200/300 - Rangeer locomotieven serie 200/300

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

In de periode 1934 - 1951 werden in totaal 169 rangeerlocomotoren in dienst gesteld. Deze locomotoren zijn groter en sterker dan de eerste serie locomotoren van de serie 100.

Geschiedenis

Aan het begin van de jaren ’30 kampte de NS met de toenemende concurrentie van het wegverkeer, dat vaak sneller was dan de stoomtrein. Hierdoor nam de populariteit van de trein af. Vrachtwagens konden makkelijker en sneller hun lading vervoeren. Dit was een reden voor de spoorwegen om de nogal trage, lokale goederentreinen met stoomlocomotieven te versnellen. Deze traagheid werd veroorzaakt doordat op elk station goederenwagons in en uit de trein moesten worden gerangeerd. Doordat er al ervaringen waren met verbrandingsmotorrijtuigen (de omBC en omC rijtuigen), werd er onderzocht of deze motor ook in de goederendienst kon worden gebruikt. Deze kon worden gebruikt om te rangeren op de stations, zodat de lokale goederentrein alleen nog maar een korte stop voor het aan- en afhaken van de wagons hoefden te maken. Dit resulteerde in een bestelling locomotoren van de serie 100. Na de positieve ervaringen met de eerste locomotoren uit 1930, wenste de NS grotere en sterkere locomotoren om zo stoomlocomotieven te kunnen vervangen. Op sommige plaatsen was het vervoer van zo'n danige omvang dat het niet meer lonend was om een stoomlocomotief de gehele dag onder stoom te houden. Zij werden hierop vervangen door locomotoren, die goedkoper in exploitatie was. Om een locomotor te kunnen bedienen, kreeg een rangeerder hiervoor een speciale opleiding. Hiermee kon ook een duurdere machinist worden uitgespaard. In 1933 werd een bestek op gesteld door de Dienst van Materieel en Werkplaatsen waaraan de locomotieven moesten voldoen. Zo wordt er een diesel-elektrische overbrenging voorgeschreven, een maximum gewicht van 16 ton en een sirene, die werkt op samengeperste lucht, welke afkomstig is van een van de cilinders van de dieselmotor. De cabine moet afsluitbaar zijn en de locomotief moet een snelheid kunnen bereiken van 60 kilometer per uur, zodat ook goederentreinen op de vrije baan over korte afstanden gereden konden worden.

De locomotoren werden gebouwd door Werkspoor te Amsterdam (201 - 280 en 307 - 369). De 281 - 306 werden door de Centrale Werkplaats Zwolle gebouwd. Hiervan werden de 201 - 321 tussen 1934 en 1940 gebouwd en geleverd aan de NS. In deze periode werden diverse wijzigingen en verbeteringen aangebracht bij de locomotieven. Vanaf de zijn de huifdeuren verhoogd en zijn ze zijwaarts te openen, in plaats van bovenwaarts. Tegelijkertijd is het mogelijk om in de huifdeuren schuifroosters aan te brengen voor de koellucht. Vanaf de is de huif in twee delen uitgevoerd, zodat deze makkelijker afneembaar is tijdens werkzaamheden aan de motor in de werkplaats. Met deze aanpassing werd ook de hoofdgenerator beter afgeschermd, waarmee de ventilatiebol op de huif kon vervallen. Vanaf de 281 zijn de huifdeuren vergroot. Deze wijziging werd bij de 201 - 280 ook uitgevoerd, wanneer zij in de werkplaats waren bij vernieuwing van de dieselmotor.

Tussen 1949 en 1951 werden door Werkspoor in totaal 48 locomotoren gebouwd ter vervanging van afgevoerde en beschadigde locomotoren door handelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. In totaal werden 12 locomotoren afgevoerd door deze handelingen.


Technische gegevens

De locomotor heeft een lengte van 7,22 meter en een gewicht van 21 ton. De locomotoren die vanaf 1972 voorzien zijn van een hijskraan hebben een gewicht van 23 ton. De locomotoren zijn voorzien van een dieselmotor van Stork. Deze is van het type Ganz-Jendrassik G 4x150 en beschikken over 4 cilinders Deze leveren een vermogen van 72 pk bij omwentelingen per minuut. Aan het eind van de jaren '50 wordt de dieselmotor vervangen door een nieuwe type. Deze is gebouwd door Stork Ricardo en is van het type R153. De motor is voorzien van drie cilinders. De koeling van de motor vindt plaats door middel de dieselolie uit de tank. Een locomotor is voorzien van 2 tractiemotoren van , type . Elke tractiemotor heeft een vermogen van kW ( pk). In totaal heeft een locomotor de beschikking over een vermogen van kW ( pk). De tractiemotoren bevinden zich boven de beide assen. De locomotor is ontworpen voor een snelheid van 60 kilometer per uur. De asindeling van de locomotor is B. De wielen hebben een diameter van centimeter.


Uitvoering

De locomotor is opgebouwd uit een onderstel, bestaande uit een bodemplaat. Aan de voorzijde is de locomotief voorzien van een huif en aan de achterzijde van een cabine. Tussen de cabine en achterste bufferbalk bevindt zich een gereedschapskist. Onder de motorhuif is aan de cabinezijde de hoofdgenerator geplaatst, met daarvoor de dieselmotor. Aan de voorzijde is de radiator geplaatst.

De dieselmotor drijft de generator aan, welke de elektrische energie opwekt voor de twee elektromotoren. Aan de voorzijde van de dieselmotor is een poelie geplaatst, die de dynamo en koelventilator aandrijft.

Om snel wagons aan en af te koppelen, zijn de locomotoren voorzien van een automatische koppeling.

De hoorn welke op de locomotoren 201-212 zat was een uitlaatgassenhoorn. Daar zat namelijk een aftakking in de uitlaatleiding met diverse kleppen en een reservoir. Vanaf het reservoir liep een leiding naar de hoorn op het dak. Bij de hoorn zit een klep, welke door een trekdraad bedient wordt vanaf het fluithandel. Volgens de originele tekening van de elektrische hoorn (series 213-253 en 254-280) zat deze bij de serie 213-253 op het dak (in het midden) en bij de 254-280 tegen de zijwand. Vanaf 1940 werd de sirene en de elektrische hoorn vervangen door de uitlaatgassenfluit.

De bediening van de locomotor was eenvoudig. De bediening kan zowel vanuit de cabine als vanaf de treeplank geschieden. Met een rijrichtingwals wordt gekozen voor vooruit of achteruit. Hiermee zijn de vier rijstanden beschikbaar, welke door middel van een hendel kan worden gekozen. Het hendel valt vanzelf terug in de neutraalstand, wanneer er geen tractie wordt gevraagd. Hiermee werkt het systeem als dodemansinstallatie. Wanneer de gashendel schuin omhoog wordt gezet, kan de dieselmotor worden gestopt. Door de huif werd het zicht naar voren vanuit de cabine beperkt.

