Ovaleramenrijtuigen: verschil tussen versies
| Regel 3: | Regel 3: | ||
= '''Geschiedenis'''= | = '''Geschiedenis'''= | ||
| + | Tot 192 bestelde de NS houten rijtuigen bij de diverse fabrikanten. Buitenlandse spoorwegmaatschappijen maakten steeds vaker bezwaar tegen het gebruik van deze rijtuigen, omdat deze rijtuigen bij aanrijdingen volledig kunnen versplinteren. Hierop besloot de NS stalen rijtuigen te laten bouwen. De NS had reeds ervaring opgedaan met de tien rijtuigen [[Mat'24 - Materieel 1924 (Blokkendoos)|Bd 7501 - Bd 7510]]. Met de opgedane positieve ervaringen, werden in 192 15 stalen rijtuigen besteld. In 1928 werden deze rijtuigen geleverd door Beijnes (ABd 72 - ABd 72 en Cd 72 - Cd72). Door Werkspoor werden de rijtuigen ABd 72 - 72 en Cd 72 - 72 geleverd. De rijtuigen zijn herkenbaar aan de ovalen vensters naast de balkondeuren, wat in deze tijd bij meerdere maatschappijen werd toegepast. De rijtuigen bevielen dermate goed, dat er een vervolgbestelling werd geplaatst van 12 rijtuigen. Deze werden echter door Westwaggon in Duitsland gemaakt. | ||
De rijtuigen ABd 7201 - ABd 7209 en Cd 7201 - Cd 7206 werden tussen 21 juli en 30 augustus 1928 in dienst gesteld. De rijtuigen ABd 7210 - ABd 7221 werden tussen 21 november 1930 en 17 maart 1931 in dienst gesteld. | De rijtuigen ABd 7201 - ABd 7209 en Cd 7201 - Cd 7206 werden tussen 21 juli en 30 augustus 1928 in dienst gesteld. De rijtuigen ABd 7210 - ABd 7221 werden tussen 21 november 1930 en 17 maart 1931 in dienst gesteld. | ||
| Regel 14: | Regel 15: | ||
= '''Uitvoering''' = | = '''Uitvoering''' = | ||
| + | De rijtuigen bestaan uit een geklonken stalen geraamte, waarop de plaatbekleding is geklonken. Het dak is opgebouwd uit geklonken stalen platen, die elkaar in de dwarsrichting overlappen. Hiermee zijn het de eerste rijtuigen, die geheel uit staal zijn opgetrokken.De koppen met de instapdeuren zijn smaller dan de rest van het rijtuig. De apparaten onder de rijtuigbak zijn niet afgeschermd. De rijtuigen zijn voorzien van kopdeuren en vouwbalgen om reizigers gemakkelijk van het ene naar het andere rijtuig te laten lopen. Aan de binnenzijde van de vouwbalgen zijn draaihekjes geplaatst, zodat reizigers vast konden houden bij het lopen van het ene naar het andere rijtuig. Aan de bovenzijde van de kopse kanten zijn de sluitseinijzers geplaatst. Deze zijn hoog geplaatst om mee te kunnen rijden in het internationale verkeer. Hieronder zijn sluitseinijzers geplaatst naar Frans ontwerp. Bij de opstaptreden bevinden zich laag geplaatste sluitseinijzers. In de binnenlandse dienst werden de sluitseinijzers in midden hoog opgehangen. Op de zijwand is het mogelijk om door middel van koersborden de bestemming aan te geven. | ||
| + | De vloer van de rijtuigen bestaat uit. Hierop was een .De vloeren werden gemaakt met ribbelplaten. Hierdoor werd de constructie steviger en konden de dwarsverbindingen vervallen. | ||
| + | De rijtuigen kunnen verwarmd worden door middel van lagedruk stoom. De stoom wordt door de stoomleiding vanaf de stoomlocomotief de coupés ingeblazen door een stoombatterij. Deze kan door reizigers zelf worden bediend. De overige ruimten werden bediend door de conducteur. Vanaf 1949 is het mogelijk om de rijtuigen ook elektrisch te verwarmen door de komst van elektrische locomotieven van de [[1000 - Elektrische locomotieven serie 1000|serie 1000]]. De elektrische verwarming is geschikt voor 1.500 Volt. Onder het rijtuig wordt de lucht verwarmd door middel van elektriciteit en onder de banken het rijtuig ingeblazen. In Duitsland blijft de stoomverwarming nodig. | ||
