Amsterdam Rietlanden

Uit Somda RailWiki
Versie door Taigagaai (overleg | bijdragen) op 22 okt 2020 om 15:53 (Locomotiefdepot.)
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

De Rietlanden is een naam voor een vroeger rangeerterrein van de Nederlandse Spoorwegen in Amsterdam. Het terrein bevond zich ten oosten van het opstelterrein Dijksgracht in het stadsdeel Oost en was onderdeel van het Oostelijk Havengebied. Nadat het gebied was aangeplempt is men in de jaren '70 van de 19e eeuw begonnen met het bouwen van het rangeerterrein en een locomotievendepot.


Geschiedenis

Het ontstaan van het terrein heeft te maken met dat er onvoldoende capaciteit was aan de Westzijde van het Centraal Station om te rangeren en afhandeling van goederentreinen. Er moest een tweede terrein aangelegd worden aan de oostkant van de stad, dit werd de Rietlanden als onderdeel van het Oostelijk Havengebied. Met de aanleg van dit terrein kan het eiland voor het Centraal Station kleiner worden uitgevoerd, wat minder hinder voor het scheepvaartverkeer op ’t IJ betekent.

In 184 wordt begonnen met de aanleg van het terrein met sporen en havens. Als eerste haven is het Spoorwegbassin gegraven. In 188 wordt begonnen met het graven van de tweede haven, de Entrepothaven. Ten zuiden hiervan komen de veemarkt en het abattoir.

Aan het eind van de jaren '60 werd het rangeerterrein ook gebruikt voor het stallen van overtollig materieel. Zo werden hier afgedankte Blokkendoos rijtuigen, evenals de treinstellen van het Materieel'40 (diesel) en (elektrisch) tijdelijk neergezet in afwachting van onttakeling op de Watergraafsmeer of doorvoer naar sloper Koek in Mijdrecht.


In de jaren '80 werd het aangrenzende Oostelijk Havengebied gesloten, en door het gebruik van treinstellen en het slopen van overtollig materieel werd de Rietlanden een overbodig terrein. Het werd in de jaren '80 in navolging van het Oostelijk Havengebied (de huidige Java-, KNSM-, Borneo-eilanden) gesloten. In de jaren '90 is het gehele terrein samen met (deels) het Oostelijk Havengebied gesaneerd en er verrees woningbouw.

Het enige spoor dat nog op het terrein te vinden is, is de sinds 2005 verlengde tramlijn 10 van en naar het KNSM-Eiland. In het stadsbeeld is nu nog goed te zien waar de contouren van het terrein hebben gezeten door de (oude) bebouwing aan de randen van het terrein. Het terrein werd namelijk afgebakend door het Rietlandpark/Oostelijke Handelskade, de hoofbaan en aangrenzende eilanden van het Oostelijk Havengebied. Bovendien bestaat de verbindingsdam met het Java- en KNSM-eiland nog (zelfs voorzien van een trambaan).


Locomotiefdepot

Het emplacement kende ook een eigen locomotievendepot.

In wordt de locomotiefloods gesloopt.


Mutaties

Op 2 februari 1948 verhuizen drie locomotieven van de serie 3400 (3408, 3413 en 3417) naar het depot van Zwolle. Met het ingaan van de winterdienst van 1949 verhuizen de overige locomotieven van de serie 3400 die nog in het depot zijn gestationeerd naar Zwolle.


Locomlopen

In omloopgroep zijn in 1929 in totaal 16 diensten opgenomen voor locomotieven van de series 8100 en 8200. De diensten bestaan uit rangeren en het bedienen en rangeren langs de IJkade en het overbrengen van een konvooi naar de Watergraafsmeer. In 1938 zijn er locomotieven van de serie 8100 opgenomen in de omloopgroep . In deze groep zijn het verzorgen van rangeerdiensten opgenomen aan de Doklaan, IJkade, Oosterburgergracht en de Watergraafsmeer. Daarnaast stond het rijden van een konvooi naar het Westelijk Eiland op het programma. Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog is in 1942 omloopgroep geslonken tot 11 diensten, waarvan twee fungeren als koude reserve. De hoofdmoot van het werk vormde het rangeren langs diverse kades en emplacementen. Met ingang van november 1947 worden de nog aanwezige locomotieven van de serie 8200 vervangen door locomotieven van de serie 8100. Hiermee bestaat omloopgroep uit vijf locomotieven. Op worden geen diensten meer gesteld van uit het locomotiefdepot. Er zijn tot dat moment nog slechts diensten gesteld vanuit het depot. In het depot zijn tussen en de volgende series stoomlocomotieven in het depot gehuisvest:

  • 3400;
  • 8100;
  • 8200


Spooraansluitingen

De spooraansluitingen aan de Veemarkt en Cruquiusweg zijn te bereiken via een aftakking van het spoor dat tussen Amsterdam Muiderpoort en de Rietlanden is gelegen. De aftakking is gelegen bij Post I.


Emplacementen

De Rietlanden kende naast het basisemplacement een aantal emplacementen met elk hun eigen stamlijnen en spooraansluitingen.

Cruquiuskade

Het emplacement Cruquiuskade is te bereiken via een aftakking van het rangeerterrein Rietlanden. Deze aftakking loopt onder de spoorlijn tussen Muiderpoort en het Centraal station. Het emplacement heeft drie sporen. Aan het eind van dit emplacement loopt een spoor door naar het emplacement Doklaan.


Spooraansluitingen

  • Van Gend en Loos

Aan de oostzijde van het emplacement was de stukgoedloods van Van Gend en Loos gelegen. In schuifwandwagens werden allerlei stukgoederen aan- en afgevoerd. De loods is te bereiken via het rangeerterrein Rietlanden. De loods is in de jaren '90 van de 20e eeuw gesloopt ten behoeve van woningbouw van het Funenpark.

  • Werkspoor

In 1897 werd opdracht gegeven aan architect A.L. van Gendt voor de bouw van drie lange fabriekshallen voor de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel langs de Wittenburgervaart. In deze hallen werden een ketelmakerij en een gieterij ondergebracht. Vanaf 1902 werden ook dieselmotoren gebouwd in de hallen. In 1903 werd een vierde hal gebouwd. Deze hal werd als locomotiefstelplaats aangeduid en stond op enige afstand van de eerste drie hallen. De tussenruimte is in 1905 opgevuld met de bouw van de vijfde hal, de turbinestelplaats. In 1911 wordt een administratiekantoor naast het complex gebouwd.


Doklaan

Spooraansluitingen

Varia

Op Sporenburg (het vroegere Rietlanden) staat tegenwoordig een monument ter nagedachtenis van Kees Brijde. Keesje was 13 jaar toen hij in de hongerwinter van '44 overleed. Hij was met broer en vriendjes op zoek naar kolen op het spooremplacement toen hij werd neergeschoten door de Duitsers. Een kruis is vlak na de oorlog neergezet door twee verzetsmensen en is sindsdien onder de hoede van NS en enkele bewoners uit de Indische Buurt in Amsterdam-Oost. Tegenwoordig staat het definitief op de plek des onheils waar tegenwoordig een platsoen naar hem vernoemd is: Het Keesje Brijdeplantsoen. En dat is dan ook de plek waar het kruis staat.