Spoorslag '70: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Aan het begin van 1969 wordt een rapport gepresenteerd, genaamd "Spoor naar '75". Hierin wordt een langere termijnvisie binnen de NS gepresenteerd. Voor de korte te...')
 
(Huisstijl en invoering.)
Regel 3: Regel 3:
 
='''Geschiedenis'''=
 
='''Geschiedenis'''=
  
Na de Tweede Wereldoorlog is het spoorbedrijf onder leiding van F.Q. den Hollander weer opnieuw opgebouwd en gemoderniseerd. In 1957 reed de laatste stoomtrein, was een groot deel van het spoornet voorzien van bovenleiding en werd de mechanische beveiliging vervangen door automatische beveiliging. Rond deze periode nam ook de opkomst van de autobus, personenauto en vrachtauto toe. Door deze opkomst neemt de groei van het spoorvervoer af. Als gevolg van de ontdekking van aardgas bij Slochteren in 1959 wordt besloten om de huizen vanaf 1963 met aardgas te verwarmen. Hierdoor stort het vervoer van steenkool vanuit de Limburgse mijnen in, wat leidde tot een omzetdaling. Uiteindelijk kwam de winst onder druk te staan en schreef de NS verliezen. Door toenmalig staatssecretaris Mike Keyzer van het kabinet De Jong kreeg de NS de opdracht om de verliezen snel te herstellen. Volgens hem had het spoorvervoer geen toekomst, maar dat zagen andere personen anders. Dit waren onder andere NS directeur M.G. de Bruin en zijn adviseur P.H. Bosboom. Aan het eind van 1967 wordt een presentatie gegeven aan de directie van de NS om het bedrijf weer winstgevend te maken, het bedrijf weer een essentiële rol te geven en het spoorwegnet uit te breiden. Op korte termijn moet een aanzienlijk verbeterde en uitgebreide dienstregeling worden ingevoerd. Daarnaast moet de huisstijl aangepast worden naar een 'eigentijds' aanzien. De directie ging uiteindelijk akkoord en een groep van 11 jonge medewerkers uit alle geledingen van het bedrijf werd aangesteld om samen met ervaren medewerkers plannen voor de korte (1970) en langere (1975) termijn uit te werken. De plannen voor de korte termijn staan bekend als Spoorslag '70 en de plannen voor de langere termijn komen naar voren in het rapport Spoor naar '75. Door de staatssecretaris M. Keyzer werd goedkeuring verleend hiervoor. Hij verwachtte dat dit de genadeklap voor de spoorwegen zouden zijn in Nederland. Het tegendeel bleek echter waar.
+
Na de Tweede Wereldoorlog is het spoorbedrijf onder leiding van F.Q. den Hollander weer opnieuw opgebouwd en gemoderniseerd. In 1957 reed de laatste stoomtrein, was een groot deel van het spoornet voorzien van bovenleiding en werd de mechanische beveiliging vervangen door automatische beveiliging. Rond deze periode nam ook de opkomst van de autobus, personenauto en vrachtauto toe. Door deze opkomst neemt de groei van het spoorvervoer af. Als gevolg van de ontdekking van aardgas bij Slochteren in 1959 wordt besloten om de huizen vanaf 1963 met aardgas te verwarmen. Hierdoor stort het vervoer van steenkool vanuit de Limburgse mijnen in, wat leidde tot een omzetdaling. Uiteindelijk kwam de winst onder druk te staan en schreef de NS verliezen. Door toenmalig staatssecretaris Mike Keyzer van het kabinet De Jong kreeg de NS de opdracht om de verliezen snel te herstellen. Volgens hem had het spoorvervoer geen toekomst, maar dat zagen andere personen anders. Dit waren onder andere NS directeur M.G. de Bruin en zijn adviseur P.H. Bosboom. Aan het eind van 1967 wordt een presentatie gegeven aan de directie van de NS om het bedrijf weer winstgevend te maken, het bedrijf weer een essentiële rol te geven en het spoorwegnet uit te breiden. Op korte termijn moet een aanzienlijk verbeterde en uitgebreide dienstregeling worden ingevoerd. Daarnaast moet de huisstijl aangepast worden naar een 'eigentijds' aanzien. De directie ging uiteindelijk akkoord en een groep van 11 jonge medewerkers uit alle geledingen van het bedrijf werd aangesteld om samen met ervaren medewerkers plannen voor de korte (1970) en langere (1975) termijn uit te werken. Deze werkgroep noemde zich zelf Stimurail. De plannen voor de korte termijn staan bekend als Spoorslag '70 en de plannen voor de langere termijn komen naar voren in het rapport Spoor naar '75. Door de staatssecretaris M. Keyzer werd goedkeuring verleend hiervoor. Hij verwachtte dat dit de genadeklap voor de spoorwegen zouden zijn in Nederland. Het tegendeel bleek echter waar. Zo wordt vanaf januari 1968 een nieuwe huisstijl ingevoerd. Treinstellen worden overwegend geel met blauwe reclamebanen. Het treinstel [[V - Treinstellen Plan V|ElD2 431]] is het eerste treinstel in deze nieuwe kleuren. De locomotieven worden overwegend grijs met een geel front en een gele band over de zijwand. In mei 1970 wordt de [[1500 - Elektrische locomotieven serie 1500|1501]] de eerste locomotief in deze huisstijl kleuren afgeleverd. Pas in 1980 worden de eerste rijtuigen in de huisstijl kleuren geel met blauw afgeleverd. Het zijn de nieuwe rijtuigen type [[ICR - Rijtuigen ICR(m) (InterCity Rijtuig)|ICR]]. Het nieuwe logo is afgeleid van het logo dat door British Rail in 1964 werd ingevoerd.
 +
 
