ZHESM-materieel: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Regel 3: Regel 3:
 
= '''Geschiedenis''' =
 
= '''Geschiedenis''' =
  
Op 4 januari 1900 werd de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij (ZHESM) opgericht. Dit was de eerste spoorwegmaatschappij die met elektrische treinen de diensten gaat exploiteren. Zij hebben hiervoor de trajecten [[Den Haag Hollands Spoor]] - [[Scheveningen]] en Den Haag Loolaan - Rotterdam Hofplein via Pijnacker geopend. Het eerste traject werd op 1 mei 1907 geopend en geëxploiteerd met stoomtractie. Op 1 oktober 1908 vond de opening plaats van het tweede traject. Dit traject werd geëlektrificeerd met 10.000 volt eenfase wisselstroom. De centrale voor de opwekking van de elektriciteit bevond zich in Leidschendam. Het eerste rijtuig, de 1, werd in januari 1908 afgeleverd. De rijtuigen 2 - 10 volgden in februari en maart van 1908. Per 1 oktober 1908 ging tevens de exploitatie over naar de HSM en op 1 januari 1923 werd de ZHESM opgenomen in de HSM. Door het succes van de nieuwe rijtuigen en de stroom mensen die het aantrok, werden in 1911 twee mBC rijtuigen besteld en in 1914 werden twee mB rijtuigen bijbesteld. Dit bleek nog niet voldoende om alle reizigers te kunnen vervoeren, zodat vanaf 1912 materieel van de HSM werd gehuurd. In de periode 1912 - 1944 in totaal 18 rijtuigen uit de serie 1100, de latere NS serie BC 8000.
+
Op 4 januari 1900 werd de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij (ZHESM) opgericht. Dit was de eerste spoorwegmaatschappij die met elektrische treinen de diensten gaat exploiteren. Zij hebben hiervoor de trajecten [[Den Haag Hollands Spoor]] - [[Scheveningen]] en Den Haag Loolaan - Rotterdam Hofplein via Pijnacker geopend. Het eerste traject werd op 1 mei 1907 geopend en geëxploiteerd met stoomtractie. Op 1 oktober 1908 vond de opening plaats van het tweede traject. Dit traject werd geëlektrificeerd met 10.000 volt eenfase wisselstroom. De centrale voor de opwekking van de elektriciteit bevond zich in Leidschendam. Het eerste rijtuig, de 1, werd in januari 1908 afgeleverd. De rijtuigen 2 - 10 volgden in februari en maart van 1908. Per 1 oktober 1908 ging tevens de exploitatie over naar de HSM en op 1 januari 1923 werd de ZHESM opgenomen in de HSM. Door het succes van de nieuwe rijtuigen en de stroom mensen die het aantrok, werden in 1911 twee mBC rijtuigen besteld en in 1914 werden twee mB rijtuigen bijbesteld. Dit bleek nog niet voldoende om alle reizigers te kunnen vervoeren, zodat vanaf 1912 materieel van de HSM werd gehuurd. In de periode 1912 - 1944 in totaal 18 rijtuigen uit de serie 1100, de latere NS serie BC 8000. Dit waren vier-assige rijtuigen die geschikt waren voor diensten achter stoomlocomotieven en reden tussen Amsterdam en [[Zandvoort]]. Deze rijtuigen zijn donkergroen geschilderd en kregen daarom de naam "Groene Zandvoorters".
  
 
De rijtuigen werden door J.J. Beijnes gebouwd en waren afgeleid van een Amerikaans ontwerp. De motoren en elektrische uitrusting werden geleverd door het Duitse Siemens-Schuckert Werke. De motoren gaven veel problemen door oververhitting, omdat de weerstandswikkelingen niet bestand waren tegen het vele in- en uitschakelen bij de haltes onderweg. Als remedie hierop werden stationnementen ingevoerd van 20 minuten in Den Haag om de motoren te laten afkoelen. Dit kost de ZHESM wel een extra treinstel dan voorzien. De rijtuigen hadden een luxueuze uitstraling. De motorrijtuigen konden in treinschakeling rijden en waren daartoe uitgerust met stuurstroomkabels.
 
