Velserspoorbrug
Ter overspanning van het Noordzeekanaal tussen Velsen en Beverwijk wordt in 187 begonnen met de bouw van een brug over dit water. De verkorting van deze brug was .
Inhoud
Geschiedenis
Met de aanleg van de Spoorlijn Haarlem - Uitgeest is er in eerste instantie nog geen brug nodig. Het Noordzeekanaal was op dat moment nog niet voltooid. Het graafwerk voor dit kanaal begint in 1865, maar bij de opening van de spoorlijn in 1867 is er alleen nog maar land. Bij het vorderen van de graafwerkzaamheden voor het kanaal blijft er in eerste instantie een zanddam beschikbaar voor het treinverkeer. Omdat er toch een brug nodig was, werd in 187 begonnen met de aanleg van een spoorbrug. Deze wordt naast de zanddam gebouwd.
Als gevolg van de bouw van de tweede brug in 1900, welke in westelijke richting is gelegen ten opzichte van de oude, is het noodzakelijk dat de spoorlijn tussen Beverwijk en Velsen ook wordt verlegd. Zo moet het station Velsen verplaatst worden. Het station Velsen IJmuiden Oost moet geheel nieuw gebouwd worden.
In de jaren '30 van de twintigste eeuw is er wederom sprake van de verbreding van het Noordzeekanaal. Voor het drukker wordende autoverkeer zijn de veerponten een flessenhals geworden. Een nieuwe brug is geen optie, omdat deze op een hoogte van 60 meter moet komen te liggen om het scheepvaartverkeer niet te hinderen. Een tunnel is dan de enige optie. De NS haakte graag aan bij de aanleg van een tunnel. Zo kon tegelijkertijd gewerkt worden aan de tunnels voor het auto- en treinverkeer. In mei 1941 wordt begonnen aan de bouw van de Velsertunnel ter vervanging van de draaibrug. Op last van de Duitse bezetter wordt het graafwerk in 1943 gestaakt. De bouw van de tunnels ligt vervolgens tot 1952 stil. In dat jaar wordt wederom begonnen met het graafwerk voor de tunnels onder het kanaal.
Eerste brug
Bij het graven van het Noordzeekanaal in de periode 1865 - 1876 is de spoorlijn tussen Beverwijk en Velsen IJmuiden Oost een belemmering. In eerste instantie is een zanddam voldoende voor het treinverkeer, maar al snel moet ook de dam worden afgegraven en worden vervangen door een brug. In 1872 is een voetbrug over het kanaal gebouwd en in de periode 187 - 1876 wordt er een spoorbrug gebouwd. Door hoofdingenieur is de brug ontworpen. Het is een enkelsporige draaibrug met een lengte van meter en een vaste brug van meter.
Tweede brug
Met de steeds groter wordende schepen zijn de twee bruggen een steeds groter obstakel, waarbij ook geregeld een brug aangevaren wordt door een schip. De grotere schepen vroegen ook om een breder kanaal. In 1894 wordt een commissie ingesteld voor de verbreding van het kanaal. Deze commissie keek alleen naar de wensen voor de scheepvaart en niet naar de belangen van het overige verkeer. De commissie stelde dan ook voor om de beide bruggen te vervangen door door pontveren. De HIJSM was hier echter fel tegen gekant. In 1899 wordt besloten tot het vervangen de oude, lage brug door een bredere en hogere brug. De voetbrug wordt wel vervangen door een pontveer. De nieuwe brug komt 85 meter ten westen van de oude brug te liggen. Door hoofdingenieur is de brug ontworpen. Het is een dubbelsporige draaibrug in vakwerk met een lengte van 128 meter en een vaste brug van 85 meter aan de noordzijde. Aan de zuidzijde is de draaibrug. Deze rust op een 10 meter brede pijler in het water. Op de eindstand van de brug zijn twee pijlers geplaatst waar de brug op rust in geopende toestand. De brug wordt gebouwd door . De overspanningen bestaan uit afgestompte paraboolliggers van . De brug heeft een gewicht van 1.400 ton. Omdat de spoorbrug onderdeel uit maakt van de Stelling van Amsterdam zijn er in twee pijlers geschutkamers gemaakt met daarin kanonnen. De draaipijler is voorzien van een mijnkamer om de brug eventueel op te blazen. Om de brug te kunnen draaien, is er een stoommachine geplaatst die zorgt voor de benodigde elektriciteit.
Aanleg
Eerste brug
In 187 wordt aan de firma uit de opdracht verstrekt tot de bouw van de brug. Met de bouw is een bedrag van ƒ 230.000 gemoeid. De bouw begint in 187. De onderbouw van de brug wordt door firma uit gebouwd voor een bedrag van ƒ . Deze brug heeft een lengte van meter. De doorvaartbreedte voor het scheepvaartverkeer is 19,23 meter. De doorvaarthoogte bedraagt 4 meter. De bouw van de brug kostte 230.000 gulden.
Tweede brug
In 190 wordt aan de firma uit de opdracht verstrekt tot de bouw van de brug. Met de bouw is een bedrag van ƒ 1.861.000 gemoeid. De bouw begint in 187. De onderbouw van de brug wordt door firma uit gebouwd voor een bedrag van ƒ . Deze brug heeft een lengte van 184 meter. De doorvaartbreedte voor het scheepvaartverkeer is 55 meter. De doorvaarthoogte bedraagt 4 meter.
Opening & ingebruikname
Eerste brug
De brug wordt op 187 officieel geopend en in gebruik genomen.
Tweede brug
De brug wordt op 14 februari 1905 officieel geopend en in gebruik genomen.
Lotgevallen
- Op 19 augustus 1930 is de brug aangevaren door het Griekse schip Amazon. Het scheepvaartverkeer is voor 9 dagen gestremd.
Sluiting
Eerste brug
Tweede brug
Op 28 september 1957 rijden er voor het laatst treinen over de brug.
Sloop
Eerste brug
In 190 wordt begonnen met de sloop van de brug. De opdracht tot sloop is gegund aan .
Tweede brug
Aan het begin van 1958 wordt door Rijkswaterstaat de sloop aanbesteed van de brug. De aanbesteding wordt gewonnen door de firma Mantel en Korting uit Amsterdam. De sloop van de brug duurt ongeveer 22 weken. De vaste brug wordt met hulp van drijvende bokken en kranen gedemonteerd. De draaibrug wordt met behulp van drijvende kranen gedemonteerd. In mei 2009 wordt bij baggerwerkzaamheden gestuit op een pijler van de oude brug. Dit restant is 14 bij zes meter groot en wordt in 2010 alsnog verwijderd.
|
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|