| + | Het rijtuig wordt door middel van 60 Watt gloeilampen verlicht. Deze gloeilampen hangen in de coupés, een witte en een blauwe (nachtverlichting), in de zijgang hangen vier lampen. Op de balkons hangen twee lampen en op het toilet hangt ook een lamp. De verlichting wordt gevoed door accu’s, die in twee accukisten onder het rijtuig hangen. Deze accu’s worden opgeladen door een dynamo van 1,9 kW. Deze dynamo is met een leren riem verbonden met een van de vier assen. Tot 20 kilometer per uur wordt de verlichting vanuit de accu’s gevoed en bij een hogere snelheid wordt de verlichting voorzien van spanning door de dynamo en worden de accu’s opgeladen. Dit is automatisch geregeld door een regeltoestel dat zich bevind in de kast met elektrische voorzieningen. | ||
| + | Bij de aflevering van de rijtuigen zijn zij donkergroen geschilderd. Het dak is in een lichte kleur grijs geschilderd en de schortplaten zijn donkergrijs. Onder de ramen werd aan de buitenzijde een klassebord aangebracht. Deze ontbreken echter bij de facultatieve coupé eerste/tweede klas en twee coupés tweede klas. Vanaf 1939 werden de daken in een donkere kleur geschilderd, om zo minder op te vallen vanuit de lucht. Halverwege de jaren ’50 werd de donkergroene kleur vervangen door het Berlijns blauw met gele biezen en een donkergrijs dak. De klasse aanduidingen zijn zwart met daarop in het wit de aangegeven klasse. | ||
| + | |||
| + | De draaistellen waren van het type K en ook elektrisch gelast. Het remwerk is in het draaistel gebouwd. De radstand van de draaistellen bedraagt 2,00 meter. De aspotten zijn voorzien van rollagers. De draaistelcode van de draaistellen is . | ||
| + | |||
| + | |||
| + | '''ABd 7201 - AB 7221''' | ||
| + | |||
| + | Het rijtuig heeft de beschikking over 8 coupés met elk hun eigen venster. De ene helft van het rijtuig is bestemd voor rokers (4 coupés). De andere helft is bestemd voor niet rokers (5 coupés). Deze afdelingen worden in de zijgang gescheiden door een klapdeur. De coupés zijn verdeeld in twee coupés eerste klas met elk 4 zitplaatsen. Een coupé die facultatief is voor eerste of tweede klas. Deze biedt plaats aan zes personen. Vijf coupés zijn ingericht voor de tweede klas en bieden elk 6 reizigers een zitplaats. Deze coupés zijn afsluitbaar en te bereiken via een zijgang. De coupés waren als volg geplaatst: twee coupés tweede klas, facultatieve coupé, twee coupés eerste klas en drie coupés tweede klas Aan de beiden balkonzijden van het rijtuig is een toilet geplaatst. De ramen zijn te openen door middel van handgrepen. | ||
| − | |||
| − | |||
Versie van 4 aug 2015 15:49
Doordat buitenlandse spoorwegmaatschappijen bezwaar gingen maken tegen het gebruik van houten rijtuigen door de NS, werden in 192 in totaal 15 stalen rijtuigen besteld.
Inhoud
Geschiedenis
Tot 192 bestelde de NS houten rijtuigen bij de diverse fabrikanten. Buitenlandse spoorwegmaatschappijen maakten steeds vaker bezwaar tegen het gebruik van deze rijtuigen, omdat deze rijtuigen bij aanrijdingen volledig kunnen versplinteren. Hierop besloot de NS stalen rijtuigen te laten bouwen. De NS had reeds ervaring opgedaan met de tien rijtuigen Bd 7501 - Bd 7510. Met de opgedane positieve ervaringen, werden in 192 15 stalen rijtuigen besteld. In 1928 werden deze rijtuigen geleverd door Beijnes (ABd 72 - ABd 72 en Cd 72 - Cd72). Door Werkspoor werden de rijtuigen ABd 72 - 72 en Cd 72 - 72 geleverd. De rijtuigen zijn herkenbaar aan de ovalen vensters naast de balkondeuren, wat in deze tijd bij meerdere maatschappijen werd toegepast. De rijtuigen bevielen dermate goed, dat er een vervolgbestelling werd geplaatst van 12 rijtuigen. Deze werden echter door Westwaggon in Duitsland gemaakt.