De rijtuigen werden door J.J. Beijnes gebouwd en waren afgeleid van een Amerikaans ontwerp. De motoren en elektrische uitrusting werden geleverd door het Duitse Siemens-Schuckert Werke. De motoren gaven veel problemen door oververhitting, omdat de weerstandswikkelingen niet bestand waren tegen het vele in- en uitschakelen bij de haltes onderweg. Als remedie hierop werden stationnementen ingevoerd van 20 minuten in Den Haag om de motoren te laten afkoelen. Dit kost de ZHESM wel een extra treinstel dan voorzien. De rijtuigen hadden een luxueuze uitstraling. De motorrijtuigen konden in treinschakeling rijden en waren daartoe uitgerust met stuurstroomkabels.
Regel 16: Regel 16:
 
= '''Uitvoering''' =
 
= '''Uitvoering''' =
  
De rijtuigen zijn opgebouwd uit een ijzeren frame. Op dit frame is een houten bak geplaatst, met metalen buitenwanden. Voor de stijfheid is het onderstel voorzien van een vloer. Het onderstel vormde een aparte constructie ten opzichte van de bak opbouw. Het dak is van hout. De motorrijtuigen zijn aan beide zijden voorzien van een cabine met stuurstand. De inrichting van de cabine is afgeleid van de elektrische trams die op dat moment waren afgeleverd. De tussenrijtuigen hebben aan de uiteinden een balkon, vanwaar uit over het spoor kon worden uitgekeken. De vloer werd afgedekt met , waar bovenop was gelegd, terwijl de onderzijde werd voorzien van geluiddempende . Aan de buitenzijde is het mogelijk door middel van koersborden aan de buitenzijde onder de ramen de bestemming en route aan te geven. De bufferbalken zijn voorzien van normaal stoot- en trekwerk. Op de bufferbalk zijn ook de stuurstroomkabels aangebracht, zodat alle rijtuigen aan elkaar gekoppeld kunnen worden en de commando’s vanaf de voorste cabine kan worden doorgegeven naar achterop lopende motorrijtuigen. De stroomafnemers zijn afgeleid van tram stroomafnemers, met een sleper die in de rijrichting mee omklapt.
+
De rijtuigen zijn opgebouwd uit een ijzeren frame. Op dit frame is een houten bak geplaatst, met metalen buitenwanden. Voor de stijfheid is het onderstel voorzien van een vloer. Het onderstel vormde een aparte constructie ten opzichte van de bak opbouw. Het dak is van hout en voorzien van een lichtkap. De motorrijtuigen zijn aan beide zijden voorzien van een cabine met stuurstand. De inrichting van de cabine is afgeleid van de elektrische trams die op dat moment waren afgeleverd. De tussenrijtuigen hebben aan de uiteinden een balkon, vanwaar uit over het spoor kon worden uitgekeken. De vloer werd afgedekt met , waar bovenop was gelegd, terwijl de onderzijde werd voorzien van geluiddempende . Aan de buitenzijde is het mogelijk door middel van koersborden aan de buitenzijde onder de ramen de bestemming en route aan te geven. De bufferbalken zijn voorzien van normaal stoot- en trekwerk. Op de bufferbalk zijn ook de stuurstroomkabels aangebracht, zodat alle rijtuigen aan elkaar gekoppeld kunnen worden en de commando’s vanaf de voorste cabine kan worden doorgegeven naar achterop lopende motorrijtuigen. De stroomafnemers zijn afgeleid van tram stroomafnemers, met een sleper die in de rijrichting mee omklapt.
  
 
De besturing geschiedde  
 
De besturing geschiedde  
  
De rijtuigen waren zijn voorzien van open afdelingen in het interieur. Deze werden gescheiden door middel van tussenschotten met schuifdeuren. Op deze manier ontstonden compartimenten met vier plaatsen. In het interieur is gebruik gemaakt van djatihout voor de zichtbare, blanke panelen. Het paneelwerk is bekleed. Voor de verlichting wordt gebruik gemaakt van gloeilampen. Deze worden afgeschermd met lichtschermen. In het interieur werden Jugendstil motieven aangebracht. De rijtuigen zijn voorzien van verwarmingselementen die onder de banken zijn geplaatst. Deze zijn aangesloten op de  leiding. In de derde klasse zijn houten banken te vinden, in de opstelling in de breedterichting. In de tweede klas zijn de banken bekleed met , in de opstelling  in de breedterichting. De deuren waren geplaatst aan de kopeinden. Dit waren vaak enkele klapdeuren.
+
De rijtuigen waren zijn voorzien van open afdelingen in het interieur. Deze werden gescheiden door middel van tussenschotten met schuifdeuren. Op deze manier ontstonden compartimenten met vier plaatsen. In het interieur is gebruik gemaakt van djatihout voor de zichtbare, blanke panelen. Het paneelwerk is bekleed. Voor de verlichting wordt gebruik gemaakt van gloeilampen. Deze worden afgeschermd met lichtschermen. In het interieur werden Jugendstil motieven aangebracht. De rijtuigen zijn voorzien van verwarmingselementen die onder de banken zijn geplaatst. Deze zijn aangesloten op de  leiding. In de derde klasse zijn houten banken te vinden, in de opstelling in de breedterichting. In de tweede klas zijn de banken bekleed met , in de opstelling  in de breedterichting. De deuren waren geplaatst aan de kopeinden. Dit waren vanaf de aflevering dubbele klapdeuren van mahoniehout. Vanaf 19 werden dit enkele klapdeuren.  
  
