Emmtec

Aan de zuidoost-zijde van Emmen wordt in 19 begonnen met de aanleg van een bedrijventerrein. Hier komen in de jaren '50 van de twintigste eeuw fabrieken op het gebied van kunststoffen. Om deze fabrieken per spoor te kunnen bedienen, wordt er een uitgebreid sporencomplex aangelegd. Het terrein is alleen te bereiken vanuit de richting Emmen.

Geschiedenis

Na de spoorpoort is er een emplacement van vier sporen. In de loop van de tijd zijn er twee sporen buiten dienst gesteld. Van het noordelijke spoor takt de aansluiting af naar de losplaats voor caprolactam. Van het spoor loopt het spoor naar de losplaats van methanol. Het spoor leidt naar de losplaats voor glycol.

In 19 worden twee voormalige diesellocomotieven van de Staatsmijnen naar dit emplacement overgebracht. Het zijn de SM-130 en SM-132. Deze krijgen bij Emmtec de nummers 99 en 100.

Bediening

Vanaf 197 zakt het vervoer in. Tot aan 2004 ontvangt het bedrijf methanol uit Liebenau. Dit wordt aangevoerd via de Bentheimer Eisenbahn. Zij zetten de wagons in Coevorden klaar. De goederentrein uit Almelo naar Emmen neemt deze wagons mee naar Emmen. In 2005 is alleen het vervoer van caprolactam over. Dit wordt gebruikt bij de productie van nylon. Het is afkomstig van het chemische terrein Lutterade DSM bij Geleen. Deze trein bestaat uit 6 tot 8 wagons. De treinen gaan vanaf dat moment in de nacht rijden in plaats van overdag. De lege trein (63404) vertrekt om 22.28 bij Emmtec. In Emmen moet kop worden gemaakt en de trein rijdt als trein 63480 via Almelo, Amersfoort en 's-Hertogenbosch naar Geleen. Vanaf Lutterade wordt er om vertrokken. De trein komt om 6.36 aan in Emmen, waar na kopmaken om 6.56 Emmtec wordt bereikt. In de praktijk komt de trein regelmatig vroeger aan. Op zijn vroegst kan de trein om 5.55 aan komen, omdat er dan ruimte is op het station van Emmen om achter de perronsporen om te lopen. Na het plaatsen van de wagons keert de locomotief los terug naar Almelo, waar hij de bedieningen al daar gaat doen. Vanaf 200 gaat Railion zelf de wagons plaatsen bij de losinstallatie. De beide diesellocomotieven 99 en 100 raakten hierdoor werkloos.

Spooraansluitingen

• AKU/AKZO/Teijin

In 1952 opent AKU de derde vestiging voor de productie van kunstgaren. In Emmen zal nylon worden geproduceerd. Dit wordt onder andere geleverd aan Danlon, dat eveneens op het bedrijventerrein is gevestigd. Naast nylon produceerde het bedrijf later Akulon, Terlenka (1955) en Twaron (1976). In 1969 fuseert de AKU met de Koninklijke Zout Organon tot AKZO. In 1998 verkoopt AkzoNobel de fabriek in Emmen aan het Japanse Teijin. Het spoorvervoer bestaat uit de afvoer van spinkorrels voor de productie van polyester naar Breda, waar AKU eveneens een vestiging had. De spinkorrels worden vervoerd in aangepaste bollenwagens van het type Ubcs, die na plaatsing van een andere bol op het onderstel als type Uces (vanaf 1981 als Udds) door het leven gaan. Vanaf 19 vindt er ook afvoer van spinkorrels plaats naar het Duitse Bayerischen Glanzstoff Fabriek in Obernburg. In 1982 komt er een einde aan het vervoer van spinkorrels naar Breda als gevolg van de sluiting van de Bredase fabriek. In 199 komt er ook een einde aan het vervoer van spinkorrels naar Obernburg.

• Danlon

In 1953 geopend voor het verwerken van nylon tot panty's en kousen. In 1984 failliet verklaard en overgenomen door Nedac Sorbo. In 1996 gesloten.