OmBC 2901 - 2908: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
(geen verschil)

Versie van 22 nov 2012 12:46

Als aanvulling op de oudere motorrijtuigen uit de jaren '20, werden in 1937 acht motorrijtuigen in dienst gesteld.

Geschiedenis

Als gevolg van het succes dat de dieseltreinstellen uit 1934 hadden, nam de NS het besluit om ook op minder drukke lijnen dieseltractie in te voeren. Voor de lijn Alkmaar - Den Helder werden acht verbrandingsmotorrijtuigen gebouwd. Deze waren afgeleid van de diesel drie treinstellen en niet op de reeds aanwezige verbrandingsmotorrijtuigen. Na de aflevering in oktober 1937 werden zij echter niet ingezet op de lijn Alkmaar - Den Helder, maar op de lijn Amersfoort - Ede-Wageningen - Arnhem. Enkele keren per dag reden de treinstellen door naar Doetinchem. De treinstellen worden genummerd in de serie omBC 2901 - 2908.


Technische gegevens

De treinstellen hebben een lengte van 26,7 meter en een gewicht van 53 ton. De maximum snelheid van het materieel bedraagt 105 kilometer per uur. Het motorrijtuig is voorzien van twee motoren, welke een vermogen hebben van 150 pk (110 kW). Deze motoren zijn geplaatst onder de bagage afdeling. De bagage afdeling was hierbij verhoogd, als gevolg van het gebruik van motoren met verticale cilinders. Door Thomassen werden 6 motoren gebouwd en door Stork 12. Hierdoor waren 9 sets beschikbaar, waarbij één set als reserve. De motoren drijven door middel van een cardanas ieder de binnenste as van een draaistel aan, zodat er in een draaistel een gemotoriseerde en een ongemotoriseerde as aanwezig is. De as indeling is 1A + A1. De overbrenging bestaat uit een vloeistofkoppeling en een Mylius versnellingsbak. Doordat iedere motor een as aandreef, kon bij een defecte motor toch nog gereden worden. Tevens dreef een motor zijn eigen ventilater aan, alsmede een compressor voor de benodigde lucht en een dynamo voor de elektriciteit. Het bedienen van de motoren geschiedde elektro-pneumatisch. Voor de koeling beschikte iedere motor over zijn eigen koelsysteem. Bij stilstand in de winter kon het systeem gekoppeld worden, zodat de wateromloop met één oliebrander op temperatuur kon worden gehouden. In de bagageafdeling zijn ook de spanningsregelaars aangebracht voor het laten branden van de verlichting in de trein. De motorrijtuigen worden door Werkspoor in Amsterdam gebouwd.


Uitvoering

Qua uiterlijk komen zij overeen met de diesel drie treinstellen uit 1934. De cabine ramen zijn echter wel groter uitgevoerd, zodat de machinisten een groter uitzicht hebben. De vorm van de neus werd hierdoor stijler dan de eerder afgeleverde treinstellen. De rijtuigen zijn voorzien van Scharfenbergkoppelingen, zodat zij kunnen koppelen met een ander treinstel. Het instrumenten paneel bood de mogelijkheid om vier motoren te kunnen volgen, zodat er twee treinstellen gekoppeld kunnen worden. Tevens is mechanische koppeling mogelijk met de treinstellen uit 1934, 1935 en 1936. Om problemen te voorkomen met de brandstoftoevoer, zijn de brandstoftanks onder het dak geplaatst. Hiervoor is het dak verhoogd.

Het motorrijtuig heeft in totaal 15 zitplaatsen tweede klas en 48 in de derde klasse. Het interieur is afgeleidt van de treinstellen uit 1936. Achter de machinisten cabine bevindt zich de afdeling tweede klas, waar gerookt mag worden. Hier staan 9 stoelen, welke in de rijrichting zijn geplaatst. Deze plaatsen bieden de mogelijkheid om over de schouder van de machinist mee te kijken. Achter deze 9 plaatsen zijn 6 plaatsen in een afgesloten coupé geplaatst waar niet gerookt mag worden. Als scheiding tussen de tweede en derde klas zijn de instapbalkons geplaatst. Daar tussen bevindt zich de verhoogde bagage afdeling, maar daaronder de beide aandrijvingen. De bagage afdeling kon aan de ene zijde bereikt worden met een roldeur en aan de andere zijde 4 smalle vouwdeurtjes. De derde klas afdeling bestaat uit 32 zitplaatsen roken en 24 plaatsen niet roken. Bij de laatste zitplaatsen zijn weer enkele in de rijrichting geplaatst en bieden uitzicht op de machinisten cabine en de baan voor hen.

Voor het uittakelen van de motoren zijn op het dak drie dakluiken aangebracht. In de bagageruimte zelf zijn ook uitneembare vloerdelen geplaatst, zodat men overal makkelijk bij kon tijdens het uitvoeren van onderhoud of het opsporen van defecten. De treinstellen zijn in het olijfgroen afgeleverd, met lichte daken en schortplaten. Op de koppen werden aan de bovenzijde en onderzijde rode biezen aangebracht. Aan de onderrand liep deze bies door over de gehele lengte van het motorrijtuig.


Inzet

De treinen kwamen in dienst op de lijn Amersfoort - Arnhem via Ede-Wageningen. Enkele keren per dag werd ook doorgereden naar Doetinchem. Vanaf 1939 werd alleen maar tot Arnhem gereden. In deze periode werden de spitstreinen gereden met twee motorrijtuigen. De overige treinen reden met een enkel motorrijtuig. In de Tweede Wereldoorlog werd niet gereden en werden de motorrijtuigen in Arnhem gestald. Na de oorlog werden de motorrijtuigen ingezet op de lijn Gouda - Alphen aan de Rijn. Alleen in de zomer van 1945 werd nog tot Leiden gereden.


De treinstellen waren in Arnhem in onderhoud. Na de oorlog kwamen zij in Utrecht in onderhoud.


Revisie

Bijzondere uitvoeringen

Wijzigingen

  • Als gevolg van de oorlogsdreiging, werden in de 1939 de lichte schortplaten en daken donkergrijs geschilderd. Na de oorlog behield alleen de 2907 het donkere dak en schortplaten.
  • In 1952 werd de 2907 omgebouwd tot inspectie motorrijtuig. Hierbij werd het blauw geschilderd. Het heeft zo tot 1961 dienst gedaan.


Bakwisselingen

Bakwisselingen bij deze motorrijtuigen zijn niet uitgevoerd.


Vernummeringen

In 1950 worden de treinstellen vernummerd in de serie 101 - 104. Alleen de 104 heeft nooit met dit nummer gereden. Door de aflevering van de treinstellen DE-II serie 61 - 106 werd treinstel 102 vernummerd in 11.

Oud nummer Nieuw nummer Datum omnummering Nieuw nummer Datum omnummering Oud nummer Nieuw nummer Datum omnummering Nieuw nummer Datum omnummering
2901 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 2905 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
2902 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 2906 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
2903 104 1950 n.v.t. n.v.t. 2907 102 1950 11 1954
2904 101 1950 n.v.t. n.v.t. 2908 103 1950 n.v.t. n.v.t.



Afleverdata

Stelnummer Afleverdatum In dienst Ter zijde Sloop(rit)
2901 1937 1937 1946
2902 1937 1937 1946
2903 1937 1937 1952 1954
2904 1937 1937 1952 1954
2905 1937 1937 1948
2906 1937 1937 1948
2907 1937 1937 1961
2908 1937 1937 1952 1954