Voor de rem wordt gebruik gemaakt van een mechanisch remsysteem. In de cabine is een schroefrem te vinden en op de treeplank is een voetpedaal voor de rem geplaatst. Bij de 201 - 212 werd hierin voorzien door een voetpedaal. Door hierop een aantal keren te trappen, kon de remkracht worden opgebouwd met behulp van een ratelinrichting. Om de rem te kunnen lossen, moest een pal van de worden gehaald. Om dat deze manier van remmen niet volstond, werd vanaf de 213 het bedienen van de rem aangepast. Met het voetpedaal werd nu alleen de as onder de cabine geremd. Door een hefboom werden ook de remmen van de voorste as bediend.

De locomotoren zijn in het donkergroen afgeleverd. Vanaf 1972 werden de meeste locomotoren in de nieuwe huisstijl kleuren geel/grijs geschilderd.


Inzet

De locomotoren zijn bedoeld voor het rangeerwerk op de stations en het rijden van lichte goederentreinen tussen stations. Zo mogen zijn met 20 kilometer per uur goederentreinen trekken tot 150 ton treingewicht. Als losse locomotief is een maximum snelheid van 60 kilometer per uur toegestaan. Wanneer de locomotoren gesleept worden door andere locomotieven, is de maximum snelheid 65 kilometer per uur. Dit is op de locomotor kenbaar gemaakt door het getal 65 in een wit vierkant op de cabine. Vanwege de lichte uitvoering van het onderstel en het trekwerk, dient de locomotor als een van de laatste 10 wagons in een trein vervoerd te worden. De locomotoren zijn ook veelvuldig te zien op voormalige tramlijnen, zoals de NTM lijnen in Friesland, delen van de Haarlemmermeerlijnen en lijnen zoals Glanerbrug - Losser en Doetinchem - Zelhem. In Amsterdam Noord werd voor het rangeerwerk per spoorpont een locomotor meegenomen.


De eerste locomotoren worden ingezet te . Vanaf de de winterdienst 1935, welke in oktober 1935 begint, worden de locomotoren in Friesland ingezet. Zij rijden op de NFLS lijnen vanuit Leeuwarden naar Dokkum en Tzummarum. Hier verzorgden zij het goederenvervoer, met uitzondering van het zwaardere aardappelvervoer. Dit werd nog met stoomlocomotieven uitgevoerd. In de omgeving van Sneek kwamen rond 1938 de eerste locomotoren te rijden. Zij waren aan te treffen in de rangeerdienst op het goederenemplacement.


Na de oorlog kreeg Sneek twee locomotoren toebedeeld. Deze verzorgen de rangeerdienst en het rijden van konvooien in de omgeving. Zo zijn zij te zien op de tramlijn naar Bolsward en rijden zij de konvooien naar Bozum, IJlst en Oudega. De rangeerdienst hield in dat de goederenwagons over de juiste sporen werd verdeeld en het in elkaar zetten van de afvoertrein naar Leeuwarden. De goederen die hier verdeeld werden, waren kolen, kunstmest, olie en materialen voor de landbouw. Deze konden ook via de spoorweghaven worden afgevoerd. Bozum werd bereikt vanuit Sneek, dat alleen een laad- en losspoor had. IJlst en Oudega werden tegelijkertijd bediend door de locomotor. In Oudega was een mogelijkheid om om te lopen, zodat getrokken weer teruggekeerd kon worden naar Sneek in plaats van geduwd. In de zomermaanden werd door een locomotor een ketelwagon met drinkwater op pad gestuurd om de waterputten van wachterswoningen te vullen. Deze waren tot aan het eind van de jaren '60 niet aangesloten op gas, water en elektra.


Vanaf oktober 1947 worden door een aantal locomotoren de diensten gereden op de lijnen van de NTM (Nederlandsche Tramweg Maatschappij). Er worden zuivel, kolen, kunstmest en landbouwproducten vervoerd over deze lijnen. De NS nemen vanaf dat moment de exploitatie over van de NTM.


Per 1 oktober 1949 wordt de exploitatie van de NTM tramlijnen weer over gedaan aan de NTM



Op 28 juni 1968 rijdt de laatste goederentram tussen Bolsward en Sneek. De 259 uit Sneek en de 223 uit Leeuwarden reden deze tram, bestaande uit 13 beladen wagons, 4 lege wagons en een Dg. De tram was versierd met kransen, spandoeken en vlaggen.


De locomotoren doen in de jaren ’70 dienst bij de diverse hoofd- en lijnwerkplaatsen. Daarnaast zijn enkele locomotoren te vinden bij standplaatsen en grote (goederen)stations. Tot de hoofdwerkplaatsen behoren de werkplaatsen in Haarlem (treinstellen en rijtuigen) en Tilburg (locomotieven). Tot de lijnwerkplaatsen horen de werkplaatsen in Leidschendam (elektrische treinstellen), Feijenoord (diesellocomotieven en goederenwagons), Roosendaal (goederenwagons), Utrecht (treinstellen), Watergraafsmeer (diesellocomotieven), Zwolle (dieseltreinstellen en diesellocomotieven) en Maastricht (elektrische treinstellen en elektrische locomotieven). Tot de overige standplaatsen behoren Hengelo, Terneuzen, Venlo, Groningen, Leeuwarden, Arnhem en Eindhoven.



Inzet bij NS Cargo/Railion

Vanaf 1 januari 2003 worden de locomotoren niet meer door Railion gebruikt. De Arbeidsinspectie verbiedt namelijk het bedienen van de locomotor zonder hekwerk aan de buitenzijde. Hiermee komt aan de inzet van de locomotoren een einde. Als laatste werd


Inzet bij NS Materieel/NedTrain

Inzet bij bedrijven

De Rietlanden

Het Havenbedrijf de Rietlanden in de Amerikahaven in het Amsterdam Westelijk Havengebied neemt in 1969 locomotor 294 over van NS. In 1998 wordt de 294 verkocht aan . In de plaats daarvan komt de 360 bij de Rietlanden. De locomotor is door het Spoorwegmuseum ontdaan van de HIAB kraan ten behoeve van de eigen kraansik 362. De locomotor wordt gebruikt voor het beladen van kolentreinen.


Inzet bij spooraannemers

NBM Rail


Railpro


Strukton Materieel


Volker Stevin Rail & Traffic

Door Volker Stevin werden niet alle locomotoren in dienst genomen. Zo werd in 1998 de defecte 360 in de hoofdwerkplaats Tilburg ontdaan van zijn HIAB kraan door het Spoorwegmuseum. De locomotor verkocht aan het Amsterdamse Havenbedrijf de Rietlanden.


Onderhoud

De hoofd- en lijnwerkplaatsen verzorgen het uitgebreide onderhoud van hun eigen locomotoren. De locomotoren van Terneuzen worden onderhouden in Feijenoord. De locomotoren van Groningen, Leeuwarden, Hengelo en Arnhem in Zwolle. De locomotoren van Venlo en Eindhoven worden in Maastricht onderhouden.


De rangeerlocomotieven waren bij verschillende Lijnwerkplaatsen in onderhoud. Begin jaren '90 waren zij in onderhoud te Rotterdam Feijenoord, Amsterdam Watergraafsmeer, Zwolle, Tilburg en Maastricht.


