Maaslijn

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

De Maaslijn is de spoorlijn tussen Nijmegen en Venlo en heeft een lengte van 61 kilometer.

Geschiedenis

Op 18 augustus 1860 wordt de spoorwegwet aangenomen die de aanleg van 10 spoorlijnen regelt door de Staat der Nederlanden. Hiermee worden de eerste hoofdlijnen van het spoorwegnet aangelegd die de grote steden van Nederland met elkaar verbinden. In 1873 wordt de tweede spoorwegwet aangenomen om enkele grote steden met elkaar te verbinden die bij de eerste aanleg niet met elkaar zijn verbonden. De aanleg van secundaire spoorlijnen op particulier initiatief blijft echter achter. Nederland loopt hierdoor een achterstand op ten opzichte van de omringende landen, waar al netwerk met spoorlijnen is ontstaan. In juni 1875 wordt door minister J. Heemskerk van Binnenlandse Zaken een plan ingediend voor de aanleg van een aantal spoorlijnen. Door de staat wordt op 10 november 1875 de derde wet op de aanleg van spoorwegen aangenomen. Samen met 8 andere spoorlijnen maakt de aanleg van spoorlijn tussen Nijmegen en Blerick onderdeel uit van deze derde spoorwegwet. Met de aanleg van deze spoorlijnen ontstaat er een fijnmaziger spoorwegnet in Nederland. De exploitatie van de spoorlijn wordt uitgevoerd door de SS.

In Blerick sluit de spoorlijn aan op Staatslijn E (Breda - Maastricht).

In het najaar van 1944 worden de rails van de onderbouw geschoven, om zo als weg te fungeren voor het Amerikaanse leger naar Nijmegen.

In 2004 besluit de provincie Limburg om de bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden voor de spoorlijn over te nemen van de NS. In 2006 wordt door de provincie een aanbesteding uitgeschreven met ook het stads- en streekvervoer in de provincie. Het treinverkeer valt onder de concessie Noord- en Midden-Limburg. De looptijd van de concessie begint in december 2006 en heeft een looptijd van 10 jaar. De aanbesteding van het gezamenlijke bus- en spoorvervoer moet resulteren in een dienstregelingmodel dat ook wordt gebruikt in de Achterhoek, waarbij de streekbussen de aanvoer van reizigers verzorgen, terwijl buslijnen die met de trein concurreren worden opgeheven. De tijden van de bussen en treinen moeten goed op elkaar aansluiten. Door Hermes en Veolia Transport worden inschrijvingen ontvangen. Hoewel Syntus interesse had, schreef het bedrijf zich niet in. Aandeelhouder Keolis blokkeerde de inschrijving, terwijl de NS als aandeelhouder in Syntus wel mee wilde doen. De concessie wordt op 16 mei 2006 toegewezen aan Veolia. Dit bod bevat onder andere de uitbreiding van de dienstregeling en de aanschaf van nieuw materieel. Hermes ging in bezwaar na de gunning, waarmee de voorbereidingen van Veolia vertraagden. Na het intrekken van het bezwaar van Hermes bleef er nog maar 2 maanden over om materieel te bestellen, personeel te werven en op te leiden en de omloop voor materieel en personeel gemaakt moet worden. Dit bleek niet genoeg, zodat er in het begin van de concessie gereden moest worden met gehuurd materieel. Ook had het personeel niet veel ervaring met het materieel, waardoor er geregeld treinen uitvielen.

