ZHESM-materieel: verschil tussen versies
| Regel 76: | Regel 76: | ||
* In augustus 1925 worden de motorrijtuigen mB 9013 en mB 9014 uit de dienst genomen om voorzien te worden van een 1.500 Volt gelijkspanningsinstallatie van Siemens Schuckert Werke. Dit gebeurd in de [[hoofdwerkplaats Haarlem]]. Ook krijgen de rijtuigen nieuwe zwanehalsdraaistellen van Hawa met vier tractiemotoren. Tijdens deze ombouw wordt het interieur gewijzigd, zodat zij weer worden voorzien van een derde klas. Zij werden hierop afgeleverd als mBC 9031 en mBc 9032. | * In augustus 1925 worden de motorrijtuigen mB 9013 en mB 9014 uit de dienst genomen om voorzien te worden van een 1.500 Volt gelijkspanningsinstallatie van Siemens Schuckert Werke. Dit gebeurd in de [[hoofdwerkplaats Haarlem]]. Ook krijgen de rijtuigen nieuwe zwanehalsdraaistellen van Hawa met vier tractiemotoren. Tijdens deze ombouw wordt het interieur gewijzigd, zodat zij weer worden voorzien van een derde klas. Zij werden hierop afgeleverd als mBC 9031 en mBc 9032. | ||
| − | * Op 15 april 1926 werd opdracht gegeven om de motorrijtuigen om te bouwen naar 1.500 volt gelijkspanning. Deze wijziging moest uitgevoerd worden voor de zomerdienst van 1927. De rijtuigen werden hierbij voorzien van nieuwe draaistellen en nieuwe motoren. De motordraaistellen waren van het zwanenhalstype M, dat ook gebruikt werd onder de motorrijtuigen [[Mat'24 - Materieel 1924 (Blokkendoos)|Materieel'24]], dat op dat moment in aflevering was. De tractiemotoren waren afkomstig van Heemaf of Vickers. Er werden per draaistel twee tractiemotoren geplaatst, gelijk aan de motorrijtuigen Materieel'24. Tevens vond een aanpassing plaats aan het interieur en exterieur. De rijke details die de rijtuigen hadden, werden zo veel mogelijk weggelaten. | + | * Op 15 april 1926 werd opdracht gegeven om de motorrijtuigen om te bouwen naar 1.500 volt gelijkspanning. Deze wijziging moest uitgevoerd worden voor de zomerdienst van 1927. De rijtuigen werden hierbij voorzien van nieuwe draaistellen en nieuwe motoren. De motordraaistellen waren van het zwanenhalstype M, dat ook gebruikt werd onder de motorrijtuigen [[Mat'24 - Materieel 1924 (Blokkendoos)|Materieel'24]], dat op dat moment in aflevering was. De tractiemotoren waren afkomstig van Heemaf of Vickers. Er werden per draaistel twee tractiemotoren geplaatst, gelijk aan de motorrijtuigen Materieel'24. De technische installatie werd eveneens vervangen, net zo als de stroomafnemers. De wagenbak werd zo veel mogelijk gedemonteerd en opnieuw opgebouwd. Tevens vond een aanpassing plaats aan het interieur en exterieur. De rijke details die de rijtuigen hadden, werden zo veel mogelijk weggelaten. |
Versie van 28 apr 2015 05:16
In 1908 reed in Nederland de eerste elektrische trein van Rotterdam Hofplein naar Den Haag Hollands Spoor via Pijnacker.
