Besluit aanwijzing lokale spoorwegen

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Geldend van 01-01-2020 t/m heden[1]


Artikel 1

Als lokale spoorweg, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet lokaal spoor, worden aangewezen de spoorwegen, niet zijnde spoorwegen die uitsluitend in gebruik zijn ten behoeve van strikt historisch of toeristisch vervoer en niet zijnde spoorwegen in particulier eigendom die uitsluitend door de eigenaar voor diens goederenvervoer gebruikt worden, gelegen binnen de gemeenten:
Albrandswaard,
Amstelveen,
Amsterdam,
Barendrecht,
Capelle aan den IJssel,
Delft,
Den Haag,
Diemen,
Lansingerland,
Leidschendam-Voorburg,
Maassluis,
Nieuwegein,
Ouder-Amstel,
Pijnacker-Nootdorp,
Rotterdam,
Rijswijk,
Schiedam,
Spijkenisse
Uithoorn,
Utrecht,
Vlaardingen,
Westland,
IJsselstein en
Zoetermeer,
alsmede de daaraan verbonden spoorwegen naar de terreinen van werkplaatsen en remises.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop hoofdstuk 1 van de Wet lokaal spoor in werking treedt.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Noten en referenties

  1. noot: Heden is ten tijde van de opmaak van deze pagina dd: 15 mei 2020.