Oude Lijn: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
(Geschiedenis station Piet Gijzenbrug.)
(zomerdienstregeling 1951.)
Regel 160: Regel 160:
 
De zomerdienstregeling van 1940 is nooit ingegaan, vanwege het begin van de Tweede Wereldoorlog. Op 10 juni 1940 komt er echter wel een nieuwe dienstregeling uit, waarbij stoptreinen in een regelmatig patroon rijden. Deze rijden om de twee uur. Daarnaast rijden elk half uur sneltreinen. In september 1944 kwam het treinverkeer grotendeels stil te liggen door de Spoorwegstaking. De eerste dienstregeling na de oorlog, gaat op 15 augustus 1945 in.
 
De zomerdienstregeling van 1940 is nooit ingegaan, vanwege het begin van de Tweede Wereldoorlog. Op 10 juni 1940 komt er echter wel een nieuwe dienstregeling uit, waarbij stoptreinen in een regelmatig patroon rijden. Deze rijden om de twee uur. Daarnaast rijden elk half uur sneltreinen. In september 1944 kwam het treinverkeer grotendeels stil te liggen door de Spoorwegstaking. De eerste dienstregeling na de oorlog, gaat op 15 augustus 1945 in.
  
 
+
Met ingang van de zomerdienstregeling 1951 worden de vier treinen naar Brussel en Parijs beter over de dag verspreidt. De douane- en paspoortcontrole vinden plaats tussen Rotterdam en Roosendaal en tussen Roosendaal en Antwerpen.
 
Naast al het binnenlandse verkeer dat tussen Amsterdam en Rotterdam via de lijn rijdt, rijden er ook diverse internationale treinen over de lijn. Zo rijden er D-treinen, TEE-treinen en EC treinen naar onder andere Brussel en Parijs. Vanaf 1957 komt de Beneluxdienst naar Brussel over deze lijn te rijden.
 
Naast al het binnenlandse verkeer dat tussen Amsterdam en Rotterdam via de lijn rijdt, rijden er ook diverse internationale treinen over de lijn. Zo rijden er D-treinen, TEE-treinen en EC treinen naar onder andere Brussel en Parijs. Vanaf 1957 komt de Beneluxdienst naar Brussel over deze lijn te rijden.
  

Versie van 8 apr 2017 21:07

De Oude Lijn is de eerste spoorlijn van Nederland en verbindt de plaatsen Amsterdam en Rotterdam. De spoorlijn heeft een lengte van 85 kilometer.

Geschiedenis

Nadat in Europa de eerste spoorlijnen waren aangelegd in Groot Brittanie (1830), België (1835) en Duitsland (1835), besloot Nederland ook een spoorlijn aan te leggen. In 1830 werd een plan ingediend bij Koning Willem I door de Engelse luitenant-kolonel William Bake voor een spoorlijn tussen Amsterdam en Keulen. Door gebrek aan geld kwam dit plan niet van de grond. Door de assistent van Bake, ingenieur William Brade, werd in 1834 een spoorwegplan bij de Koning ingediend voor een verbinding tussen Haarlem en Amsterdam. De Koning was sceptisch over het plan vanwege een goed bevaarbaar kanaal dat tussen de steden ligt. De Koning geeft een concessie af en deze wordt in augustus 1837 overgedragen aan de HSM. Nadat er voldoende kapitaal bijeen was gebracht, werd begonnen met de aanleg van de spoorlijn. De spoorbreedte werd in 1837 vast gesteld op 1,50 meter. Aan het eind van dat jaar moest de spoorbreedte echter worden aangepast naar 1,945 meter. In november 1838 werd ingenieur Brade ontslagen vanwege gebrekkig ontwerp en zijn ongemakkelijke humeur. Als vervanger werd Frederik Willem Conrad aangesteld in februari 1839. Een maand later begon hij aan zijn werkzaamheden. In de loop der jaren werden Leiden, Den Haag, Delft en uiteindelijk in 18 Rotterdam bereikt.