Inhoud
Geschiedenis
Op 4 januari 1900 werd de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij (ZHESM) opgericht. Dit was de eerste spoorwegmaatschappij die met elektrische treinen de diensten gaat exploiteren. Zij hebben hiervoor de trajecten Den Haag Hollands Spoor - Scheveningen en Den Haag Loolaan - Rotterdam Hofplein via Pijnacker geopend, de Hofpleinlijn. Het eerste traject werd op 1 mei 1907 geopend en geëxploiteerd met stoomtractie. Op 1 oktober 1908 vond de opening plaats van het tweede traject. Dit traject werd geëlektrificeerd met 10.000 volt eenfase wisselstroom. De centrale voor de opwekking van de elektriciteit bevond zich in Leidschendam. Het eerste rijtuig, de 1, werd in januari 1908 afgeleverd. De rijtuigen 2 - 10 volgden in februari en maart van 1908. Per 1 oktober 1908 ging tevens de exploitatie over naar de HSM en op 1 januari 1923 werd de ZHESM opgenomen in de HSM. Door het succes van de nieuwe rijtuigen en de stroom mensen die het aantrok, werden in 1911 twee mBC rijtuigen besteld en in 1914 werden twee mB rijtuigen bijbesteld. Dit bleek nog niet voldoende om alle reizigers te kunnen vervoeren, zodat vanaf 1912 materieel van de HSM werd gehuurd. In de periode 1912 - 1944 in totaal 8 rijtuigen uit de serie 1100, de latere NS serie BC 8000. Dit waren vier-assige rijtuigen die geschikt waren voor diensten achter stoomlocomotieven en reden tussen Amsterdam en Zandvoort. Deze rijtuigen zijn donkergroen geschilderd en kregen daarom de naam "Groene Zandvoorters".
De rijtuigen werden door J.J. Beijnes gebouwd en waren afgeleid van een Amerikaans ontwerp. De motoren en elektrische uitrusting werden geleverd door het Duitse Siemens-Schuckert Werke. De motoren gaven veel problemen door oververhitting, omdat de weerstandswikkelingen niet bestand waren tegen het vele in- en uitschakelen bij de haltes onderweg. Als remedie hierop werden stationnementen ingevoerd van 20 minuten in Den Haag om de motoren te laten afkoelen. Dit kost de ZHESM wel een extra treinstel dan voorzien. De rijtuigen hadden een luxueuze uitstraling. De motorrijtuigen konden in treinschakeling rijden en waren daartoe uitgerust met stuurstroomkabels.
Technische gegevens
De rijtuigen hebben een lengte van 18,6 meter. De motorrijtuigen hebben een gewicht variërend van tot ton. De tussenrijtuigen hebben een gewicht van ton. De motorrijtuigen zijn elk voorzien van twee tractiemotoren. De motoren van Siemens-Schuckert Werke zijn van het type . Zij leveren per stuk een vermogen van 132 kW (180 pk) met omwentelingen per minuut. In totaal heeft een motorrijtuig de beschikking over 264 kW (360 pk). De motoren zijn opgehangen volgens de tramophanging. Hierbij rust de tractiemotor aan een zijde met rollagers op de as. De motoras wordt aangedreven door een rondsel dat in een vast tandwiel op de wielas grijpt. De motoren worden maximaal gevoed met 337,5 Volt. De rijtuigen mB 9013 en mB 9014 krijgen bij hun ombouw naar 1.500 Volt tractiemotoren van Siemens-Schuckert Werke, type . Deze motoren leveren een vermogen van 165 kW (225 pk) per stuk. Hiermee hebben de rijtuigen een totaal vermogen van 660 kW (900 pk). Deze motoren zijn uitgevoerd met rollagers in plaats van de gebruikelijke glijlagers.
De rijtuigen zijn ontworpen voor een snelheid van kilometer per uur. In de normale treindienst zal een snelheid van 90 kilometer per uur worden aangehouden. Afhankelijk van het soort rijtuig, beschikt een rijtuig over 32 tot 88 zitplaatsen. Onder de motorrijtuigen is een compressor opgenomen. Deze kan liter lucht per minuut leveren. Deze lucht wordt gebruikt voor de luchtdrukrem en diverse elektro-pneumatische apparatuur. De asindeling van de motorrijtuigen is Bo'2'. De tussenrijtuigen hebben als asindeling 2'2'.