In 2014 start de provincie Limburg een nieuwe aanbesteding voor het bus- en treinverkeer. De aanbesteding gaat om 1 concessie, waarbij de twee voorgaande concessies zijn samengevoegd. Naast het treinverkeer Nijmegen - Roermond en Maastricht Randwijck - Kerkrade Centrum komt ook het stoptreinverkeer Maastricht Randwijck - Roermond, Sittard - Heerlen en Heerlen - Aachen Hbf te vallen onder deze concessie. De eerste twee spoorlijnen vallen onder de concessie van het HoofdRailNet van de NS, terwijl de verbinding tussen Heerlen en Aachen Hbf in handen is van DB Regio. Op 10 februari 2015 maakt de provincie bekend dat Abellio, in samenwerking met Qbuzz de concessie had gewonnen. Al vrij snel komen er onregelmatigheden aan het licht bij de gunning van de concessie. Op 5 maart 2015 sluit de provincie Abellio uit voor de concessie. Na het onderzoeken van de mogelijkheden wordt op 2 juni 2015 de concessie gegund aan de nummer 2 van de bieding, Arriva. Veolia tekent bezwaar aan tegen deze gunning, maar krijgt geen gelijk. Arriva neemt ook het materieel over dat bij Veolia reed. Dit zijn 6 tweedelige en 10 driedelige treinstellen van het type GTW van Stadler. In de spitsdiensten wordt de eerste tijd nog gebruik gemaakt van treinstellen van het type Lint 41.


Planning

Aanleg

Beveiliging


In 1960 wordt op proef het traject tussen Mook-Middelaar en Lottum voorzien Centralized Traffic Control (CTC). Dit systeem is afkomstig uit Amerika en is de voorloper van de CVL (Centrale VerkeersLeiding). Vanwege het complexe systeem is CTC niet landelijk ingevoerd.

Vanwege de komst van de nieuwe treinstellen DM'90 is het noodzakelijk dat de ATB van de Eerste Generatie wordt vervangen door ATB Nieuwe Generatie. De planning is dat de werkzaamheden in het voorjaar van 1997 zijn afgerond. De inzet van het nieuwe materieel is nodig, omdat Plan U niet harder mag rijden dan 100 kilometer per uur zonder ATB. Door vertraging beginnen de werkzaamheden pas in juni 1997, waarbij deeltrajecten zullen worden omgebouwd.


Opening & ingebruikname

De spoorlijn tussen Nijmegen en Blerick is op 1 juni 1883 geopend.