In 1846 wordt Delft bereikt. Op 3 juni 1847 wordt het deel tot aan Delft geopend. Bij het doortrekken van de spoorlijn in de richting van Schiedam ondervond de HSM problemen bij het aanleggen van een overweg in de weg naar de woning van Van der Gaag. Hij vond de schadeloosstelling te laag en gaf geen toestemming voor de aanleg van de spoorlijn. In zijn strijd werd hij bijgestaan door de heer A.H. Van Wickevoort Crommelin uit Heemstede. De laatste zag hiermee een kans om een halte aan de spoorlijn af te dwingen in zijn woonplaats. De HSM besloot daarom om de spoorlijn om het land van Van der Gaag aan te leggen. Na twee maanden werd het verzet opgeheven en werd de spoorlijn in een rechte lijn aangelegd met de bijbehorende overweg.


Aanleg

Nadat er voldoende geld was ontvangen, begon aannemer met de aanleg van de spoorlijn. Aan het eind van 1837 moest er overgeschakeld worden van spoorbreedte van 1,435 meter naar 1,945 meter. Alle dwarsliggers waren te kort en er moesten nieuwe besteld worden. Bij Halfweg werd een verzwaarde spoordijk aangelegd. Het eerste ontwerp door Brade werd als te zwak beoordeeld.


Bruggen

In de gehele lijn tussen Amsterdam en Rotterdam werden in totaal 98 bruggen aangelegd die kanalen, rivieren en sloten overspannen. Dit waren draaibruggen, kraanbruggen, rolbruggen, vaste bruggen en vijzelbruggen. Deze werden allemaal door Frederik Conrad ontworpen. Een van de grootse bruggen die aangelegd werd, was de brug over de Spaarne in Haarlem. De brug werd in gietijzer uitgevoerd als draaibrug. De twee middelste gedeelten met een lengte van 23 meter en een gewicht van 110 ton, konden door een ingenieus ontwerp binnen 2 minuten geopend worden met handkracht. De brug werd alleen gesloten wanneer een trein in aantocht was. De rest van de dag was de brug geopend om de scheepvaart ongehinderd te kunnen passeren. Deze brug werd in 1906 vervangen door een nieuwe brug. Bij de Leidse trekvaart in Vogelenzang was een volgende, grote barrière te slechten. Hier werd een vaste brug gebouwd, uitgevoerd als traliebrug in hout. Deze brug was net nieuw ontworpen door een Amerikaanse legerofficier en spoorwegingenieur. Aan de zuidkant van Leiden, bij de Vink werd een eiken rolbrug gebouwd. Bij een rolbrug wordt de overspanning eerst opzij gerold en vervolgens naar achteren. Doordat de brug in eikenhout was uitgevoerd, moest de brug al in 1863 worden vervangen door een gietijzeren brug. De brug over de Poldervaart bij Kethel werd uitgevoerd als vijzelbrug. Deze brug kon met handkracht anderhalve meter omhoog worden gedraaid. Deze brug vereiste een stevige fundering, omdat de veengrond ter plaatse zeer drassig was. Bij de Delfshavense Schie werd een kraanbrug gebouwd. Deze kon hier gebouwd worden, omdat het hoogteverschil gering was. Iedere kraan van de kraanbrug klapt een gedeelte van het eigen bruggedeelte naar binnen. Hierdoor kwam een opening van 8 meter vrij. In 1890 werd de kraanbrug vervangen door een draaibrug.


Beveiliging


In 195 wordt begonnen om de spoorlijn vanaf Haarlem tot aan Rotterdam het blokstelsel te automatiseren. Station Delft wordt op 1 september 1958 voorzien van AR beveiliging. Hiervoor wordt een nieuw seinhuis gebouwd.

Op 13 maart 1983 komt de linkerspoorbeveiliiging in dienst tussen Den Haag en Delft. Op 10 april 1983 wordt deze beveiliging doorgetrokken tot Schiedam. Op 1 mei 1983 wordt de ATB tussen Den Haag en Schiedam in gebruik genomen.

