Mijnspoor Staatsmijn Maurits - Staatsmijn Hendrik

Uit Somda RailWiki
Versie door Taigagaai (overleg | bijdragen) op 15 jul 2024 om 21:31 (Spoorverdubbeling.)
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

De Mijnspoorweg tussen de staatsmijnen Maurits en Hendrik had een lengte van ongeveer 25 kilometer. In Nuth is er een verbinding tussen de spoorlijn van de Staatsmijnen en die van de Staatsspoorwegen.

Geschiedenis

Rond 1900 is de Nederlandse regering bezorgd over de winning van steenkool in Zuid-Limburg. Een aantal concessies zijn in handen van buitenlandse, particuliere investeerders. Hiermee stroomt het geld dat verdiend wordt met de winning van Nederlandse kolen naar buitenlandse handen. De regering besluit in 1901 dat er uitsluitend concessies verleend gaan worden aan staatsmijnen. In 1902 wordt door de regering de Dienst der Staatsmijnen opgericht. Uiteindelijk zullen er 4 Staatsmijnen worden opgericht. Voor de aanvoer van materialen en afvoer van kolen wordt gebruik gemaakt van de diensten van de Staatsspoorwegen. In de loop der jaren ontstaat er wrevel tussen beide staatsbedrijven. Voor de afvoer van kolen naar Nederlandse havens krijgt het Duitse Rheinisch-Westfälisches Kohlen-Syndikat een korting vanwege de hoeveelheid kolen die worden afgevoerd. De Dienst der Staatsmijnen moet echter de volle mep betalen voor de afvoer van kolen. De Staatsspoorwegen waren echter niet van plan om de Staatsmijnen ook een korting te geven. In 1910 besluiten de Staatsmijnen om een eigen spoorlijn aan te leggen vanaf Staatsmijn Emma naar het emplacement van het station van Nuth. De Staatsspoorwegen hadden hier weinig moeite mee. Als in 1917 de Belangengemeenschap Nederlandsche Spoorwegen actief wordt, blijft de Mijnspoorweg buiten deze belangengemeenschap.


Vanaf 1918 worden ook kolen uit Staatsmijn Hendrik bij Brunssum afgevoerd via deze spoorlijn. Voor de afvoer van mijnsteen uit beide mijnen wordt in 1922 een mijnsteenstort ingericht nabij de Brunssummerheide.


Aanleg

In 1909 wordt begonnen met de aanleg tussen Nuth en Staatsmijn Emma. Via dit spoor worden materialen aangevoerd die gebruikt worden bij de aanleg van de mijn. In 1916 wordt de spoorlijn vanaf Staatsmijn Emma naar het noordoosten doorgetrokken naar de nieuwe Staatsmijn Hendrik. Net zoals bij Emma worden via dit spoor materialen aangevoerd voor de bouw van de mijn. In 1922 wordt de spoorlijn wederom verlengd in noordoostelijke richting. Ditmaal naar de Brunssummerheide waar mijnsteen gestort zal gaan worden.


Beveiliging



Opening & ingebruikname

In mei 1910 wordt het traject tussen mijn Emma en Nuth geopend. In 1916 wordt de spoorlijn naar Staatsmijn Hendrik geopend.


Wijzigingen

  • In 1917 wordt de spoorlijn tussen Staatsmijn Hendrik en Nuth verdubbeld.


Aansluitingen

  • Emma


Vanaf 1917 wordt er bruinkool van de groeve Carisborg I bij Treebeke afgevoerd. De bruinkool wordt in briketten geperst, waarvoor in 1923 een aparte fabriek voor werd gebouwd. Deze fabriek krijgt in 1924 een aparte aansluiting op het Mijnspoor.

  • Hendrik



Vanaf 1917 wordt er bruinkool van de groeven Brunahilde II en Energie afgevoerd. In 1921 komt er een einde aan de winning van bruinkool en stopt de afvoer er van.


  • Maurits

Dienstregeling

Ongevallen

Sluiting & opbraak

In 1974 wordt na de sluiting van de mijnen het traject tussen mijn Hendrik en Geleen gesloten en vrij snel daarna wordt het traject tussen de mijnen Maurits en Hendrik opgebroken.


Bronnen, Referenties en/of Voetnoten

  • Limburgse mijnen en het spoor - R. Liebrand en P. van den Boorn - Maandblad: Op de Rails, 92e Jaargang - maart 2024 Blz: 114-123 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
  • Limburgse mijnen en het spoor - R. Liebrand en P. van den Boorn - Maandblad: Op de Rails, 92e Jaargang - april 2024 Blz: 166-175 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321