1500 - Elektrische locomotieven serie 1500: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
k
Regel 49: Regel 49:
  
 
= '''Inzet''' =
 
= '''Inzet''' =
 +
 +
De locomotieven werden hoofdzakelijk ingezet op de relatie Den Haag - Venlo (- Keulen). Tot 1976 vertrokken de treinen naar Venlo uit Rotterdam, zodat ze dus sporadisch in Den Haag te zien waren. Ook waren de locomotieven te zien voor D-treinen die vanuit Hoek van Holland reden. Op deze manier waren de locomotieven ook in Utrecht te zien. De locomotieven maakten tot het begin van de jaren '80 ook geregeld uitstapjes van hun stamlijnen en kwamen zo met goederentreinen in Roosendaal en 's Hertogenbosch. Vanaf 1982 kwamen de locomotieven nauwelijks meer in Roosendaal, maar gingen vanuit 's Hertogenbosch wel met autoslaaptreinen op pad naar Venlo. De locomotieven waren ook te zien voor de konvooi of werkplaatstreinen naar en van de lijnwerkplaats Leidschendam.
 +
 +
Het grote onderhoud van de locomotieven gebeurde in de lijnwerkplaats van Maastricht, net zoals alle andere elektrische locomotieven van de NS. Revisie's vonden plaats in Tilburg. De locomotieven kwamen door het rijden goederentreinen naar Roermond of Susteren in Maastricht terecht. Bij uitval van een locomotief werd als vervanger veelal een 1100 ingezet. Later verviel het noodzakerlijkwijs rijden van goederentreinen om in Maastricht te geraken, want vanaf de zomerdienstregeling 1980 kwamen de locomotieven in Heerlen. Dit gebeurde doordat een locomotief op zondagavond een goederentrein van Eindhoven naar Heerlen reed en de volgende dag terugging met trein 900 naar Den Haag. Op woensdag en vrijdag werd dezelfde trein door dezelfde 1500 gereden. Op woensdag bleef de locomotief de gehele dag in Den Haag en op vrijdag reed de locomotief met een lege ballasttrein naar de Watergraafsmeer. 's Avonds ging het weer terug als 901 naar Heerlen. De slag naar de Watergraafsmeer verviel in september 1980. Hiermee kwamen de 1500'n niet meer planmatig in Amsterdam. De treinen tussen Den Haag en Heerlen reden tot juni 1981. Hierna werden de treinen 900 en 901 geschrapt en kwam er geen 1500 meer planmatig in Heerlen.
 +
 +
De treinen waarmee de 1500'n tussen Den Haag - Rotterdam - Venlo reden bestonden in het begin uit rijtuigen Plan D, K en N, aangevuld met stalen D's. Tussen oktober 1980 en juni 1981 werden de oude rijtuigen vervangen door de nieuwe ICR rijtuigen. Doordat de BKD rijtuigen van het ICR nog niet afgeleverd waren, reden ook in deze treinen stalen D's. Deze laatsten ruimden pas in bij het begin van de winterdienstregeling 1981/1982 het veld en bestonden de treinen in zijn geheel uit ICR.
 +
  
 
= '''Revisie''' =
 
= '''Revisie''' =

Versie van 11 mrt 2011 20:57

In 1969 werd de NS er op gewezen dat in Engeland 7 elektrische locomotieven te koop staan, geschikt voor een bovenleidingspanning van 1500 volt. De NS is dringend op zoek naar nieuwe tractiemiddelen in het kader van Spoorslag '70.

Geschiedenis

In 1953 wordt in Engeland de spoorlijn Manchester - Sheffield (Woodhead lijn, vernoemd naar de tunnel halverwege de lijn) opgeleverd na elektrificatie met 1500 volt gelijkstroom. Deze lijn werd geëxploiteerd door de LNER (London and North Eastern Railway). De elektrificatie werd ingegeven door het drukke goederenverkeer en met name de kolentreinen die naar Manchester reden. Doordat dit in Engeland de enige lijn was met deze bovenleidingspanning, moest er ook apart materieel voor ontwikkeld worden. In 1936, toen de elektrificatieplannen een aanvang namen, werd begonnen met de ontwikkeling van een locomotief. Het plan was om 88 locomotieven type Bo'Bo' te bouwen, maar al snel werd besloten om alleen het prototype af te bouwen en om proefritten mee te rijden. De loc werd genummerd als LNER 6701, welke in 1940 werd afgeleverd. Na een aantal proefritten werd de locomotief opgeborgen in verband met de tweede wereldoorlog.

