1000 - Elektrische locomotieven serie 1000

Uit Somda RailWiki
Versie door Taigagaai (overleg | bijdragen) op 13 okt 2016 om 20:03 (Indienststelling 1005)
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

In 1948 kwamen de eerste elektrische locomotieven van de NS op de baan. In de jaren daarvoor waren enkele locomotieven van de SNCF (BB 300) en LMS (LNER 6000) in Nederland geweest om ervaringen mee op te doen.

Geschiedenis

Om te kunnen beoordelen of de locomotieven voldoen aan de eisen van het bestek, wordt van 18 tot en met 21 januari 1949 proefritten verreden met locomotief 1003. De locomotief wordt aan de tand gevoeld om te zien of de locomotief voldoende vermogen en trekkracht ontwikkeld. Zo wordt op 19 januari een rit verreden met een kolentrein van meer dan 2.000 ton. In maart 1949 komen alle locomotieven echter tijdelijk aan de kant te staan, vanwege inwerkend water. Dit water dringt binnen via de daknaden en jaloezieën. Dit water met kool- en koperdeeltjes veroorzaakt onder andere verbrandde schakelaars. Op 25 maart 1949 gaan alle locomotieven aan de kant om diverse wijzigingen te ondergaan. Op 15 april 1949 wordt de 1006 als eerste afgeleverd en de overige negen locomotieven volgen in de weken daar op. De diensten van de locomotieven worden tijdelijk overgenomen door stoomlocomotieven uit de series 3700 en 5000.

Op 24 mei 1952 rijdt de 1003 mee in een materieelshow op het station van Amsterdam Amstel. Deze materieelshow werd georganiseerd in het kader van het bezoek van The British Institute of Transport, die van 20 tot en met 26 mei 1952 een bezoek brengen aan Nederland. Op 11 oktober 1952 organiseerde de NS een materieelshow in 's-Hertogenbosch in het kader van de najaarsvergadering van het Koninklijk Instituut voor Ingenieurs. De 1008 reed mee in deze materieelshow.


Technische gegevens

De locomotieven hebben een lengte van 16,22 meter en een gewicht van 100 ton. De maximale trekkracht bedraagt 18 ton. De drijfwielen hebben een diameter van 1,55 meter en de loopwielen 1,1 meter bij een as opstelling 1A Bo A1, waarbij er per aangedreven as, 2 tractiemotoren beschikbaar zijn. De motoren hebben een vermogen van 3.800 pk, wat hen een maximumsnelheid toestond van 135 km/u.

De 1001 - 1003 werden gebouwd door het Zwitserse SLM te Winterthur en de 1004 - 1010 werden door Werkspoor gebouwd. De onderstellen werden in Amsterdam gebouwd en de afbouw vond plaats in Utrecht. Het onderstel van de 1004 werd op 8 maart 1948 van Amsterdam naar Utrecht gebracht door stoomlocomotief . De elektrische installatie werd door Oerlikon te Zurich vervaardigd voor alle locomotieven. De tractiemotoren werden door MFO, Heemaf Hengelo en Smit Slikkerveer geleverd.


Uitvoering

Inzet

Het is de bedoeling dat de eerste locomotief met ingang van de zomerdienstregeling op 9 mei 1948 in dienst komt. Er zullen dan twee diensten in de omloop zijn voor de nieuwe locomotieven. Zij zullen de sneltreinen Eindhoven - Amsterdam (slechts tot Utrecht, omdat er geen elektrische treinen tussen Utrecht en Amsterdam kunnen rijden), Utrecht - Den Haag SS en Rotterdam Maas - Arnhem. Ook enkele post- en goederentreinen stonden op het programma. Als eerste locomotief komt de 1001 op 26 april 1948 al in dienst. In de periode tussen 26 april en 8 mei rijdt de locomotief treinen vanuit Utrecht naar Den Haag SS, Eindhoven en Rotterdam Maas. Op 12 mei 1948 komt de 1002 in dienst. Op 24 juni komt de 1003 in dienst. Er is nu een reservelocomotief beschikbaar voor de twee diensten. Op 3 oktober 1948 gaat de winterdienstregeling in en worden de treinen voorzien van een stoomverwarmingswagen uit de serie 158951 - 158960 of een gehuurd stoomverwarmingsrijtuig van de DB, type Bauart 42/44. De treinen tussen Eindhoven en Amsterdam worden nu over het gehele traject elektrisch gereden. Met de aflevering van de 1005 in november 1948 wordt begin december een derde dienst aan de omloop toegevoegd. De 1004 komt in december 1948 in dienst.

Op 15 mei 1949, het begin van de zomerdienstregeling, gaat de volledige omloop in voor de locomotieven. Er worden voor de 10 locomotieven diensten gesteld. Op 17 mei 1949 komen de locomotieven 1007 - 1010 in dienst. De locomotieven worden vanaf dat moment ingezet tot aan Maastricht en Heerlen vanuit Amsterdam. In Sittard wordt deze trein gesplitst. Op 14 mei 1949 is de elektrificatie van deze baanvakken gereed gekomen. De trein stopt onderweg alleen Amsterdam Amstel, Utrecht, Eindhoven, Roermond en Sittard. Tussen Amsterdam en Arnhem rijden de locomotieven de snel- en stoptreinen.