Revisie

Bijzondere uitvoeringen

Wijzigingen

  • De 201-253 hadden de hoorn op het dak staan, bij de 254-280 zat deze aan de zijwand gemonteerd.
  • Vanaf 1940 worden zowel de sirene als de elektrische hoorn vervangen door de uitlaatgassenfluit. Deze is voorop tegen de schoorsteen geplaatst.
  • Vanaf 1940 worden de eerste locomotoren voorzien van zandstrooiers. Deze worden aan de buitenzijde voor de assen geplaatst. Door het strooien van zand worden de rails stroever gemaakt, waardoor de locomotor minder snel last heeft van slippen van de wielen.
  • Vanaf 194 wordt de automatische koppeling verwijderd.
  • Vanaf 195 wordt de oude dieselmotor vervangen. Er wordt een nieuwe, brandstofgekoelde motor ingebouwd van Stork Ricardo, type R153.
  • Vanaf 195 worden de locomotoren voorzien van een doorgaande luchtleiding.
  • Tussen 1967 en 1968 zijn de locomotoren voorzien van blauwe zwaailichten.
  • Vanaf 19 worden de houten treeplanken vervangen door stalen roosters. Hiermee behoort het uitglijden op gladde treeplanken tot het verleden.
  • Medio jaren '80 worden de grote, losse frontseinen vervangen door kleinere exemplaren.


Wijzigingen tijdens de Tweede Wereldoorlog

Als gevolg van het tekort aan dieselolie werden alternatieven gezocht voor de aandrijving van de sikken. Er zijn diverse proeven geweest met diverse uitkomsten

  • Locomotor 220 werd in 1942 voorzien van een Imbert houtgasgenerator. Hierin werd afvalhout verstookt. In de daaropvolgende jaren volgden nog eens 48 locomotoren deze wijziging.
  • Locomotoren 258 en 311 werden in april 1943 voorzien van een turfgasgenerator.
  • Locomotor 287 werd in de loop van 1943 uitverkoren om voorzien te worden van aan anthracietgasgenerator. Voor deze generator waren echter twee tanks nodig met koelwater en reiningswater. Deze zouden op een aparte platte wagen geplaatst moeten worden. Deze ombouw is uiteindelijk niet doorgegaan, omdat het te duur werd bevonden. In juni 1943 werd de 228 voorzien van een anthracietgasgenerator, waarbij de tanks op de locomotor waren geplaatst. Ook dit was geen succes.

Huisstijl

Nadat in 1968 een nieuwe huisstijl was gepresenteerd met daarbij behorende kleuren in het geel en grijs, werden vanaf 1972 ook de locomotoren in deze nieuwe kleuren geschilderd. De laatste omgeschilderde locomotoren werden in 1982 afgeleverd. Niet alle locomotoren zijn in het geel en grijs te zien geweest. Een aantal locomotoren waren al na de Tweede Wereldoorlog afgevoerd vanwege schade of vermissing. Daarnaast werden enkele locomotoren afgevoerd.


Nummer Groen in Geel grijs uit Nummer Groen in Geel grijs uit Nummer Groen in Geel grijs uit Nummer Groen in Geel grijs uit
Huisstijl van groen naar geel grijs
201 n.v.t. n.v.t. 244 286 328
202 n.v.t. n.v.t. 245 287 n.v.t. n.v.t. 329 1981
203 1982 246 288 330 1981
204 247 289 331 22 september 1972
205 248 290 332 1982
206 n.v.t. n.v.t. 249 291 333 n.v.t. n.v.t.
207 250 292 334
208 n.v.t. n.v.t. 251 293 335
209 252 13 april 1973 12 juni 1973 294 336
210 253 295 n.v.t. n.v.t. 337
211 254 1981 296 338
212 n.v.t. n.v.t. 255 297 339 1982
213 1981 256 1981 298 1981 340
214 1982 257 299 341 1982
215 258 n.v.t. n.v.t. 300 342 1981
216 n.v.t. n.v.t. 259 301 343
217 260 302 344 5 maart 1973 13 april 1973
218 1982 261 n.v.t. n.v.t. 303 1981 345
219 262 304 n.v.t. n.v.t. 346 1981
220 n.v.t. n.v.t. 263 1981 305 347 1981
221 264 1982 306 348 7 februari 1973 22 maart 1973
222 265 307 349 1981
223 266 n.v.t. n.v.t. 308 350 23 maart 1973 22 mei 1973
224 n.v.t. n.v.t. 267 1982 309 351 1983
225 268 n.v.t. n.v.t. 310 352 1981
226 269 n.v.t. n.v.t. 311 353 1982
227 270 312 354
228 271 313 355
229 272 n.v.t. n.v.t. 314 1982 356
230 273 315 357 20 januari 1972 21 februari 1972
231 274 316 358 1981
232 275 n.v.t. n.v.t. 317 359 1981
233 n.v.t. n.v.t. 276 318 360 1982
234 277 n.v.t. n.v.t. 319 361
235 278 1981 320 8 december 1972 2 februari 1973 362
236 n.v.t. n.v.t. 279 321 27 oktober 1972 30 november 1972 363
237 280 n.v.t. n.v.t. 322 364 n.v.t. n.v.t.
238 281 323 365
239 n.v.t. n.v.t. 282 n.v.t. n.v.t. 324 9 augustus 1972 11 oktober 1972 366 n.v.t. n.v.t.
240 n.v.t. n.v.t. 283 325 9 oktober 1972 8 november 1972 367 n.v.t. n.v.t.
241 1981 284 326 2 februari 1973 19 maart 1973 368
242 285 327 369 1981
243

HIAB kraan

Om puntstukken van wissels te kunnen plaatsen en andere spoorwegwerkzaamheden uit te kunnen voeren, zijn vanaf 1972 in totaal 17 locomotoren voorzien van een kraan van HIAB. Als eerste werd de groene 360 voorzien van een kraan in 1972. De nog groene locomotor werd hierbij voorzien van een gele kraan. Deze kraan wordt hydraulisch aangedreven via de poelie aan de voorzijde van de dieselmotor. De kraan en apparatuur wegen ongeveer 2 ton, waarmee het gewicht van de locomotor uitkomt op 23 ton.

Nummer Ombouw in Ombouw uit Nummer Ombouw in Ombouw uit
227 1975 284 1983
242 1975 309 1974
246 april 1975 344 1982
248 1975 355 1974
250 1975 360 1972 1972
252 1983 361 1974
265 1975 362 1974
274 1975 368 1975
276 1975


Vernummeringen

Schadegevallen

  • Op 22 februari 1955 raakt de 365 zwaar beschadigd te Hoek van Holland. De locomotor wordt door treinstel Materieel'36 ElD4 618 aangereden. De locomotor is op dat moment aan het rangeren met drie wagons van de Scandinavië Express. Het treinstel is onderweg van Rotterdam naar Hoek van Holland als trein . Het treinstel was door het rode sein gereden, kwam op een verkeerd spoor terecht en botste op de locomotor. De locomotor wordt niet meer hersteld van de schade en wordt gesloopt. Van het treinstel raakt het Bk rijtuig beschadigd. Vier schoonmakers die in de wagons van de Scandinavië Express aan het werk waren, raakten licht gewond.


