Enkhuizen
Enkhuizen is de naam van het station van de gelijknamige plaats in Noord Holland. De verkorting van het station is Ekz.
Inhoud
Geschiedenis
In juni 1875 wordt door minister J. Heemskerk van Binnenlandse Zaken een plan ingediend voor de aanleg van een aantal spoorlijnen. Door de staat wordt op 10 november 1875 de derde wet op de aanleg van spoorwegen aangenomen. Samen met 8 andere spoorlijnen maakt de aanleg van spoorlijn tussen Zaandam en Enkhuizen onderdeel uit van deze derde spoorwegwet. Met de aanleg van deze spoorlijnen ontstaat er een fijnmaziger spoorwegnet in Nederland. De exploitatie van de spoorlijn wordt echter aan de HIJSM over gelaten in plaats van aan de SS. Op is de aanbesteding voor de bouw van een stationsgebouw uitgeschreven, welke gewonnen werd door aannemer uit . Deze bouwde het gebouw naar een ontwerp van M.A. van Wadenoijen. Het gebouw is opgetrokken in rode bakstenen, welke bovenop een plint van natuursteen zijn gemetseld. Ter decoratie zijn speklagen in rode en grijze bakstenen aangebracht. Boven de ramen en deuren zijn ontlastingsbogen geplaatst. Deze bogen zijn aan de uiteinden en in het midden voorzien zandstenen. De ramen zijn voorzien van vensterbanken in natuursteen. Ter hoogte van de dakgoot is rondom een rondboogfries in rode en zandsteen aangebracht. Boven de toegangsdeur is een gevelsteen van zandsteen geplaatst met het jaartal 1886. De daken zijn bedekt met rode en zwarte kruispannen in een ruitpatroon. Het stationsgebouw wordt gebouwd op de plaats van de voormalige Ossemarkt. Het emplacement van het station wordt gebouwd op de gedempte Nieuwe Buishaven. Het station staat aan de oostzijde van de sporen en staat haaks op de sporen om zo de functie als kopstation te benadrukken. Het gebouw bestaat uit drie delen. Het zuidelijke gebouw is van de wachtkamer eerste klas. De wachtkamer is voorzien van een haard met een hardstenen schouw en tegels in het blauw-wit. Het plafond in de wachtkamer is voorzien van een houten cassettenplafond met houten balken. Het middelste deel is de stationshal. Het zuidelijke en middelste deel bestaan uit de begane grond met een kapverdieping. Gezamenlijk zijn zij voorzien van een afgeknot schilddak. Aan zowel straat- als spoorzijde is het zuidelijk deel voorzien van een dakkapel, terwijl het middelste deel twee dakkapellen heeft. De dakkappelen hebben lessenaardak met dakpannen. Het noordelijke gebouw bestaat uit twee verdiepingen, waarbij de eerste verdieping en de zolder behoorde tot de woning van de stationschef. Ook dit dak heeft een afgeknot schilddak. Ook dit gebouw is voorzien van dakkapellen met zadeldak aan alle vier de zijden van het dak. Deze kapellen komen licht naar voren ten opzichte van de gevel. Naast iedere dakkapel zijn aan weerszijden een tweetal kleine, houten dakkapellen met houten luiken en loden dakbedekking met piron. Op het dak zijn drie schoorstenen van de kachels. Aan de noordelijke gebouw is in de muur een klok aangebracht. De hoofdingang is gelegen in het middelste deel. De deur is gemaakt van hout. Boven de deur is een trapgevel. De stationshal is voorzien van een wachtruimte en een ruimte voor loketten en kantoor. Vanuit de stationshal is vanuit een deur de postafdeling te bereiken, terwijl een andere deur in dezelfde wand toegang geeft tot de woning van de stationschef. Het perron is geheel voorzien van een overkapping, welke verbonden is met de overkapping aan de achtergevel. De overkapping aan de achtergevel is opgetrokken uit hout, welke rust op ijzeren draagbalken. De draagbalken rusten op kolommen van gietijzer. Door middel van een overkapping is het station verbonden met de aanlegsteiger van de veerboot. Deze overkapping heeft een zadeldak, welke rust op kolommen van gietijzer met een ionisch kapiteel. Tussen de kolommen is een constructie van trekstangen.
Tijdens de bouw van het station ging men er van uit dat de spoorlijn van Zaandam naar Enkhuizen door de SS (Staatsspoorwegen) geëxploiteerd zou worden. De gevelsteen van het station is daarom voorzien van de letters S.S. Enkhuizen was het eindpunt van de spoorlijn geworden, omdat dit punt het dichtste bij het station Stavoren ligt. Tussen de plaatsen is de kortst mogelijke oversteek over het IJsselmeer mogelijk. Op 5 juni 1885 is het station in gebruik genomen. Het stationsgebouw was echter nog niet volledig afgebouwd. Pas op 1886 werd het station opgeleverd.
