Staatslijn D (Zutphen - Glanerbrug)

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Staatslijn D is de spoorlijn tussen Zutphen en Glanerbrug via Hengelo en heeft een lengte van 59,6 kilometer.

Geschiedenis

Nadat op particulier initiatief in 1839 de spoorlijn tussen Amsterdam d'Eenhonderd Roe en Haarlem was geopend, gevolgd door de spoorlijn tussen Amsterdam Weesperpoort en Utrecht in 1843, werd door de Nederlandse overheid nog niet het nut ingezien om zelf spoorlijnen aan te leggen. In 1857 wordt een spoorwegplan gepresenteerd. De Nederlandse regering besluit om dringend gewenste spoorlijnen aan te leggen, om zo tot een samenhangend spoorwegnet te komen. Staatsaanleg was op dat moment echter nog uit den boze. De Tweede Kamer verwierp echter in 1859 het wetsontwerp voor de aanleg van de spoorlijnen. De plannen om de Noorderspoorweg en de spoorlijnen ten zuiden van de grote rivieren aan te leggen, vonden ook geen doorgang. Deze plannen werden door de Eerste Kamer verworpen in februari 1860. Na de val van het kabinet Rochussen komt het gematigde kabinet Van Hall - Van Heemstra aan de macht. Een nieuw wetsontwerp van minister van Financiën F.A. van Hall voor de aanleg van spoorlijnen op staatskosten werd ingediend. Op 17 juli 1860 werd het wetsontwerp goedgekeurd door de Tweede Kamer. Deze wet is aangenomen op 18 augustus 1860 door de Eerste Kamer van de Staat der Nederlanden, ondanks de tegenstand de liberalen onder leiding van J.R. Thorbecke. Samen met negen andere spoorlijnen maakt de aanleg van Staatslijn D onderdeel uit van de eerste Staatsaanleg van spoorwegen in Nederland. Deze 10 spoorlijnen zijn samen goed voor ruim 800 kilometer aan nieuw spoor. De aanleg van spoorwegen vanuit de overheid was bedoeld om de achterstand die Nederland had op het gebied van spoorwegaanleg enigszins in te halen. Met de aanleg van de spoorlijnen ontstaat een uitgebreid netwerk tussen bijna alle grote Nederlandse steden. Dit netwerk vormt nog altijd voor een belangrijk deel de ruggengraat van het Nederlandse spoorwegnet. Door vooral gebruik te maken van standaardontwerpen en -bestekken kunnen alle spoorlijnen relatief snel worden aangelegd. Het geld voor de aanleg van de spoorlijnen is afkomstig van het 'Cultuurstelsel' in Nederlands Indië. De totale kosten van de aanleg is geraamd op 100 miljoen gulden en wordt uitgesmeerd over een periode van 10 jaar. Staatslijn D wordt aangelegd van Zutphen naar Glanerbrug. De exploitatie was echter nog niet geregeld in de wet uit augustus 1860. Dit gebeurde pas in 1863, in het tweede kabinet Thorbecke. Op dat moment waren de eerste spoorlijnen bijna klaar voor exploitatie. Er wordt gekozen voor particuliere exploitatie op de spoorlijnen die door de Nederlandse staat worden aangelegd. Dit wordt de SS (Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen).



In 1995 beginnen diverse partijen met gesprekken over de reactivering van het traject tussen Enschede en Gronau. Op 1998 ondertekenen de gemeente Enschede, de provincie Overijssel, Euregio, Deutsche Bahn en het Zweckverband Münsterland een overeenkomst tot reactivering van het traject Enschede - Gronau. Andere afspraken die gemaakt worden, gaan over de tarieven en de vervoersbewijzen, de verrekening van de kosten en de aanbesteding van het vervoer. De kosten worden op 13,5 miljoen euro geschat. [1] Voor de eerste 10 jaar zullen de ondertekenaars zich garant stellen voor de exploitatietekorten die op zullen treden. In februari 2000 wordt begonnen met het vernieuwen van de infrastructuur en de aanleg van twee nieuwe stations in Enschede en Glanerbrug. Om kosten te besparen wordt er geen aansluiting gemaakt in Enschede op de bestaande NS-sporen. Hiermee behoefde het nieuwe spoor niet voorzien te worden van ATB. Duitse treinstellen hebben ook geen apparatuur aan boord nodig voor de ATB. Op 16 november 2001 is de spoorlijn weer in gebruik genomen.