  • In april 1975 verongelukt de 205.


  • In oktober 1981 wordt de 237 aangereden door een vierspan locomotieven serie 2200 in Breda.



  • Op 1 juni 1993 botst de 360 met een vrachtwagen te Breukelen. De locomotor is in de voorgaande nacht bezig geweest met een werktrein (bestaande uit enkele zandwagens) tussen . De locomotor botst op de overweg bij het station met de vrachtwagen. Hierbij schaart de locomotor en komt de vrachtwagen op zijn kant te liggen in de berm. Door een mobiele kraan wordt de locomotor weer in het spoor gezet en op 7 juni 1993 arriveert de locomotor in Tilburg. Hier wordt de locomotor hersteld van de schade en krijgt tevens een H4 revisiebeurt. Op 25 augustus 1993 wordt de locomotor afgeleverd.



Afvoer

In de Tweede Wereldoorlog werden in totaal 72 locomotoren naar Duitsland weggevoerd. Hiervan zijn 60 exemplaren weer teruggekeerd en werden 12 stuks als vermist afgevoerd.

Nadat de eerste locomotoren als gevolg van de Tweede Wereldoorlog en andere schades buiten dienst werden gesteld, werden de eerste locomotoren vanaf 197 afgevoerd. Een aantal van hen werd verkocht aan bedrijven en anderen werden afgevoerd voor sloop.

De 366 werd op 12 december 1972 terzijde gesteld en werd verkocht aan het Spoorwegbouwbedrijf ten behoeve van de aanleg van de Amsterdamse metro. Op 6 maart 1973 werd de locomotor overgebracht van Tilburg naar Amsterdam.

Gevolgen van de Tweede Wereldoorlog

Bombardementen


Afvoer naar het oosten

In totaal 72 locomotoren zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog weggevoerd naar Duitsland en verder naar het oosten. Van deze locomotoren keerden er 60 weer terug naar Nederland en werden hersteld. In Tsjechoslowakije werden de locomotoren werden ze opgenomen in de nummering van de Československé státní dráhy (ČSD). Zij kwamen hierbij terecht in de serie T232.0. Onder andere de 247 was in deze nummering opgenomen.


Verkoop

  • Aan de firma Pakhuismeesteren van de thee wordt in 1952 de 293 verkocht.
  • In 1972 werden de , 272, 354 en 364 verkocht aan de firma Hollandia in Rotterdam. Zij verkopen de locomotoren 272 en 364 aan een Zwitsers bedrijf in Bodio. In 1977 werd voor het laatst iets van deze locomotoren gezien.
  • Aan de firma Pametex in Den Haag wordt in 1972 de 207 verkocht.
  • Aan de firma Hoechst in de Sloehaven wordt op 3 juli 1973 de 251 verkocht.


  • Aan de firma C. Steinweg Handelsveem in de Rotterdamse Prinses Beatrixhaven werd in 19 de 203 verkocht. De locomotor werd in een blauwe kleur geschilderd. De locomotor is hier nog steeds actief met het verslepen van goederenwagons.
  • Aan de firma Cronifer in Moerdijk zou in 1994 de 207 verkocht gaan worden, nadat de locomotor bij Pametex was afgedankt. Door de hoofdwerkplaats Tilburg werd Cronifer echter op de 633 gewezen. Deze werd uiteindelijk door Cronifer gekocht en de 207 bleef in Tilburg staan.


  • Aan de firma C. Steinweg Handelsveem in de Rotterdamse Prinses Beatrixhaven werd in 19 de 342 verkocht. De locomotor werd in een blauwe zwarte kleur geschilderd. De locomotor is tussen 200 en 200 actief geweest voor het bedrijf in Hamburg.


  • In is de 331 verkocht aan de Britse bedrijf Brett Aggregates in Kent.


  • In 2006 of 2007 worden de 257 en 296 naar verluidt verkocht aan een onbekende Belgische partij.


Museumlocomotieven

  • Geldersch-Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij (GOLS)

De Geldersch-Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij te Winterswijk heeft de beschikking over de 270 en 289.


270

In 1999 kwam de 270 bij de GOLS en in 2001 werd de locomotor groen geschilderd.

In 2012 vinden er werkzaamheden plaats aan de motor van de locomotor. Hierbij moet onder andere de brandstofpomp en de poelie vervangen worden. De brandstofpomp moet gereviseerd worden.

289

In september 2012 komt de 289 bij de GOLS. De locomotor is afkomstig van de VSM. Hier was de locomotor overbodig. De locomotor is ontdaan van zijn dieselmotor en andere onderdelen. Op 28 december 2012 wordt de locomotor geplaatst op een stuk spoor bij het oude GOLS station in Winterswijk. De locomotor is in de laatste maanden van 2012 door vrijwilligers van de HSA uiterlijk opgeknapt en geschilderd in de historisch groene kleurstelling. Tevens werden alle loszittende delen vast gelast of vast geschroefd. De deuren zijn met een hangslot afgesloten en de ramen geblindeerd.


  • Haarlem IJmuidense Spoorweg Maatschappij (HIJSM)

De HIJSM kreeg in de beschikking over de 232, 288 en 346. In 2010 ging de 232 over naar de stichting WIJS en de 288 en 346 gingen over naar de SHM.

232


288

Na het staken van de activiteiten in 2010 is de locomotor overgegaan naar de SHM.

346

Na het staken van de activiteiten in 2010 is de locomotor overgegaan naar de SHM.


  • Museum Buurt Spoorweg (MBS)

De Museum Buurt Spoorweg te Haaksbergen heeft de beschikking over de 242, 259, 293 en 368.

242


259


293

In 1992 kwam de 293 als eerste Sik bij de MBS terecht. De locomotief had hiervoor dienst gehad bij Pakhoed in het Rotterdams havengebied. De locomotief was bij dit bedrijf in een rode kleurstelling gehuld. Doordat de locomotief in 1952 al verkocht was aan de voorganger van Pakhoed, Pakhuismeesteren van de thee, is de locomotief nagenoeg origineel. Slechts belangrijke wijzigingen werden door de NS aan de locomotief uitgevoerd. In 1993 werd de locomotief rijvaardig gemaakt en in het historische groen geschilderd. Eind jaren '90 werd de locomotief aan de kant gezet, vanwege het voldoende rijvaardig hebben van andere locomotieven. In het voorjaar van 2010 is men in Haaksbergen begonnen met het reviseren van de locomotief. Zo werd de dieselmotor volledig gereviseerd, plaatwerk vervangen en geschilderd. De locomotief werd van binnen en van buiten opnieuw geschilderd. De locomotief werd weer rood geschilderd en voorzien van opschriften van Pakhoed. In april 2011 was de revisie afgerond.

368


  • Stichting De Locomotor (SDL)

De Stichting De Locomotor te Amersfoort heeft de beschikking over de 210, 211.

