2600 - Diesel locomotieven serie 2600: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
(Datum van bestelling.)
(6 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 +
Voor de inzet voor zware internationale reizigerstreinen en goederentreinen op niet geëlektrificeerde baanvakken, worden in 1947 bij de Nederlandse industrie 27 locomotieven besteld. Uiteindelijk worden er 6 locomotieven gebouwd. Omdat de kopvorm nogal lijkt op dat van het voorhoofd van KVP politicus Louis Beel, krijgen de locomotieven al snel de bijnaam Beelen.
 +
 
= '''Geschiedenis''' =
 
= '''Geschiedenis''' =
 +
 +
Kort na de Tweede Wereldoorlog wil de NS een serie lijndiesellocomotieven bestellen om de stoomlocomotieven in het zuiden van Nederland te kunnen vervangen. De spoorlijnen hier komen niet meteen in aanmerking om te worden voorzien van bovenleiding. Door Werkspoor wordt in samenwerking met de Nederlandse industrie een ontwerp ontwikkeld, waarop de NS besluit om 27 locomotieven te bestellen. De bestelling wordt op 13 mei 1949 geplaatst. Door de keus van de zware dieselmotor, die normaal in schepen wordt gebruikt, moet het ontwerp aangepast worden. Er wordt een zes-assige locomotief ontworpen om de aslast te kunnen beperken. Al vrij snel blijkt dat de dieselmotor niet geschikt is voor wisselende belastingen. Door diverse constructiewijzigingen probeert Werkspoor de problemen te verhelpen, maar dit mag niet baten. De NS besluit om de order te annuleren. Omdat Werkspoor reeds begonnen was met de bouw van een zevende dieselmotor, wordt deze als reserve toegevoegd aan de onderdelenreserve.
 +
 +
 +
 +
Op 7 januari 1953 maakt de als 801 genummerde locomotief zijn eerste proefrit. De locomotief is nog niet geheel geschilderd, zodat de proefrit in de menie wordt verreden.
  
  
 
= '''Technische gegevens''' =
 
= '''Technische gegevens''' =
 +
 +
De locomotieven hebben een lengte van 20,0 meter, een breedte van meter en een hoogte van 4,560 meter. De locomotieven hebben een gewicht van 108 ton. De locomotieven waren voorzien van dieselmotor van 1.350 pk (992 kW) van Stork/Thomassen. Deze langzaam draaiende (maximaal 600 omwentelingen per minuut) tweetakt dieselmotoren zijn van het type STT 10 x 24/36. Deze motoren zijn voorzien van 10 cilinders. Deze motoren geven de locomotief een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur. Om de benodigde elektriciteit te kunnen genereren, is er een hoofdgeneratoren van Smit, type G 110/39, geplaatst. Deze levert een vermogen van  kW ( pk). De hoofdgenerator voedt de 4 tractiemotoren van Heemaf, type . Bij het starten van de motoren fungeerde de hoofdgenerator als startmotor. Voor de laagspanning in de locomotief zorgt een hulpgenerator van , type . Deze heeft een vermogen van  kW en levert een maximale spanning van  volt. De laagspanning wordt gebruikt als stuurstroom, voor de verlichting van de locomotief, voor het laden van de batterijen en voor het vreemdveld van de hoofdgenerator. De brandstoftank heeft een inhoud van 2.900 liter. De dieselmotor wordt gekoeld met lucht, afkomstig van de twee spoelluchventilator van , die in het dak zit. De ventilator worden aangedreven door V-snaren vanaf de krukas van de dieselmotor. De compressor is afkomstig van , type . Deze compressor heeft een capaciteit van  liter per minuut en vullen de twee hoofdreservoirs. De compressor zorgt voor de luchtdruk die de locomotief nodig is om te kunnen remmen. Ook de tyfoons en andere luchtverbruikers zijn op deze compressoren aangesloten.
 +
 +
De tractie-installatie kent  rijstanden. Elke rijstand zorgt er voor dat de dieselmotor meer vermogen kan leveren om een hogere snelheid te bereiken. De rijstand wordt gekozen door middel van de rijwals. Het starten gebeurde met de rijrichtingkruk in de nulstand. Na het kiezen van een rijrichting werd de rijwals in de juiste richting gedraaid. Om de koude dieselmotor te kunnen starten, moet deze met koelwater worden verwarmd. Dit verwarmen gebeurde met een petroleumbrander in het koelwatercircuit,
 +
 +
De locomotieven hebben een (A1A)’(A1A)’ asindeling. De draaistelcode is . De radstand tussen de draaistellen bedraagt  meter. De radstand bedraagt 4,0. De wielen hebben een diameter van  meter. De locomotieven zijn voorzien van de fabrieksnummers 907 - 912.
  
