Eindhoven Centraal

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Eindhoven is een van de stations van Eindhoven. De verkorting van het station is Ehv.

Geschiedenis

Op 10 mei 1940 werd zo veel mogelijk elektrisch materieel overgebracht van Eindhoven naar Utrecht als gevolg van het begin van de Tweede Wereldoorlog.

Met het ingaan van de dienstregeling 2020 op 15 december 2019 wijzigt de naam van het station naar Eindhoven Centraal.


Eerste station

Het station is van het type derde klas van de Staatsspoorwegen, naar een ontwerp van K. H. Brederode. Het station wordt op 1864 geopend. In 1885 wordt het station verbouwd, waarbij de twee zijvleugels worden vervangen door twee lange en brede vleugels. In 1912 gesloopt omdat het station niet meer voldeed.


Tweede station

Ter vervanging van het oude stationsgebouw wordt door architect G.W. van Heukelom een nieuw station ontworpen. Het fundament van het oude station wordt gebruikt om het nieuwe te bouwen. Het middendeel bestaat uit twee verdiepingen en een puntdak. Aan weerszijden zijn twee vleugels, waarbij de linker groter is dan de rechter. In de linkervleugel zijn . In de rechtervleugel zijn . De ingang van het station is gelegen in een aparte aanbouw voor het hoge middendeel. De bouw van het gebouw start in 1909. Het station wordt op 1913 geopend. In 1915 worden de nieuwe perrons en perrongebouwen in gebruik genomen. Om de perrons te bereiken is een tunnel onder de sporen aangelegd. Op 19 september 1944 is het station beschadigd geraakt bij een bombardement van de Duitsers. In 1956 wordt het stationsgebouw gesloopt om plaats te maken voor het nieuwe stationsplein.


Derde station

Op 3 december 1947 wordt begonnen met de verbouwing van het station. Het station wordt ontworpen door architect K. van Gaast. De zuidelijke gevel van het station bestaat grotendeels uit een glazen pui met aluminium skelet. De overige gevels van het gebouw worden opgetrokken uit beton en met gele verblendsteen bekleed. Het station wordt 46 meter lang, 31 meter breed en 11 meter hoog. Aan de voorzijde komt een luifel, ondersteund door 11 zuilen, met een terras. Hier komen vier sets van vier toegangsdeuren. Aan de linkerzijde zal boven de luifel in de glazen wand een uurwerk worden geplaatst. Op de begane grond is het plaatskaartenkantoor met de loketten. Een trap naar de eerste verdieping leidt naar de stationsrestauratie. Op de tweede verdieping zijn diverse kantoren. Het station krijgt drie perrons, waarvoor de tunneltrappen, stationstunnel, bagagetunnel met liften naar de perrons in 1953 klaar zijn. Niet alleen het station wordt verbouwd, maar ook het goederenstation en fractieterrein. De gemeente Eindhoven hervormt het stadscentrum en vervangt de overweg in de Fellenoord. Om dit mogelijk te maken worden de sporen opgehoogd en een tunnel onder de sporen aangelegd. De verhoogde sporen schuiven op ten noorden van het oude station. De werkzaamheden worden verdeelt in vijf perioden. De eerste twee perioden komen in 1951 gereed. In deze twee perioden is de baanverhoging tussen Eindhoven en Woensel opgenomen met de daarvoor nodige viaducten en tunnels. Het tractieterrein wordt in grote lijnen voltooid met een nieuwe watervoorziening en draaischijf. De sporen in de richting van Venlo en Weert worden verlegd. Voor de beveiliging van deze sporen komt het nieuwe seinhuis IV in dienst. De derde periode van werkzaamheden start in juli 1951. In deze periode worden de oude locomotiefloods en kolenpark afgebroken. De ruimte die vrij komt worden nieuwe sporen en wissels verhoogd aangelegd. Op 28 november 1953 worden de hoge sporen en het nieuwe emplacement in gebruik genomen. In het najaar van 1954 wordt begonnen met de bouw van het nieuwe station. Het nieuwe station wordt op 1956 in gebruik genomen.

In mei 1970 wordt de nieuwe noordzijde van het station opgeleverd. Hier komt een nieuwe hal met plaatskaartenkantoor, dienstruimte, winkels, restaurant en fietsenstalling.

In 1991 wordt de noordzijde voorzien van een nieuw gebouw. Dit is ontworpen door J. Bak.

In maart 2013 wordt begonnen met de de aanleg van een nieuwe tunnel in de stationshal. Door de aanleg van de tunnel zullen niet alle perrons bereikbaar zijn. Op het voormalige postperron van de PTT wordt een noodperron aangelegd voor spoor 34. Vanaf dit spoor vertrekken sprinters van de serie 5200 en 6400. Met dit noodperron is het mogelijk om steeds twee sporen buiten dienst te houden en deze als kopsporen te gebruiken. Om het half jaar werd de spooropstelling gewijzigd. Als laatste zijn de sporen 6 en 7 weer in dienst gekomen. Medio maart 2015 is de tunnel onder de sporen in zijn geheel gegraven. Deze nieuwe tunnel is 13 meter breder dan de oude tunnel en zal onder meer horeca en winkels faciliteren. In de zomer van 2015 is de tunnel in ruwbouw gereed en wordt de tunnel geopend, zodat alle perronsporen weer te bereiken zijn. Het noodperron van spoor 34 is tegelijkertijd buiten dienst gesteld en kort daarna afgebroken. Op 22 november 2015 is de tunnel open gegaan voor reizigers. De oude tunnel wordt op dat moment gesloten en zal gerenoveerd gaan worden. In deze tunnel wordt plaats gemaakt voor nieuwe liften naar de perrons. Ook zullen er wachtruimtes in de tunnel gemaakt worden. Op het dak zullen in totaal 1.900 zonnepanelen worden aangelegd. Hiermee is het mogelijk voor het station om voor 60% in zijn energiebehoefte te voorzien. De opgewekte stroom wordt gebruikt voor de liften, roltrappen etc. Op 22 maart 2018 wordt na 5 jaar (ver)bouwen het station heropend.