210


211


347

In september 2003 neemt de stichting de locomotor over van de firma BAM/NBM Rail. Deze locomotor is in bruikleen gegeven aan het Maritiem Museum (voorheen Havenmuseum) te Rotterdam. De locomotor zal in de uitvoering worden gebracht zoals hij aan het eind van de jaren '60, begin jaren '70 rondreed. Na plaatsing in Rotterdam wordt er begonnen met de werkzaamheden. In 2004 is de locomotief geheel groen geschilderd met zwart onderstel en rode bufferplaten. In augustus 2009 wordt de locomotor opnieuw onder handen genomen. Roestplekken werden aangepakt en de locomotor wordt geschilderd en voorzien van de juiste opschriften.


  • Stichting Historisch Dieselmaterieel (SHD)

De Stichting Historisch Dieselmaterieel te Amersfoort heeft de beschikking over de 243, 301 en 334.

243

In de zomer van 2010 wordt de locomotor onder handen genomen. Hierbij zal de locomotor rijvaardig worden gemaakt. De locomotor blijft zijn Arbo hekken houden. In het voorjaar van 2012 werd de grote revisie aan de 243 na bijna 2 jaar afgerond. De locomotor is motorisch grondig aangepakt en is in het geel grijs herschilderd. Tevens zijn de hekken in het kader van de ARBO wetgeving blijven zitten. Als noviteit heeft de locomotor LED verlichting ingebouwd gekregen als frontseinen.

301

In de nacht van 14 op 15 december 2011 ontving de SHD locomotor 301 van de VSM.

334

Met het transport van de 301 van de VSM zou ook de 334 mee komen, maar door warme aspotten strandde de locomotor in Apeldoorn. Twee weken later werd de locomotor alsnog overgebracht. In december 2012 is er onderhoud aan de locomotor uitgevoerd, waarbij onder andere de verstuivers zijn gereinigd en opnieuw zijn afgesteld en zijn diverse vloeistoffen vervangen. Hiermee is de locomotor weer rijvaardig geworden. Op 30 december 2012 werd de locomotor afgeleverd. De locomotief zal dienen als reserve voor de 243.


  • Stichting Stadskanaal Rail (STAR)

De Stichting Stadskanaal Rail (STAR) te Stadskanaal heeft de beschikking over de 204, 249 en 353. In het verleden beschikte de STAR ook over de 250 en 320.

204


Op 14 oktober 2014 is de locomotief naar Amersfoort overgebracht om mee te doen met de spoorparade ter gelegenheid van 175 jaar Spoor. Op 22 oktober 2014 keert de locomotor terug in Stadskanaal.

249

In 2014 is de restauratie van de cabine begonnen. Het gehele interieur is verwijderd en wordt geschuurd. Na de restauratie zal de locomotief in het groen worden geschilderd.

250

De locomotor kwam in 19 bij de STAR. De locomotor kampt met motorschade en staat terzijde. De locomotor is om deze reden aangewezen als onderdelen leverancier voor de andere locomotoren. De locomotor heeft diverse onderdelen afgestaan aan andere locomotoren. Ook zijn onderdelen aan de reserve voorraad toegevoegd van diverse verenigingen. Naar de MBS in Haaksbergen zijn de kraan, leidingwerk, hydropomp en tank gegaan in december 2012. De onderdelen zijn daar bestemd voor hun 2 kraansikken. De tractiemotoren, wielstellen, schakelwals, dieselmotor, generator set, brandstoftank en leidingen zijn bedoeld als reserve. De dieselmotor en generatorset zal in de toekomst in de 353 geplaatst gaan worden. De buffers zijn geruild met de 204. Nadat de locomotor geplukt was, is de locomotor groen geschilderd. Op 22 mei 2013 werd de locomotor overgebracht naar Tilburg. De locomotief is geplaatst bij het NedTrain Componentenbedrijf in Berkel-Enschot.

320

353


  • Stoom Stichting Nederland (SSN)

De Stoom Stichting Nederland (SSN) te Rotterdam heeft de beschikking over de 228.

228


In februari 2014 is de motor voor het eerst in lange tijd weer gestart, nadat de locomotor een motorrevisie gekregen heeft.

  • Stoomtram Hoorn - Medemblik (SHM)

De Stoomtram Hoorn - Medemblik (SHM) te Hoorn heeft de beschikking over de 271, 288 en 346.

271

Op 20 september 2012 kreeg de SHM de beschikking over de 271. Deze is afkomstig van de Stichting Klassieke Locomotieven. Bij de SHM zal de locomotor voorzien gaan worden van een luchtreminstallatie. In de zomer van 2013 wordt dit aangebracht. De compressor voor de lucht is onder de koeler aangebracht. De rem is vanuit de cabine te bedienen en zorgt er voor dat de gehele trein remt. Tevens zal de locomotor geschilderd gaan worden. In oktober 2013 rijdt de locomotief zijn eerste proefritten. Op 1 februari 2014 is de locomotief volledig toegelaten op het traject tussen Hoorn en Medemblik.

288

Na het staken van de activiteiten van de HIJSM kreeg de SHM de beschikking over de 288 en 346. De 288 is in 2011 geheel nagezien en geschilderd. Tevens is de locomotor voorzien van een tramkoppeling.

346

Na het staken van de activiteiten van de HIJSM kreeg de SHM de beschikking over de 346 en 288. De 346 zal gebruikt worden om onderdelen te leveren aan de 288 en aan de een jaar later overgenomen 271.


  • Stoomtrein Goes - Borsele (SGB)

De Stoomtrein Goes - Borsele in Goes heeft de beschikking over drie locomotoren, te weten de 262, 264 en 361. Daarnaast beschikte de SGB over de 207, 245, 251 en 279. Drie zijn gesloopt, na het afstaan van onderdelen voor de drie andere locomotoren. De 251 is als monument in Hoedekenskerke geplaatst.

207

In 1999 neemt de SGB sik 207 over. De locomotor is in 1994 bij de hoofdwerkplaats Tilburg aangekomen, nadat Cronifer in Moerdijk de locomotor interesse had getoond. De locomotor is ontdaan van nog bruikbare onderdelen en is in mei 2000 gesloopt.

245


251


262


264


In het najaar van 2008 wordt er begonnen aan de revisie van de locomotief. De locomotief wordt geheel kaal gemaakt en ontdaan van de motor. In november 2008 wordt de gereviseerde motor geplaatst. De bedoeling is om de locomotief in de afleveringstoestand van 1936 te brengen. Zo worden de lamellen aan de voorzijde vervangen door een rolscherm, die op gerold kan worden. Aan de cabine wordt een elektrische hoorn geplaatst. Op de motorhuif wordt een ventilatiekap geplaatst. Op 14 maart 2009 vindt een eerste proefrit plaats. Daarna volgt het afmonteren van alle afgenomen onderdelen en het schilderen ervan. Op 12 mei 2010 wordt de locomotief in dienst gesteld. De locomotief is nog niet voozien van nummer- en fabrieksplaten, deze worden pas op 5 maart 2011 geplaatst.

