling (2025) passeren de volgende treinseries te Maarn:

Treinserienummer Beginpunt Eindpunt Materieel
120 Amsterdam Centraal Frankfurt am Main ICE3-NEO
220 Amsterdam Centraal Frankfurt am Main/Munchen Hbf ICE3-NEO
3000 Den Helder Nijmegen VIRM
3100 Den Haag Centraal Nijmegen VIRM
3200 Rotterdam Centraal Arnhem VIRM
21400 Utrecht Centraal Nijmegen VIRM

Bronnen, Referenties en/of Voetnoten

  • Sporen door het water De NS en de Watersnoodramp van 1953 - J. Matthijssen en M. van Oostrom - Maandblad: Railmagazine, 15e jaargang - januari 1993 nummer 101 Blz: 17-21 Uitgave: Stichting Rail Publicaties ISSN: 0926-3489
  • Zanderij Maarn en grinderij Linne - J. Tromp - Maandblad: Op de Rails, 93e jaargang - september 2025 Blz: 419-425 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321