Wijzigingen

  • In 2008 worden de eerste plannen gemaakt voor het verdubbelen en elektrificeren van de spoorlijn tussen Nijmegen en Roermond. In het voorjaar van 2014 wordt bekend dat de gehele lijn van Nijmegen tot aan Roermond geëlektrificeerd en op diverse plekken zal worden verdubbeld. De gehele spoorlijn zal dan ook geschikt zijn voor een snelheid van 140 kilometer per uur. Goederentreinen mogen met 100 kilometer per uur over de spoorlijn rijden. Uitzondering is de brug over de Maas bij Mook. Hier mogen goederentreinen slechts met 30 kilometer per uur passeren. Om een hogere snelheid mogelijk te maken, worden drie bogen verruimd. In 2020 moeten deze werkzaamheden zijn afgerond. De totale kosten bedragen 99 miljoen euro. De provincie Gelderland moet hiervoor 15,8 miljoen euro beschikbaar stellen. De provincie Limburg stelt hiervoor 53,7 miljoen euro voor beschikbaar. Dit bedrag is ook bedoelt voor de aanleg van de nieuwe halte Grubbenvorst. De planning was om dit station eind 2016 te openen. Door financiële redenen gaat de bouw van dit station niet door en een nieuwe datum van opening is nog niet voorzien. Daarnaast wordt er geld gereserveerd voor de verbeteringen van de emplacement van de stations van Roermond en Cuijk. In 2016 wordt door Arriva 11 treinstellen van het type Flirt besteld om te rijden over de geëlektrificeerde spoorlijn. Door het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van het opwaarderen van de treinbeveiliging, worden vele kilometers kabels vernieuwd. Met het vernieuwen hiervan meent de staatssecretaris Van Veldhoven eind 2018 dat het gedeeltelijk verdubbelen van de spoorlijn niet nodig is. Daarnaast lopen de werkzaamheden om de spoorlijn te voorzien van bovenleiding vertraging op. De oplevering wordt aangepast naar 2024. In april 2019 geeft ook de provincie Limburg groen licht voor het verbeteren van de spoorlijn. De totale kosten van het project is in de loop der jaren gestegen tot 213 miljoen euro. Voor dit bedrag wordt op vier plaatsen (ten noorden van Cuijk en ten noorden van Boxmeer, tussen Venray en Blerick en tussen Swalmen en Roermond) de spoorlijn verdubbeld. Er zullen 20 overwegen worden aangepast als gevolg van dit dubbelspoor. Ook worden bogen verruimd, zodat er een hogere snelheid mogelijk is. Bij Mook-Middelaar zullen de wissels van het dubbelspoor naar het enkelspoor worden vervangen, waardoor deze met een hogere snelheid zijn te berijden. Ten zuiden van de Maasbrug komt ook een wissel dat met hogere snelheid is te berijden en dat het begin vormt van het dubbelspoor naar Cuijk. Dit nieuwe spoor komt ten westen van het bestaande spoor. De bestaande viaducten zijn al voorbereid op de aanleg van een tweede spoor. Spoor 3 zal een kopspoor gaan worden dat alleen is te bereiken vanuit richting Nijmegen. De wissels nabij de voormalige halte Kruispunt Beugen zullen komen te vervallen, omdat de wissels in afbuigende stand met lage snelheid bereden kunnen worden. Met het vervallen van de wissels zal dit baanvak enkelsporig worden. Bij Boxmeer zal het derde spoor verwijderd gaan worden. Aan de noordzijde komt een nieuw wissel, welke met een hogere snelheid bereden kan worden en zorgt voor uitbreiding van het dubbelspoor. In Venray zal spoor 3 omgebouwd worden tot kopspoor voor de treindienst uit Nijmegen. Ten zuiden van Venray