2800 - Diesel locomotieven serie 2800
In september 1962 kregen de Nederlandse Spoorwegen de beschikking over een nieuwe dieselelektrische locomotief 2801. De locomotief werd gebouwd in het kader van standaardisatie programma dat door het Office de Recherches et d'Essais (ORE), een onderdeel van de Union Internationale des Chemins de fer (UIC) was opgezet. Zij werd gebouwd door het consortium „Matériel de Traction Diesel-Electrique" (MTDE), een combinatie Franse en Nederlandse fabrieken. Aan deze groep namen de volgende fabrieken deel: „de Société des Forges et Ateliers du Creusot (Schneider) (SFAC)”, „Jeumont”, „Le Matériel Electrique S-W (Schneider-Westinghouse”), „Heemaf” en „de Verenigde Machinefabrieken (VMF)”. Voor coördinatie en het ontwerp was Werkspoor verantwoordelijk, een dochter van VMF, die ook de dieselmotor en draaistellen leverde. De casco kwam bij het Franse Schneider vandaan, wel bekent van de NS 2300-en, en zorgde voor de samenbouw. De tractiemotoren werden bij van Jeumont betrokken en de generator en hulpgenerator werden door Heemaf geleverd. Het kabelwerk kwam voor rekening van Schneider-Westinghouse. Het uiterlijk van de machine week af van de in die dagen gebruikelijke NS huisstijl. Zij kende een zwarte onderbouw met een lichtblauw geschilderde bovenbouw (bij benadering de kleur van de Blauwe Engel) en de bufferbalken waren in klassiek rood gehouden. De nummerplaten handen de vorm die we van de 2200 en 2300-en kennen. Na haar indienststelling werd zij nog van zandgele sierlijnen en accenten voorzien.[1][2]
| DLMe | DLMe | |
| bakcode ? | ||
| DEL 2801 | ||
| toelatingsgegevens spoorwegvoertuig | |
| ORE klasse | f |
| fabrikant |
Société des Forges et Ateliers du Creusot (Schneider) (SFAC) Jeumont Le Matériel Electrique S-W (Schneider-Westinghouse) de Verenigde Machinefabrieken (VMF) Heemaf Werkspoor |
| in dienst | 23 oktober 1962 |
| buiten dienst |
terzijde: 16 januari 1968 afvoer: 9 maart 1970 sloop: 1983 |
| asindeling | Bo'Bo' |
| spoorwijdte | 1.435 mm (normaalspoor) |
| gewicht | 66.000 kg |
| aslast | 16.500 kg |
| lengte | 15.266 mm |
| breedte | 3.098 mm |
| hoogte t.o.v. BS | 4.200 mm |
| omgrenzingsprofiel | OPS-NL (UIC 505-1) |
| wieldiameter | 1.000 mm |
| afstand draaistel h.o.h. | 6.900 mm |
| radstand draaistel | 2.500 mm |
| minimale boogstraal | 80 m |
| snelheid | 105 km/h later 109 km/h |
| overbrenging | 15:69 later 15:66 |
| fabrikant dieselmotor | Werkspoor |
| dieselmotor type | RUHB 215 x 12 |
| bouwvorm | 12 cilinder in V vorm |
| cilinderboring | 215 mm |
| slag | 260 / 266 mm |
| max. vermogen dieselmotor | 1030 kW bij 1075 omw/min |
| Drukvulling | Napier systeem Büchli |
| tankinhoud | 2350 liter |
| fabrikant generator | Heemaf |
| generator type | GMT 1230 |
| continu vermogen | 884 kW |
| fabrikant hulpgenerator | Heemaf |
| fabrikant elektromotor | Jeumont |
| elektromotoren type | TC 1072 |
| continu vermogen | 4 x 211 kW |
| grootste aanzetkracht | 212 kN later 202 kN |
| treinbeïnvloedingsysteem | geen |
| treinradio | geen |
| remsysteem | Knorr |
| bedieningsremkranen |
Oerlikon FV4 Oerlikon FD |
| remopschriften | |
| remgewicht |
P = 49 t G = 34 t |
| compressorfabrikant | Knorr |
| compressortype | VV 230/180 N |
| compressorvermogen | 1580 l/min, 10 Bar |
| treinverwarming | geen |
| koppeling |
schroefkoppeling met voorbereiding centralekoppeling |
Al tijdens het indienstellingsproces bleek de locomotief zeer storingsgevoelig. Later moesten haar diensten dan ook regelmatig vervangen worden door andere machines. Dit zorgde er voor dat de locomotief al snel bij het publiek de bijnaam „Kreupele Marie” kreeg, maar de machinisten spraken over „Nautilus”, vanwege het het zeer hoge koelwater verbruik. De storingsgevoeligheid had ook gevolgen voor de plannen die men met haar had om in ORE verband op tournee door Europa te gaan, het geen niet meer tot uitvoer werden gebracht. Al vrij snel leek het wel NS haar interesse voor deze eenling verloren en dat ook de communicatie met Werkspoor op z'n zachts gezegd niet erg optimaal verliep.[3]
De locomotief kon in serie rijden met de locomotieven van de serie 2200/2300 wat onder andere werd beproeft door 4 oktober 1962 een ertstrein van Watergraafsmeer naar Oldenzaal te rijden. De machine kwam in depot te Eindhoven in dienst. Met de sluiting van Wpl Eindhoven ingaande winterdienst 1967 komt de locomotief naar de Wpl Utrecht, maar wordt nog zelden in de dienst gezien. De verhuizing en haar storingsgevoelig karakter zal de uiteindelijk buitendienststelling van deze eenling wel sterk bevorderd hebben. Op 16 januari 1968 wordt zij terzijde gesteld.
Uiteindelijk komt de locomotief op 9 april 1970 naar de Tilburgse werkplaats, maar waar de zij in de tussentijd verbleef is niet duidelijk. De locomotief is op dat moment al bestemd voor de sloop en wordt in Tilburg aan de kant gezet. Op 17 augustus 1970 gaat de locomotief naar Roosendaal waar zij opgeborgen wordt. Begin is januari 1972 de locomotief in Hengelo gezien bij de werkplaats met draaiende motor. In deze plaats is ook Heemaf gevestigd en het is aannemelijk dat zij hier op haar nieuwe taak is voorbereid. In de nacht van 4 op 5 januari 1972 is de locomotief van Hengelo naar Dordrecht overbracht. In Dordrecht doet de locomotief dienst als stationaire krachtcentrale voor een bedrijf in de zeehaven van Dordrecht. De cabine wordt ontdaan van apparatuur.
Referenties
- ↑ De dieselelektrische locomotief 2801 - J.W. Sluiter - Maandblad: Op de Rails, 30e Jaargang, 1962 - Blz. 138-139 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
- ↑ Dieselocomotieven in Nederland - C. van Gestel e.a. - Uitg.: De Alk, Alkmaar, 2002. ISBN 90-6013-089-8
- ↑ Diesel-Elektrische locomotieven NS-serie 2600 en NS-loc 2801 - P. Henken - Uitg.: Uquilair, Rosmalen, 2006, ISBN 90-7151-355-6
| Diesel locomotieven | ||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cursief betekent buiten dienst bij deze vervoerder of niet meer actief als vervoerder. Tussen ›› ‹‹ betekent plan maar nooit gebouwd. |