Uitvoering
De rijtuigen zijn opgebouwd uit een ijzeren frame. Op dit frame is een houten bak geplaatst, met metalen buitenwanden. Voor de stijfheid is het onderstel voorzien van een vloer. Het onderstel vormde een aparte constructie ten opzichte van de bak opbouw. Het dak is van hout en voorzien van een lichtkap. De motorrijtuigen zijn aan beide zijden voorzien van een cabine met stuurstand. De inrichting van de cabine is afgeleid van de elektrische trams die op dat moment waren afgeleverd. De tussenrijtuigen hebben aan de uiteinden een balkon, vanwaar uit over het spoor kon worden uitgekeken. De vloer werd afgedekt met , waar bovenop was gelegd, terwijl de onderzijde werd voorzien van geluiddempende . Aan de buitenzijde is het mogelijk door middel van koersborden aan de buitenzijde onder de ramen de bestemming en route aan te geven. De bufferbalken zijn voorzien van normaal stoot- en trekwerk. Op de bufferbalk zijn ook de stuurstroomkabels aangebracht, zodat alle rijtuigen aan elkaar gekoppeld kunnen worden en de commando’s vanaf de voorste cabine kan worden doorgegeven naar achterop lopende motorrijtuigen. De stroomafnemers zijn afgeleid van tram stroomafnemers, met een sleper die in de rijrichting mee omklapt.
De besturing geschiedde
De rijtuigen waren zijn voorzien van open afdelingen in het interieur. Deze werden gescheiden door middel van tussenschotten met schuifdeuren. Op deze manier ontstonden compartimenten met vier plaatsen. In het interieur is gebruik gemaakt van djatihout voor de zichtbare, blanke panelen. Het paneelwerk is bekleed. Voor de verlichting wordt gebruik gemaakt van gloeilampen. Deze worden afgeschermd met lichtschermen. In het interieur werden Jugendstil motieven aangebracht. De rijtuigen zijn voorzien van verwarmingselementen die onder de banken zijn geplaatst. Deze zijn aangesloten op de leiding. In de derde klasse zijn houten banken te vinden, in de opstelling in de breedterichting. In de tweede klas zijn de banken bekleed met , in de opstelling in de breedterichting. De deuren waren geplaatst aan de kopeinden. Dit waren vanaf de aflevering dubbele klapdeuren van mahoniehout. Vanaf 19 werden dit enkele klapdeuren.
De rijtuigen zijn in het olijfgroen/crème afgeleverd met een belijning in Jugendstil motief. De rijtuigen zijn na 192 geschilderd in een donkergroene kleur, omdat de lichte kleur nogal snel vervuilde. Onder het tweede raam van het uiteinde is de klasse aanduiding aangebracht. Het rijtuignummer is aangebracht boven de zijramen van de cabine.
De draaistellen waren van het Pruisische type Görlitz. De aspotten zijn voorzien van glijlagers. De draaistelcode van de draaistellen is . Voor de beremming zijn de rijtuigen voorzien van een éénleidingrem met Knorr remkraan. Tevens is op een balkon een handrem aanwezig.
BC 1 - BC 11
B 51 - B 62
C 101 - C 109
Inzet
Op 1 oktober 1908 werden de eerste rijtuigen ingezet tussen Rotterdam Hofplein en Den Haag Hollands Spoor. De inzet ging niet zonder slag of staat en diverse kinderziekten speelden de treinen parten. Uiteindelijk lukt het de ZHESM om de problemen met de motoren en de isolatoren van de bovenleiding te overwinnen en wordt de treindienst een betrouwbare verbinding. Met ingang van 1 mei 1909 werd het lijnennet uitgebreid met de lijn Den Haag Hollands Spoor - Scheveningen Kurhaus. Omdat het een nieuwe manier van treinreizen is, trekt de verbinding veel mensen die graag eens met de trein willen reizen. De vanwege de drukte ingelegde stoomtreinen reden veelal leeg op deze verbinding.