In 195 wordt de overkapping op het perron en langs de aanlegsteiger verwijderd. In de stationshal worden de loketten gemoderniseerd. Met de elektrificatie in 1974 is de gevel aan het perron eveneens ingekort om zo ruimte te maken voor de masten van de bovenleiding.
Sinds 19 is de voormalige zuidelijke perronoverkapping in gebruik als overdekt terras van restaurant Station Enkhuizen.
In september 1994 wordt het emplacement van Enkhuizen uitgebreid met 3 opstelsporen. Deze sporen zijn niet voorzien van perrons voor schoonmakers en faciliteiten voor storingsmonteurs. In mei 1997 is het stationsgebouw aangewezen als Rijksmonument. [1] In 200 vindt uitbreiding plaats met 2 sporen, zodat er in totaal 5 opstelsporen zijn. Hiermee komen de leeg materieel ritten tussen Hoorn en Enkhuizen te vervallen.
Voor de beveiliging beschikte het station over in totaal 1 seinhuis,[2] waarmee de beveiliging volgens blokstelsel C wordt bediend.
- Post T
Post T is gelegen aan de westzijde van het emplacement, ter hoogte van wissel 5. Het is gebouwd in naar een ontwerp van . Het gebouw bestaat uit . Het dak is voorzien van . De post is voorzien van een HSM handelinrichting. Vanuit deze post worden seinen Av, A3-5, B3, B4, B5-6 en rangeerpaal WX5-6 bediend. Daarnaast worden de wissels 1, 4, 5, 7, 13, 15 en 16 bediend. Post T komt per 14 mei 1974 te vervallen. Op 14 mei 1974 wordt het station aangesloten op de Vereenvoudigde Centrale Verkeersleiding (VCVL) beveiliging van Hoorn. Tegelijkertijd worden de niet gebruikte zijsporen opgebroken. In mei 1993 werd de VCVL beveiliging omgebouwd tot een op afstand gestuurde NX-beveiliging (CVL).
Laad- en losplaats
Aan de noordzijde van het station is een laad- en losplaats met een goederenloods. De goederenloods is ontworpen door . Het gebouw is meter lang en meter breed. De loods heeft een nokhoogte van meter. Het gebouw is voorzien van een zadeldak met overstek aan alle zijden. Aan de spoor- en straatzijde is de overstek langer dan aan de zijkant, zodat goederen droog overgeslagen kunnen worden via het perron. De overstekken worden gedragen door een zestal houten spanten. De spanten worden geschraagd door een console van natuursteen. Het gebouw is gebouwd in rode bakstenen met een mozaïek in gele bakstenen. Aan weerszijden zijn er 5 deuren die toegang geven tot een perron. Boven de houten deuren zijn ontlastingsbogen geplaatst. Deze bogen zijn aan de uiteinden en in het midden voorzien zandstenen. Aan de kopse kanten zijn aan de dakrand verticale, uitstekende stroken stenen geplaatst. Net onder de nok is aan beide kanten een klein, rond venster. Aan de voorkant zijn drie ramen, waarbij het middelste raam dubbel is uitgevoerd. Boven dit raam is een rond venster aangebracht. Aan de achterzijde is een raam. Aan de straatzijde is alleen bij de eerste twee deuren een houten perron.
Langs het brede deel van het laad- en losperron is spoor 6 gelegen. Aan dit spoor is ook de goederenloods gevestigd. Het meest noordelijke spoor van de laad- en losplaats is spoor 7, welke via wissel 13 te bereiken is. Hier ligt een smaller laad- en losperron. Door middel van wissel 4 is opstelspoor 5 te bereiken. Door middel van de wissels 14 en 15 is er een verbinding tussen spoor 5 en 6. Aan de zuidzijde is spoor 8 te vinden, welke toegang geeft tot de spoorweghaven. Via deze haven is het mogelijk om wagons over het IJsselmeer per spoorpont naar Stavoren over te varen. Hiervoor takt ten westen van de locomotievenloods spoor af naar de haven. Door middel van een pontbrug kunnen de wagons de spoorpont worden opgereden. In 1936 komt er een einde aan het overvaren van goederenwagons.
In 1974 wordt het goederenemplacement grotendeels opgebroken.
In mei 1997 is de goederenloods aangewezen als Rijksmonument. [3] In het gebouw is sinds een zeilschool gevestigd.
