2800 - Diesel locomotieven serie 2800: verschil tussen versies
(Eerste opzet 2801) |
(Verplaatsingen.) |
||
| Regel 90: | Regel 90: | ||
| − | + | Op 9 april 1970 komt de locomotief aan in de Tilburgse werkplaats. De locomotief is op dat moment al bestemd voor de sloop en wordt in Tilburg terzijde gesteld. Op 17 augustus 1970 gaat de locomotief naar Roosendaal voor opberging. Aan het begin van januari 1972 is de locomotief in Hengelo gezien bij de werkplaats. In de nacht van 4 op 5 januari 1972 is de locomotief van Hengelo naar Dordrecht overbracht. In Dordrecht doet de locomotief dienst als stationaire krachtcentrale voor een bedrijf in de zeehaven van Dordrecht. De cabine wordt ontdaan van apparatuur. | |
{{Navigatie Diesel locomotieven}} | {{Navigatie Diesel locomotieven}} | ||
[[Categorie:Diesel locomotieven]] | [[Categorie:Diesel locomotieven]] | ||
Versie van 11 apr 2017 20:59
In september 1962 kregen de Nederlandse Spoorwegen de beschikking over een nieuwe dieselelektrische locomotief 2801. De locomotief werd gebouwd in het kader van standaardisatie programma dat de Office de Recherches et d'Essais (ORE) van de Union Internationale des Chemins de fer (UIC) was opgezet. Het werd een consortium „Matériel de Traction Diesel-Electrique" (MTDE), een combinatie Frans/Nederlandse fabrieken. De deelnemende fabrieken waren: de Société des Forges et Ateliers du Creusot (Schneider) (SFAC), Jeumont, Le Matériel Electrique S-W (Schneider-Westinghouse), de Verenigde Machinefabrieken (VMF) en Heemaf. Voor coördinatie en het ontwerp was Werkspoor, een dochter van VMF, verantwoordelijk, deze leverde ook de dieselmotor en de draaistellen. De bak kwam bij Schneider, bekent van de 2300-en. De tractiemotoren kwamen van Jeumont en de generator en hulpgenerator werden door Heemaf geleverd. Het kabelwerk kwam voor rekening van Schneider-Westinghouse.
| fabrikant |
Société des Forges et Ateliers du Creusot (Schneider) (SFAC) Jeumont Le Matériel Electrique S-W (Schneider-Westinghouse) de Verenigde Machinefabrieken (VMF) Heemaf Werkspoor |
| in dienst | 23 oktober 1962 |
| buiten dienst |
16 januari 1968 afvoer: 1972 sloop: 1983 |
| asindeling | Bo'Bo' |
| spoorwijdte | 1.435 mm (normaalspoor) |
| gewicht | 66.000 kg |
| aslast | 16.500 kg |
| lengte | 15.266 mm |
| breedte | 3.098 mm |
| hoogte | 4.200 mm |
| omgrenzingsprofiel | (UIC-501) |
| wieldoorsnee | 1.000 mm |
| afstand draaistel h.o.h. | 6.900 mm |
| radstand draaistel | 2.500 mm |
| minimale boogstraal | 80 m |
| snelheid | 105 km/h |
| overbrenging | 1 : 4,6 |
| fabrikant dieselmotor | Werkspoor |
| dieselmotoren |
RUHB 215 x 12 Viertakt met Napier drukvulling en inlaatluchtkoeling |
| vermogen dieselmotor | 1030 kW |
| tankinhoud | 2350 liter |
| fabrikant generator | Heemaf |
| generator type | GMT 1230 |
| continuvermogen | 880 kW |
| fabrikant hulpgenerator | Heemaf |
| fabrikant elektromotor | Jeumont |
| elektromotoren type | TC 1072 |
| continuvermogen | 4 x 210 kW |
| aanzetkracht | 218 kN |
| treinbeïnvloeding | geen |
| treinradio | geen |
| remsysteem | Orlikon-Buhrle |
| remopschriften | |
| remgewicht | |
| remvermogen | |
| compressorfabrikant | Knorr |
| compressortype | VV 230/180 N, mechanisch aangedreven |
| compressorvermogen | 1580 l/min |
| treinverwarming | geen |
| koppeling |
schroefkoppeling voorbereid voor centrale koppeling |
Al tijdens het indienstellingsproces bleek de locomotief bleek zeer storingsgevoelig en moest regelmatig vervangen worden door ander machines. Dit zorgde er voor dat de locomotief de bijnaam "Kreupele Marie" kreeg. Dit had ook gevolgen voor de plannen die de ORE met de machine had en niet tot uitvoer werden gebracht. De locomotief kon in serie met de locomotieven serie 2200/2300 rijden en kwam in Eindhoven in depot. Met de sluiting van Wpl Eindhoven ingaande winterdienst 1967 ging de locomotief naar Utrecht, het geen de buitendienststelling van de eenling wel extra bevorderde. Het uiterlijk van de machine kende een zwarte onderbouw met een lichtblauw geschilderde (kleur van de Blauwe Engel) bak opbouw die van zandgele sierlijnen accenten en rode bufferbalken was voorzien.
Op 9 april 1970 komt de locomotief aan in de Tilburgse werkplaats. De locomotief is op dat moment al bestemd voor de sloop en wordt in Tilburg terzijde gesteld. Op 17 augustus 1970 gaat de locomotief naar Roosendaal voor opberging. Aan het begin van januari 1972 is de locomotief in Hengelo gezien bij de werkplaats. In de nacht van 4 op 5 januari 1972 is de locomotief van Hengelo naar Dordrecht overbracht. In Dordrecht doet de locomotief dienst als stationaire krachtcentrale voor een bedrijf in de zeehaven van Dordrecht. De cabine wordt ontdaan van apparatuur.
| Diesel locomotieven | ||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cursief betekent buiten dienst bij deze vervoerder of niet meer actief als vervoerder. Tussen ›› ‹‹ betekent plan maar nooit gebouwd. |