De rijtuigen ABd 7201 - ABd 7209 en Cd 7201 - Cd 7206 werden tussen 21 juli en 30 augustus 1928 in dienst gesteld. De rijtuigen ABd 7210 - ABd 7221 werden tussen 21 november 1930 en 17 maart 1931 in dienst gesteld.
Technische gegevens
De rijtuigen hebben een lengte van 21,80 meter. De AB rijtuigen hebben een gewicht van 50 ton, terwijl de C rijtuigen 52 ton wegen. De hoogte is meter en de rijtuigen zijn meter breed. De AB rijtuigen beschikken elk over 8 zitplaatsen eerste klas en 36 zitplaatsen tweede klas. De C rijtuigen beschikken elk over 80 zitplaatsen derde klas. De rijtuigen zijn voorzien van een Knorr snelrem. De rijtuigen zijn toegelaten voor een maximum snelheid van kilometer per uur.
Uitvoering
De rijtuigen bestaan uit een geklonken stalen geraamte, waarop de plaatbekleding is geklonken. Het dak is opgebouwd uit geklonken stalen platen, die elkaar in de dwarsrichting overlappen. Hiermee zijn het de eerste rijtuigen, die geheel uit staal zijn opgetrokken.De koppen met de instapdeuren zijn smaller dan de rest van het rijtuig. De apparaten onder de rijtuigbak zijn niet afgeschermd. De rijtuigen zijn voorzien van kopdeuren en vouwbalgen om reizigers gemakkelijk van het ene naar het andere rijtuig te laten lopen. Aan de binnenzijde van de vouwbalgen zijn draaihekjes geplaatst, zodat reizigers vast konden houden bij het lopen van het ene naar het andere rijtuig. Aan de bovenzijde van de kopse kanten zijn de sluitseinijzers geplaatst. Deze zijn hoog geplaatst om mee te kunnen rijden in het internationale verkeer. Hieronder zijn sluitseinijzers geplaatst naar Frans ontwerp. Bij de opstaptreden bevinden zich laag geplaatste sluitseinijzers. In de binnenlandse dienst werden de sluitseinijzers in midden hoog opgehangen. Op de zijwand is het mogelijk om door middel van koersborden de bestemming aan te geven.
De vloer van de rijtuigen bestaat uit. Hierop was een .De vloeren werden gemaakt met ribbelplaten. Hierdoor werd de constructie steviger en konden de dwarsverbindingen vervallen.
De rijtuigen kunnen verwarmd worden door middel van lagedruk stoom. De stoom wordt door de stoomleiding vanaf de stoomlocomotief de coupés ingeblazen door een stoombatterij. Deze kan door reizigers zelf worden bediend. De overige ruimten werden bediend door de conducteur. Vanaf 1949 is het mogelijk om de rijtuigen ook elektrisch te verwarmen door de komst van elektrische locomotieven van de serie 1000. De elektrische verwarming is geschikt voor 1.500 Volt. Onder het rijtuig wordt de lucht verwarmd door middel van elektriciteit en onder de banken het rijtuig ingeblazen. In Duitsland blijft de stoomverwarming nodig. Het rijtuig wordt door middel van 60 Watt gloeilampen verlicht. Deze gloeilampen hangen in de coupés, een witte en een blauwe (nachtverlichting), in de zijgang hangen vier lampen. Op de balkons hangen twee lampen en op het toilet hangt ook een lamp. De verlichting wordt gevoed door accu’s, die in twee accukisten onder het rijtuig hangen. Deze accu’s worden opgeladen door een dynamo van 1,9 kW. Deze dynamo is met een leren riem verbonden met een van de vier assen. Tot 20 kilometer per uur wordt de verlichting vanuit de accu’s gevoed en bij een hogere snelheid wordt de verlichting voorzien van spanning door de dynamo en worden de accu’s opgeladen. Dit is automatisch geregeld door een regeltoestel dat zich bevind in de kast met elektrische voorzieningen.