 
De rijtuigen zijn in het olijfgroen/crème afgeleverd met een belijning in Jugendstil motief. De rijtuigen zijn na 192 geschilderd in een donkergroene kleur, omdat de lichte kleur nogal snel vervuilde. Onder het tweede raam van het uiteinde is de klasse aanduiding aangebracht. Het rijtuignummer is aangebracht boven de zijramen van de cabine.
 
De rijtuigen zijn in het olijfgroen/crème afgeleverd met een belijning in Jugendstil motief. De rijtuigen zijn na 192 geschilderd in een donkergroene kleur, omdat de lichte kleur nogal snel vervuilde. Onder het tweede raam van het uiteinde is de klasse aanduiding aangebracht. Het rijtuignummer is aangebracht boven de zijramen van de cabine.

Versie van 27 apr 2015 12:21

In 1908 reed in Nederland de eerste elektrische trein van Rotterdam Hofplein naar Den Haag Hollands Spoor via Pijnacker.

Geschiedenis

Op 4 januari 1900 werd de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij (ZHESM) opgericht. Dit was de eerste spoorwegmaatschappij die met elektrische treinen de diensten gaat exploiteren. Zij hebben hiervoor de trajecten Den Haag Hollands Spoor - Scheveningen en Den Haag Loolaan - Rotterdam Hofplein via Pijnacker geopend. Het eerste traject werd op 1 mei 1907 geopend en geëxploiteerd met stoomtractie. Op 1 oktober 1908 vond de opening plaats van het tweede traject. Dit traject werd geëlektrificeerd met 10.000 volt eenfase wisselstroom. De centrale voor de opwekking van de elektriciteit bevond zich in Leidschendam. Het eerste rijtuig, de 1, werd in januari 1908 afgeleverd. De rijtuigen 2 - 10 volgden in februari en maart van 1908. Per 1 oktober 1908 ging tevens de exploitatie over naar de HSM en op 1 januari 1923 werd de ZHESM opgenomen in de HSM. Door het succes van de nieuwe rijtuigen en de stroom mensen die het aantrok, werden in 1911 twee mBC rijtuigen besteld en in 1914 werden twee mB rijtuigen bijbesteld. Dit bleek nog niet voldoende om alle reizigers te kunnen vervoeren, zodat vanaf 1912 materieel van de HSM werd gehuurd. In de periode 1912 - 1944 in totaal 18 rijtuigen uit de serie 1100, de latere NS serie BC 8000. Dit waren vier-assige rijtuigen die geschikt waren voor diensten achter stoomlocomotieven en reden tussen Amsterdam en Zandvoort. Deze rijtuigen zijn donkergroen geschilderd en kregen daarom de naam "Groene Zandvoorters".

De rijtuigen werden door J.J. Beijnes gebouwd en waren afgeleid van een Amerikaans ontwerp. De motoren en elektrische uitrusting werden geleverd door het Duitse Siemens-Schuckert Werke. De motoren gaven veel problemen door oververhitting, omdat de weerstandswikkelingen niet bestand waren tegen het vele in- en uitschakelen bij de haltes onderweg. Als remedie hierop werden stationnementen ingevoerd van 20 minuten in Den Haag om de motoren te laten afkoelen. Dit kost de ZHESM wel een extra treinstel dan voorzien. De rijtuigen hadden een luxueuze uitstraling. De motorrijtuigen konden in treinschakeling rijden en waren daartoe uitgerust met stuurstroomkabels.


