Coupérijtuigen C12c: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Regel 46: Regel 46:
 
* Naast de tien rijtuigen die een vulling kregen van paardenhaar, werden bij 41 rijtuigen de kussens gevuld met rubber.
 
* Naast de tien rijtuigen die een vulling kregen van paardenhaar, werden bij 41 rijtuigen de kussens gevuld met rubber.
 
* Een aantal rijtuigen zijn aan het eind van de jaren ’30 aangepast om voorzien te worden van een vouwbalg. Zo werden aan de kopzijden deuren aangebracht en werd de middelste zitplaats van de lange bank verwijderd.  De vouwbalgen zijn uiteindelijk niet aangebracht, gezien de hoge kosten die waren verbonden aan de ombouw. Ook speelde mee dat de rijtuigen niet internationaal werden ingezet vanwege het ontbreken van een middengang.
 
* Een aantal rijtuigen zijn aan het eind van de jaren ’30 aangepast om voorzien te worden van een vouwbalg. Zo werden aan de kopzijden deuren aangebracht en werd de middelste zitplaats van de lange bank verwijderd.  De vouwbalgen zijn uiteindelijk niet aangebracht, gezien de hoge kosten die waren verbonden aan de ombouw. Ook speelde mee dat de rijtuigen niet internationaal werden ingezet vanwege het ontbreken van een middengang.
 +
 +
* Als gevolg van een tekort aan tweede klas rijtuigen, rijden er vanaf 19 enkele coupérijtuigen als tweede klas rijtuig.
 +
 +
* In 1956 worden de rijtuigen opgewaardeerd en verandert de aanduiding van C12c naar B12c. De letter C voor het nummer wijzigde naar een B.
  
  
 
== '''Verbouwing tot rongenwagen''' ==
 
== '''Verbouwing tot rongenwagen''' ==
  
Na hun afvoer in 1963, werden vier rijtuigen verbouwd bij de firma Jansen in Bergen op Zoom. De rijtuigbak werd verwijderd en het onderstel werd verstevigd en voorzien van rongen. De wagons zijn geschikt voor een draagvermogen van 18,5 ton.
+
Na hun afvoer in 1963, werden vier rijtuigen verbouwd bij de firma Jansen in Bergen op Zoom. De rijtuigbak werd verwijderd en het onderstel werd verstevigd en voorzien van rongen. De wagons zijn geschikt voor een draagvermogen van 18,5 ton. De rongenwagons werden onder gebracht bij de Dienst van Weg en Werken.
  
 
{| class="wikitable sortable" style="width:40em;"
 
{| class="wikitable sortable" style="width:40em;"
Regel 59: Regel 63:
 
|-
 
|-
 
| '''173 393'''
 
| '''173 393'''
|  
+
| B 6452
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
 
|-
 
|-
 
| '''173 394'''
 
| '''173 394'''
|  
+
| B 6412
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
 
|-
 
|-
 
| '''173 395'''
 
| '''173 395'''
|  
+
| B 6437
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
 
|-
 
|-
 
| '''173 396'''
 
| '''173 396'''
|  
+
| B 6432
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
Regel 83: Regel 87:
 
= '''Vernummeringen''' =
 
= '''Vernummeringen''' =
  
 +
In 1952 vind er een inventarisatie plaats van het nog aanwezige materieel. Door de Tweede Wereldoorlog is een deel van het materieelpark verloren gegaan. Om de ontstane gaten in de materieelnummering te dichten, worden de rijtuigen met de hoogste vernummerd naar het laagste, openstaande nummer.
 +
De in Polen achter gebleven rijtuigen werden in 1956 ook vernummerd na de klasse aanpassing en in 1958 werden zij voorzien van een computernummer.
 +
 +
De vier rongenwagens zijn in 19 en in 19 vernummerd geweest en daarbij voorzien van computernummers.
  
  
Regel 88: Regel 96:
  
  
 +
 +
= '''Afvoer''' =
 +
 +
 +
== '''Gevolgen van de Tweede Wereldoorlog''' ==
  
  
 +
'''''Bombardementen'''''
  
== '''Schadegevallen in de Tweede Wereldoorlog''' ==
 
  
  
  
= '''Afvoer''' =
+
'''''Afvoer naar het oosten'''''
 +
 
 +
Van de in totaal 85 rijtuigen, zijn er  naar het oosten afgevoerd. Hiervan zijn  rijtuigen teruggekeerd,  rijtuigen zijn afgevoerd als vermist en  rijtuigen zijn gebruikt door de Duitse of Poolse spoorwegmaatschappijen. In Polen zijn de voormalige C 6412 en C 6417 verbouwd tot dienstwagens, waarbij het interieur geheel of gedeeltelijk werd verwijderd.
  
  

Versie van 21 mei 2015 15:40

Ter vervanging van een grote serie houten rijtuigen en de modernisatie van het materieelpark, bestelde de NS 70 coupérijtuigen derde klas. In 1933 werden 15 rijtuig bij besteld.

