Centraalspoorweg: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
(Beveiliging, wijzingen en aansluitingen.)
(Beveiliging.)
Regel 30: Regel 30:
  
  
Aan het eind van 1951 beginnen de werkzaamheden om de spoorwegkruising bij Blauwkapel te voorzien van [[NX-beveiliging]]. Dit zijn de sporen van Utrecht naar Amersfoort, van Hilversum naar Lunetten en Utrecht en de verbinding Utrecht Maliebaan - Amersfoort. Tijdens de elektrificatie van de spoorlijn in 1951 worden de armseinen vervangen door [[Lichtseinstelsel 1946|daglichtseinen]]. In de nacht van 20 op 21 april 1952 zijn alle oude seinpalen tussen Utrecht en Blauwkapel verwijderd. De volgende dag is de NX-beveiliging in dienst gesteld. Bij twee overwegen wordt een knipperlichtinstallatie (AKI) geplaatst. Bij de dubbele overweg in de Voordorpsedijk wordt een AHOB-installatie geplaatst. Ook komt het nieuwe seinhuis van Blauwkapel in dienst. Dit staat ten zuiden van de spoorlijn tussen Utrecht en Amersfoort, bij kilometerpunt 3,840. Het seinhuis is ontworpen door Sybold van Ravesteyn. De NX-beveiliging bij Blauwkapel is op 24 juni 1962 vervangen door de CTC (Centralized Traffic Control) Blauwkapel.  
+
Aan het eind van 1951 beginnen de werkzaamheden om de spoorwegkruising bij Blauwkapel te voorzien van [[NX-beveiliging]]. Dit zijn de sporen van Utrecht naar Amersfoort, van Hilversum naar Lunetten en Utrecht en de verbinding Utrecht Maliebaan - Amersfoort. Tijdens de elektrificatie van de spoorlijn in 1951 worden de armseinen vervangen door [[Lichtseinstelsel 1946|daglichtseinen]]. In de nacht van 20 op 21 april 1952 zijn alle oude seinpalen tussen Utrecht en Blauwkapel verwijderd. De volgende dag is de NX-beveiliging in dienst gesteld. Bij twee overwegen wordt een knipperlichtinstallatie (AKI) geplaatst. Bij de dubbele overweg in de Voordorpsedijk wordt een AHOB-installatie geplaatst. Ook komt het nieuwe seinhuis van Blauwkapel in dienst. Dit staat ten zuiden van de spoorlijn tussen Utrecht en Amersfoort, bij kilometerpunt 3,840. Het seinhuis is ontworpen door Sybold van Ravesteyn. De NX-beveiliging bij Blauwkapel is op 24 juni 1962 vervangen door de CTC (Centralized Traffic Control) Blauwkapel. Op 11 november 1974 worden werkzaamheden uitgevoerd aan de sporen van Blauwkapel naar Utrecht voor de invoering van de NX-beveiliging van Utrecht. De blokafstand tussen de seinen wordt hierbij verkleind.
  
 
Op 29 april 1996 verhuist de bediening van seinen en wissels van Blauwkapel naar de nieuwe verkeersleidingpost van Utrecht.
 
Op 29 april 1996 verhuist de bediening van seinen en wissels van Blauwkapel naar de nieuwe verkeersleidingpost van Utrecht.

Versie van 3 aug 2020 13:54

De Centraalspoorweg is de spoorlijn tussen Utrecht Centraal en Kampen via Zwolle. Het is de eerste spoorlijn welke gebouwd is door de NCS (Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij). De spoorlijn heeft een lengte van 100,9 kilometer.

Geschiedenis

In 1856 wordt door de heren W.C. Brade, A. Blondot, C. van der Elst en baron H.A.J. van Lockhorst een aanvraag ingediend om de concessie te verkrijgen voor de aanleg van een spoorlijn van Utrecht via Amersfoort en Harderwijk naar Zwolle. In april 1857 wordt W.C. Brade geschrapt als aanvrager. Nog voor dat de concessie verleend was, was de aanleg gegund aan de firma Delettrez, Père et Cie uit Parijs. Deze firma maakt de voorlopige tekeningen en plannen, het aankopen of onteigenen van benodigde gronden, de bouw van bruggen en stations en een werkplaats. De exploitant was verplicht om met deze onderneming in zee te gaan bij de gunning van de concessie. De verlening van de concessie vindt plaats op 14 juli 1859. In februari 1860 wordt de Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij opgericht, waar de exploitatie van de spoorlijn wordt ondergebracht. In 1862 wordt de aanvraag tot het verlenen van een concessie voor de aanleg en exploitatie van een spoorlijn tussen Kampen en Zwolle. Deze aanvraag wordt in 1863 gegund.