Technische gegevens

De rijtuigen hebben een lengte van meter. De motorrijtuigen hebben een gewicht variërend van tot ton. De tussenrijtuigen hebben een gewicht van ton. De motorrijtuigen zijn elk voorzien van twee tractiemotoren. De motoren van Siemens-Schuckert Werke zijn van het type . Zij leveren per stuk een vermogen van 132 kW (180 pk) met omwentelingen per minuut. In totaal heeft een motorrijtuig de beschikking over 264 kW (360 pk). De motoren zijn opgehangen volgens de tramophanging. Hierbij rust de tractiemotor aan een zijde met rollagers op de as. De motoras wordt aangedreven door een rondsel dat in een vast tandwiel op de wielas grijpt. De motoren worden maximaal gevoed met 337,5 Volt. De rijtuigen zijn ontworpen voor een snelheid van kilometer per uur. In de normale treindienst zal een snelheid van 90 kilometer per uur worden aangehouden. Afhankelijk van het soort rijtuig, beschikt een rijtuig over 32 tot 88 zitplaatsen. Onder de motorrijtuigen is een compressor opgenomen. Deze kan liter lucht per minuut leveren. Deze lucht wordt gebruikt voor de luchtdrukrem en diverse elektro-pneumatische apparatuur. De asindeling van de motorrijtuigen is Bo'2'. De tussenrijtuigen hebben als asindeling 2'2'.


Uitvoering

De rijtuigen zijn opgebouwd uit een ijzeren frame. Op dit frame is een houten bak geplaatst, met metalen buitenwanden. Voor de stijfheid is het onderstel voorzien van een vloer. Het onderstel vormde een aparte constructie ten opzichte van de bak opbouw. Het dak is van hout en voorzien van een lichtkap. De motorrijtuigen zijn aan beide zijden voorzien van een cabine met stuurstand. De inrichting van de cabine is afgeleid van de elektrische trams die op dat moment waren afgeleverd. De tussenrijtuigen hebben aan de uiteinden een balkon, vanwaar uit over het spoor kon worden uitgekeken. De vloer werd afgedekt met , waar bovenop was gelegd, terwijl de onderzijde werd voorzien van geluiddempende . Aan de buitenzijde is het mogelijk door middel van koersborden aan de buitenzijde onder de ramen de bestemming en route aan te geven. De bufferbalken zijn voorzien van normaal stoot- en trekwerk. Op de bufferbalk zijn ook de stuurstroomkabels aangebracht, zodat alle rijtuigen aan elkaar gekoppeld kunnen worden en de commando’s vanaf de voorste cabine kan worden doorgegeven naar achterop lopende motorrijtuigen. De stroomafnemers zijn afgeleid van tram stroomafnemers, met een sleper die in de rijrichting mee omklapt.

De besturing geschiedde

De rijtuigen waren zijn voorzien van open afdelingen in het interieur. Deze werden gescheiden door middel van tussenschotten met schuifdeuren. Op deze manier ontstonden compartimenten met vier plaatsen. In het interieur is gebruik gemaakt van djatihout voor de zichtbare, blanke panelen. Het paneelwerk is bekleed. Voor de verlichting wordt gebruik gemaakt van gloeilampen. Deze worden afgeschermd met lichtschermen. In het interieur werden Jugendstil motieven aangebracht. De rijtuigen zijn voorzien van verwarmingselementen die onder de banken zijn geplaatst. Deze zijn aangesloten op de leiding. In de derde klasse zijn houten banken te vinden, in de opstelling in de breedterichting. In de tweede klas zijn de banken bekleed met , in de opstelling in de breedterichting. De deuren waren geplaatst aan de kopeinden. Dit waren vanaf de aflevering dubbele klapdeuren van mahoniehout. Vanaf 19 werden dit enkele klapdeuren.

De rijtuigen zijn in het olijfgroen/crème afgeleverd met een belijning in Jugendstil motief. De rijtuigen zijn na 192 geschilderd in een donkergroene kleur, omdat de lichte kleur nogal snel vervuilde. Onder het tweede raam van het uiteinde is de klasse aanduiding aangebracht. Het rijtuignummer is aangebracht boven de zijramen van de cabine.

De draaistellen waren van het Pruisische type. De aspotten zijn voorzien van glijlagers. De draaistelcode van de draaistellen is . Voor de beremming zijn de rijtuigen voorzien van een éénleidingrem met Knorr remkraan. Tevens is op een balkon een handrem aanwezig.