Geschiedenis

In 1928 wilde de NS de treinen tussen Rotterdam Delftsche Poort, Den Haag Staatsspoor en Amsterdam Centraal naar Enschede, Groningen en Leeuwarden gaan moderniseren. Hiervoor werd nieuw materieel besteld bij de diverse leveranciers. De nieuwe rijtuigen zouden aparte rijtuigen moeten gaan worden voor eerste, tweede en derde klas. Er volgde echter een verschuiving van reizigers tweede klas naar de derde klas. Hierop werd besloten om de eerste en tweede klas rijtuigen te combineren tot AB rijtuigen. Dit werden de AB rijtuigen 7521 - 7555. De derde klas rijtuigen worden als coupé rijtuigen met 12 afdelingen uitgevoerd. Tussen 1930 en 1931 worden 70 rijtuigen afgeleverd, welke door Beijnes (C12c 64 - C12c 64), Hawa (C12c 64 - C12c 64) en Werkspoor (C12c 64 - C12c 64) zijn geleverd. In 1933 werden door Beijnes nog eens 15 rijtuigen (C12c 6471 - C12c 6485) afgeleverd. Deze laatste rijtuigen zijn elektrisch gelast in plaats van geklonken. Deze rijtuigen zijn ongeveer 20% lichter dan de eerder afgeleverde rijtuigen. Deze rijtuigen zijn ook voorzien van een beperkt RIC teken voor Duitsland, België en Elzas-Lotharingen.


Technische gegevens

De rijtuigen hebben een lengte van 21,8 meter en een gewicht van 50 ton (C12c 6401 - C12c 6470). De rijtuigen C12c 6471 - C12c 6485 hebben een gewicht van 41 ton, doordat zij elektrisch gelast zijn in plaats van geklonken. De hoogte is 3,375 meter en de rijtuigen zijn 2,75 meter breed. De rijtuigen beschikken elk over 98 zitplaatsen derde klas.


Uitvoering

De rijtuigen C12c 6401 - C12c 6470 zijn geklonken, terwijl de rijtuigen C12c 6471 - C12c 6485 zijn volledig gelast zijn. Van de gelaste rijtuigen zijn de rijtuigbak en het onderstel zijn als een geheel uitgevoerd en vast gelast in plaats van geklonken. Hierdoor wordt een stijf geheel verkregen, dat ook zelfdragend is. De zijpanelen en de dakplaten zijn onderling verbonden met doorlopende lassen. Door deze constructie is een aanzienlijke gewichtsbesparing gerealiseerd. Deze constructie wijkt af ten opzichte van de geklonken rijtuigen, omdat deze De apparaten onder de rijtuigbak zijn slechts beschermd door een doorlopende treeplank onder de stelbalk. De rijtuigen zijn niet voorzien van vouwbalgen om reizigers gemakkelijk van het ene naar het andere rijtuig te laten lopen. Aan de bovenzijde van de buffers zijn de sluitseinijzers geplaatst. De rijtuigen zijn gebaseerd op de oude coupérijtuigen van de HSM (C11c) en SS (C10c). In afwijking op deze rijtuigen zijn de C12c rijtuigen voorzien van een middengang. De rijtuigen zijn niet voorzien van vouwbalgen. In het midden is het rijtuig voorzien van twee toiletten. Aan weerszijden van de toiletten bevinden zich zes coupés. De zes coupés zijn verdeeld in drie afdelingen. De afdelingen worden van elkaar gescheiden door dwarsschotten met schuifdeuren. In elke afdeling zijn banken geplaatst met elk twee zitplaatsen. De banken aan de kopeinden bevatten elk 5 zitplaatsen. De banken zijn van teakhout en de armleuningen, hoofdleuningen en oorkussens zijn voorzien van kunstleer. Onder de banken is een geperforeerde plaat aangebracht om te voorkomen dat er rommel onder de banken gegooid kunnen worden. De helft van het rijtuig is geschikt voor rokers en de andere helft voor niet rokers. Van elke twee compartimenten is een compartiment voorzien van een klapdeur en het andere compartiment is voorzien van een breed schuifraam.

De vloer van de rijtuigen bestaat uit Hierop was aangebracht als vloerbedekking.

De rijtuigen kunnen verwarmd worden door middel van stoom. De stoom wordt door de stoomleiding vanaf de stoomlocomotief het rijtuig ingeblazen. Vanaf 19 worden de rijtuigen gewijzigd om ook elektrisch verwarmd te kunnen worden.

Bij de aflevering van de rijtuigen zijn zij donkergroen geschilderd. Het dak is in een lichte kleur grijs geschilderd en de schortplaten zijn donkergrijs. Vanaf 1939 werden de daken in een donkere kleur geschilderd, om zo minder op te vallen vanuit de lucht. Halverwege de jaren ’50 werd de donkergroene kleur vervangen door het Berlijns blauw met gele biezen en een donkergrijs dak. De klasse aanduidingen zijn zwart met daarop in het wit de aangegeven klasse.