Bij de aflevering van de rijtuigen zijn zij donkergroen geschilderd. Het dak is in een lichte kleur grijs geschilderd en de schortplaten zijn donkergrijs. Onder de ramen werd aan de buitenzijde een klassebord aangebracht. Deze ontbreken echter bij de facultatieve coupé eerste/tweede klas en twee coupés tweede klas. Vanaf 1939 werden de daken in een donkere kleur geschilderd, om zo minder op te vallen vanuit de lucht. Halverwege de jaren ’50 werd de donkergroene kleur vervangen door het Berlijns blauw met gele biezen en een donkergrijs dak. De klasse aanduidingen zijn zwart met daarop in het wit de aangegeven klasse.
De draaistellen waren van het type K en ook elektrisch gelast. Het remwerk is in het draaistel gebouwd. De radstand van de draaistellen bedraagt 2,00 meter. De aspotten zijn voorzien van rollagers. De draaistelcode van de draaistellen is .
ABd 7201 - AB 7221
Het rijtuig heeft de beschikking over 8 coupés met elk hun eigen venster. De ene helft van het rijtuig is bestemd voor rokers (4 coupés). De andere helft is bestemd voor niet rokers (5 coupés). Deze afdelingen worden in de zijgang gescheiden door een klapdeur. De coupés zijn verdeeld in twee coupés eerste klas met elk 4 zitplaatsen. Een coupé die facultatief is voor eerste of tweede klas. Deze biedt plaats aan zes personen. Vijf coupés zijn ingericht voor de tweede klas en bieden elk 6 reizigers een zitplaats. Deze coupés zijn afsluitbaar en te bereiken via een zijgang. De coupés waren als volg geplaatst: twee coupés tweede klas, facultatieve coupé, twee coupés eerste klas en drie coupés tweede klas Aan de beiden balkonzijden van het rijtuig is een toilet geplaatst. De ramen zijn te openen door middel van handgrepen.
Inzet
Revisie
Bijzondere uitvoeringen
Wijzigingen
Vernummeringen
In 1952 worden de eerste rijtuigen vernummerd. Hiermee worden de gaten in het materieelbestand gedicht die zijn ontstaan na de Tweede Wereldoorlog. Op deze manier ontstaat er een aansluitende nummerserie A 7201 - A 7206, A 7211 - A 7217 en C 7201 - C 7205.
| Oorspronkelijk nummer | Nummer vanaf 1952 | Nummer vanaf 1956 | Nummer vanaf 1958 | Nummer vanaf 1961 | Opmerkingen |
|---|---|---|---|---|---|
| AB 7201 | n.v.t. | A 7201 | B 7181 | B 6181 | |
| AB 7202 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
| AB 7203 | n.v.t. | A 7203 | B 7183 | B 6183 | |
| AB 7204 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
| AB 7205 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
| AB 7206 | n.v.t. | A 7206 | B 7186 | B 6186 | |
| AB 7207 | AB 7205 | A 7205 | B 7185 | B 6185 | |
| AB 7208 | AB 7204 | A 7204 | B 7184 | B 6184 | |
| AB 7209 | AB 7202 | A 7202 | n.v.t. | n.v.t. | |
| AB 7210 | AB 7211 | A 7211 | B 7191 | B 6191 | |
| AB 7211 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
| AB 7212 | n.v.t. | A 7212 | B 7192 | B 6192 | |
| AB 7213 | n.v.t. | A 7213 | B 7193 | B 6193 | |
| AB 7214 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
| AB 7215 | n.v.t. | A 7215 | B 7195 | B 6195 | In 1984 vernummerd in 30 84 984 1 911-5; in 1985 vernummerd in 80 84 984 0 505-5 |
| AB 7216 | n.v.t. | A 7216 | B 7196 | B 6196 | In 1974 vernummerd in 30 84 984 0 503-1 |
| AB 7217 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
| AB 7218 | AB 7217 | A 7217 | B 7197 | B 6197 | |
| AB 7219 | AB 7214 | A 7214 | B 7194 | B 6194 | |
| AB 7220 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
| AB 7221 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
| Oorspronkelijk nummer | Nummer vanaf 1952 | Nummer vanaf 1956 | Nummer vanaf 1958 | Opmerkingen | |
| C 7201 | C 7101 | B 7101 | B 6101 | ||
| C 7202 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
| C 7203 | C 7103 | B 7103 | B 6103 | ||
| C 7204 | C 7104 | B 7104 | B 6104 | ||
| C 7205 | C 7105 | B 7105 | B 6105 | ||
| C 7206 | C 7102 | B 7102 | B 6102 |
Schadegevallen
- In 1958 loopt het rijtuig A 7202 brandschade op, wanneer het rijtuig in de hoofdwerkplaats Haarlem staat. Het rijtuig loopt hierbij ernstige schade op, dat het niet meer hersteld wordt.