Het traject tussen Zwolle en Kampen is beter bekend als het Kamperlijntje. Zie voor het uitgebreide artikel de pagina Kamperlijntje.


Planning

Bij het plannen van de spoorlijn, zijn er 7 stations bedacht. Deze zouden komen in Utrecht, Soest, Amersfoort, Nijkerk, Harderwijk, Elburg en Zwolle. Op initiatief van gemeenten en particulieren worden ook stations gebouwd in De Bilt, Putten, Hulshorst en Hattem.


Aanleg

De gunning van de aanleg van de spoorlijn wordt aan de firma Delettrez, Père et Cie uit Parijs verleend. Daar zij echter niet op tijd leveren, wordt er in zee gegaan met een andere aannemer. Dit wordt Vitali, Picard, Charles et Cie uit Parijs. Het traject van de spoorlijn wordt op goedgekeurd, met uitzondering van de plaats waar de IJssel overgestoken moet worden bij Hattem. Het leger wilde dat de spoorbrug binnen schootsveld van het fort "Het nieuwe werk" zou worden geplaatst. Op dit punt zijn de uiterwaarden echter vrij breed. De NCS wilde een dam aanleggen door de uiterwaarden. Door het aanleggen van deze dam, zou het water echter enorm hoog kunnen worden opgestuwd bij hoog water, zodat delen van Gelderland kunnen overstrommen. De gemeente Hattem wilde dat de NCS deze kosten voor de dam voor zijn rekening zou nemen. Hierop besloot de NCS toch een brug over de uiterwaarden aan te leggen. Het verloop van het traject kent diverse grote afstanden tot dorpskernen en de bijhorende stations. Dit is veroorzaakt doordat de aannemer geregeld het traject wijzigde, wanneer deze te maken kreeg met lastige grondeigenaren die geen grond voor de spoorlijn wilden afstaan.

Op 15 juli 1861 werd bij Soest begonnen met de aanleg van de spoorlijn. Deze moest op 14 juli 1863 gereed zijn, anders zou er een boete worden opgelegd van 20.000 gulden per maand vertraging. Op 7 oktober 1862 wordt begonnen met de aanleg van de IJsselbrug. Eveneens wordt in 1862 een tweedradige telegraaf aangelegd tussen Utrecht en Zwolle met alle benodigde toestellen.


De aanleg van het laatste traject, tussen Zwolle en Kampen, begint eind 1864. De oorzaak van de vertraging was gelegen in het feit dat de concessie voor de verlenging niet was gegeven. De vertraging was in strijd met de afspraak om ook deze spoorlijn in juli 1863 gereed te hebben. De aannemer zou de spoorlijn aanleggen voor een bedrag van 775.000 gulden. De totale kosten voor de aanleg bedraagt 768.591 gulden.


Beveiliging



Aan het eind van 1951 beginnen de werkzaamheden om de spoorwegkruising bij Blauwkapel te voorzien van NX-beveiliging. Dit zijn de sporen van Utrecht naar Amersfoort, van Hilversum naar Lunetten en Utrecht en de verbinding Utrecht Maliebaan - Amersfoort. Tijdens de elektrificatie van de spoorlijn in 1951 worden de armseinen vervangen door daglichtseinen. In de nacht van 20 op 21 april 1952 zijn alle oude seinpalen tussen Utrecht en Blauwkapel verwijderd. De volgende dag is de NX-beveiliging in dienst gesteld. Bij twee overwegen wordt een knipperlichtinstallatie (AKI) geplaatst. Bij de dubbele overweg in de Voordorpsedijk wordt een AHOB-installatie geplaatst. Ook komt het nieuwe seinhuis van Blauwkapel in dienst. Dit staat ten zuiden van de spoorlijn tussen Utrecht en Amersfoort, bij kilometerpunt 3,840. Het seinhuis is ontworpen door Sybold van Ravesteyn. De NX-beveiliging bij Blauwkapel is op 24 juni 1962 vervangen door de CTC (Centralized Traffic Control) Blauwkapel. Op 11 november 1974 worden werkzaamheden uitgevoerd aan de sporen van Blauwkapel naar Utrecht voor de invoering van de NX-beveiliging van Utrecht. De blokafstand tussen de seinen wordt hierbij verkleind.

