NCS (Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij): verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
(Geschiedenis.)
Regel 3: Regel 3:
 
='''Geschiedenis'''=
 
='''Geschiedenis'''=
  
Op 20 februari 1860 is de spoorwegmaatschappij opgericht in Amsterdam. De doelstelling van de spoorwegmaatschappij is te komen tot een samenhangend spoorwegnet met Europese aansluitingen. Het blijft echter maar bij één spoorlijn, de [[Centraalspoorweg]]. Ruim 30 jaar later vindt er uitbreiding plaats van het lijnennet door de aanleg van lokaalspoorlijnen en tramwegen. De late uitbreiding van het netwerk is te wijten aan geldgebrek, waardoor de spoorwegmaatschappij moest samenwerken met de SS en de HSM.
+
Op 20 en 29 februari 1860 is de spoorwegmaatschappij opgericht in Amsterdam. De doelstelling van de spoorwegmaatschappij is te komen tot een samenhangend spoorwegnet met Europese aansluitingen. Nog voor de oprichting van de spoorwegmaatschappij, waren er al aanvragen ingediend voor concessie voor de aanleg en exploitatie voor diverse trajecten. De concessie moet verleend worden voor een periode van 90 jaar, waarbij de spoorlijn in 5 jaar tijd zouden worden aangelegd. De aanvragen voor de trajecten waren:
 +
* Groningen - Leeuwarden;
 +
* Harlingen - Zwolle via Leeuwarden en Heerenveen;
 +
* Zwolle - Kampen;
 +
* Zwolle - Rheine via Almelo;
 +
* Raalte - Westervoort;
 +
* Utrecht - Breda via Gorinchem
 +
Het blijft echter maar bij één spoorlijn, de [[Centraalspoorweg]]. Twee weken na de aanvraag voor de concessie treedt het kabinet Van Hall aan. Door dit kabinet wordt in 1860 de spoorwegwet aangenomen, waardoor het aanleggen van nieuwe spoorlijnen versneld kon worden gebeuren. De aanleg zou geschieden door de Staat der Nederlanden, terwijl de exploitatie bij een particuliere maatschappij zou worden ondergebracht. Door de staat worden spoorlijnen aangelegd, waarvoor voor een deel in 1859 al een concessie is aangevraagd. Deze aanvragen door de NCS worden daarom niet gehonoreerd. De aanvraag van een concessie voor de aanleg en exploitatie van een spoorlijn tussen Zwolle en Rheine en van Kampen naar Duitsland wordt in 1860 gedaan. Doordat de Staat der Nederlanden een spoorlijn had gepland naar Enschede, wordt deze aanvraag niet snel behandeld. In 1862 wordt wederom een aanvraag gedaan om een spoorlijn vanuit Kampen aan te mogen leggen naar Zwolle. Deze wordt in 1863 verleend.
  
  
Regel 15: Regel 22:
 
='''Spoorlijnen'''=
 
='''Spoorlijnen'''=
  
 +
De eerste spoorlijn die wordt aangelegd en geëxploiteerd, is de spoorlijn tussen Utrecht en Kampen via Zwolle. Deze wordt tussen 1863 en 1865 in gebruik genomen. Ruim 30 jaar later vindt er uitbreiding plaats van het lijnennet door de aanleg van lokaalspoorlijnen en tramwegen. De late uitbreiding van het netwerk is te wijten aan geldgebrek, waardoor de spoorwegmaatschappij moest samenwerken met de SS en de HSM.
  
  
Regel 21: Regel 29:
 
Door de spoorwegmaatschappij zijn in totaal 10 series stoomlocomotieven besteld bij diverse fabrikanten. Hiervan zijn er 9 in dienst gekomen bij de latere NS.
 
Door de spoorwegmaatschappij zijn in totaal 10 series stoomlocomotieven besteld bij diverse fabrikanten. Hiervan zijn er 9 in dienst gekomen bij de latere NS.
  