Op 3 september 1947 werd de locomotief, inmiddels LNER 6000 genummerd, op huurbasis naar Nederland overgebracht. Op 11 september kwam de locomotief aan in Utrecht. De doel van deze overeenkomst was tweeledig. Aan de ene kant kon de LNER de NS helpen met het uitvoeren van de dienstregeling en de NS de locomotief aan praktijktesten onderwerpen, waar de LNER niet aan toe kwam. Al snel kreeg de locomotief de bijnaam Tommy, naar de nickname van de Engelse soldaten. Op 23 maart 1952 ging de locomotief terug naar Engeland. Door British Rail werd de loc vernummerder naar E26000.

Door alle praktijkervaring die in Nederland werd opgedaan, werd alsnog besloten om 57 locomotieven van dit type te bouwen. De eerste EM1, zoals de locs later bekend zouden gaan worden, werd in juli 1950 afgeleverd als E26001 door Gorton Works te Manchester. In 1948 werd besloten om ook 6-assige locs van dit type te gaan bouwen als Co'Co' locomotief, type EM2. Er zouden er 27 gebouwd gaan worden, maar tijdens de bouw wordt besloten om het bij 7 stuks te houden, welke dan al in aanbouw zijn. De eerste locomotief, de E27000 komt in september 1954 in dienst, al vrij snel gevolgd door de overige 6. De locomotieven EM2 hebben van 1954 tot 1968 dienst gedaan op de Woodhead lijn. De EM1 locomotieven deden hier dienst tot de sluiting van de lijn in 1981. De EM2 locomotieven werden in Burry gestald, samen met de E26000 'Tommy', welke uiteindelijk in 1972 is gesloopt.


Naar Nederland

De NS was halverwege de jaren '60 begonnen met het ontwikkelingen van een nieuwe 4-assige locomotief, welke specifiek voor het goederenvervoer bestemd was. Ook zou hiermee in trek/duw gereden moeten worden met rijtuigen. Op deze manier konden de locs serie 1400, in aansluiting met de voorgaande locserie's, optimaal ingezet worden. Al snel bleek dat het goederenvervoer niet sterk zou stijgen en liepen de kosten flink op. De NS was echter nog wel dringend op zoek naar nieuwe trekkrachten, in het kader van de Spoorslag '70. Deze werden in april 1969 gevonden, toen een medewerker van British Rail de NS wees op de zeven locomotieven EM2. Op 20 augustus 1969 maakte een delegatie van de NS een proefrit met de E27002, welke weer gereed was gemaakt om in gezet te worden. De prestaties van toen waren dermate overtuigende dat de NS besloot om de locomotieven over te nemen.

Op 25 september 1969 werden de locomotieven van Harwich naar Zeebrugge overgebracht. De E27002 vertrok als eerste naar Nederland. De overige 6 zouden volgens in 2 groepen van 3. Op 7 oktober 1969 reed de E27002 als eerste een proefrit Utrecht - Arnhem. Op 8 oktober 1969 werd er van Eindhoven naar Lage Zwaluwe gereden met 9 rijtuigen. Hierbij viel het op dat de locomotieven boven de 110 km/h weinig vermogen meer over hadden. Op 9 oktober volgde nog een rit samen met de 1112, 2 diesellocomotieven serie 2200 en 60 goederenwagons.