Op 29 april 1996 verhuist de bediening van seinen en wissels van Blauwkapel naar de nieuwe verkeersleidingpost van Utrecht.



Opening & ingebruikname

In 1863 wordt het eerste deel van de spoorlijn, tussen Utrecht en Hattem geopend. Op 16 juli 1863 rijdt de eerste trein tussen Utrecht en Harderwijk. Een maand later, op 20 augustus 1863, wordt de spoorlijn tot aan Hattem geopend. Op 6 juni 1864 vindt de opening plaats van de spoorlijn tussen Hattemerbroek en Zwolle. Op 10 mei 1865 wordt het traject van Zwolle naar Kampen geopend.


Wijzigingen

  • In 1929 wordt de spoorbrug bij Hattem vervangen door een nieuwe spoorbrug.
  • Tussen 1935 en 1954 worden de spoorlijnen in Utrecht omhoog gebracht, om zo opstoppingen in het verkeer te voorkomen. Door de groei van de stad en de komst van de auto zat het groeiende treinverkeer het overige verkeer danig in de weg met alle gesloten overwegen. In navolging van Amsterdam wordt gekozen om de spoorlijn tussen Blauwkapel en Lunetten over een lengte van 4 kilometer op een dijklichaam aan te leggen en de kruisende wegen met viaducten het spoor te laten kruisen. Tegelijkertijd worden de sporen voorzien van bovenleiding en de beveiliging vernieuwd. Bij de vernieuwde beveiliging horen ook nieuwe seinhuizen, waarbij in 1939 een wordt gebouwd ter hoogte van de Leidseveertunnel. De tunnels en seinhuizen worden ontworpen door Sybold van Ravesteyn. Het seinhuis bij de Leidseveertunnel is echter nooit in gebruik genomen. De bedientoestellen voor dit seinhuis waren in Duitsland besteld, maar door het uitbreken van de Tweede Wereldoorloog nooit geleverd. Na de oorlog heeft het seinhuis nog een tijd gediend als noodwoning.
  • In 195 wordt begonnen met de elektrificatie van de spoorlijn tussen Amersfoort en Zwolle. Tegelijkertijd wordt het seinstelsel vernieuwd. Er worden daglichtseinen langs de spoorlijn geplaatst. Bij Oldebroek worden inhaalsporen aangelegd. Op 4 januari 1952 wordt de elektrificatie feestelijk geopend. Locomotief 1201 rijdt met de feesttrein van Amersfoort naar Zwolle. Vanaf 7 januari 1952 is het mogelijk om met elektrische treinen te rijden tussen deze plaatsen.
  • In 1953 wordt het gedeelte tussen Bilthoven en Den Dolder voorzien van betonnen dwarsliggers in plaatsen houten dwarsliggers. De betonnen dwarsliggers zijn duurzamer en goedkoper dan de houten dwarsliggers.


  • In 19 wordt begonnen met de verdubbeling van de spoorlijn vanuit Utrecht naar Amersfoort. Bij Blauwkapel worden de twee noordelijkste sporen met een viaduct over de spoorlijn Hilversum - Lunetten aangelegd. Bij Groenekan is een fly-over aangelegd om het noordelijkste spoor van de twee aan te laten sluiten om het zuidelijkste, bestaande spoor, zodat er van de vier sporen terug wordt gegaan naar twee sporen. Op 29 april 1996 komt de nieuwe situatie in dienst.


  • Op 15 december 2015 wordt de aanbesteding gepubliceerd voor de elektrificatie van het gedeelte tussen Zwolle en Kampen. In het voorjaar van 2016 zal bekend worden gemaakt wie de spoorlijn mag elektrificeren. Deze werkzaamheden beginnen in 2017, zodat in december 2017 de spoorlijn elektrisch is te berijden. Naast de elektrificatie wordt aan de spoorlijn een nieuw station gebouwd, Zwolle Stadshagen. Tussen het nieuwe station en Kampen zal de maximumsnelheid verhoogd gaan worden naar 140 kilometer per uur. Voor deze wijziging moeten een aantal seinen worden verplaatst. In Kampen zal het perron worden verlengd en verbreed. Het emplacement van Kampen zal worden opgebroken. Door de slechte bodemgesteldheid blijkt dat het niet mogelijk is om de geplande dienstregeling te kunnen rijden. Eind 2017 en in 2018 worden diverse onderzoeken uitgevoerd om de ondergrond stabieler te kunnen krijgen.