{| class="wikitable" style="width:600px; font-size:85%;"  
+
{| class="wikitable" style="width:600px; font-size:90%;"  
 
|-
 
|-
 
! Serie || Fabrikant || In dienst || Type || Nummer bij NS
 
! Serie || Fabrikant || In dienst || Type || Nummer bij NS

Versie van 28 jan 2019 00:59

De Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij (NCS) was een spoorwegmaatschappij die heeft bestaan van 1860 tot 1934.

Geschiedenis

Op 20 en 29 februari 1860 is de spoorwegmaatschappij opgericht in Amsterdam. De doelstelling van de spoorwegmaatschappij is te komen tot een samenhangend spoorwegnet met Europese aansluitingen. Nog voor de oprichting van de spoorwegmaatschappij, waren er al aanvragen ingediend voor concessie voor de aanleg en exploitatie voor diverse trajecten. De concessie moet verleend worden voor een periode van 90 jaar, waarbij de spoorlijn in 5 jaar tijd zouden worden aangelegd. De aanvragen voor de trajecten waren:

  • Groningen - Leeuwarden;
  • Harlingen - Zwolle via Leeuwarden en Heerenveen;
  • Zwolle - Kampen;
  • Zwolle - Rheine via Almelo;
  • Raalte - Westervoort;
  • Utrecht - Breda via Gorinchem

Het blijft echter maar bij één spoorlijn, de Centraalspoorweg. Twee weken na de aanvraag voor de concessie treedt het kabinet Van Hall aan. Door dit kabinet wordt in 1860 de spoorwegwet aangenomen, waardoor het aanleggen van nieuwe spoorlijnen versneld kon worden gebeuren. De aanleg zou geschieden door de Staat der Nederlanden, terwijl de exploitatie bij een particuliere maatschappij zou worden ondergebracht. Door de staat worden spoorlijnen aangelegd, waarvoor voor een deel in 1859 al een concessie is aangevraagd. Deze aanvragen door de NCS worden daarom niet gehonoreerd. De aanvraag van een concessie voor de aanleg en exploitatie van een spoorlijn tussen Zwolle en Rheine en van Kampen naar Duitsland wordt in 1860 gedaan. Doordat de Staat der Nederlanden een spoorlijn had gepland naar Enschede, wordt deze aanvraag niet snel behandeld. In 1862 wordt wederom een aanvraag gedaan om een spoorlijn vanuit Kampen aan te mogen leggen naar Zwolle. Deze wordt in 1863 verleend.


Het aandelenkapitaal bedroeg


Fusie met de NRS

Spoorlijnen

De eerste spoorlijn die wordt aangelegd en geëxploiteerd, is de spoorlijn tussen Utrecht en Kampen via Zwolle. Deze wordt tussen 1863 en 1865 in gebruik genomen. Ruim 30 jaar later vindt er uitbreiding plaats van het lijnennet door de aanleg van lokaalspoorlijnen en tramwegen. De late uitbreiding van het netwerk is te wijten aan geldgebrek, waardoor de spoorwegmaatschappij moest samenwerken met de SS en de HSM.


Locomotieven

Door de spoorwegmaatschappij zijn in totaal 10 series stoomlocomotieven besteld bij diverse fabrikanten. Hiervan zijn er 9 in dienst gekomen bij de latere NS.

Serie Fabrikant In dienst Type Nummer bij NS
1 - 12 Neilson & Co 1863 1B 7201 - 7209
13 - 15 Stephenson & Co 1872 1B N.v.t.
16 - 20 Egestorff 1874 - 1876 1B 5601 - 5605
21 - 30 Neilson & Co / Henschel 1892 - 1900 / 1902 2B 1501 - 1507 / 1508 - 1510
41 - 50 Sächsische Maschinenfabrik / Hohenzollern 1899 - 1903 2B 7001 - 7010
61 - 65 Neilson & Co 1901 2B1 5401 - 5405
71 - 78 Maffei 1910 - 1914 2C 3601 - 3608
90 - 91 Hohenzollern 1905 2B 7301 - 7302
1 II Orenstein & Koppel 1918 B 8001


Rijtuigen

Opheffing