Het materieel deed dienst op de Hofpleinlijn tot aan de Spoorwegstaking in september 1944. Veel rijtuigen werden naar Duitsland overgebracht om daar dienst te doen. Na de oorlog kwamen enkele rijtuigen terug, soms in desolate toestand. Andere rijtuigen zijn niet meer terug gevonden en afgevoerd. Er was in 1945 nog maar 1 rijtuig rijvaardig en dat was de 9911. Het heeft als dienstwagen tot 1957 dienst gedaan en werd toen opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum.
Van 1 januari 1946 tot en met juli 1946 waren alleen de mBC 9911 en Ces 8043 beschikbaar voor de diensten van het voormalige ZHESM materieel op de deels herstelde Hofpleinlijn. Vanaf juli 1946 werd de mBC 991 gebruikt om konvooien te rijden tussen de werkplaatsen van Leidschendam en Haarlem.
Na de oorlog werden de rijtuigen verdreven van hun stamlijn, tussen Rotterdam en Den Haag. Zij werden vervangen door stroomlijnmaterieel. De getrokken rijtuigen werden tot in de jaren '50 ingezet in stoomtreinen en werden daarna afgevoerd.
Onderhoud
Vanaf de instroom van de rijtuigen zijn zij in onderhoud in de werkplaats Leidschendam.
Revisie
Bijzondere uitvoeringen
- De rijtuigen mB 9013 en mB 9014 werden in 1925 gebruikt in een proeftrein met een gelijkspanningsinstallatie voor 1.500 Volt. Deze installatie is eveneens afkomstig van Siemens Schuckert Werke. De NS had inmiddels besloten om ook andere spoorlijnen te gaan elektrificeren. Dit waren onder andere de Oude lijn en aanverwante spoorlijnen in Noord Holland. Men koos hiervoor om het modernere 1.500 Volt gelijkstroom te gebruiken in plaats van de 10.000 Volt wisselstroom, zoals die op de Hofpleinlijn werd gebruikt.
Wijzigingen
- De rijtuigen mBC 5 en mBC 6 worden in 1922 verbouwd tot tweede klas rijtuig. Zij worden hierbij vernummerd naar mB 9013 en mB 9014, in aansluiting op de mB's 9001 - 9012.
- In augustus 1925 worden de motorrijtuigen mB 9013 en mB 9014 uit de dienst genomen om voorzien te worden van een 1.500 Volt gelijkspanningsinstallatie van Siemens Schuckert Werke. Dit gebeurd in de hoofdwerkplaats Haarlem. Ook krijgen de rijtuigen nieuwe zwanehalsdraaistellen van Hawa met vier tractiemotoren. Tijdens deze ombouw wordt het interieur gewijzigd, zodat zij weer worden voorzien van een derde klas. Zij werden hierop afgeleverd als mBC 9031 en mBc 9032.
- Op 15 april 1926 werd opdracht gegeven om de motorrijtuigen om te bouwen naar 1.500 volt gelijkspanning. Deze wijziging moest uitgevoerd worden voor de zomerdienst van 1927. De rijtuigen werden hierbij voorzien van nieuwe draaistellen en nieuwe motoren. De motordraaistellen waren van het zwanenhalstype M, dat ook gebruikt werd onder de motorrijtuigen Materieel'24, dat op dat moment in aflevering was. De tractiemotoren waren afkomstig van Heemaf of Vickers. Er werden per draaistel twee tractiemotoren geplaatst, gelijk aan de motorrijtuigen Materieel'24. De technische installatie werd eveneens vervangen, net zo als de stroomafnemers. De wagenbak werd zo veel mogelijk gedemonteerd en opnieuw opgebouwd. Tevens vond een aanpassing plaats aan het interieur en exterieur. De rijke details die de rijtuigen hadden, werden zo veel mogelijk weggelaten.