Op 2 oktober 1949 gaat de winterdienstregeling in. In deze winterdienstregeling worden de stoomverwarmingsrijtuigen weer in de treinen gerangeerd. Door de komst van de drie Franse locomotieven, de BB-320, BB-322 en BB-324, kan de inzet worden verhoogd. Zo worden ook de exprestreinen tussen Heerlen en Sittard door een elektrische locomotief getrokken. Het is nu ook mogelijk een aantal treinen tussen Utrecht en Den Haag SS/Rotterdam Maas te voorzien van een elektrische locomotief.

Met ingang van 14 mei 1950 is het mogelijk om elektrische treinen tussen Amsterdam en Roosendaal te rijden. Het zijn de treinen naar Parijs, die via Haarlem rijden.






Voor de dienstregeling 1976/1977 zijn er voor de locomotieven 6 diensten ingedeeld.

Op 21 december 1976 eindigt de bietencampagne van 1976 en krijgen de locomotieven het wat rustiger. Hiermee wordt omloop van de locomotieven met 1 dienst verkort, zodat er nog slechts vijf diensten resteren. Van deze vijf diensten staat er een vrijwel de gehele week stil. De overige vier diensten zijn te vinden in het goederenvervoer. Dienst 1 is van maandag tot een met vrijdag een goederentrein van Sittard naar Kijfhoek (trein 599231) en weer terug naar Sittard (trein 523997). Dienst twee is van Venlo naar Rotterdam Zuid Goederen (dinsdag tot vrijdag (trein 281226) en zaterdag (trein 681216). Op zaterdag rijdt een locomotief van Rotterdam Zuid Goederen naar Goes als 720503. Deze locomotief is in de nacht aangekomen uit Susteren met trein . Na vier uur keert de locomotief met trein 720524 terug naar Rotterdam Zuid Goederen. In de avonduren gaat de locomotief als losse locomotief naar Dordrecht. Hier wordt de locomotief aan de kant gezet tot woensdagavond. In de nacht is de locomotief actief met trein naar . Op donderdagochtend keert de locomotief terug in Dordrecht in opzending met trein . Op donderdagavond en vrijdagochtend is de locomotief actief met dezelfde treinen als een dag eerder. Op vrijdagmorgen gaat de locomotief naar Roosendaal voor zijn weekendrust en rijdt dan op maandag trein 43335 naar Rotterdam Zuid Goederen. De derde dienst brengt een locomotief van Roosendaal naar Rotterdam Zuid op maandag als trein 43335. Op dinsdag en donderdag rijdt deze trein bijna anderhalf uur vroeger als trein 41928. De vierde dienst brengt een goederentrein van Kijfhoek naar Venlo op maandag als trein 49161. Op vrijdag eindigt een tweede trein uit Venlo in Kijfhoek (trein 49160).



In maart 1982 wordt locomotief 1009 gebruikt voor instructie met de nieuwe ICR-rijtuigen in Zutphen.


Onderhoud

Bij de aflevering van de locomotieven zijn zij in onderhoud bij de dieselloods in Utrecht. Tussen het station Utrecht CS en de dieselloods zorgt een stoomlocomotief voor de overbrenging. Op 3 oktober 1948 worden de drie afgeleverde locomotieven overgeplaatst naar Amsterdam Zaanstraat voor hun onderhoud.


Revisie

Bijzondere uitvoeringen

Wijzigingen

Huisstijl

Nummer Groen in Blauw uit Nummer Groen in Blauw uit
1001 1006
1002 1954 1007
1003 1008
1004 1009
1005 1010 maart 1957


Vernummeringen

Schadegevallen

  • In de nacht van 17 op 18 januari 1954 botst locomotief 1005 te Dieren achterop een stilstaande goederentrein. De 1005 is onderweg met wagenladingtrein 4300 van Zwolle Rangeerstation naar Maastricht. In deze trein liep stoomlocomotief in opzending. Wagenladingtrein 4000 was in Dieren gestrand op de bovenleidingloze brug van het Apeldoorns kanaal. De 1005 reed achterop Dg , welke de laatste wagon was van trein 4000. De 1005 liep door het ongeval een volledige ingedrukte cabine 2 op. Ook de buffers raken zwaar beschadigd, evenals het remwerk van het eerste draaistel. Op 18 januari 1954 is de 1005 naar Tilburg gesleept voor herstel. De conducteur in de Dg kwam hierbij om het leven en de machinist van de 1005 raakte zwaargewond. Op maart 1955 werd de locomotief afgeleverd.


