1400 - Plannen voor elektrische locomotieven serie 1400
In het begin van de jaren zestig verwachte de Nederlandse spoorwegen nog een serie nieuwe locomotieven te kunnen aanschaffen voor gebruik in voor zowel het personen- als goederenvervoer. De gedachten gingen daarbij uit naar ongeveer 34 locomotieven. Deze konden dan met behulp van eveneens nog aan te schaffen stuurstand rijtuigen in trek/duwcombinaties dienst doen. Bij verschillende fabrikanten werden offertes gevraagd. Uiteindelijk kwam het er niet van, vooral omdat het goederenvervoer per spoor steeds verder terug liep, maar ook door dat het kolen weg viel als gevolg van de mijnsluitingen. Van Werkspoor kennen we op dit moment slechts een plantekening.
Alsthom
Van het Franse Alsthom kennen we een document met waarin de volgende gegevens te vinden zijn.
| Type | Bo’Bo’ |
| Stroomsysteem | 1,5 kV = |
| Nominale motorspanning | 1,5 kV = |
| Tractie regeling | weerstand- serie-, serieparallel-, en/of parallelschakeling |
| Totaal gewicht in rijklare toestand | 80 ton |
| Asdruk | 20 ton |
| Spoorwijdte | 1,435 m (normaalspoor) |
| Lengte over buffers | 17,34 m |
| Breedte | 2,968 m |
| Draaistel afstand h.o.h. | 12,2 m |
| Radstand draaistel | 2,8 m |
| Wieldiameter nieuw | 1,25 m |
| Overzet verhouding | 75/26 |
| Continuvermogen | 3,13 MW bij 72 km/h |
| Continu trekkracht aan het wiel | 157 kN bij 72 km/h |
| Uurvermogen | 3,24 MW |
| Maximale trekkracht aan het wiel | 240 kN |
| Maximale dienstsnelheid | 145 km/h |
De bak
De locomotief heeft een enkelvoudige bak rustend op twee draaistellen door middel van veren pakketten met slinger dempers. Het over brengen van de trekbelastingen op de bak gebeurd door middel van laag geplaatste verbindingsstangen tussen bak en draaistellen. Op deze wijze wordt er gezorgd voor maximale adhesie benut en wordt het zo genaamde dumpen tot een minimum beperkt. Aan elk uiteinde is de bak voorzien van een cabine voor de bediening met elkaar verbonden door het centrale compartiment met voorzien is van twee zijgangen.
Het draaistel
Het draaistelframe is van het zo genaamde H type, het bestaande uit twee draagarmen en een centrale verbinding. De motoren zijn volledig afgeveerd opgehangen aan het draaistelframe. De primaire vering is conventioneel uitgevoerd door twee schroefveernesten met de mogelijkheid tot het aanbrengen van schokdempers dempers. De aspotten zijn elke afzonderlijk verbonden met het draaistelframe door middel van scharnierende verbindingsarmen welke in zogenaamde silent blocks gelagerd zijn. De secundaire vering komt voor rekening van zijdelings aangebrachte steunenveren pakketten op het draaistel. De overdracht van het aandrijfkoppel op de assen vindt plaats door middel van een holle as en een flexibele koppeling welke bi-directioneel beweegbaar is, volgens systeem Alsthom.
De elektrische installatie
De gehele installatie wordt beschermende door een snelschakelaar. Alle elektrische schakelapparatuur, waaronder ook de snelschakelaar en regelweerstand etc. zijn verzameld in één groot centraal blok in het midden van de locomotiefbak. Symmetrisch aan elk einde van het centrale compartiment zijn de ventilatoren, tractiemotoren en compressoren gegroepeerd. De lading van de accu wordt geleverd vanuit de retour stroom van de ventilator groepen.
De locomotief beschikt over vier volledig afgeveerde tractiemotoren die voor een nominale spanning van 1,5 kV= zijn ontworpen. De besturing van de tractie installatie vindt plaats vanuit de cabines met behulp van een signaal gevende controller. De besturingsregeling kan volgens de stap voor stap methode werken of met behulp van een automatische versnellingsrelais. Er zijn drie verschillende instellingen van de versnellingsrelais mogelijk. Het regelen van de tractiemotoren vindt plaats door het afschakelen van aanloopweerstanden en het in serie-, serieparallel-, of parallel-schakelen. De afzonderlijke schakelaars worden aangestuurd door een servomotor aangedreven controlerwals in het centraalblok.