komt over een afstand van 4,5 kilometer dubbelspoor. Dit nieuwe spoor komt ten oosten van het bestaande spoor. Hiervoor is al ruimte op het bestaande spoorbed. Het passeerspoor van het voormalige station Meerlo-Tienray zal verdwijnen. De mogelijkheid om te kruisen bij het voormalige station Lottum blijft wel gehandhaafd. In Blerick zal de ligging van de sporen aangepast worden, zodat treinen voor Cabooter en de werkplaats van Stadler het normale treinverkeer minder in de weg zullen zitten. Alle perrons van de stations worden verlengd tot 180 meter. Daarnaast worden alle perrons op een hoogte van 76 centimeter gebracht, om zo een gelijkvloerse instap mogelijk te maken. Om de spoorlijn van spanning te kunnen voorzien, worden er 9 onderstations gebouwd. Deze worden geplaatst te Nijmegen Heyendaal, Mook-Molenhoek, Cuijk, Boxmeer, Vierlingsbeek, Venray, Swalmen, Reuver en Tegelen. De ATB NG blijft echter gehandhaafd en een upgrade van het beveiligingssysteem is nog niet aan de orde. De oorspronkelijke planning van opening in 2020 kan echter niet gehaald worden. De opening is in 2019 verschoven naar 2024. In december 2020 blijkt dat de kosten van de elektrificatie 20 tot 30 miljoen euro duurder uitvallen. Deze kosten zitten in de aanleg van de bovenleiding naar de werkplaats van Stadler in Blerick en de gestegen bouwkosten voor kunstwerken langs de spoorlijn. In de zomer van 2021 blijkt dat er in totaal 96 miljoen euro extra nodig is. In juli 2021 wordt een akkoord getekend over de verdeling van deze kosten. De provincie Limburg neemt 24 miljoen euro voor haar rekening, terwijl het Rijk de resterende 72 miljoen euro betaald. Daarnaast wordt er 42 miljoen euro gereserveerd voor tegenvallers. Op 20 april 2022 trekt ProRail de aanbesteding van de elektrificatie en verbetering van de spoorlijn in. Dit besluit wordt ingegeven door een combinatie van factoren van de aanbesteding, waarbij eisen en de aanneemsom niet meer realistisch zijn. Door aannemers werd er niet gereageerd op de aanbesteding. De aanbesteding zal op een later moment nogmaals worden uitgeschreven. In het najaar van 2022 komt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met de prognose dat de elektrificatie en gedeeltelijke verdubbeling eind 2027 voltooid zal zijn. In maart 2023 zal ProRail de aanbesteding voor de werkzaamheden nogmaals uitschrijven. De uiterste inschrijfdatum is juli 2023, zodat in oktober 2023 de gunning bekend kan worden gemaakt. Op 25 oktober 2023 maakt ProRail bekend dat de aanbesteding is gegund aan Swietelsky [1] In april 2024 kan worden begonnen met de werkzaamheden. De werkzaamheden richten zich in 2025 voornamelijk op Venlo. Daarnaast worden tussen Nijmegen en Blerick voorbereidende werkzaamheden gestart, zodat in 2026 dit traject verdubbeld en geëlektrificeerd kan worden. Het noordelijke traject zal in de zomer van 2027 gereed zijn. In december 2027 moeten alle werkzaamheden tussen Nijmegen en Roermond zijn afgerond. In het weekeinde van 31 mei en 1 juni 2025 worden begonnen met het plaatsen van de eerste funderingen voor de masten van de bovenleiding. Op 25 juni 2025 vindt de officiële start plaats van de werkzaamheden. Bij Cuijk wordt symbolisch het eerste portaal voor de bovenleiding geplaatst. In november 2025 is men bezig om de portalen te plaatsen tussen Nijmegen en Cuijk.