  
 
= '''Uitvoering''' =
 
= '''Uitvoering''' =
 +
 +
Het frame is opgebouwd uit een tweetal U profielen, met daartussen twee I profielen. Deze zijn met elkaar verbonden met dwarsverbindingen en aan de uiteinden de bufferbalken. Bovenop het frame is een gelaste stalen vakwerkconstructie geplaatst, bekleed met staalplaat. Aan de uiteinden zijn de cabines geplaatst. Het middendeel is te verdelen in drie ruimten. Aan de zijde van cabine is de ruimte met . In het midden is de dieselmotor van Stork geplaatst. Aan de zijde van cabine is de  ondergebracht.
 +
  
  
 
= '''Inzet''' =
 
= '''Inzet''' =
 +
 +
Na aflevering worden de locomotieven vanuit Eindhoven ingezet voor internationale treinen in de richting van Venlo.
 +
 +
 +
Vanaf 1957 doen de locomotieven alleen nog dienst in het goederenvervoer.
 +
 +
 +
== '''Onderhoud''' ==
 +
 +
De locomotieven komen in eerste instantie in dienst bij het stoomdepot Eindhoven. Later wordt dit de [[Lijnwerkplaats Eindhoven|lijnwerkplaats Eindhoven]]
  
  
Regel 18: Regel 45:
  
 
= '''Wijzigingen''' =
 
= '''Wijzigingen''' =
 +
 +
 +
== '''Huisstijl''' ==
 +
 +
Naar aanleiding het besluit om alle DE locomotieven roodbruin te schilderen, zijn drie blauwe locomotieven roodbruin geschilderd. Bij de 2601 werden de gele band en nummerplaten hoger geplaatst, tot boven de handrailing onder de cabineramen. Hiermee wordt de V vorm op de kopeinden steiler. Bij de 2602 en 2606 werd de gele band niet aangepast.
 +
 +
{| class="wikitable" style="width:30em;"
 +
! Nummer
 +
! Blauw in
 +
! Roodbruin uit
 +
|+ Wijziging kleurstelling
 +
|-
 +
| '''2601'''
 +
| 31 mei 1954
 +
| 17 juli 1954
 +
|-
 +
| '''2602'''
 +
|
 +
| 1954
 +
|-
 +
| '''2603'''
 +
| n.v.t.
 +
| n.v.t.
 +
|-
 +
| '''2604'''
 +
| n.v.t.
 +
| n.v.t.
 +
|-
 +
| '''2605'''
 +
| n.v.t.
 +
| n.v.t.
 +
|-
 +
| '''2606'''
 +
|
 +
| 1954
 +
|-
 +
|}
  
  
Regel 23: Regel 87:
  
 
In februari 1953 is besloten om de locomotiefserie 800 te vernummeren naar 2600. Dit naar aanleiding van de NS filosofie om de niet rangeerlocomotieven onder te brengen in de serie 2000. Omdat het de sterkste locomotieven waren op dat moment, kregen zij ook de hoogste nummers. In de praktijk vond alleen het vernummeren van de 801 plaats, daar de overige locomotieven nog niet afgeleverd waren.
 
In februari 1953 is besloten om de locomotiefserie 800 te vernummeren naar 2600. Dit naar aanleiding van de NS filosofie om de niet rangeerlocomotieven onder te brengen in de serie 2000. Omdat het de sterkste locomotieven waren op dat moment, kregen zij ook de hoogste nummers. In de praktijk vond alleen het vernummeren van de 801 plaats, daar de overige locomotieven nog niet afgeleverd waren.
 
  
  
Regel 31: Regel 94:
  
 
= '''Afvoer''' =
 
= '''Afvoer''' =
 +
 +
 +
 +
== '''Sloop''' ==
 +
 +
 +
 +
 +
== '''Museumlocomotieven''' ==
 +
 +
Van deze serie locomotieven is geen enkel exemplaar bewaard gebleven.
  