Technische gegevens

Uitvoering

De locomotieven kwamen in dienst in het zwart, met zilverkleurige draaistellen. Amper een jaar later werden de locomotieven opnieuw geschilderd. Nu in het 'Brunswick Green' met eveneens zilverkleurige draaistellen en grijs dak. Als variant hierop waren er ook zware draaistellen en een crèmekleurig dak op enkele locomotieven te vinden. In 1958 was de laatste locomotief overgeschilderd. In 1960 werden de locomotieven alweer in een andere kleur geschilderd. Nu in het lichtblauw. De E27000, E27001, E27003 en E27005 bleven echter in het groen en kwamen zo ook in Nederland aan. De overige locomotieven waren blauw bij aankomst in Nederland.

Bij de NS kwamen de locomotieven in het bekende geelgrijs op de baan. Zij waren hiermee de eerste locomotieven die in deze kleurstelling op de baan verschenen. De nummers waren op de 1501 in eerste instantie alleen op de zijkanten aangebracht. Later kwamen op het front ook de nummers te staan.


Namen

Zoals het gebruikelijk was in Engeland, waren de locomotieven voorzien van een naam. De locs waren voorzien van namen van verschillende godinnen.

nummernaam
27000Electra
27001Ariadne
27002Aurora
27003Diana
27004Juno
27005Minerva
27006Pandora


Inzet

De locomotieven werden hoofdzakelijk ingezet op de relatie Den Haag - Venlo (- Keulen). Tot 1976 vertrokken de treinen naar Venlo uit Rotterdam, zodat ze dus sporadisch in Den Haag te zien waren. Ook waren de locomotieven te zien voor D-treinen die vanuit Hoek van Holland reden. Op deze manier waren de locomotieven ook in Utrecht te zien. De locomotieven maakten tot het begin van de jaren '80 ook geregeld uitstapjes van hun stamlijnen en kwamen zo met goederentreinen in Roosendaal en 's Hertogenbosch. Vanaf 1982 kwamen de locomotieven nauwelijks meer in Roosendaal, maar gingen vanuit 's Hertogenbosch wel met autoslaaptreinen op pad naar Venlo. De locomotieven waren ook te zien voor de konvooi of werkplaatstreinen naar en van de lijnwerkplaats Leidschendam.

Het grote onderhoud van de locomotieven gebeurde in de lijnwerkplaats van Maastricht, net zoals alle andere elektrische locomotieven van de NS. Revisie's vonden plaats in Tilburg. De locomotieven kwamen door het rijden goederentreinen naar Roermond of Susteren in Maastricht terecht. Bij uitval van een locomotief werd als vervanger veelal een 1100 ingezet. Later verviel het noodzakerlijkwijs rijden van goederentreinen om in Maastricht te geraken, want vanaf de zomerdienstregeling 1980 kwamen de locomotieven in Heerlen. Dit gebeurde doordat een locomotief op zondagavond een goederentrein van Eindhoven naar Heerlen reed en de volgende dag terugging met trein 900 naar Den Haag. Op woensdag en vrijdag werd dezelfde trein door dezelfde 1500 gereden. Op woensdag bleef de locomotief de gehele dag in Den Haag en op vrijdag reed de locomotief met een lege ballasttrein naar de Watergraafsmeer. 's Avonds ging het weer terug als 901 naar Heerlen. De slag naar de Watergraafsmeer verviel in september 1980. Hiermee kwamen de 1500'n niet meer planmatig in Amsterdam. De treinen tussen Den Haag en Heerlen reden tot juni 1981. Hierna werden de treinen 900 en 901 geschrapt en kwam er geen 1500 meer planmatig in Heerlen.

De treinen waarmee de 1500'n tussen Den Haag - Rotterdam - Venlo reden bestonden in het begin uit rijtuigen Plan D, K en N, aangevuld met stalen D's. Tussen oktober 1980 en juni 1981 werden de oude rijtuigen vervangen door de nieuwe ICR rijtuigen. Doordat de BKD rijtuigen van het ICR nog niet afgeleverd waren, reden ook in deze treinen stalen D's. Deze laatsten ruimden pas in bij het begin van de winterdienstregeling 1981/1982 het veld en bestonden de treinen in zijn geheel uit ICR.