279

Op 22 augustus 2004 werd de locomotor gesloopt.

361

De 361 is op 14 december 2007 overgegaan van de STIBANS naar de SGB. Op 27 juli 2008 vond de eerste proefrit plaats. De kraan bleef de eerste tijd buiten dienst vanwege onderhoud.


  • Stoomtrein Valkenburgse Meer / Nationaal Smalspoormuseum (SVM)


366


  • Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM)

De Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM) te Beekbergen heeft de beschikking over de 218, 225, 265, 306, 307, 309 en 321. In het verleden behoorde de 289, 301 en 334 tot de collectie.

218

225

265

289


De 289 is in september 2012 overgedragen aan de GOLS in Winterswijk.

301

In de nacht van 14 op 15 december 2011 werd de 301 overgebracht van de VSM naar de SHD. Ook de 334 zou meegaan, maar deze bleek al snel warme aspotten te hebben.

306

307

De 307 staat opgeborgen in een loods te Woudenberg Scherpenzeel.

309

321

334

In de nacht van 14 op 15 december 2011 werd de 301 overgebracht van de VSM naar de SHD. Ook de 334 zou meegaan, maar deze bleek al snel warme aspotten te hebben. 2 weken later werd de locomotor alsnog overgebracht naar Amersfoort.


  • Werkgroep 1501/Stichting Klassieke Locomotieven

De Werkgroep 1501/Stichting Klassieke Locomotieven te Den Haag had de beschikking over de 271.

271

Op 2001 kocht de Stichting Klassieke Locomotieven de 271 van Strukton. De locomotor is primair bedoeld als rangeerlocomotief op een nog te verwerven eigen locatie. De locomotor is daarom nog niet gerestaureerd en geschilderd. De rangeerlocomotief is gestald bij het onderstation van Den Haag Centraal, waar het de 1201 regelmatig uit de loods trekt wanneer men aan de buitenzijde van de locomotief werkzaamheden moet verrichten. Veranderende inzichten hebben er toe geleid dat de locomotor op 20 september 2012 is overgedragen aan de Stoomtrein Hoorn - Medemblik. De Stichting Klassieke Locomotieven heeft op termijn geen capaciteit om de locomotor te restaureren en te onderhouden.


  • WIJS/BSH (Werkgroep IJmuider Spoorlijn/Behoud Spoormaterieel Haarlem)

De WIJS/BSH in Haarlem heeft de beschikking over de 232. Daarnaast heeft het de 359 in bruikleen.

232

In oktober 2013 wordt begonnen met een motorrevisie. In oktober wordt de schoorsteen gedemonteerd. In de cabine wordt alles geschuurd en schoon gemaakt. Eind oktober wordt het voorste deel van de huif van de locomotor getakeld. Begin november volgt het tweede deel. In de cabine wordt het plafond al in de primer gezet. Medio november worden de raamlijsten worden geschuurd en in de grondverf gezet. De zijkanten en achterwand van de cabine zijn ook al grotendeels in de grondverf geschilderd. De voorkant van de cabine wordt op dat moment kaal gemaakt. Eind januari zijn de cabine deuren geschuurd en klaar om in de grondverf gezet te worden. Eind januari wordt ook begonnen om de huif schoon te maken, te ontroesten en te schuren.

359


Monument

In totaal 27 locomotoren hebben na hun afvoer bestemming gevonden als monument of statisch object. Enkele locomotoren zijn in eigendom van particulieren. Daarnaast zijn enkele locomotoren door museumbedrijven af gestaan om als monument of statisch object te dienen.

230

De 230 is in bij het Onderhoudsbedrijf van Onnen geplaatst. Op is de locomotor afgevoerd.

234

De 234 staat bij de voormalige NedTrain werkplaats aan de Waalhaven. In 200 is de locomotor hier geplaatst, nadat het vanaf 19 bij de Tilburgse hoofdwerkplaats heeft gestaan als monument bij de hoofdingang.

238

De 238 staat in Uithoorn bij het Oude Spoorhuis.

244

Op 15 december 2007 werd de 244 overgebracht naar Museum Vliegbasis Deelen. Hier wordt het weer in originele staat gebracht.


250

Op 22 mei 2013 werd de 250, afkomstig van de STAR, overgebracht naar Tilburg. De locomotief is geplaatst bij het NedTrain Componentenbedrijf in Berkel-Enschot. Doordat de locomotor zijn wielstellen heeft afgestaan, is deze voorzien van reserve wielstellen, aspotten en lagerschalen van de SGB uit Borsele.

251

De 251 is te Hoedekenskerke geplaatst. Op is de locomotor afgevoerd naar de sloper.

267

De 267 is na zijn actieve loopbaan bij NedTrain bij de werkplaats van Maastricht gebleven. Hier is de locomotor in gebruik als statisch object. De locomotor is rijvaardig.

274

De 274 is op in Haarlem geplaatst als monument. Op is de locomotor echter afgevoerd.

283

De 283 staat in Loon op Zand bij het Blauwe Meer.

289

De 289 wordt in december 2012 bij het voormalige GOLS station van Winterswijk geplaatst. De locomotor is in de oude kleuren geschilderd.

291

De 291 staat in Tynaarlo bij het restaurant Perron 3.

292 & 326

In het najaar van 2011 werden de 292 en 326, beiden van de SEIN, overgebracht naar Barneveld en alhier geplaatst bij partycentrum 't Hoefslag. Ze staan beiden op een eigen stukje spoor en met elk een houten rijtuig.

297

De 297 staat sinds bij de vestiging van VolkerRail in Deventer.

308

De 308 is op in Raamsdonk geplaatst. Op is de locomotor afgevoerd.

320

Op 25 augustus 2012 is de 320 op een stuk spoor geplaatst bij Morra. De locomotor is eigendom van een particulier en is jarenlang ingezet bij de STAR. Het stukje spoor is deel van de NFLS (Noord Frische Lokaal Spoorwegmaatschappij). In de zomer van 2013 wordt de locomotief groen geschilderd. Sik 320 is in eigendom van een ondernemer uit Wolvega. De afgelopen jaren was de loc in bruikleen bij de STAR. Vanaf het najaar van 2012 zal de locomotief gestald worden in Morra-Lioessens, nabij de melkfabriek. Hier zal een stuk spoor van 225 meter worden neergelegd als eerbetoon aan het Dokkumer lokaaltje. Op 16 maart 2013 werd de locomotor verplaatst van Morra-Lioessens naar het station van Marrum-Westernijkerk. Hier is een stuk spoor van 20 meter neer gelegd. De locomotor zal in het groen worden geschilderd.

323

In 2002 verwerft de gemeente Sneek locomotor 323. De locomotor staat op dat moment geparkeerd bij de losweg van station Geldermalsen. Bij de STAR in Stadskanaal is de locomotor ontdaan van zijn dieselmotor en generator voor de andere locomotoren van de STAR. De tractiemotoren zijn echter niet verwijderd. De locomotor is op geplaatst op een stukje spoor naast het station. Dit spoor was vroeger het spoor waar de brandstofvoorziening voor de Sikken was. Op 29 januari 2005 wordt de locomotor onthuld, tegelijkertijd met de opening van het Nationaal Modelspoor Museum. De onthulling vindt plaats door burgemeester Brok van Sneek en de commissaris van de Koningin, Ed Nijpels. In 2012 is de locomotief uiterlijk opgeknapt.