Om de Thalys 160 kilometer per uur te laten rijden is er in 199 tussen Hoofddorp en Den Haag Mariahoeve de beveiliging aangepast.


Het station van Delft wordt bij de aanleg van de tunnel voorzien van EBS beveiliging. Hiertoe worden twee nieuwe EBS stations gebouwd. De seinen en wissels worden aangestuurd vanuit de verkeersleidingspost Den Haag Binckhorst. In de tunnel van Delft worden korte blokken toegepast, zodat er een snelle treinopvolging mogelijk is. Om deze reden zijn alle seinen voorzien van cijferbakken die de snelheid van 60, 80 of 130 kilometer per uur aan kunnen geven. Deze snelheden geven de remwegafstand tot het volgende sein weer. Voor het goederenverkeer zijn er X/G lichtbakken geplaatst. Deze zijn geplaatst om te voorkomen dat een goederentrein op het laagste punt van de tunnel zou stranden en niet meer uit de tunnel kan komen.


Wijzigingen

  • Aan het eind van 1837 moest de HSM de spoorbreedte aanpassen naar 1,945 meter op verzoek van regeringsadviseur B.H. Goudriaan.
  • In 1851 besluit de regering om de bestaande spoorlijnen en nieuw te bouwen spoorlijn aan te leggen met een spoorbreedte van 1,435 meter. In 1863 wordt de opdracht verstrekt tot het versmallen van de spoorlijn. Het versmallen gebeurde door een nieuw spoor aan te leggen naast het bestaande, brede spoor. Het oude spoor werd na oplevering van het nieuwe spoor, versmald. Hierdoor werden de spoorlijnen meteen dubbelsporig. Deze werkzaamheden worden in 186 gestart en in 1866 was de spoorlijn in zijn geheel versmald en dubbelsporig gemaakt.
  • Vanaf 1877 wordt het spoor verlengd van Rotterdam Delftsche Poort naar Dordrecht.
  • In 1878 werd de eerste 1,6 kilometer verlegd van het station Willemspoort naar het Westerdok (Het latere Amsterdam Centraal)
  • In 1891 wordt het vernieuwde en verhoogde station Den Haag Hollands Spoor in gebruik genomen.
  • In 1907 worden de sporen in Haarlem op een dijk aangelegd. In 1908 wordt het nieuwe tracé en station in gebruik genomen.
  • In 1911 worden de sporen tussen Schiedam en Rotterdam Delftsche Poort verhoogd.
  • In 1924 wordt begonnen met het elektrificeren van de spoorlijn. In 1927 wordt het laatste gedeelte onder de draad gebracht. Het is de eerste spoorlijn die na de Hofpleinlijn wordt geëlektrificeerd. Tegelijkertijd wordt een klokvaste dienstregeling ingevoerd met het Materieel'24. Voor de portalen worden vakwerkmasten en de karakteristieke vlinderportalen gebruikt. In Delft worden de oevers versterkt en verbreed om het plaatsen van de masten mogelijk te maken.
  • In 1927 wordt de Koningshavenbrug (ook wel De Hef genoemd) in Rotterdam in gebruik genomen.
  • In 1953 worden de verhoogde sporen en het nieuwe station in Leiden in gebruik genomen.
  • In 1964 worden de verhoogde sporen in Delft in gebruik genomen. Het stationsgebouw uit 1886 blijft behouden.
  • In 1993 gaan de treinen door de nieuwe Willemspoortunnel rijden.
  • In 1995 is de spoorlijn tussen Leiden en Den Haag Hollands Spoor verdubbeld naar vier sporen, om zo het drukke treinverkeer te kunnen opvangen na de opening van de Schiphollijn in 1986.
  • Op 31 mei 1996 wordt het viersporige gedeelte tussen Den Haag Hollands Spoor en Delft Aansluiting geopend. Het nieuwe station van Rijswijk wordt in dienst genomen.
  • In 2009 wordt begonnen met een tunnel in Delft. Deze wordt aangelegd tussen kilometer 67,4 en 70,8. Deze tunnel zal ook het nieuwe station van Delft huisvesten. Op 28 februari 2015 wordt de tunnel en het nieuwe station in gebruik genomen.
  • Rond 2020 moet het gedeelte tussen Delft Aansluiting en Delft Zuid viersporig zijn. De wissels bij Delft Aansluiting komen dan te vervallen.
  • Rond 2030 moet het gedeelte tussen Delft Zuid en Schiedam viersporig zijn. Het gedeelte tussen Schiedam en Rotterdam zal gebruik gaan maken van de westelijke sporen die nu aansluiting in Schiedam geven op de Hoekse lijn.