Stations

Nijmegen

Het station is gelegen op kilometerpunt 17,0.

Nijmegen Heyendaal

Het station is gelegen op kilometerpunt 19,276.

Mook Molenhoek

Het station is gelegen op kilometerpunt 26,348.

Heumen

De stopplaats was gelegen op kilometerpunt 27,7.

Linden Katwijk

De halte was gelegen op kilometerpunt 28,1.

Cuijk

Het station is gelegen op kilometerpunt 31,25.

Kruispunt Beugen (Hoog)

De halte was gelegen op kilometerpunt 35,87.

Beugen-Rijkevoort

De stopplaats was gelegen op kilometerpunt 38,9.

Boxmeer

Het station is gelegen op kilometerpunt 41,49.

Sambeek

De stopplaats was gelegen op kilometerpunt 44,415.

Vortum

De stopplaats was gelegen op kilometerpunt 45,3.

Vierlingsbeek

Het station is gelegen op kilometerpunt 48,54.

Maashees Smakt

De stopplaats was gelegen op kilometerpunt 50,65.

Venray

Het station is gelegen op kilometerpunt 55,925.

Oirlo-Castenraij

De halte was gelegen op kilometerpunt 58,5.

Meerlo-Tienraij

Het station was gelegen op kilometerpunt 62,53.

Lottum

Het station was gelegen op kilometerpunt 68,946.

Grubbenvorst

De stopplaats was gelegen op kilometerpunt 70,7.

Blerick

Het station is gelegen op kilometerpunt 76,586.

Venlo

Het station is gelegen op kilometerpunt 78,0.


Aansluitingen

  • Tussen kilometerpunt 20,4 en 21,1 wordt in 194 een aantal zijsporen aangelegd voor het rangeren met en het bevoorraden van militaire treinen. De zijsporen worden Nebo-sidings genoemd. Aan de westzijde zijn 4 sporen aangelegd. Deze zijn aan de noordkant verbonden met de spoorlijn uit Nijmegen. De vier sporen eindigen aan de zuidkant in 1 spoor. Deze vier sporen worden gebruikt om de sporen bij Nijmegen te ontlasten. In april 1946 wordt een aanbesteding uitgeschreven voor de opbraak van de Nebo Sidings. Deze wordt gewonnen door de Nijmeegse aannemer A.M. Stuij. Tussen april en de zomer van 1946 wordt de spoorlijn in zijn geheel opgebroken en opgeruimd.