Stations

Bij de aanleg van de spoorlijn waren er 16 stations en haltes gepland. De stations en halten zijn voorzien van stationsgebouwen, welke ontworpen zijn door N.J. Kamperdijk. Voor de NCS ontwierp deze architect drie stationstypen. De stations van het type Eerste klas van de NCS waren te vinden in Amersfoort, Nijkerk, Harderwijk en Kampen. Stations van het type Tweede klas van de NCS waren te vinden in Soest en Elburg. Stations van de Derde klas van de NCS zijn gebouwd in Putten, Nunspeet en Hattem. De stations van De Bilt en Hulshorst kregen eenvoudigere haltegebouwen. De NCS wilde graag samenwerken met andere spoorwegmaatschappijen om gebruik te mogen maken van de al bestaande stations in Utrecht en Zwolle. Met de NRS (Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij) worden onderhandelingen gevoerd over het medegebruik van hun station in Utrecht. De onderhandelingen waren succesvol en de NCS behoefde slechts bij te dragen voor het bedrag dat werd bepaald door het aantal treinbewegingen. In Zwolle verliepen de onderhandelingen met de Staatsspoorwegen en de regering stroever. In afwachting van de bouw van een station, was door de NCS ter hoogte van de Veerallee een tijdelijke halte ingericht met een perron en een houten gebouw. Door middel van een brug bij de Veerallee kon dit station bereikt worden. Door de regering werden echter eisen gesteld aan de bouw van een station, dat de maatschappij plannen had om de tijdelijke halte om te bouwen tot definitief station. Pas in 1866 wordt het Zwolse station door de Staatsspoorwegen in dienst genomen. Het medegebruik van het station was echter nog niet geregeld, zodat de reizigers nog een stuk moesten lopen voor een overstap. Pas in 1868 wordt er een overeenkomst getekend tussen de NCS en de SS over het medegebruik van het station van Zwolle. Het eerste station dat werd opgeheven, was het station van Oldebroek in 1869. Op 1 juni 1869 wijzigde de naam van het station Elburg-Epe naar Elburg-Oldebroek. Het gemeenschappelijk gebruik van station Zwolle gebeurd pas vanaf 15 mei 1873. Het tijdelijke station van de NCS wordt afgebroken en maakt plaats voor een veelading.


Utrecht Centraal

Het station ligt op kilometer punt 0,0

Utrecht Buurtstation

Het station lag op kilometer punt 0,4.

Amsterdamsche Straatweg

Het station lag op kilometer punt 0,7.

Vechtbrug

Het station lag op kilometer punt 1,8.

Utrecht Overvecht

Het station ligt op kilometer punt 3,0.

Blauwkapel

Het station lag op kilometer punt 4,6.

Groenekan Oost

Het station lag op kilometer punt 6,0.

Bilthoven

Het station ligt op kilometer punt 8,9.

Den Dolder

Het station ligt op kilometer punt 11,7.

Soestduinen

Het station lag op kilometer punt 15,7.

De Vlasakkers

Het station lag op kilometer punt 19,6.

Amersfoort

Het station ligt op kilometer punt 20,9.

Amersfoort NCS

Het station lag op kilometer punt 22,0.

Amersfoort Koppel

Het station lag op kilometer punt 22,5.

Bloemendaalsche Weg

Het station lag op kilometer punt 23,0.

Amersfoort Schothorst

Het station ligt op kilometer punt 24,2.

Liendert

Het station lag op kilometer punt 24,4.

Hooglanderveen

Het station lag op kilometer punt 26,7.

Amersfoort Vathorst

Het station ligt op kilometer punt 27,0.

Hoevelaken

Het station lag op kilometer punt 28,2.

Slichtenhorst

Het station lag op kilometer punt 30,2.

Nijkerk

Het station ligt op kilometer punt 32,4.

Diermen

Het station lag op kilometer punt 34,4.

Hooge Steeg

Het station lag op kilometer punt 36,1.

Bijsteren

Het station lag op kilometer punt 37,9.

Putten

Het station ligt op kilometer punt 39,8.

Volenbeek

Het station lag op kilometer punt 41,7.

Ermelo

Het station ligt op kilometer punt 44,6.