Stations

Amsterdam Centraal


Amsterdam Westerdok


Amsterdam Willemspoort

Op 1842 wordt het station geopend. Op 15 oktober 1878 wordt het station gesloten. Het ligt op kilometer 0,0.


d'Eenhonderd Roe

Het eerste station van Amsterdam was tijdelijk van aard. Door problemen omtrent grondverwerving moest het eerste station buiten de stadsgrenzen van de stad Amsterdam worden gebouwd. Het station d'Eenhonderd Roe ligt op het grondgebied van de gemeente Sloten, op zo'n 400 meter van de Haarlemmerpoort. Op 4 oktober 1842 werd het station gesloten en kon er gebruik worden gemaakt van het station Amsterdam Willemspoort. Het station ligt op kilometer 0,3.

Halfweg


Haarlem


Haarlem

Vogelenzang


Hillegommerbeek


Veenenburg


Piet Gijzenbrug

In 1842 geopend. In 1926 veranderde de naam in Noordwijkerhout. Gesloten voor reizigers in 1944. Het stationsgebouw is in 1964 gesloopt. In 1973 wordt op deze plaats het overlaadstation voor afval geopend.

Postbrug

De stopplaats lag op kilometer punt bij de kruising van de weg Haarlem - Leiden over de trekvaart Haarlem - Leiden. De stopplaats had een perron. Bij de halte stond . Op 17 augustus 1842 is de stopplaats geopend. In de omgeving was nauwelijks bebouwing, zodat er ook amper vraag naar vervoer bestond. Dit leidde er toe dat de HSM besloot om de halte weer te sluiten.

Leiden






Het Haantje

De stopplaats lag op kilometer punt 67,657 bij de gelijknamige overweg. De stopplaats had twee perrons, die aan beide zijden van de overweg lagen. Bij de overweg stond wachterswoning 77.

Singelweg

De stopplaats lag op kilometer punt 68,261 bij de gelijknamige overweg. De stopplaats had twee perrons, die aan beide zijden van de overweg lagen. Bij de overweg stond wachterswoning 78.

Schoolpoort

De stopplaats lag op kilometer punt 68,820 bij de gelijknamige overweg. De stopplaats had twee perrons, die aan beide zijden van de overweg lagen. Bij de overweg stond wachtpost 80.

Oud Station Delft

De stopplaats lag op kilometer punt 69,148 bij de gelijknamige overweg. Deze stopplaats was in de plaats gekomen van het verlaten eerste station. Bij de overweg stond wachtpost 81. In veranderde de wachtpost in seinhuis I.

Delft

Het eerste station van 1847 lag op kilometer punt 69,205. Het tweede station uit 1886 lag op kilometer punt 69,471. Het nieuwe station dat op 28 februari 2015 in gebruik is genomen, is gelegen op kilometer punt 69,5. Het is het derde station van de stad.

Delft Zuid

Het station ligt op kilometer punt 71,3.



Aansluitingen

De spoorlijn kent en kende diverse spooraansluitingen. Bij Delft ligt sinds 1883 ter hoogte van kilometerpunt 68,0 de aansluiting naar de KNGSF (Koninklijke Nederlandse Gist- en Spiritus Fabriek). Deze aansluiting had tot 1975 ook een traject naar de Nederlandsche Oliefabriek, later Calvé. In 1972 wordt het emplacement gewijzigd en is het niet meer mogelijk om een locomotief op de spooraansluiting om te laten lopen. Bij de aanleg van het viaduct in Delft werden de aansluitingen enkele uren buiten gebruik gesteld. Bij de bouw van de tunnel in Delft was dit niet mogelijk. Op 16 oktober 2011 werd de aansluiting buiten dienst gesteld en op 28 februari 2015 weer in dienst genomen.


