Revisiebedrijf Haarlem: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
 
Regel 29: Regel 29:
  
  
Naast onderhouds- en revisiewerkzaamheden, verricht het revisiebedrijf ook nieuwbouw. In 197 worden de doorloopkoppen van de nieuwe treinstellen [[ICM(m) (InterCity Materieel)|ICM]] gebouwd. De eerste koppen worden eind november 1976 naar Talbot overgebracht voor inbouw in de treinstellen.
+
Naast onderhouds- en revisiewerkzaamheden, verricht het revisiebedrijf ook nieuwbouw. In 1976 en 1977 worden de doorloopkoppen van de nieuwe treinstellen [[ICM(m) (InterCity Materieel)|ICM]] gebouwd. De eerste koppen worden eind november 1976 naar Talbot overgebracht voor inbouw in de treinstellen.
  
  

Huidige versie van 11 mrt 2022 om 16:29

Op de plaats van het eerste station van 1839 in Haarlem werd in 1844 begonnen met de bouw van een echte werkplaats voor het materieel. Het is hiermee de oudste werkplaats van de spoorwegen in Nederland. Het revisiebedrijf stond in het verleden bekend als Centrale Werkplaats en later als Hoofdwerkplaats (telegrafische benaming/afkorting Wpc Hlm respectievelijk Wph Hlm).

Geschiedenis

Bij de aanleg van de eerste spoorlijn in Nederland werd ten westen van het station van Haarlem een wagenmakerij ingericht voor het onderhoud aan de locomotieven, rijtuigen en goederenwagens. De wagenmakerij bestaat uit een aantal gebouwen, zoals een bergplaats voor de locomotieven en rijtuigen, kantoren, magazijnen en een smederij. Na een aantal jaren was deze werkplaats te klein en besloot de HIJSM in 1844 een centrale werkplaats te bouwen in Haarlem voor al haar materieel. De keus voor Haarlem wordt mede ingegeven doordat in Amsterdam geen uitbreiding mogelijk is van de wagenmakerij aldaar en daarom wordt gesloten. Deze nieuwe werkplaats wordt gebouwd op de plaats waar tot 1842 het eerste station van Haarlem stond.


Tussen 16 en 18 oktober 1979 vinden er open dagen plaats in de werkplaats.


Uitbreiding

Tussen 1892 en 1893 wordt het werkplaatscomplex flink uitgebreid. Er verschijnt een administratiegebouw, grote ketelmakerij, magazijngebouw, schoonmaakafdeling en wielenwerkplaats op het terrein. In wordt begonnen met de bouw van de stoffeerderij en de grote hallen voor de Grote Herstelling.

In 1913 wordt een stelplaats voor locomotieven gebouwd. In deze stelplaats komen kranen om de steeds groter en zwaarder wordende locomotieven te kunnen hijsen. Deze stelplaats wordt gebouwd aan de Oudeweg en is mogelijk door het dempen van een sloot.

In 19 wordt hal 20 gebouwd. Hier vindt de machinale houtbewerking plaats.

In worden de hallen 31 en 32 gebouwd. Hier wordt het wielenbedrijf ondergebracht, waar de afgekeurde wielbanden van de wielstellen worden gehaald en wordt vervangen door nieuwe wielbanden. Het aanbrengen van nieuwe wielbanden gebeurd door de nieuwe wielband te verhitten in een brander, waardoor deze uitzet. Vervolgens wordt de verwarmde wielband om het wielstel geperst. Om de wielband vast te zetten, wordt deze gekoeld, waardoor deze krimpt en muurvast komt te zitten. Om de verbinding te borgen, wordt er een sprengring tussen de wielband en het wielstel gewalst. Vervolgens gaan de nieuwe wielen naar draaibank, waar de wielband op het juiste profiel wordt afgedraaid.

In 1975 wordt een spuitcabine in hal in gebruik genomen. Hiermee komt een eind aan het met de hand schilderen van het materieel.

Rond 1980 zijn er 97 gebouwen op het terrein van de werkplaats aanwezig. Om tot verbetering en tot reducering van het aantal gebouwen te komen, wordt een plan opgesteld om dit te realiseren. Er wordt gekeken naar het besparen van energie, ergonomie, intern transport, milieu en het werkklimaat. Bij dit werkklimaat speelt het werken op een vlakke vloer een rol. Dit betekend dat de werkputten tussen de sporen worden verwijderd. Om toch onder een trein te kunnen werken, worden de vloeren verdiept aangelegd en de rails op een verhoging geplaatst. Deze verbouwing van de werkplaats omvat 8 fases en duurt jaar. Na de verbouwing wordt niet meer met verschillende standen gewerkt, waar het materieel wordt gereviseerd, maar worden de werkzaamheden in verschillende hallen uitgevoerd die gebouwd zijn voor deze specifieke werkzaamheden. In 1987 wordt het wielenbedrijf uit de hallen 31 en 32 overgeplaatst naar .

In de zomer van 2016 wordt begonnen met de bouw van een nieuwe hal. Deze hal zal gebruikt gaan worden voor de revisie van assen, draaistellen en wielen. De bijna 100-jarige hal die daar nu gebruikt wordt, hal , is toe aan een modernisering. In de nieuwe hal van 8.800 m2 kunnen jaarlijks 3.000 draaistellen behandeld worden. De oude hal zal de oplevering van de nieuwe hal gebruikt gaan worden als overdekte opslagloods voor wielstellen.


Werkzaamheden

Naast onderhouds- en revisiewerkzaamheden, verricht het revisiebedrijf ook nieuwbouw. In 1976 en 1977 worden de doorloopkoppen van de nieuwe treinstellen ICM gebouwd. De eerste koppen worden eind november 1976 naar Talbot overgebracht voor inbouw in de treinstellen.


Materieel in onderhoud

In 1934 wordt het onderhoud aan stoomlocomotieven verplaatst naar de Centrale Werkplaats Tilburg en Centrale Werkplaats Zwolle. De verplaatsing is noodzakelijk als gevolg van de instroom van zowel de diesel treinstellen DE3 en als de elektrische treinstellen El(D)2. In 19 wordt ook het dieselmaterieel naar de werkplaatsen in Tilburg en Zwolle overgeplaatst.