Horst-Tonsel

Het station lag op kilometer punt 47,0.

Harderwijk

Het station ligt op kilometer punt 49,1.

Hulshorst

Het station lag op kilometer punt 55,2. In 1987 gesloten

Nieuw Groeneveld

Het station lag op kilometer punt 57,1.

Nunspeet

Het station ligt op kilometer punt 61,2.

't Harde

Het station ligt op kilometer punt 79,8.

Oldebroek

Het station lag op kilometer punt 73,8. In 1869 gesloten

Wezep

Het station ligt op kilometer punt 78,8.

Hattemerbroek

Het station lag op kilometer punt 82,3.

Zwolle NCS

Het station lag op kilometer punt 87

Zwolle

Het station ligt op kilometer punt 87,6.

Zwolle Veerallee

Het station lag op kilometer punt 88,4. In 1969 gesloten

Zwolle Stadshagen

Het station ligt op kilometer punt 91,3.

Mastenbroek

Het station lag op kilometer punt 94,0. In 1933 gesloten

Kampen Oost

Het station lag op kilometer punt 99,5.

Kampen

Het station ligt op kilometer punt 100,9.


Aansluitingen

De spoorlijn kende diverse aansluitingen die niet bij stations lagen.

  • Bij kilometerpunt 2,700 is een aansluiting naar de Beenzwartfabriek en loodwitfabriek Greve. De loodwitfabriek sluit op 1 oktober 1971 de deuren.
  • Bij kilometerpunt 4,100 is een aansluiting naar de gasfabriek.


Dienstregeling

Vanaf 16 juli 1863 gaan de eerste treinen rijden tussen Utrecht en Harderwijk. Er rijden drie vast ingelegde treinen en drie facultatieve treinen. Op 20 augustus 1863 wordt het eindpunt verlegd naar Hattem. Vanaf 1864 worden de treinen met bestemming Kampen ingelegd. Na aankomst van een trein uit Utrecht in Zwolle, werd de locomotief afgekoppeld, op een draaischijf gedraaid en achter aan de trein vastgekoppeld. De trein reed achteruit in de richting van Zwolle. Na het omleggen van een wissel kan de trein verder rijden naar Kampen. In 1868 wordt een overeenkomst getekend voor het gemeenschappelijke gebruik van het station Zwolle. Het zou echter nog vijf jaar duren voordat dit het geval is. Vanaf dat moment gaan er 4 treinen per dag vast rijden tussen Utrecht en Zwolle. In 1874 gaan er vijf treinen rijden.


Vanaf 20 mei 1951 wordt Amersfoort een overstapstation voor de richting Groningen en Leeuwarden. De treinen uit het westen worden elektrisch gereden. Voor het noorden moet er overgestapt worden op een stoom- of dieseltrein. Vanaf 7 januari 1952 is het mogelijk om elektrisch te rijden tussen Amersfoort en Zwolle. De sneltreinen uit Rotterdam en Den Haag rijden dan elektrisch door naar Zwolle. Locomotiefwissel tussen een elektrische en stoomlocomotief komt daarmee te vervallen in Amersfoort. Dit wordt nu in Zwolle gedaan.

In de dienstregeling 1969/1970 verhuist een deel van het Materieel'64 naar de stoptreindiensten Utrecht - Zwolle. Op deze trajecten moest er ruimte gemaakt worden voor meer en snellere sneltreinen. De rijtijd tussen Utrecht en Zwolle wordt door de inzet van Plan V bekort met 11 minuten, ondanks een stop in het nieuwe station Utrecht Overvecht.


Op zondagavond 4 juni 2017 rijdt de laatste trein tussen Zwolle en Kampen. Het baanvak wordt tussen 5 juni 2017 en eind augustus 2017 verbouwd en voorzien van bovenleiding.


Ongevallen

  • Op 7 mei 1955 ontspoort trein 11136 (Zwolle - Den Haag SS, bestaande uit locomotief 1150 en 13 rijtuigen, nabij Oldebroek als gevolg van een te hoge snelheid. De machinist interpreteerde het seinbeeld met de lichtseinen volgens Lichtseinstelsel 1946 dat hij rechtdoor zou gaan via het hoofdspoor. In plaats daarvan moest hij het zijspoor op met een lagere snelheid. Als gevolg van deze hoge snelheid ontsporen alle rijtuigen . Er komen twee militairen om het leven en twee anderen raken zwaar gewond.