  
 
= '''Afleverdata''' =
 
= '''Afleverdata''' =
  
{| class="wikitable sortable" style="width:55em;"
+
{| class="wikitable" style="width:55em;"
 
! Nummer
 
! Nummer
 
! Datum goedkeuring
 
! Datum goedkeuring
Regel 42: Regel 116:
 
! Sloop(rit)
 
! Sloop(rit)
 
|-
 
|-
| 2601
+
| '''2601'''
 
| 10 april 1953
 
| 10 april 1953
 
| 26 juni 1953
 
| 26 juni 1953
Regel 48: Regel 122:
 
| 29 juli 1960
 
| 29 juli 1960
 
|-
 
|-
| 2602
+
| '''2602'''
 
| 27 juni 1953
 
| 27 juni 1953
 
| 30 juli 1953
 
| 30 juli 1953
 
| 18 juni 1958
 
| 18 juni 1958
| XX juni/juli 1960
+
| juni/juli 1960
 
|-
 
|-
| 2603
+
| '''2603'''
 
| 18 juli 1953
 
| 18 juli 1953
 
| 30 juli 1953
 
| 30 juli 1953
 
| 18 juni 1958
 
| 18 juni 1958
| XX juni/juli 1960
+
| juni/juli 1960
 
|-
 
|-
| 2604
+
| '''2604'''
| 29 septemer 1953
+
| 29 september 1953
 
| 19 oktober 1953
 
| 19 oktober 1953
 
| 18 juni 1958
 
| 18 juni 1958
| XX september 1960
+
| september 1960
 
|-
 
|-
| 2605
+
| '''2605'''
 
| 9 februari 1954
 
| 9 februari 1954
| 3 mei 1953
+
| 3 mei 1954
 
| 18 juni 1958
 
| 18 juni 1958
| XX september 1960
+
| juli 1960
 
|-
 
|-
| 2606
+
| '''2606'''
 
| 19 mei 1954
 
| 19 mei 1954
 
| 28 juni 1954
 
| 28 juni 1954
 
| 18 juni 1958
 
| 18 juni 1958
| XX september 1960
+
| september 1960
 
|-  
 
|-  
 
|}
 
|}
  
 
+
{{Navigatie Diesel locomotieven}}
 
[[Categorie:Diesel locomotieven]]
 
[[Categorie:Diesel locomotieven]]

Versie van 2 aug 2020 19:36

Voor de inzet voor zware internationale reizigerstreinen en goederentreinen op niet geëlektrificeerde baanvakken, worden in 1947 bij de Nederlandse industrie 27 locomotieven besteld. Uiteindelijk worden er 6 locomotieven gebouwd. Omdat de kopvorm nogal lijkt op dat van het voorhoofd van KVP politicus Louis Beel, krijgen de locomotieven al snel de bijnaam Beelen.

Geschiedenis

Kort na de Tweede Wereldoorlog wil de NS een serie lijndiesellocomotieven bestellen om de stoomlocomotieven in het zuiden van Nederland te kunnen vervangen. De spoorlijnen hier komen niet meteen in aanmerking om te worden voorzien van bovenleiding. Door Werkspoor wordt in samenwerking met de Nederlandse industrie een ontwerp ontwikkeld, waarop de NS besluit om 27 locomotieven te bestellen. De bestelling wordt op 13 mei 1949 geplaatst. Door de keus van de zware dieselmotor, die normaal in schepen wordt gebruikt, moet het ontwerp aangepast worden. Er wordt een zes-assige locomotief ontworpen om de aslast te kunnen beperken. Al vrij snel blijkt dat de dieselmotor niet geschikt is voor wisselende belastingen. Door diverse constructiewijzigingen probeert Werkspoor de problemen te verhelpen, maar dit mag niet baten. De NS besluit om de order te annuleren. Omdat Werkspoor reeds begonnen was met de bouw van een zevende dieselmotor, wordt deze als reserve toegevoegd aan de onderdelenreserve.


Op 7 januari 1953 maakt de als 801 genummerde locomotief zijn eerste proefrit. De locomotief is nog niet geheel geschilderd, zodat de proefrit in de menie wordt verreden.


Technische gegevens

De locomotieven hebben een lengte van 20,0 meter, een breedte van meter en een hoogte van 4,560 meter. De locomotieven hebben een gewicht van 108 ton. De locomotieven waren voorzien van dieselmotor van 1.350 pk (992 kW) van Stork/Thomassen. Deze langzaam draaiende (maximaal 600 omwentelingen per minuut) tweetakt dieselmotoren zijn van het type STT 10 x 24/36. Deze motoren zijn voorzien van 10 cilinders. Deze motoren geven de locomotief een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur. Om de benodigde elektriciteit te kunnen genereren, is er een hoofdgeneratoren van Smit, type G 110/39, geplaatst. Deze levert een vermogen van kW ( pk). De hoofdgenerator voedt de 4 tractiemotoren van Heemaf, type . Bij het starten van de motoren fungeerde de hoofdgenerator als startmotor. Voor de laagspanning in de locomotief zorgt een hulpgenerator van , type . Deze heeft een vermogen van kW en levert een maximale spanning van volt. De laagspanning wordt gebruikt als stuurstroom, voor de verlichting van de locomotief, voor het laden van de batterijen en voor het vreemdveld van de hoofdgenerator. De brandstoftank heeft een inhoud van 2.900 liter. De dieselmotor wordt gekoeld met lucht, afkomstig van de twee spoelluchventilator van , die in het dak zit. De ventilator worden aangedreven door V-snaren vanaf de krukas van de dieselmotor. De compressor is afkomstig van , type . Deze compressor heeft een capaciteit van liter per minuut en vullen de twee hoofdreservoirs. De compressor zorgt voor de luchtdruk die de locomotief nodig is om te kunnen remmen. Ook de tyfoons en andere luchtverbruikers zijn op deze compressoren aangesloten.