Vernummeringen
Door de verbouwing van de mBC 5 en mBC 6 tot volledig tweede klas rijtuig in 1922, werden zij vernummerd in aansluiting op de bestaande tweede klas rijtuigen volgens de nieuwe NS nummering.
| Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
|---|---|---|
| mB 9013 | mBC 5 | 1922 |
| mB 9014 | mBC 6 | 1922 |
Bij de samenvoeging van het materieel van de SS en HSM werd al het bestaande materieel vernummerd in aaneensluitende series. Met de ombouw van de tractie installatie van 10.000 Volt naar 1.500 Volt, werd het materieel nogmaals vernummerd.
| Oorspronkelijk nummer | Nummer vanaf 1927 | Nummer vanaf 1932 | Opmerkingen |
|---|---|---|---|
| BC 1 | mBC 9001 | mC 9901 | |
| BC 2 | mBC 9002 | mC 9902 | |
| BC 3 | mBC 9003 | mC 9903 | |
| BC 4 | mBC 9004 | mC 9904 | |
| BC 5 | mB 9013 | mBC 9910 | |
| BC 6 | mB 9014 | mBC 9911 | |
| BC 7 | mBC 9005 | mC 9905 | |
| BC 8 | mBC 9006 | mC 9906 | |
| BC 9 | mBC 9007 | mC 9907 | |
| BC 10 | mBC 9008 | mC 9908 | |
| BC 11 | mBC 9009 | mC 9909 | |
| Oorspronkelijk nummer | Nummer vanaf 1927 | Nummer vanaf 1932 | Opmerkingen |
| B 51 | mB 9001 | mB 9925 | |
| B 52 | mB 9002 | mB 9926 | |
| B 53 | mB 9003 | mB 9927 | |
| B 54 | mB 9004 | mB 9928 | |
| B 55 | mB 9005 | mB 9929 | |
| B 56 | mB 9006 | mB 9930 | |
| B 57 | mB 9007 | mB 9931 | |
| B 58 | mB 9008 | mB 9932 | |
| B 59 | mB 9009 | mB 9933 | |
| B 60 | mBD 9401 | mBD 9951 | |
| B 61 | mBD 9402 | mBD 9952 | |
| B 62 | mBD 9403 | mBD 9953 | |
| Oorspronkelijk nummer | Nummer vanaf 1927 | Opmerkingen | |
| C 101 | C 8001 | ||
| C 102 | C 8002 | ||
| C 103 | C 8003 | ||
| C 104 | C 8004 | ||
| C 105 | C 8005 | ||
| C 106 | C 8006 | ||
| C 107 | Ces 8041 | ||
| C 108 | Ces 8042 | ||
| C 109 | Ces 8043 |
Schadegevallen
Afvoer
Door oorlogshandelingen werden in 19 een aantal rijtuigen afgevoerd. Zij waren dermatig beschadigd dat herstel niet meer lonend werd geacht of omdat zij nooit meer werden terug gevonden. Tevens werden een aantal rijtuigen aangewezen om dienst te doen als noodwoning als gevolg van de woningnood na de Tweede Wereldoorlog.
Gevolgen van de Tweede Wereldoorlog
Na de bevrijding waren slechts twee rijtuigen direct rijvaardig te maken. Dit waren de mBC 9911 en Ces 8043. Deze komen op 1 januari 1946 weer in dienst. De ruiten van rijtuig mBC 9911 zijn provisorisch hersteld met triplex en glas.
Bombardementen
- Op 14 mei 1940 werd het station Rotterdam Hofplein getroffen door een Duits bombardement. Het station werd hierbij volledig verwoest, evenals het aldaar aanwezige materieel. Van het voormalige ZHESM materieel waren de rijtuigen mC 9902, mB 9928 en C 8003 aanwezig. Ook waren de voormalige HSM rijtuigen C 8020 en BC 8005 aanwezig. Deze waren door de HSM aan de ZHESM verhuurd.
Afvoer naar het oosten
- De mC 9901 keerde na de oorlog terug uit Duitsland, maar werd niet hersteld. Het rijtuig werd ontdaan van zijn draaistellen en als noodwoning geplaatst in Bosch en Duin
Museummaterieel
Van de 31 gebouwde rijtuigen, is er 1 bewaard gebleven in de originele toestand.