  • In de nacht van 3 op 4 juni 1961 kwam locomotief 1006 ter hoogte van de brug over het Wilhelminakanaal bij Tilburg in botsing met locomotief 1156. De 1006 was onderweg met wagenladingtrein 4238 van Venlo naar Rotterdam Zuid Goederen. De 1156 was onderweg met wagenladingtrein 4207 van Roosendaal naar Zwolle Rangeerstation. Locomotief 1156 had enkele minuten vertraging opgelopen en kwam op de enkelsporige brug locomotief 1006 tegen, wat leidde tot een frontale botsing. De beide machinisten kwamen hierbij om het leven. Gezien de opgelopen schade en het schadebedrag (een derde van de nieuwprijs) werd besloten om de locomotief te slopen. Dit gebeurde in 1961 op het terrein van de Hoofdwerkplaats Tilburg.


Afvoer

Als gevolg van het ongeval te Tilburg werd de 1006 als eerste afgevoerd voor sloop. De tweede locomotief die afgevoerd wordt, is de 1002. De 1002 werd in maart 1975 afgevoerd na een warme as. Op 3 februari 1975 komt de locomotief voor herstel aan in Tilburg, wat uiteindelijk niet gebeurd. De keus voor de 1002 komt voort uit het feit dat de locomotief geplaagd wordt door slechte rijweerstanden. De locomotief werd bestempeld als onderdelenleverancier voor de resterende locomotieven.


Op 12 december 1981 werd een afscheidsrit gehouden. Deze was georganiseerd door de NVBS. Met locomotief 1001 werd een rondrit gereden vanuit Utrecht via Amersfoort naar Barneveld. Het tweede deel van de rit ging van Barneveld naar Hilversum. Vanuit Hilversum ging het naar Utrecht Lunetten. Vanuit Lunetten werd het Centraal station weer bereikt. Voor deze rit werden 5 rijtuigen Plan N gebruikt.


Sloop

In 1961 werd als eerste locomotief de 1006 gesloopt. De locomotief was in juni van dat jaar betrokken bij een ongeval in Tilburg. In september 1975 werd het karkas van de 1002 gesloopt.

Museumlocomotieven

Er zou door het Nederlands Spoorwegmuseum te Utrecht geen locomotief bewaard worden. Dit was 1 van de redenen om de Stibans op te richten. Zij wilden eerst de 1005 bewaren, aangezien zij als laatste een revisie had ondergaan. Een warmloper op 1 maart 1982 maakte een eind aan deze aspiratie. Hierop werd de 1010 uitverkoren. In mei 1982 werd de locomotief overgenomen voor fl 25.000, inclusief onderdelen.

  • STIBANS


  • Spoorwegmuseum

In december 1990 is de 1010 overgedragen aan het Spoorwegmuseum.


Afleverdata

De datum van aflevering geeft bij de 1001 - 1003 de aankomst in Nederland. De datum bij de 1004 - 1010 is de datum van goedkeuring. De 1002 is op 14 augustus 1974 administratief afgevoerd na goedkeuring door de directie.

Nummer Aflevering In dienst In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H3) Uit revisie (H3) In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H3) Uit revisie (H3) In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H2) Uit revisie (H2) Terzijde Sloop(rit)
1001 13 april 1948 26 april 1948 26 januari 1949 22 februari 1949 1950 december 1951 september 1954 1956 1959 oktober 1962 februari 1967 29 september 1972 5 december 1972 oktober 1978 19 april 1982 9 december 1982
1002 7 mei 1948 12 mei 1948 1950 september 1951 1952 1956 februari 1953 1958 1964 1961 1969 n.v.t. n.v.t. 13 maart 1975 1 september 1975
1003 16 juni 1948 24 juni 1948 1949 april 1952 1954 september 1956 1962 1964 maart 1968 november 1969 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 19 mei 1976 19 april 1982 6 september 1982
1004 22 december 1948 5 januari 1949 1950 september 1952 1954 februari 1957 1963 n.v.t. n.v.t. maart 1968 mei 1969 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 9 januari 1975 10 april 1975 9 oktober 1981 27 oktober 1982
1005 24 november 1948 3 december 1948 1950 september 1951 april 1953 maart 1955 1958 n.v.t. n.v.t. oktober 1963 juli 1968 mei 1974 juli 1980 augustus 1980 19 april 1982 30 oktober 1982
1006 8 januari 1949 25 januari 1949 19 oktober 1951 oktober 1953 1957 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 12 juni 1961 1961
1007 10 februari 1949 17 mei 1949 1950 oktober 1952 1954 september 1957 1963 n.v.t. n.v.t. maart 1966 n.v.t. n.v.t. 25 oktober 1971 24 december 1971 februari 1978 19 april 1982 28 september 1982
1008 4 maart 1949 17 mei 1949 1950 augustus 1952 1954 november 1956 1959 1962 juni 1965 n.v.t. n.v.t. 4 december 1970 10 februari 1971 oktober 1977 9 oktober 1981 9 september 1982
1009 2 mei 1949 17 mei 1949 n.v.t. n.v.t. april 1951 september 1953 mei 1956 1959 1962 maart 1965 n.v.t. n.v.t. 27 april 1971 8 juli 1971 april 1978 19 april 1982 2 oktober 1982
1010 6 mei 1949 17 mei 1949 1950 mei 1952 1954 maart 1957 1960 1963 oktober 1966 n.v.t. n.v.t. 21 februari 1972 15 mei 1972 april 1980 19 april 1982 n.v.t. (NSM)