De tractie-installatie kent rijstanden. Elke rijstand zorgt er voor dat de dieselmotor meer vermogen kan leveren om een hogere snelheid te bereiken. De rijstand wordt gekozen door middel van de rijwals. Het starten gebeurde met de rijrichtingkruk in de nulstand. Na het kiezen van een rijrichting werd de rijwals in de juiste richting gedraaid. Om de koude dieselmotor te kunnen starten, moet deze met koelwater worden verwarmd. Dit verwarmen gebeurde met een petroleumbrander in het koelwatercircuit,

De locomotieven hebben een (A1A)’(A1A)’ asindeling. De draaistelcode is . De radstand tussen de draaistellen bedraagt meter. De radstand bedraagt 4,0. De wielen hebben een diameter van meter. De locomotieven zijn voorzien van de fabrieksnummers 907 - 912.


Uitvoering

Het frame is opgebouwd uit een tweetal U profielen, met daartussen twee I profielen. Deze zijn met elkaar verbonden met dwarsverbindingen en aan de uiteinden de bufferbalken. Bovenop het frame is een gelaste stalen vakwerkconstructie geplaatst, bekleed met staalplaat. Aan de uiteinden zijn de cabines geplaatst. Het middendeel is te verdelen in drie ruimten. Aan de zijde van cabine is de ruimte met . In het midden is de dieselmotor van Stork geplaatst. Aan de zijde van cabine is de ondergebracht.


Inzet

Na aflevering worden de locomotieven vanuit Eindhoven ingezet voor internationale treinen in de richting van Venlo.


Vanaf 1957 doen de locomotieven alleen nog dienst in het goederenvervoer.


Onderhoud

De locomotieven komen in eerste instantie in dienst bij het stoomdepot Eindhoven. Later wordt dit de lijnwerkplaats Eindhoven


Revisie

Bijzondere uitvoeringen

Wijzigingen

Huisstijl

Naar aanleiding het besluit om alle DE locomotieven roodbruin te schilderen, zijn drie blauwe locomotieven roodbruin geschilderd. Bij de 2601 werden de gele band en nummerplaten hoger geplaatst, tot boven de handrailing onder de cabineramen. Hiermee wordt de V vorm op de kopeinden steiler. Bij de 2602 en 2606 werd de gele band niet aangepast.

Nummer Blauw in Roodbruin uit
Wijziging kleurstelling
2601 31 mei 1954 17 juli 1954
2602 1954
2603 n.v.t. n.v.t.
2604 n.v.t. n.v.t.
2605 n.v.t. n.v.t.
2606 1954


Vernummeringen

In februari 1953 is besloten om de locomotiefserie 800 te vernummeren naar 2600. Dit naar aanleiding van de NS filosofie om de niet rangeerlocomotieven onder te brengen in de serie 2000. Omdat het de sterkste locomotieven waren op dat moment, kregen zij ook de hoogste nummers. In de praktijk vond alleen het vernummeren van de 801 plaats, daar de overige locomotieven nog niet afgeleverd waren.


Schadegevallen

Afvoer

Sloop

Museumlocomotieven

Van deze serie locomotieven is geen enkel exemplaar bewaard gebleven.


Afleverdata

Nummer Datum goedkeuring In dienst Ter zijde Sloop(rit)
2601 10 april 1953 26 juni 1953 18 juni 1958 29 juli 1960
2602 27 juni 1953 30 juli 1953 18 juni 1958 juni/juli 1960
2603 18 juli 1953 30 juli 1953 18 juni 1958 juni/juli 1960
2604 29 september 1953 19 oktober 1953 18 juni 1958 september 1960
2605 9 februari 1954 3 mei 1954 18 juni 1958 juli 1960
2606 19 mei 1954 28 juni 1954 18 juni 1958 september 1960