329

De 329 is op naar Dordrecht overgebracht. De locomotor is geplaatst bij . Op is de locomotor afgevoerd.

335

De 335 is op 4 juli 2008 onthuld als monument ter nagedachtenis aan de Werkspoor fabrieken in Utrecht Zuilen. De locomotief is op een stuk spoor geplaatst en in de groene huisstijl geschilderd. De locomotief is afkomstig uit Ruinen, waar het stond als .

352

De 352 staat als monument bij het voormalige station van Aalsmeer ter nagedachtenis aan de Haarlemmermeerlijnen.

355

De 355 is in in het Zuiderpark in Den Haag geplaatst. Door de VSM is de locomotor ontdaan van zijn dieselmotor, generator, brandstoftank en andere onderdelen. De locomotor is in 2000 weer in de oorspronkelijk groene kleur geschilderd.

358

Bij het recreatiepark Aquabest in Best is in de 358 geplaatst.

359

De 359 heeft van tot in Hollandscheveld gestaan. Op is de locomotor verkocht aan een particulier. Op is de locomotor overgebracht naar.

366

Bij de ingang van Stoomtrein Valkenburgse Meer staat sinds locomotor 366 opgesteld.

369

Op is de 369 overgebracht naar Broek op Langedijk. De locomotor vond een plaats bij . Op is de locomotor overgenomen door de stichting SEIN en naar overgebracht.


  • Particulier

217 & 319

De 217 en 319 staan in Uden.

253

De 253 is sinds eigendom van een particulier en staat in Horn

324

De 324 is eigendom van een particulier en staat in Roermond bij Jos Menten Metaalrecycling.

328

De 328 is in eigendom van een bedrijf en staat bij Van Leeuwen Ijzer-Metaalhandel B.V. in Katwijk.

338

De 338 is eigendom van een particulier en staat in Lierop bij Verstappen autohandel. De locomotor is echter te koop.

346

De 346 is eigendom van een particulier en staat in Hoorn bij Metaalhandel Blokdijk en is gebruikt als onderdelenleverancier door de SHM.

354

In 1989 is locomotor 354 in de tuin geplaats van Riekje Buivinga bij Waterhuizen Aansluiting. De locomotor staat hier met 3 goederenwagons op een stukje spoor van ca 40 meter.

357

De 357 werd in januari 2007 vanuit Hengelo overgebracht naar Enschede, waar het in de haven bij Hein Heun sloopwerden op de kade werd geplaatst, samen met een bollenwagen.

359

De 359 is op gekocht door een particulier, nadat het voor die tijd als monument in Hollandscheveld heeft gestaan.

360

De 360 staat sinds 200 bij Bechthold B.V in Winkel, nadat de locomotor bij Overslagbedrijf de Rietlanden vervangen werd.

361

De 361 werd in 2000 overgenomen door een particulier van Strukton. Strukton gebruikte de locomotor niet meer en werd verkocht. De 361 werd vervolgens ter beschikking gesteld aan de STIBANS. Zij plaatsten de locomotor vervolgens op de Watergraafsmeer. Door het inkrimpen van de museale activiteiten op de Watergraafsmeer en de verplaatsing daarvan naar Blerick, verhuisde de locomotor mee. In 2007 werd de locomotor overgenomen door de SGB.