  • In oktober 1944 wordt een plan ontworpen voor een militaire spoorlijn van Wijchen naar het zuiden van Nijmegen. Ter hoogte van kilometerpunt 21,9 wordt een tijdelijke spoorlijn aangelegd richting Wijchen. De aansluiting op de Spoorlijn Tilburg - Nijmegen ligt ter hoogte van kilometerpunt 62,8 bij de Goffert. De aanleg geschiedt door het Britse leger onder leiding van de 152nd Railway Construction Company. De aanleg van de spoorlijn begint op 28 januari 1945 en enkele weken later al, op 23 februari 1945, wordt de spoorlijn met de naam Diversion of Avoiding Link in gebruik genomen. Met een aantal wisselverbindingen kan er ook richting Kleve worden gereden over de Spoorlijn Nijmegen - Kleef. De spoorlijn heeft een lengte van 5,5 kilometer. De aanleg van de tijdelijke spoorlijn wordt ingegeven om te voorkomen dat treinen te Nijmegen moeten kopmaken. Het station ligt echter nog binnen bereik van de Duitse artillerie, zodat het mogelijk was dat treinen geraakt konden worden. Dankzij deze tijdelijke spoorlijn is het mogelijk om goederen per spoor vanuit de haven van Antwerpen richting Duitsland te kunnen vervoeren. De treinen rijden vanuit 's-Hertogenbosch via Diversion richting Mook-Middelaar en een tijdelijke spoorlijn bij Mook-Middelaar naar het Duitse Goch. Het treinverkeer wordt geregeld door militairen van de 182nd Railway Operating Company. Voor de bewaking van de spoorlijn en spoorwegovergangen wordt gebruik gemaakt van de bakken van gesloten wagons. Deze worden ingericht als wachtpost. Deze staan opgesteld bij de Weg door het Jonkerbos (hier was een kruisingsspoor), bij de spoorwegovergangen met de Hatertseweg, Grootstallaan, de Rijksweg (hier was een kruisingsspoor) en de Beukenlaan, welke vlak bij de spoorlijn richting Mook is gelegen. Vanuit deze posten worden de treinen doorgemeld aan de volgende post. De machinist van een langsrijdende trein moet een koperen staf in ontvangst nemen van de blokwachter en deze staf bij de volgende wachter afgeven. De staven worden in een bloktoestel geplaatst, waarmee de volgende staf kan worden vrijgegeven. In april 1946 wordt een aanbesteding uitgeschreven voor de opbraak van de Diversion spoorlijn. Deze wordt gewonnen door de Nijmeegse aannemer A.M. Stuij. Tussen april en de zomer van 1946 wordt de spoorlijn in zijn geheel opgebroken en opgeruimd.
  • In oktober 1944 wordt een plan ontworpen voor een militaire spoorlijn van Nijmegen naar Gennep. Ter hoogte van kilometerpunt 26,3 bij het station van Mook wordt een tijdelijke spoorlijn aangelegd richting Gennep, deels langs de tramlijn van de Maas Buurt Spoorweg. De aansluiting op de Spoorlijn Boxtel - Wesel ligt ter hoogte van kilometerpunt 50,367 bij het buurtschap De Looi. De aansluiting krijgt de naam Hommersum Junction. De aanleg geschiedt door het Britse leger onder leiding van de 152nd Railway Construction Company, met als leidinggevende officier Laurence Edward Hawkins. De aanleg van de spoorlijn begint op 12 februari 1945 en drie weken later al, op 8 maart 1945, wordt de spoorlijn met de naam Hawkins Link in gebruik genomen. De spoorlijn heeft een lengte van 13,5 kilometer. De maximumsnelheid op deze spoorlijn is 30 kilometer per uur. Locomotieven mogen vanwege de ligging niet met tender voorop rijden in verband met mogelijke ontsporingen. De aanleg van de tijdelijke spoorlijn wordt ingegeven door het feit dat de spoorlijn richting Kleve niet bruikbaar is, omdat de spoorlijn zwaar beschadigd is geraakt door beschietingen en deels onder water staat. Dankzij deze tijdelijke spoorlijn is het mogelijk om goederen per spoor vanuit de haven van Antwerpen richting Duitsland te kunnen vervoeren. De treinen rijden vanuit 's-Hertogenbosch via een tijdelijke spoorlijn richting Mook-Middelaar en de Hawkins link bij Mook-Middelaar naar het Duitse Goch. Het treinverkeer wordt geregeld door militairen van de 182nd Railway Operating Company. Voor de bewaking van de spoorlijn en spoorwegovergangen wordt gebruik gemaakt van de bakken van gesloten wagons. Deze worden ingericht als wachtpost. Deze staan opgesteld bij de spoorwegovergangen met de Groesbeekseweg, de wisselplaats Forrest Loop en bij de aansluiting Hommersum Junction. Vanuit deze posten worden de treinen doorgemeld aan de volgende post. Bij de Driekronenstraat is een wisselplaats met kruisingsspoor. Deze heeft de naam Forest Loop. Vanuit deze posten worden de treinen doorgemeld aan de volgende post. De machinist van een langsrijdende trein moet een koperen staf in ontvangst nemen van de blokwachter en deze staf bij de volgende wachter afgeven. De staven worden in een bloktoestel geplaatst, waarmee de volgende staf kan worden vrijgegeven. Het treinverkeer wordt in 1945 stilgelegd. In de winter van 1945/1946 wordt het dijklichaam ter hoogte van Ottersum weggespoeld door het hoge water van rivier de Niers. Na deze overstroming wordt de Hawkins Link buiten gebruik gesteld en het treinverkeer wordt definitief gestaakt. In december 1945 wil de gemeente Ottersum weten wat de NS voor plannen heeft met de spoorlijn. De spoorlijn sluit enkele wegen in de gemeente af en de gemeente wil deze wegen weer in gebruik nemen. In januari 1946 krijgt de NS toestemming om de spoorlijn op te breken van de Britse autoriteiten. Op 16 februari 1946 laat de Nijmeegse aannemer A.M. Stuij aan de dienst Weg en Werken van de NS weten interesse heeft om de spoorlijn op te breken. De lokale hoofdinspectie is akkoord met het opbreken, maar het centrale gezag in Utrecht van de NS wil echter dat de opbraak in eigen beheer gebeurd of na een aanbesteding. In maart 1946 wordt een aanbesteding gehouden, waarbij Stuij alsnog de laagste inschrijver is. Tussen april en de zomer van 1946 wordt de spoorlijn in zijn geheel opgebroken en opgeruimd. Aan het begin van 1947 zijn er plannen om de Hawkins lijn in gewijzigde vorm opnieuw aan te leggen door de NS. De aansluiting op de voormalige NBDS spoorlijn bij Hommersum zou in westelijke richting lopen in plaats van oostelijk om zo Gennep te bereiken. Hiermee is het mogelijk om de papierfabriek in Gennep te bereiken. Met dit plan is het niet nodig om de noodbrug over de Maas bij Gennep te vervangen door een nieuwe brug. Het spoor vanaf Gennep richting Duitsland is dan al opgeheven. In 1949 worden de plannen bijgewerkt naar de laatste stand van zaken. Aan het begin van 1950 wordt toch afgezien van deze nieuwe spooraansluiting naar de NBDS spoorlijn. De kosten voor de aanleg van deze spoorlijn vallen hoger uit dan het vervangen van de noodbrug.