Ingebruikname

Op 6 augustus 1839 vinden de eerste proefritten plaats met locomotief 'Snelheid'. Op 20 september 1839 rijdt locomotief 'De Arend' de eerste trein van Haarlem naar Amsterdam.


Dienstregeling

Nadat in augustus 1942 Leiden werd bereikt, gaan er vier treinen per dag rijden in elke richting. Deze treinen stopten op elk station, behalve op Hillegommerbeek. Hier stopte slechts een trein per dag per richting.


De zomerdienstregeling van 1940 is nooit ingegaan, vanwege het begin van de Tweede Wereldoorlog. Op 10 juni 1940 komt er echter wel een nieuwe dienstregeling uit, waarbij stoptreinen in een regelmatig patroon rijden. Deze rijden om de twee uur. Daarnaast rijden elk half uur sneltreinen. In september 1944 kwam het treinverkeer grotendeels stil te liggen door de Spoorwegstaking. De eerste dienstregeling na de oorlog, gaat op 15 augustus 1945 in.

Met ingang van de zomerdienstregeling 1951 worden de vier treinen naar Brussel en Parijs beter over de dag verspreidt. De douane- en paspoortcontrole vinden plaats tussen Rotterdam en Roosendaal en tussen Roosendaal en Antwerpen. Naast al het binnenlandse verkeer dat tussen Amsterdam en Rotterdam via de lijn rijdt, rijden er ook diverse internationale treinen over de lijn. Zo rijden er D-treinen, TEE-treinen en EC treinen naar onder andere Brussel en Parijs. Vanaf 1957 komt de Beneluxdienst naar Brussel over deze lijn te rijden.

Om tot een ontlasting van het drukke traject Leiden - Amsterdam te komen, werd de Schiphollijn aangelegd. Het internationale verkeer en de belangrijkste intercity's werden naar deze nieuwe lijn verlegd. Haarlem raakte zo zijn internationale verbindingen kwijt. In 2012 krijgt Haarlem zijn vier intercity's in de richting van Leiden terug.


Met ingang van 14 mei 1950 rijden de treinen beurtelings het ene half uur naar Roosendaal en het andere half uur naar Eindhoven. Met ingang van de winterdienst op 8 oktober 1950 is de Oude Maasbrug bij Dordrecht weer dubbelsporig te berijden.


De dienstregeling 1969/1970 in mei laat een voorschot zien van de dienstregeling die een jaar later ingaat. Er gaan twee exprestreinen rijden vanuit Amsterdam. Deze rijden elk half uur. De ene trein gaat naar Vlissingen en de andere trein rijdt naar België. Naast deze exprestreinen rijden er ook twee semi-sneltreinen naar Eindhoven. Één keer per uur rijdt deze trein door naar Venlo. Tussen Leiden en Dordrecht gaan per uur twee stoptreinen rijden.


Opening

Op 20 september 1839 werd de spoorlijn Haarlem - Halfweg - Amsterdam geopend. De stoomlocomotief 'Arend' trok de eerste trein, terwijl stoomlocomotief 'Snelheid' als reserve achter de hand was gehouden. Op 2 juni 1842 werd het gedeelte Haarlem - Veenenbrug geopend. Op 17 augustus 1842 werd het deel Veenenbrug - Leiden geopend. Een jaar later werd Den Haag bereikt. Het eerste deel tussen Leiden en Voorschoten werd op 1 mei 1843 geopend. Op 6 december 1843 vond de opening plaats van het traject Voorschoten - Den Haag. Het laatste deel, tussen Den Haag en Rotterdam Delftsche Poort werd op 3 juni 1847 geopend.