Locomotievendepot
Station Enkhuizen kende een locomotievenloods. Deze loods is aan de westzijde van het station gelegen. De bouw van de loods begon in 1885. Dit is een halfronde locomotievenloods met 7 sporen, opgetrokken uit steen. Het dak heeft houten kapspanten, met elk een eigen zadeldak. De loods heeft een diepte van 17 meter, zodat er twee tenderlocomotieven op een spoor konden worden gezet. Aan de linkerzijde van de loods zijn in een lage aanbouw de smederij en dienstlokalen ondergebracht. De sporen zijn te bereiken via een draaischijf met een lengte van 13,5 meter. De loods werd geopend op 1 mei 1886. Naast de loods wordt een ronde, stenen watertoren gebouwd met twee reservoirs. Deze worden gevuld met behulp van waterwagens. Om de locomotieven van kolen te voorzien, wordt er in 1888 een kolenpark aangelegd. In 1891 worden de sporen op de draaischijf verlengd tot 14 meter. In 1907 wordt de draaischijf vervangen door een grotere draaischijf. Deze heeft een lengte van 16,14 meter. In 1908 wordt zelfs een tweede kolenpark aangelegd. Deze komt ten westen van de locomotievenloods. Ter vervanging van de oude watertoren werd in 1922 een nieuw reservoirgebouw in gebruik genomen aan de noordzijde van het emplacement. Het reservoir was hoog geplaatst met een houten ommanteling op een ijzeren stelling.
De watertoren wordt in 1933 gesloopt. In 1936 worden de kolenparken en de locomotievenloods gesloopt. De draaischijf en het reservoirgebouw worden rond 1957 gesloopt.
Mutaties
Op 16 augustus 1912 arriveert de 1010 vanuit de werkplaats in Nijmegen in Enkhuizen.
Op 2 oktober 1913 verhuist de 1010 naar de Centrale Werkplaats in Haarlem voor een grote herstelling.
Locomlopen
Na de opening van het depot in 1886 zijn er 5 locomotieven in het depot gehuisvest voor de diensten. Rond de eeuwwisseling wordt dit aantal verhoogd tot 6 stuks. Dit waren locomotieven uit de HIJSM serie 136 - 143, 160 - 183 en 194 - 204. Een aantal jaren later werden de beide locomotieven uit de serie 40 - 41 in Enkhuizen gehuisvest. Deze blijven hier tot 1893. De twee locomotieven worden vervangen door twee locomotieven uit de serie 36 - 39. Rond de eeuwwisseling worden locomotieven uit de serie HIJSM 43 - 60, 63 - 70 in het depot gehuisvest. Op 7 oktober 1934 worden geen diensten meer gesteld van uit het locomotievendepot. Er zijn tot dat moment nog slechts diensten gesteld vanuit het depot.
In het depot zijn tussen 1886 en 1934 de volgende series stoomlocomotieven in het depot gehuisvest:
- HIJSM serie 136 - 143, 160 - 183 en 194 - 204;
- HIJSM serie 40 - 41;
- HIJSM serie 36 - 39;
- HIJSM serie 43 - 60, 63 - 70 (NS 800);
- 1000;
- 1600
Spoorlijnen
Het station is gelegen aan de Enkhuizerlijn ter hoogte van kilometerpunt 50,016.
Dienstregeling
Stoppende treinen
In de huidige dienstregeling (2025) stoppen de volgende treinseries te Enkhuizen:
| Treinserienummer | Beginpunt | Eindpunt | Materieel |
|---|---|---|---|
| 2900 | Enkhuizen | Maastricht | VIRM |
| 3700 | Enkhuizen | Amsterdam Centraal | SNG |
| 3900 | Enkhuizen | Heerlen | VIRM |
Passerende treinen
In de huidige dienstregeling (2025) stoppen alle treinen in Enkhuizen.
|
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
| Spoorwegstations aan de Enkhuizerlijn (Cursief: toekomstig station en/of voormalig station)) |
|---|
|
0,0: Zaandam · 1,8: Zaanbrug · 2,4: Zaandam Kogerveld · 4,8: Oostzaan · 11,6: Purmerend Weidevenne · 13,4: Purmerend · 13,7: Wherebrug · 14,6: Purmerend Overwhere · 16,5: Kwadijk · 20,1: Middele · 23,1: Oosthuizen · 25,8: Schardam · 27,7: Avenhorn · 32,5: Hoorn · 34,8: Hoorn Kersenboogerd · 36,6: Blokker · 39,4: Westwoud · 42,9: Hoogkarspel · 45,2: Lutjebroek · 46,5: Bovenkarspel-Grootebroek · 48,0: Broekerhaven · 47,7: Bovenkarspel Flora · 50,016: Enkhuizen · |