De Hawkins Link blijft tot 1945 in gebruik en wordt daarna volledig opgebroken.[2]


  • Ten zuidwesten van de Maasbrug bij Katwijk is onder aan de spoordijk de aansluiting Cuyk Industrie gevestigd. De aansluiting wordt gebruikt door de bedrijven Chicopée (textiel) en Celtona (papier).
  • Ter hoogte van kilometerpunt 74,4, nabij wachtpost 66, is in juli 1918 begonnen met een aansluiting naar een kade aan de Maas. Deze aansluiting krijgt de naam Grubbenvorst Maas. De verkorting is Gbm. Nabij wachtpost 66 wordt een seinhuis gebouwd. Het spoor heeft een lengte van ongeveer 2 kilometer. Bij de aansluiting zullen een aantal steigers en kades worden aangelegd. Deze krijgen diverse hoogtes, om zo rekening te kunnen houden met de veranderende waterstanden van de rivier gedurende het jaar. Het is hiermee mogelijk dat het gehele jaar schepen aan kunnen leggen. Vanaf deze aanlegsteigers zullen kolen uit de trein worden overgeladen op schepen. De aansluiting zou voor 1 september 1918 in gebruik genomen moeten worden, maar door tegenslagen wordt deze datum niet gehaald. Door het vele water in de omgeving is de spoorbaan instabiel. Op 26 november 1919 wordt tijdens testwerkzaamheden iedereen verrast door het snel stijgende water uit de rivier. Door het water wordt een deel van de installaties, honderden meters spoor en een aantal kolenwagens verzwolgen door het water. De schade wordt wel hersteld, maar de aansluiting wordt niet meer in gebruik genomen. In 1922 wordt besloten om alles weer af te breken. In oktober 1924 beginnen de sloopwerkzaamheden. Het spoor van de aansluiting werd in de tussenliggende jaren geregeld gebruikt om goederenwagens te stallen die niet geplaatst konden worden bij de wagenwerkplaats in Blerick. In maart 1925 is de afbraak van de spoorlijn voltooid. Ook de ballast is verwijderd. Alleen de aanlegsteigers blijven behouden als oeverbescherming. Het seinhuis is in 193 gesloopt.


Dienstregeling

Bij de opening van de spoorlijn in 1883 rijdt de SS treinen per dag.

Ingaande de dienstregeling 1965/1965 op 31 mei 1964 gaat er een sneltrein rijden tussen Nijmegen en Roermond. Deze rijdt twee keer per dag in beide richtingen. Zij rijden in de ochtend en in de middag. In de ochtend wordt alleen gestopt in Tegelen, Venlo en Venray. De treinen in de avond stoppen daarnaast ook in Cuijck.

Vanaf 8 november 1971 stoppen de treinen 6222 van Venray naar Nijmegen en 6241 van Nijmegen naar Venray in Vierlingsbeek. Trein 6222 komt hiermee een minuut later aan in Nijmegen. Trein 6241 komt door deze stop twee minuten later aan in Venray.

Vanaf 1997 stromen de nieuwe treinstellen DM'90 in op de spoorlijn ter vervanging van de treinstellen Plan U. Met de nieuwe treinstellen is het mogelijk om sneltreinen over de spoorlijn te laten rijden.

Met ingang van de dienstregeling 2007 neemt Veolia de exploitatie over van de spoorlijn van de NS. In afwachting van nieuwe treinstellen, worden de eerste maanden met oude treinstellen van Arriva gereden. De door de NS gebruikte treinstellen DM'90 konden alleen voor een periode van 10 jaar worden gehuurd en niet voor een kortere periode. Door Veolia wordt een halfuursdienst ingevoerd over de gehele spoorlijn. Hiermee is het mogelijk om de stations van Vierlingsbeek, Reuver en Swalmen ieder half uur te kunnen bedienen. Daarnaast gaan er spitstreinen rijden tussen Nijmegen en Boxmeer, met enkele doorgaande treinen naar Venray. Vanwege de lagere maximum snelheid van het DH-materieel kon deze dienstregeling niet geheel worden gereden. Alleen de normale dienstregeling was mogelijk, waarbij de stop in Blerick werd overgeslagen. Daarnaast was de hoeveelheid materieel afhankelijk van de instroom van de nieuwe GTW-treinstellen in het noorden. Bij de instroom van nieuwe treinstellen in het noorden, was het mogelijk om meer oudere Wadlopers naar het zuiden te sturen. Uiteindelijk rijden er 11 motorwagens DH1 en 18 treinstellen DH2 in de dienstregeling. Op 21 januari 2007 vindt de eerste aanpassing plaats in de dienstregeling. Met deze aanpassingen is het mogelijk om Blerick weer te bedienen. De spitsdiensten naar Venray komen te vervallen en worden vervangen door bussen. Daarnaast wordt de dienstregeling aangepast aan de tragere DH-treinstellen. Per 12 maart 2007 is er voldoende materieel beschikbaar om ook de spitstreinen tussen Nijmegen en Boxmeer te rijden. Bij te weinig materieel werden de spitstreinen als eerste geschrapt in de dienstregeling. Met het ingaan van de dienstregeling 2008 is er nieuw materieel beschikbaar om de oude treinstellen te kunnen vervangen. Door de grotere capaciteit en goede betrouwbaarheid van de nieuwe treinen kunnen de spitstreinen van de serie 32300 worden verlengd tot Venray of zelfs enkele tot aan Venlo. Aan het eind van 2008 keren twee treinstellen DM'90 terug bij Veolia, als gevolg van de groei van het aantal reizigers. Het ging hier om de DH2 3446 en DH2 3447. De eerste inzetten vonden vanaf 17 november 2008 plaats. Zij zullen de spitstreinen tussen Nijmegen en Venray gaan rijden. Zij rijden de spitstreinen tot 20 november 2009. De treinstellen keren terug naar de NS. Ook in 2010 werden de treinstellen DH2 3446 en DH2 3447 gehuurd om spitstreinen te rijden. Zo vervangt de 3446 vanaf 1 september 2010 een GTW die naar Zuid-Limburg is overgebracht ter vervanging van een elektrisch treinstel. Op 8 november 2010 komt ook de 3447 weer terug bij Veolia. Op 17 december 2010 keert de 3446 terug naar NS. De 3447 gaat op 1 april 2011 terug naar NS.