Laad- en losplaats

Rond 1915 is de laad- en losplaats vernieuwd. Er komen kantoren voor de douane en een goederenloods. Voor het rangeerwerk is een rangeerterrein aangelegd.


Locomotiefdepot

Station Eindhoven kende een locomotiefloods. Deze wordt in 1914 gebouwd.

Vanaf 8 oktober 1922 zijn er voor de locomotieven van de serie 3400 tien diensten, waarvan er 8 in gedeeld zijn in de B-serie. De locomotieven rijden in deze serie veelal volle kolentreinen naar het noorden en lege kolentreinen naar Susteren of Heerlen. In 1923 vervangen de nieuwe locomotieven van de serie 4600 de locomotieven van de serie 3400. In oktober 1925 zijn er 10 diensten voor de serie 4600, verdeeld over twee series A en B. In beide series worden dezelfde treinen gereden. In de zomerdienst van 1933 krijgt het depot de beschikking over locomotieven van de serie 6300.


Op worden geen diensten meer gesteld van uit het locomotiefdepot. Er zijn tot dat moment nog slechts diensten gesteld vanuit het depot.

In wordt de locomotiefloods gesloopt.

In het depot zijn tussen en de volgende series stoomlocomotieven in het depot gehuisvest:

  • 3400;
  • 3700;
  • 4600;
  • 6300;
  • 8100


Spoorlijnen

Het station is gelegen aan Staatslijn E en aan de spoorlijn naar Weert. Daarnaast was het station het beginpunt van de spoorlijn naar Neerpelt.


Dienstregeling

Op 6 december 1937 is Eindhoven te bereiken per elektrische trein. Op 22 maart 1938 vond de eerste proefrit plaats met een treinstel Materieel'36. Vanaf 7 april 1938 was het mogelijk om per elektrische trein vanuit Utrecht naar Eindhoven te reizen. De elektrische treinen rijden enkele treinen die tot dan toe met dieseltreinstellen. Officieel werd pas vanaf 15 mei 1938 elektrisch naar Eindhoven gereden. Op 1 oktober 1938 gaat er een directe sneltrein rijden tussen Eindhoven en Brussel. Deze trein rijdt via de grensovergang bij Borkel en Schaft. Onderweg wordt er gestopt in Valkenswaard en in België in Achel, Neerpelt, Mol, Herentals en Lier. De reistijd bedraagt via deze route ongeveer 3 uur, wat bijna een uur sneller is dan de gebruikelijke route via Roosendaal. De trein rijdt twee keer per dag in beide richtingen. Op 9 oktober 1938 vindt de officiële ingebruikname plaats. In augustus 1939 rijdt de trein tussen Eindhoven en Brussel voor het laatst vanwege gebrek aan reizigers. Tot 17 september 1944 wordt er nog zo goed en kwaad als het gaat gereden. Na de bevrijding werd met stoom- en dieselmaterieel een nooddienstregeling gereden. In november 1945 wordt het reizigersvervoer naar Valkenswaard en Achel gestaakt. Vanaf 4 mei 1947 zou er weer elektrisch gereden moeten kunnen worden tussen Utrecht en Eindhoven. Er is echter dieselmaterieel nodig om de dienst te kunnen rijden. Pas vanaf 3 juni 1947 kon er weer elektrisch worden gereden tussen beide plaatsen. De elektrificatie naar het zuiden komt op 15 mei 1949 in dienst. Hierdoor is het mogelijk om doorgaand elektrisch te rijden vanuit Amsterdam naar Maastricht/Heerlen.



Per 3 augustus 2015 is het mogelijk om alle perronsporen weer doorgaand te gebruiken. Hiermee kan spoor 34 buiten dienst worden gesteld. Langs dit perron keerde de serie 5200 (Tilburg Universiteit - Eindhoven)


In de dienstregeling 2017 wordt de serie 1900 (Den Haag Centraal - Venlo) opgeheven. In de plaats hiervan komt de serie 1100. Deze gaat rijden tussen Den Haag Centraal en Eindhoven. Tussen december 2016 en april 2017 rijdt deze serie slechts tot Breda. Ter vervanging van het gedeelte tussen Breda en Eindhoven wordt de tijdelijke serie 11100 ingesteld. Voor Venlo moet er overgestapt worden op de serie 13500.


Stoppende treinen

In de huidige dienstregeling (2020) stoppen de volgende treinseries te Eindhoven:

Treinserienummer Beginpunt Eindpunt Materieel
800 Maastricht Alkmaar/(Schagen) VIRM
1100 Den Haag Centraal Eindhoven BR 186 + ICRmh rijtuigen
1900 Dordrecht Eindhoven
2900 Enkhuizen Maastricht VIRM
3500 Schiphol Venlo VIRM
3700 Dordrecht Venlo VIRM
3900 Enkhuizen Heerlen VIRM
4400 Oss Deurne FLIRT
5200 Tilburg Universiteit Eindhoven FLIRT
6400 Eindhoven Weert FLIRT
13500 Eindhoven Venlo
21400 Eindhoven Utrecht Centraal/Rotterdam Centraal DDZ/VIRM

Passerende treinen

In de huidige dienstregeling (2020) stoppen alle treinen in Eindhoven.