Revisie

Alvorens de locomotieven ingezet konden worden, dienden de locomotieven een H4 revisie te krijgen. Dit gebeurde in de hoofdwerkplaats van Tilburg. Tijdens dit proces werd besloten dat de E27005 zou dienen als plukloc voor de overige 6 locomotieven.

De revisie hield onder meer in dat de in Engeland gebruikte vacuümrem buiten gebruik werd gesteld, alsmede de voorziening voor stoomverwarming. De stroomafnemers werden vervangen door in Nederland gangbare type Faiveley AM-30 stroomafnemers. Ook werden de stuurstanden verplaatst van links naar rechts, zodat machinisten de dwergseinen beter zouden zien. Er werden compressoren ingebouwd, welke afkomstig waren van de diesellocomotief serie 2600. Ook werden de locomotieven voorzien van elektrische treinverwarming, zandstrooiers, slipbeveiliging en andere front- en sluitseinen. Om de locomotieven meer trekkracht te laten genereren werd een vierde trap zwakveld toegevoegd. De aanschaf + revisie voor de 6 locomotieven kwam uit op een bedrag van 1.788.000 gulden. Dit hield in dat 1 locomotief ongeveer 298.000 gulden kostte. Een nieuwe locomotief serie 1400 zou uitkomen op een stukprijs van ongeveer 1 miljoen gulden.


Bijzondere uitvoeringen

Wijzigingen

Vernummeringen

De locs waren bij aankomst in Nederland nog genummerd in hun oude British Rail nummers class 27. Bij aflevering werden de locs genummerd in de serie 1500.

British Rail nummerNS nummer
270001502
270011505
270021506
270031501
270041503
27005n.v.t. (plukloc)
270061504


Afvoer

Na brandschade op 12 juli 1984 te Eindhoven werd de 1506 als eerste loc afgevoerd.

In augustus 1985 werd de 1504 afgevoerd vanwege verlopen revisietermijn.

Loc 1505 werd na zijn afvoer weer teruggebracht naar Engeland en staat in zijn NS jasje in het Greater Manchester Museum of Science and Industry.

Ook loc 1502 vertrok weer naar Engeland. De loc is eigendom van de EM2 Locomotivie Society en staat daar in het

De beide locomotieven die naar Engeland terugkeerden werden in de werkplaats in Tilburg onder andere ontdaan van hun stroomfafnemers en zandbakken. Op 10 juli 1986 werden de locs door de 1503 van Tilburg overgebracht naar Roosendaal. Nog dezelfde dag gingen de locs door naar het Belgische Essen. Op 11 juli werden de locs overgebracht van Essen naar Brussel. Op 12 juli werd de reis voortgezet naar Zeebrugge, alwaar de locs op 15 juli 1986 op de veerboot naar Engeland werden gezet. De 1505 kwam op 17 juli aan in Manchester en de 1502 kwam op 17 juli aan in Butterly, tussen Derby en Nothingham, alwaar de loc in het groen werd geschilderd.

Loc 1501 is in Nederland bewaard gebleven en werd daar opgenomen door een groep Rotterdamse machinisten die de werkgroep 1501 oprichtte om de loc te kunnen bewaren en te gebruiken voor speciale ritten. Het Spoorwegmuseum had geen interesse in een loc serie 1500.

Afleverdata elektrische locomotieven serie 1500

NummerOverbrenging vanuit EngelandAfleverdatumIn dienstTer zijdeSloop(rit)
150125 september 19698 mei 19708 mei 1970XX juni 1986n.v.t. (Werkgroep 1501)
150225 september 19695 oktober 1970XX juni 1986n.v.t. (EM2LS)
150325 september 196910 december 1970XX juni 198620 november 1986
150425 september 196917 februari 1971XX augustus 1985XX oktober 1986
150525 september 196916 april 1971XX juni 1986n.v.t. (Manchester)
150625 september 196924 juni 197124 juni 19713 oktober 1984XX februari 1985
2700525 september 1969n.v.t.n.v.t.XX februari 1971XX juli 1971