BC 1 - BC 11


B 51 - B 62


C 101 - C 109


Inzet

Op 1 oktober 1908 werden de eerste rijtuigen ingezet tussen Rotterdam Hofplein en Den Haag Hollands Spoor. De inzet ging niet zonder slag of staat en diverse kinderziekten speelden de treinen parten. Uiteindelijk lukt het de ZHESM om de problemen met de motoren en de isolatoren van de bovenleiding te overwinnen en wordt de treindienst een betrouwbare verbinding. Met ingang van 1 mei 1909 werd het lijnennet uitgebreid met de lijn Den Haag Hollands Spoor - Scheveningen Kurhaus. Omdat het een nieuwe manier van treinreizen is, trekt de verbinding veel mensen die graag eens met de trein willen reizen. De vanwege de drukte ingelegde stoomtreinen reden veelal leeg op deze verbinding.


Het materieel deed dienst op de Hofpleinlijn tot aan de Spoorwegstaking in september 1944. Veel rijtuigen werden naar Duitsland overgebracht om daar dienst te doen. Na de oorlog kwamen enkele rijtuigen terug, soms in desolate toestand. Andere rijtuigen zijn niet meer terug gevonden en afgevoerd. Er was in 1945 nog maar 1 rijtuig rijvaardig en dat was de 9911. Het heeft als dienstwagen tot 1957 dienst gedaan en werd toen opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum.


Van 1 januari 1946 tot en met juli 1946 waren alleen de mBC 9911 en Ces 8043 beschikbaar voor de diensten van het voormalige ZHESM materieel op de deels herstelde Hofpleinlijn. Vanaf juli 1946 werd de mBC 991 gebruikt om konvooien te rijden tussen de werkplaatsen van Leidschendam en Haarlem.


Na de oorlog werden de rijtuigen verdreven van hun stamlijn, tussen Rotterdam en Den Haag. Zij werden vervangen door stroomlijnmaterieel. De getrokken rijtuigen werden tot in de jaren '50 ingezet in stoomtreinen en werden daarna afgevoerd.


Onderhoud

Vanaf de instroom van de rijtuigen zijn zij in onderhoud in de werkplaats Leidschendam.


Revisie

Bijzondere uitvoeringen

Wijzigingen

  • Op 15 april 1926 werd opdracht gegeven om de rijtuigen om te bouwen naar 1.500 volt gelijkspanning. Deze wijziging moest uitgevoerd worden voor de zomerdienst van 1927. De rijtuigen werden hierbij voorzien van nieuwe draaistellen en nieuwe motoren. Tevens vond een aanpassing plaats aan het interieur en exterieur. De rijke details die de rijtuigen hadden, werden zo veel mogelijk weggelaten.


Vernummeringen

Bij de samenvoeging van het materieel van de SS en HSM werd al het bestaande materieel vernummerd in aaneensluitende series. Met de ombouw van de tractie installatie van 10.000 Volt naar 1.500 Volt, werd het materieel nogmaals vernummerd.

Oorspronkelijk nummer Nummer vanaf 1927 Nummer vanaf 1932 Opmerkingen
BC 1 mBC 9001 mC 9901
BC 2 mBC 9002 mC 9902
BC 3 mBC 9003 mC 9903
BC 4 mBC 9004 mC 9904
BC 5 mBC 9010 mBC 9910
BC 6 mBC 9011 mBC 9911
BC 7 mBC 9005 mC 9905
BC 8 mBC 9006 mC 9906
BC 9 mBC 9007 mC 9907
BC 10 mBC 9008 mC 9908
BC 11 mBC 9009 mC 9909
Oorspronkelijk nummer Nummer vanaf 1927 Nummer vanaf 1932 Opmerkingen
B 51 mB 9001 mB 9925
B 52 mB 9002 mB 9926
B 53 mB 9003 mB 9927
B 54 mB 9004 mB 9928
B 55 mB 9005 mB 9929
B 56 mB 9006 mB 9930
B 57 mB 9007 mB 9931
B 58 mB 9008 mB 9932
B 59 mB 9009 mB 9933
B 60 mBD 9401 mBD 9951
B 61 mBD 9402 mBD 9952
B 62 mBD 9403 mBD 9953
Oorspronkelijk nummer Nummer vanaf 1927 Opmerkingen
C 101 C 8001
C 102 C 8002
C 103 C 8003
C 104 C 8004
C 105 C 8005
C 106 C 8006
C 107 Ces 8041
C 108 Ces 8042
C 109 Ces 8043


Schadegevallen

Afvoer

Door oorlogshandelingen werden in 19 een aantal rijtuigen afgevoerd. Zij waren dermatig beschadigd dat herstel niet meer lonend werd geacht of omdat zij nooit meer werden terug gevonden. Tevens werden een aantal rijtuigen aangewezen om dienst te doen als noodwoning als gevolg van de woningnood na de Tweede Wereldoorlog.