De draaistellen waren van het type Van de rijtuigen C12c 6401 - C12c 6470 zijn de draaistellen geklonken. Van de rijtuigen C12c 6471 - C12c 6485 zijn de draaistellen ook elektrisch gelast. De aspotten zijn voorzien van rollagers. De draaistelcode van de draaistellen is .


Inzet

Revisie

Bijzondere uitvoeringen

Wijzigingen

  • Bij tien rijtuigen werden in 1939 de zittingen en rugkussens gevuld met paardenhaar en overtrokken met kunstleer. Op deze manier werd het zitcomfort van de rijtuigen verbeter.
  • Naast de tien rijtuigen die een vulling kregen van paardenhaar, werden bij 41 rijtuigen de kussens gevuld met rubber.
  • Een aantal rijtuigen zijn aan het eind van de jaren ’30 aangepast om voorzien te worden van een vouwbalg. Zo werden aan de kopzijden deuren aangebracht en werd de middelste zitplaats van de lange bank verwijderd. De vouwbalgen zijn uiteindelijk niet aangebracht, gezien de hoge kosten die waren verbonden aan de ombouw. Ook speelde mee dat de rijtuigen niet internationaal werden ingezet vanwege het ontbreken van een middengang.
  • Als gevolg van een tekort aan tweede klas rijtuigen, rijden er vanaf 19 enkele coupérijtuigen als tweede klas rijtuig.
  • In 1956 worden de rijtuigen opgewaardeerd en verandert de aanduiding van C12c naar B12c. De letter C voor het nummer wijzigde naar een B.


Verbouwing tot rongenwagen

Na hun afvoer in 1963, werden vier rijtuigen verbouwd bij de firma Jansen in Bergen op Zoom. De rijtuigbak werd verwijderd en het onderstel werd verstevigd en voorzien van rongen. De wagons zijn geschikt voor een draagvermogen van 18,5 ton. De rongenwagons werden onder gebracht bij de Dienst van Weg en Werken.

Nummer rongenwagen Nummer C12c Datum in Datum uit
173 393 B 6452
173 394 B 6412
173 395 B 6437
173 396 B 6432


Vernummeringen

In 1952 vind er een inventarisatie plaats van het nog aanwezige materieel. Door de Tweede Wereldoorlog is een deel van het materieelpark verloren gegaan. Om de ontstane gaten in de materieelnummering te dichten, worden de rijtuigen met de hoogste vernummerd naar het laagste, openstaande nummer. De in Polen achter gebleven rijtuigen werden in 1956 ook vernummerd na de klasse aanpassing en in 1958 werden zij voorzien van een computernummer.

De vier rongenwagens zijn in 19 en in 19 vernummerd geweest en daarbij voorzien van computernummers.


Schadegevallen

Afvoer

Gevolgen van de Tweede Wereldoorlog

Bombardementen



Afvoer naar het oosten

Van de in totaal 85 rijtuigen, zijn er naar het oosten afgevoerd. Hiervan zijn rijtuigen teruggekeerd, rijtuigen zijn afgevoerd als vermist en rijtuigen zijn gebruikt door de Duitse of Poolse spoorwegmaatschappijen. In Polen zijn de voormalige C 6412 en C 6417 verbouwd tot dienstwagens, waarbij het interieur geheel of gedeeltelijk werd verwijderd.


Sloop

Museumrijtuigen

Afleverdata

Nummer Aflevering In dienst In revisie Uit revisie Ter zijde Sloop(rit)
C 6401
C 6402
C 6403
C 6404
C 6405
C 6406
C 6407
C 6408
C 6409
C 6410
C 6411
C 6412
C 6413
C 6414
C 6415
C 6416
C 6417
C 6418
C 6419
C 6420
C 6421 1930
C 6422
C 6423
C 6424
C 6425
C 6426
C 6427
C 6428
C 6429
C 6430
C 6431
C 6432
C 6433
C 6434
C 6435
C 6436
C 6437
C 6438
C 6439
C 6440
C 6441
C 6442
C 6443
C 6444
C 6445
C 6446
C 6447
C 6448
C 6449
C 6450
C 6451
C 6452
C 6453 1930 oktober 1966 maart 1967
C 6454
C 6455
C 6456
C 6457
C 6458
C 6459
C 6460
C 6461
C 6462
C 6463
C 6464
C 6465
C 6466
C 6467
C 6468
C 6469
C 6470
C 6471
C 6472
C 6473
C 6474
C 6475
C 6476
C 6477
C 6478 1933 n.v.t. (SGB)
C 6479
C 6480
C 6481
C 6482
C 6483
C 6484
C 6485