 +
 
 +
 
 +
='''Invoering'''=
 +
 
 +
Zo moet het aanbod van treinen verbeterd worden. De dienstregeling moet betrouwbaar, comfortabel, frequent en snel treinverkeer opleveren. Zo wordt er duidelijk onderscheid gemaakt in snel- en stoptreinen. De sneltreinen worden bekend onder de productnaam Intercity. Het luxere materieel voor deze Intercity-treinen was herkenbaar aan een doorlopende blauwe baan rondom de ramen van het gele materieel. Het stoptreinmaterieel was grotendeels geel met drie diagonale, blauwe banen waar reclame-uitingen op werden geplaatst. Beide treinsoorten moet in een star patroon van een half uur rijden, ook buiten de spits. De gemiddelde snelheid voor de Intercity ligt op 90 kilometer per uur, terwijl stoptreinen een gemiddelde snelheid van 60 kilometer per uur bereiken. Vanwege deze snelheid werden 40 stations aangewezen voor de intercity-treinen.
 +
 
 +
De eerste fase van deze plannen werden ingevoerd met de [[dienstregeling 1970/1971]].
 +
 
 +
 
 +
='''Trajecten'''=
 +
 
 +
 
 +
 
 +
 
 +
='''Wijzingen in de infrastructuur'''=
  
  

Versie van 27 jun 2020 23:58

Aan het begin van 1969 wordt een rapport gepresenteerd, genaamd "Spoor naar '75". Hierin wordt een langere termijnvisie binnen de NS gepresenteerd. Voor de korte termijn werd het programma Spoorslag '70 geïntroduceerd.

Geschiedenis

Na de Tweede Wereldoorlog is het spoorbedrijf onder leiding van F.Q. den Hollander weer opnieuw opgebouwd en gemoderniseerd. In 1957 reed de laatste stoomtrein, was een groot deel van het spoornet voorzien van bovenleiding en werd de mechanische beveiliging vervangen door automatische beveiliging. Rond deze periode nam ook de opkomst van de autobus, personenauto en vrachtauto toe. Door deze opkomst neemt de groei van het spoorvervoer af. Als gevolg van de ontdekking van aardgas bij Slochteren in 1959 wordt besloten om de huizen vanaf 1963 met aardgas te verwarmen. Hierdoor stort het vervoer van steenkool vanuit de Limburgse mijnen in, wat leidde tot een omzetdaling. Uiteindelijk kwam de winst onder druk te staan en schreef de NS verliezen. Door toenmalig staatssecretaris Mike Keyzer van het kabinet De Jong kreeg de NS de opdracht om de verliezen snel te herstellen. Volgens hem had het spoorvervoer geen toekomst, maar dat zagen andere personen anders. Dit waren onder andere NS directeur M.G. de Bruin en zijn adviseur P.H. Bosboom. Aan het eind van 1967 wordt een presentatie gegeven aan de directie van de NS om het bedrijf weer winstgevend te maken, het bedrijf weer een essentiële rol te geven en het spoorwegnet uit te breiden. Op korte termijn moet een aanzienlijk verbeterde en uitgebreide dienstregeling worden ingevoerd. Daarnaast moet de huisstijl aangepast worden naar een 'eigentijds' aanzien. De directie ging uiteindelijk akkoord en een groep van 11 jonge medewerkers uit alle geledingen van het bedrijf werd aangesteld om samen met ervaren medewerkers plannen voor de korte (1970) en langere (1975) termijn uit te werken. Deze werkgroep noemde zich zelf Stimurail. De plannen voor de korte termijn staan bekend als Spoorslag '70 en de plannen voor de langere termijn komen naar voren in het rapport Spoor naar '75. Door de staatssecretaris M. Keyzer werd goedkeuring verleend hiervoor. Hij verwachtte dat dit de genadeklap voor de spoorwegen zouden zijn in Nederland. Het tegendeel bleek echter waar. Zo wordt vanaf januari 1968 een nieuwe huisstijl ingevoerd. Treinstellen worden overwegend geel met blauwe reclamebanen. Het treinstel ElD2 431 is het eerste treinstel in deze nieuwe kleuren. De locomotieven worden overwegend grijs met een geel front en een gele band over de zijwand. In mei 1970 wordt de 1501 de eerste locomotief in deze huisstijl kleuren afgeleverd. Pas in 1980 worden de eerste rijtuigen in de huisstijl kleuren geel met blauw afgeleverd. Het zijn de nieuwe rijtuigen type ICR. Het nieuwe logo is afgeleid van het logo dat door British Rail in 1964 werd ingevoerd.


Invoering

Zo moet het aanbod van treinen verbeterd worden. De dienstregeling moet betrouwbaar, comfortabel, frequent en snel treinverkeer opleveren. Zo wordt er duidelijk onderscheid gemaakt in snel- en stoptreinen. De sneltreinen worden bekend onder de productnaam Intercity. Het luxere materieel voor deze Intercity-treinen was herkenbaar aan een doorlopende blauwe baan rondom de ramen van het gele materieel. Het stoptreinmaterieel was grotendeels geel met drie diagonale, blauwe banen waar reclame-uitingen op werden geplaatst. Beide treinsoorten moet in een star patroon van een half uur rijden, ook buiten de spits. De gemiddelde snelheid voor de Intercity ligt op 90 kilometer per uur, terwijl stoptreinen een gemiddelde snelheid van 60 kilometer per uur bereiken. Vanwege deze snelheid werden 40 stations aangewezen voor de intercity-treinen.

De eerste fase van deze plannen werden ingevoerd met de dienstregeling 1970/1971.


Trajecten

Wijzingen in de infrastructuur

Bronnen

Spoorslag '70 - M. van Witsen - Maandblad: Op de Rails, 87e Jaargang - 2019 Blz: 530-537 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321