Gevolgen van de Tweede Wereldoorlog

Na de bevrijding waren slechts twee rijtuigen direct rijvaardig te maken. Dit waren de mBC 9911 en Ces 8043. Deze komen op 1 januari 1946 weer in dienst. De ruiten van rijtuig mBC 9911 zijn provisorisch hersteld met triplex en glas.


Bombardementen

  • Op 14 mei 1940 werd het station Rotterdam Hofplein getroffen door een Duits bombardement. Het station werd hierbij volledig verwoest, evenals het aldaar aanwezige materieel. Van het voormalige ZHESM materieel waren de rijtuigen mC 9902, mB 9928 en C 8003 aanwezig. Ook waren de voormalige HSM rijtuigen C 8020 en BC 8005 aanwezig. Deze waren door de HSM aan de ZHESM verhuurd.


Afvoer naar het oosten

  • De mC 9901 keerde na de oorlog terug uit Duitsland, maar werd niet hersteld. Het rijtuig werd ontdaan van zijn draaistellen en als noodwoning geplaatst in Bosch en Duin


Museummaterieel

Van de 31 gebouwde rijtuigen, is er 1 bewaard gebleven in de originele toestand.

  • Noodwoning

BC 1

Vlakbij de voormalige halte Bosch en Duin aan de voormalige spoorlijn De Bilt - Zeist is de voormalige mC 9901 geplaatst als noodwoning. De woning bevalt goed en stond er in 2009 nog. Van buiten is deze pionier van de elektrische tractie nog altijd duidelijk herkenbaar als een ZHESM-rijtuig. In april 2015 is het rijtuig alsnog gesloopt.


  • Spoorwegmuseum

BC 6

Nadat de 9911 in 1957 buiten dienst ging, werd het opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum. Zij werd hierbij grotendeels terug gebracht naar de staat als BC 6. Het rijtuig is echter niet rijvaardig.


B 61

In 1992 werd door een treinkenner in het Oost Duitse Geestgottberg een voormalig ZHESM rijtuig ontdekt. Het rijtuig was als laatste gebruikt voor wegonderhoud. Het rijtuig heeft hierbij het nummer 60 55 99-54 668-7 gekregen. Het rijtuig is geheel ontdaan van interieur en tractie installatie. De grote ramen zijn vervangen door kleinere exemplaren. Het Spoorwegmuseum werd op de hoogte gesteld van de vondst. Op hun verzoek werd het rijtuig niet gesloopt en naar Klostermansfeld overgebracht. In 200 besluit het Spoorwegmuseum het rijtuig niet terug naar Nederland te halen. Het rijtuig voegt niets toe aan de collectie, omdat de nagenoeg identieke BC 6 ook in de collectie is opgenomen. In mei 2014 is het rijtuig in Helbra gezien.


Afleverdata

Rijtuigen BC 1 tot en met BC 11

Nummer Aflevering In dienst Ter zijde Sloop(rit)
BC 1 januari 1908 1948 april 2015
BC 2 februari 1908 1940
BC 3 februari 1908 1948
BC 4 februari 1908 1948
BC 5 februari 1908
BC 6 maart 1908 1957 n.v.t. (Spoorwegmuseum)
BC 7 maart 1908 1948
BC 8 maart 1908 1948
BC 9 maart 1908
BC 10 1911 1948
BC 11 1911 1948

Rijtuigen B 51 tot en met B 62

Nummer Aflevering In dienst Ter zijde Sloop(rit)
B 51 1908 1948
B 52 1908
B 53 1908 1948
B 54 1908 1940
B 55 1908 1948
B 56 1908 1948
B 57 1908 1948
B 58 1908 1948
B 59 1908 1948
B 60 1908 1946
B 61 1914 1947
B 62 1914 1944

Rijtuigen C 101 tot en met C 109

Nummer Aflevering In dienst Ter zijde Sloop(rit)
C 101 1908 1946
C 102 1908 november 1954
C 103 1908 1940
C 104 1908 1952
C 105 1908 1953
C 106 1908 1951
C 107 1908 1953
C 108 1908 1953
C 109 1908 1951