Om de capaciteit te vergroten in de spitsdiensten worden vanaf 6 oktober 2014 de voormalige Syntus treinstellen 35 en 37 gehuurd. Zij rijden tussen Nijmegen en Venray in de serie 32300. In december 2016 worden de treinstellen bedankt voor hun diensten. Dit is mogelijk omdat met ingang van de dienstregeling 2017 Arriva de exploitatie overneemt van Veolia. De dienstregeling wijzigt nauwelijks. Voor de spitsdiensten tussen Nijmegen en Venray worden in totaal 7 treinstellen van het type Lint gehuurd van NS Financial Services.


Ongevallen

  • Op 12 april 1991 botsen de DE3 143 en DE3 114 ter hoogte van Melderslo als trein 6269 van Roermond naar Nijmegen op een bestelbusje. De DE3 143 komt door de botsing gedeeltelijk naast het spoor te liggen en brand gedeeltelijk uit. In mei 1991 worden de restanten van het treinstel ter plekke naast de spoorlijn gesloopt.
  • Op 31 mei 1995 rijdt trein 6325, bestaande uit DE3 153 met te hoge snelheid een overloopwissel te Mook. Op dit spoor vinden op dat moment werkzaamheden plaats, waar 7 personen aan het werk zijn. De berijdt het wissel, dat in de verkeerde stand ligt, met 110 kilometer per uur in plaats van 40 kilometer per uur. De trein ontspoort niet. Van de 7 spoorwerkers kunnen 4 personen zich in veiligheid brengen en drie personen komen om het leven.


Bronnen, Referenties en/of Voetnoten

  • Regionale spoorwegen in Nederland deel 5: Limburg - G. Nieuwenhuis en A. Egelie - Maandblad: Op de Rails, 91e jaargang - januari 2023 Blz: 22-27 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
  • Raccordement Maas bij Grubbenvorst - T. Verkerk - Maandblad: Railmagazine, 46e jaargang - januari/februari 2024 nummer 411 Blz: 52-54 Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489
  • De modernisering van de Maaslijn - H. Westerink - Maandblad: Op de Rails, 93e jaargang - april 2025 Blz: 158-165 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
  • Militaire spoorlijnen bij Nijmegen - V.M. Lansink en J.M. ten Broek - Maandblad: Op de Rails, 93e jaargang - juli 2025 Blz: 334-343 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
  • Militaire spoorlijnen bij Nijmegen - V.M. Lansink en J.M. ten Broek - Maandblad: Op de Rails, 93e jaargang - augustus 2025 Blz: 390-397 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321