Schadegevallen in de Tweede Wereldoorlog
Afvoer
Nadat de laatste B rijtuigen in 1970 zijn afgevoerd, zijn de rijtuigen op diverse plaatsen in het land verzameld. In juni 1971 staan de B 6192 + B 6194 op de Watergraafsmeer, samen met de B 6197. Dit rijtuig is gebruikt voor tv opname voor de serie "De kleine waarheid". Het rijtuig is daarvoor aan een zijde groen geschilderd. Op deze manier stelde het rijtuig een D-trein rijtuig voor, dat naar Parijs rijdt. Na deze opnames heeft het rijtuig op het emplacement Feijenoord gestaan, alvorens naar de Watergraafsmeer te gaan. In Weert staat op datzelfde moment de B 6195, in Heerlen staat de B 6196 en in Maastricht staat de B 6193. Dit rijtuig is voorzien van de nieuwe NS logo's.
Sloop
In november 1971 is rijtuig B 6192 gesloopt.
Museumrijtuigen
Van de in totaal 27 gebouwde rijtuigen, zijn er twee bewaard gebleven bij musea. Een rijtuig is echter gesloopt.
- Stoomtrein Goes - Borssele (SGB)
De Stoomtrein Goes - Borssele (SGB) in Goes heeft de beschikking over de voormalige AB 7216.
AB 7216
In 1979 verwerft de Stoomtrein Goes - Borssele (SGB) het rijtuig 30 84 984 0 503-1, de oorspronkelijke AB 7216. Het kreeg bij de SGB het nummer A 138.
Op juni 2008 is het rijtuig weer in gebruik genomen, na een uitgebreide revisie. Het rijtuig is hierbij zoveel mogelijk teruggebracht naar de afleveringstoestand, waarmee het op 1931 in dienst kwam.
- Tramweg Stichting (TS)
De Tramweg Stichting (TS) in had de beschikking over de voormalige C 7204. Het rijtuig is in gesloopt.
C 7204
In 1968 verwerft de Tramweg Stichting het rijtuig B 6104, de oorspronkelijk C 7204. In 1969 is het rijtuig gesloopt.
Afleverdata
Rijtuigen AB 7201 tot en met AB 7221
| Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie | Uit revisie | Ter zijde | Sloop(rit) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| AB 7201 | 1928 | april 1969 | ||||
| AB 7202 | 1928 | 1940 | 1940 | |||
| AB 7203 | 1928 | 16 februari 1964 | april 1969 | |||
| AB 7204 | 1928 | 1945 | 1945 | |||
| AB 7205 | 1928 | 1951 | Vermist na WO II | |||
| AB 7206 | 1928 | september 1969 | ||||
| AB 7207 | 1928 | april 1969 | ||||
| AB 7208 | 1928 | april 1969 | ||||
| AB 7209 | 1928 | 1958 | ||||
| AB 7210 | 1931 | mei 1968 | ||||
| AB 7211 | 1931 | 1945 | 1945 | |||
| AB 7212 | 1931 | januari 1970 | november 1971 | |||
| AB 7213 | 1931 | januari 1970 | ||||
| AB 7214 | 1931 | 1940 | 1940 | |||
| AB 7215 | 1931 | november 1969 | juli 1987 | |||
| AB 7216 | 1931 | januari 1970 | n.v.t. (SGB) | |||
| AB 7217 | 1931 | 1951 | Vermist na WO II | |||
| AB 7218 | 1931 | januari 1970 | 1973 | |||
| AB 7219 | 1931 | januari 1970 | ||||
| AB 7220 | 1931 | 1951 | Vermist na WO II | |||
| AB 7221 | 1931 | 1940 | 1940 |
Rijtuigen C 7201 tot en met C 7206
| Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie | Uit revisie | Ter zijde | Sloop(rit) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| C 7201 | 1928 | november 1968 | ||||
| C 7202 | 1928 | 1951 | Vermist na WO II | |||
| C 7203 | 1928 | november 1968 | ||||
| C 7204 | 1928 | november 1968 | 1969 | |||
| C 7205 | 1928 | november 1968 | ||||
| C 7206 | 1928 | november 1968 |