- Noodwoning
BC 1
Vlakbij de voormalige halte Bosch en Duin aan de voormalige spoorlijn De Bilt - Zeist is de voormalige mC 9901 geplaatst als noodwoning. De woning bevalt goed en stond er in 2009 nog. Van buiten is deze pionier van de elektrische tractie nog altijd duidelijk herkenbaar als een ZHESM-rijtuig. In april 2015 is het rijtuig alsnog gesloopt.
- Spoorwegmuseum
BC 6
Nadat de 9911 in 1957 buiten dienst ging, werd het opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum. Zij werd hierbij grotendeels terug gebracht naar de staat als BC 6. Het rijtuig is echter niet rijvaardig.
B 61
In 1992 werd door een treinkenner in het Oost Duitse Geestgottberg een voormalig ZHESM rijtuig ontdekt. Het rijtuig was als laatste gebruikt voor wegonderhoud. Het rijtuig heeft hierbij het nummer 60 55 99-54 668-7 gekregen. Het rijtuig is geheel ontdaan van interieur en tractie installatie. De grote ramen zijn vervangen door kleinere exemplaren. Het Spoorwegmuseum werd op de hoogte gesteld van de vondst. Op hun verzoek werd het rijtuig niet gesloopt en naar Klostermansfeld overgebracht. In 200 besluit het Spoorwegmuseum het rijtuig niet terug naar Nederland te halen. Het rijtuig voegt niets toe aan de collectie, omdat de nagenoeg identieke BC 6 ook in de collectie is opgenomen. In mei 2014 is het rijtuig in Helbra gezien.
Afleverdata
Rijtuigen BC 1 tot en met BC 11
| Nummer | Aflevering | In dienst | Ter zijde | Sloop(rit) |
|---|---|---|---|---|
| BC 1 | januari 1908 | 1948 | april 2015 | |
| BC 2 | februari 1908 | 1940 | ||
| BC 3 | februari 1908 | 1948 | ||
| BC 4 | februari 1908 | 1948 | ||
| BC 5 | februari 1908 | Vermist in WO II | ||
| BC 6 | maart 1908 | 1957 | n.v.t. (Spoorwegmuseum) | |
| BC 7 | maart 1908 | 1948 | ||
| BC 8 | maart 1908 | 1948 | ||
| BC 9 | maart 1908 | Vermist in WO II | ||
| BC 10 | 1911 | 1948 | ||
| BC 11 | 1911 | 1948 |
Rijtuigen B 51 tot en met B 62
| Nummer | Aflevering | In dienst | Ter zijde | Sloop(rit) |
|---|---|---|---|---|
| B 51 | 1908 | 1948 | ||
| B 52 | 1908 | Vermist in WO II | ||
| B 53 | 1908 | 1948 | ||
| B 54 | 1908 | 1940 | ||
| B 55 | 1908 | 1948 | ||
| B 56 | 1908 | 1948 | ||
| B 57 | 1908 | 1948 | ||
| B 58 | 1908 | 1948 | ||
| B 59 | 1908 | 1948 | ||
| B 60 | 1908 | 1946 | ||
| B 61 | 1914 | 1947 | ||
| B 62 | 1914 | 1944 |
Rijtuigen C 101 tot en met C 109
| Nummer | Aflevering | In dienst | Ter zijde | Sloop(rit) |
|---|---|---|---|---|
| C 101 | 1908 | 1946 | ||
| C 102 | 1908 | november 1954 | ||
| C 103 | 1908 | 1940 | ||
| C 104 | 1908 | 1952 | ||
| C 105 | 1908 | 1953 | ||
| C 106 | 1908 | 1951 | ||
| C 107 | 1908 | 1953 | ||
| C 108 | 1908 | 1953 | ||
| C 109 | 1908 | 1951 |