Afleverdata

Nummer Aflevering In dienst In revisie Uit revisie In revisie Uit revisie In revisie Uit revisie In revisie Uit revisie In revisie (H4) Uit revisie (H4) Ter zijde Sloop(rit)
201 1934 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 31 december 1950 Vermist in WO II
202 1934 26 juli 1972 juli 1972
203 1934 1 februari 1972 30 november 1992 n.v.t. (Steinweg Handelsveem)
204 1934 31 december 1999 n.v.t. (STAR)
205 1934 april 1975
206 1934 31 december 1950 Vermist in WO II
207 1934 12 juni 1972 mei 2000
208 1934 7 april 1972 7 april 1972
209 1934 n.v.t. (SEIN)
210 1934 1934 4 december 1970 8 januari 1971 9 februari 1999 n.v.t. (SDL)
211 1934 1934 juli 1990 n.v.t. (SDL)
212 1934 30 mei 1973
213 1935 15 februari 1971 22 maart 1971 24 oktober 1991 16 januari 1992 1 februari 2006 n.v.t. (SEIN)
214 1935 6 december 1971 12 januari 1972 15 april 1992 23 juli 1992 1 januari 2000 n.v.t. (SEIN)
215 1935 25 april 1996 november 2003
216 1935 31 december 1950 Vermist in WO II
217 1935 30 november 2003 n.v.t. (Uden)
218 1935 20 december 1971 3 februari 1972 13 oktober 1992 28 december 1992 31 december 1999 n.v.t. (VSM)
219 1935 19 februari 1971 26 november 1991 6 februari 1992 13 januari 1997 november 2003
220 1935 oktober 1942
221 1935 maart 1976
222 1935 31 december 2001 n.v.t. (SEIN)
223 1935
224 1935 31 december 1950 Vermist na WO II
225 1935 31 december 1998 n.v.t. (VSM)
226 1935 13 januari 1997 oktober 2003
227 1935 september 2004
228 1935 n.v.t. (SSN)
229 1935 13 januari 1997 september 2003
230 1935 13 januari 1997 november 2003
231 1935 n.v.t. (GSS)
232 1935 1 januari 2000 n.v.t. (WIJS)
233 1935 8 november 1972 april 1973
234 1935
235 1935 13 januari 1997 november 2003
236 1935 31 december 1946 1947
237 1935 15 oktober 1981 oktober 1981
238 1935 30 juni 2001 n.v.t. (Uithoorn)
239 1935 20 april 1973
240 1935 31 december 1950 Vermist in WO II
241 1935 1 januari 2000 5 februari 2003
242 1935 n.v.t. (MBS)
243 1935 n.v.t. (SHD)
244 1935 1 februari 2006 n.v.t. (Deelen)
245 1935 juli 2004
246 1935 n.v.t. (Weg en Werken Haarlem)
247 1935 21 september 1971 26 oktober 1971 16 november 1995 n.v.t. (SEIN)
248 1935 n.v.t. (ZLSM)
249 1935 n.v.t. (STAR)
250 1935 30 april 2001 n.v.t. (Tilburg)
251 1935 3 juli 1973 n.v.t. (Hoedekenskerke)
252 1935 1935 13 april 1973 12 juni 1973 n.v.t. (SDL)
253 1935 n.v.t. (Horn)
254 1936 2 juni 1971 30 juni 1992 1 september 1992 31 december 1999 n.v.t.
255 1936 1 februari 2006 juli 2006
256 1936 24 maart 1971 19 april 1971 juli 1981 23 januari 1992 20 maart 1992 1 januari 2000 5 februari 2003
257 1936 30 augustus 2006 oktober 2006
258 1936 31 december 1950 Vermist in WO II
259 1936 31 december 1998 n.v.t. (MBS)
260 1936 1936 april 2008
261 1936 31 december 1950 Vermist na WO II
262 1936 28 juni 1971 24 augustus 1971 n.v.t. (SGB)
263 1936 16 augustus 1971 8 oktober 1971 13 april 1992 30 juni 1992 31 december 2004 28 januari 2006
264 1936 25 augustus 1971 7 oktober 1971 10 augustus 1992 4 december 1992 n.v.t. (SGB)
265 1936 25 juli 1985 n.v.t. (VSM)
266 1936 31 december 1950 Vermist na WO II
267 1936 26 juni 1972 25 juli 1972
268 1936 31 december 1950 Vermist na WO II
269 1936 29 mei 1973
270 1936 4 mei 1973 n.v.t. (GOLS)
271 1936 31 januari 2001 n.v.t. (SHM)
272 1936 juli 1972
273 1936 24 december 1970 15 februari 1971 maart 1974
274 1936 31 maart 1999
275 1936 2 april 1973
276 1936 1936 december 1985 n.v.t. (SDL)
277 1936 21 april 1972
278 1936 3 mei 1971 24 juni 1971 18 oktober 1991 10 januari 1992 1 januari 2000 5 februari 2003
279 1936 22 augustus 2004
280 1936 27 april 1973
281 1938 30 september 2006 juli 2007
282 1938 31 december 1950 Vermist na WO II
283 1938 14 juli 1995 16 november 1995 n.v.t. (Loon op Zand)
284 1938 17 april 2003
285 1938 1938 n.v.t. (SDL)
286 1938 n.v.t.
287 1938 31 december 1950 Vermist na WO II
288 1938 4 december 1970 15 januari 1971 maart 1972 n.v.t. (SHM)
289 1938 31 december 1999 n.v.t. (VSM)
290 1938 12 februari 1996 oktober 2003
291 1938 31 december 1999 n.v.t. (Tynaarlo)
292 1938 n.v.t. (SEIN)
293 1938 31 december 1952 n.v.t. (MBS)
294 1938 31 december 1969 18 maart 2011
295 1938 31 december 1949
296 1938 1 februari 2006 juli 2006
297 1938 december 1989 1 januari 2000 n.v.t.
298 1938 25 februari 1971 1 april 1971 5 maart 1992 15 mei 1992 november 2003
299 1938 n.v.t. (SEIN)
300 1938 13 januari 1997 n.v.t. (SEIN)
301 1938 n.v.t. (SHD)
302 1938 13 januari 1997 november 2003
303 1938 29 juli 1971 3 september 1971 27 juli 1992 17 september 1992 n.v.t.
304 1938 maart 1973
305 1938 1 januari 2000 5 februari 2003
306 1938 31 december 1999 n.v.t. (VSM)
307 1940 1 januari 2000 n.v.t. (VSM)
308 1940
309 1940 n.v.t. (VSM)
310 1940 17 november 1971 24 december 1971 1 juni 1997 2005
311 1940 1952 n.v.t. (NSM)
312 1940 1 februari 2006 juli 2006
313 1940 13 januari 1997 oktober 2003
314 1940 30 maart 1972 26 mei 1972 n.v.t. (GSS)
315 1940 1 januari 2000 april 2002
316 1940 31 december 1999 n.v.t. (CSY)
317 1940 1970
318 1940
319 1940 n.v.t. (Uden)
320 1940 8 december 1972 2 februari 1973 februari 1983 januari 1994 19 september 2000 n.v.t. (particulier)
321 1940 27 oktober 1972 30 november 1972 16 november 1995 n.v.t. (VSM)
322 1949 4 januari 1995 15 maart 1995 oktober 2003
323 1950 1 januari 2000 n.v.t. (Sneek)
324 1950 9 augustus 1972 11 oktober 1972
325 1950 9 oktober 1972 8 november 1972 2005 mei 2007
326 1950 2 februari 1973 19 maart 1973 n.v.t.
327 1950 n.v.t. (GSS)
328 1950 n.v.t. (Katwijk)
329 1950 1 januari 2000 n.v.t. (Dordrecht)
330 1950 25 maart 1971 28 april 1971 12 februari 1992 6 april 1992 17 april 2003
331 1950 22 september 1972 1 januari 2000 n.v.t. (Engeland)
332 1950 21 maart 1972 27 april 1972 1 februari 2006 juli 2007
333 1950 maart 1970
334 1950 juni 1979 n.v.t. (SHD)
335 1950 31 december 1999 n.v.t. (Utrecht)
336 1950 13 januari 1997 oktober 2003
337 1950 1 maart 1995 18 februari 2004
338 1950 22 augustus 2006 n.v.t.
339 1950 7 oktober 1971 12 november 1971 1 september 1992 22 oktober 1992 1 februari 2006 juli 2006
340 1950 1 februari 2006 mei 2007
341 1950 21 februari 1972 28 maart 1972 september 2004
342 1950 3 februari 1971 2 maart 1971 4 december 1991 7 februari 1992 1 januari 2000 n.v.t.
343 1950 17 december 1970 september 2003
344 1950 5 maart 1973 13 april 1973
345 1950 13 januari 1997 n.v.t. (NSM)
346 1950 n.v.t. (SHM)
347 1950 1950 9 december 1970 n.v.t. (SDL)
348 1950 7 februari 1973 22 maart 1973
349 1950 17 december 1970 1 januari 2006 juli 2007
350 1950 23 maart 1973 22 mei 1973 n.v.t. (SEIN)
351 1950 14 april 1972 8 juni 1972 oktober 2003
352 1950 7 april 1971 18 maart 1992 5 juni 1992 n.v.t. (Aalsmeer)
353 1950 4 maart 1972 14 april 1972 28 december 1992 31 december 1999 n.v.t. (STAR)
354 1951 6 juli 1972 n.v.t. (Riekje)
355 1951 16 december 1995 n.v.t. (Den Haag)
356 1951 22 mei 1973
357 1951 20 januari 1972 21 februari 1972 28 september 1992 19 november 1992 1 februari 2007 n.v.t. (Enschede)
358 1951 n.v.t. (Best)
359 1951 11 december 1970 21 januari 1971 20 december 1991 25 maart 1992 n.v.t. (particulier)
360 1951 15 mei 1972 21 juni 1972 6 juni 1997 n.v.t. (Winkel)
361 1951 25 november 1994 7 februari 1995 n.v.t. (SGB)
362 1951 n.v.t. (NSM)
363 1951 n.v.t. (SEIN)
364 1951 2 juni 1972
365 1951 februari 1955
366 1951 12 december 1973 n.v.t. (SVM)
367 1951 8 juni 1973
368 1951 n.v.t. (MBS)
369 1951 29 oktober 1971 21 december 1971 25 juni 1992 20 augustus 1992 1 januari 2000 n.v.t. (SEIN)