Amsterdam Dijksgracht
Amsterdam Dijksgracht was een opstelterrein in Amsterdam ter hoogte van de gelijknamige Dijksgracht. De verkorting was Dgr.
Inhoud
Geschiedenis
In de jaren '30 van de twintigste eeuw wordt begonnen met het aanleggen van een rangeerterrein ten oosten van Amsterdam als onderdeel van de spoorwegwerken Oost. Dit nieuwe rangeerterrein is gelegen op een verbrede dijk tussen Oosterdokstoegang en de Nieuwe Vaart ten noorden van de Dijksgracht. Aan de noordzijde van dit nieuwe rangeerterrein liggen de hoge sporen van Amsterdam CS naar Amsterdam Muiderpoort en verder naar Weesp en de lage sporen naar Amsterdam Rietlanden. Aan de zuidzijde liggen de hoge sporen van Amsterdam CS naar Amsterdam Muiderpoort en verder naar Amsterdam Amstelstation. Het terrein zorgt voor capaciteit dat is verloren gegaan als gevolg van de uitbreiding van de hoofdsporen op het Oostelijk Eiland en de sluiting van het Weesperpoortstation. Het nieuwe terrein is alleen bereiken door middel van treinbewegingen. Door de ligging van het terrein, ingeklemd tussen de hoofdsporen, worden zoveel als mogelijk kruisende bewegingen met de hoofdsporen voorkomen. De hoofdsporen in de richting van het Amstelstation worden in een ruime boog aangelegd, zodat er zoveel mogelijk sporen voor het opstellen van materieel aangelegd kunnen worden. Met de aanleg van drie rolbasculebruggen ten oosten van het rangeerterrein Oostelijk Eiland over de Oosterdoksdoorgang, welke door de NS aangeduid als dienstregelingpunt Oosterdoksluis (Ods), is de middelste brug exclusief bedoeld voor treinen van en naar de Dijksgracht. Nadat de sporen in 1948 zijn opgebroken, wordt in de jaren '50 de middelste brug over de Oosterdoksluis aangesloten op de spoorlijn richting Weesp. Hiermee wordt de noordelijke brug ontlast. In 1956 wordt een plan ingediend om in 1958 de sporen voor een groot deel weer op de Dijksgracht te hebben liggen. De sporen zullen ook van bovenleiding worden voorzien. Tijdens de aanleg wordt besloten om het gehele terrein weer te voorzien van sporen en deze tevens te voorzien van bovenleiding. Hiermee kan het rangeerwerk geconcentreerd blijven op de Dijksgracht in plaats van twee of meer terreinen.
In 1994 wordt de Dijksgracht gesloten als rangeerterrein. De werkzaamheden vinden vanaf dat moment plaats op de Watergraafsmeer.
In 2005 wordt het terrein in gebruik genomen om materieel te stallen dat dient als reserve of afgevoerd materieel. Daartoe wordt gedeeltelijk een hek om het terrein geplaatst. In 200 wordt het terrein geheel voorzien van een hek.
Het terrein is voorzien van hekken en bewaking en tegenwoordig wordt er terzijde gesteld materieel en warme reserve's geplaatst. De overloopwissels ten noorden van het opstelterrein worden aangeduid als Dijksgracht Overloopwissels Kattenburg gezien de ligging tegenover de buurt Kattenburg in Oost. De sporen ten westen van het opstelterrein worden aangeduid als Dijksgracht Aansluiting en de sporen ten oosten als Dijksgracht Oost.
In 20 wordt het plan aangenomen om het terrein op te breken. De vrijgekomen gronden zullen gebruikt gaan worden voor de aanleg van een vrije kruising. Er komt een dubbelsporige onderdoorgang onder de vier sporen van en naar Amsterdam Muiderpoort. De onderdoorgang zal de noordelijke sporen van Amsterdam Centraal verbinden met de sporen in de richting van Amsterdam Amstel.
Aanleg
In 1934 wordt begonnen met het dempen van de Dijksgracht en het omhoog brengen van de spoorbaan. De aanleg van het rangeerterrein begint op 193. Naast de vier hoofdsporen ten noorden en zuiden van het terrein, komen er opstelsporen.
Beveiliging
Voor de beveiliging van het rangeerterrein is er 1 seinhuis gebouwd.
- Post T
In 193 wordt begonnen met het seinhuis Post T van de Dijksgracht. Het seinhuis komt te staan aan de oostzijde van het emplacement. Post T wordt in 1938 in gebruik genomen
Opening & ingebruikname
Op mei 1936 wordt het eerste deel van het nieuwe terrein geopend en in gebruik genomen. In 1942 komt het terrein volledig in dienst.
Uitbreidingen
Tussen 1956 en 1958 wordt het terrein verbouwd tot rangeer- en opstelterein voor Amsterdam CS.
Gebruik van het rangeerterrein
Na de spoorwegstaking van september 1944 komt het terrein niet meteen weer in gebruik. Door de oorlogshandelingen is er geen behoefte om materieel te stallen dat tijdelijk niet nodig is in in de dienstuitvoering. In de loop van 1945 wordt het terrein vol gezet met door de oorlog beschadigd materieel in afwachting van herstel of sloop. Eind 1948 is al het materieel van de sporen verwijderd.
Toegang en capaciteit
Het terrein is te bereiken vanuit het oosten door middel van spoor 107 en vanuit het westen door de sporen 76 en 77. Oorspronkelijk bestaat het terrein uit 17 sporen, maar 2 hiervan zijn onbruikbaar door de plaatsing van de hekken. Verder zijn de vier meest noordelijke sporen verdeeld in a en b-secties in verband met de wissels halverwege de sporen.
Op 19 augustus 2021 zijn de TEE-rijtuigen achter de 9901 van Railexperts van de Dijksgracht naar de Watergraafsmeer overgebracht. Op 20 augustus 2021 zijn als laatste de treinstellen 3420 + 3423 + 3417 + 3422 van de Dijksgracht opgehaald en naar Gekkengraaf gebracht.
Sluiting en opbraak
In 1948 wordt begonnen met de opbraak van de sporen en ballast. De dienstgebouwen blijven echter wel staan, net zoals twee korte kopsporen. De opbraak wordt ingegeven door .
In 1994 verhuist de functie van het opstellen van internationaal materieel naar de Watergraafsmeer. In 1996 wordt het terrein buiten dienst gesteld. Het vrijgekomen kan gebruikt worden voor de aanleg van hoofdsporen of een vrije kruising. De gebouwen op het terrein worden al vrij snel gesloopt. De sporen en bovenleiding blijven onaangeroerd. In 2005 wordt het terrein weer in gebruik genomen om afgevoerd materieel op te slaan.
Op 1 september 2021 is het opstelterrein buiten dienst gesteld. Strukton begint meteen met de opbraak van de sporen en het verwijderen van de bovenleiding. Een spoor blijft liggen, dat tijdens de aanleg van de onderdoorgang dienst zal doen als werkspoor. Een groot deel van het vrijgekomen materiaal zal worden hergebruikt. Zij worden opgeslagen in Onnen.
| {{#switch: {{{1}}} | ref | refs | referenties = Referenties | voet | voetnoot | voetnoten = Voetnoten | noot | noten = Noten | bron | bronnen = Bronnen | bronvoet | voetbron = Bronnen en voetnoten | bronnoot | nootbron | bronoot = Bronnen en noten | voetref | refvoet = Referenties en voetnoten | bronnootref | bronnennotenrefs | alles = Bronnen, noten en/of referenties | = | Bronnen, noten en/of referenties
}}
{{#if:||}}
|