In 200 wordt de aanbesteding uitgeschreven voor de treindienst tussen Zutphen en Oldenzaal. Op maakt de opdrachtgever bekend dat voor de periode van december 2003 tot december 2013 Syntus het treinverkeer uit zal voeren. In 201 wint Syntus opnieuw de aanbesteding voor het treinverkeer tussen Zutphen en Oldenzaal. De concessie heeft een looptijd tot december 2023. In 2017 worden er plannen gepresenteerd om vanaf 2027 een doorgaande verbinding tussen Zwolle en Münster te realiseren. Eind 2020 wordt de uitvoeringsagenda voor dit plan gepresenteerd. Hiermee wordt Enschede weer een doorgangsstation. De spoorlijn zal tevens van bovenleiding voorzien gaan worden. In april 2022 begint er een onderzoek om de overwegen in het centrum van Enschede op te kunnen heffen. Het spoor zou verdiept aangelegd moeten worden om dit mogelijk te maken. In 202 wordt de aanbesteding uitgeschreven voor een nieuwe concessie. Deze heeft een looptijd van 5 jaar en duurt tot december 2028. De kortere looptijd is het gevolg van de wereldwijde uitbraak van de Covid-19 pandemie en de onzekerheid die hier mee gepaard gaat qua financiën en reizigersaantallen. Een van de uitgangspunten is dat het huidige materieel gebruikt mag worden. Op 20 december 2022 maakt de provincie Overijssel bekend dat Arriva de concessie gewonnen heeft.[2]



Aanleg

In 1868 wordt begonnen met de aanleg van de spoorlijn tussen en Glanerbeek. In 1870 wordt vanaf Glanerbeek verder gebouwd tot aan Gronau.


Als op 26 februari 2000 in Nederland begonnen wordt met de werkzaamheden om de spoorlijn te reactiveren, moet er 9 kilometer spoor vernieuwd worden, waarvan 7 kilometer in Nederland. Na het verwijderen van struiken en bomen, worden de oude rails en bielzen vervangen. Een kruisingsspoor bij Glanerbrug wordt echter niet aangelegd, hoewel dit tot een betere dienstregeling zou leiden. De spoorlijn blijft enkelsporig. Bij acht overwegen wordt de beveiliging vernieuwd en het baanvak wordt voorzien van het Duitse beveiligingssysteem Indusi. De brug over de Glanerbeek wordt vernieuwd. Door DB Netz wordt op 6 april 2001 begonnen met de werkzaamheden. In Enschede komen de treinen binnen op spoor 5. Dit spoor is fysiek gescheiden van het Nederlandse spoor door middel van twee stootblokken en een gat van ongeveer een halve meter.


Beveiliging

Vanaf 1869 wordt door de SS de Morse-telegraaf gebruikt als communicatie tussen de wachters op de posten langs de spoorbaan. Deze wachters beveiligen het begin en eind van de blokken van het blokstelsel.


Tussen Gronau en Enschede wordt het Duitse systeem Indusi aangelegd. De beveiliging op het baanvak wordt zo ingeregeld dat er slechts 1 trein aanwezig kan zijn op het baanvak. Toegang is alleen mogelijk als de machinist in Gronau een laserpistool overhandigd krijgt voor de bediening van de seinen.


Opening & ingebruikname

Op 1875 wordt de spoorlijn tussen en geopend.

Op 24 september 2001 rijdt de eerste trein uit Gronau naar Enschede als proefrit. De officiële heropening van het traject vindt plaats op 16 november 2001 met twee treinstellen van de Baureihe 643 van de DB, de DB 643 074 en de DB 643 075. De treinstellen zijn voorzien van stickers op de zijkant met de tekst "Hallo Enschede / Dag Münster" om de heropening luister bij te zetten. Vanuit Enschede vertrok de DB 643 074 naar Glanerbrug met genodigden, terwijl de DB 643 075 uit Gronau vertrok met genodigden naar Glanerbrug. Beide treinstellen koppelden in Glanerbrug aan elkaar op de overweg met de Kerkstraat. Na de koppeling rijden de beide treinstellen naar Enschede.


Wijzigingen

  • In het najaar van 1949 wordt begonnen om het traject Amersfoort - Enschede te elektrificeren. Deze werkzaamheden zijn in het voorjaar van 1951 afgerond. In Enschede wordt een nieuw stationsgebouw en het gehele emplacement vernieuwd. Vanaf mei 1951 is Enschede elektrische te bereiken vanuit Amersfoort.



  • In 2012 wordt in Enschede spoor 4 aangesloten op het spoor naar Gronau. Hiermee ontstaat er een betere aansluiting voor reizigers uit Duitsland op de treinen richting Hengelo. Tegelijkertijd is het spoor ingekort om een fysieke scheiding te maken tussen het Nederlandse en Duitse beveiligingssysteem. De scheiding wordt gebruikt om een overpad te maken naar de nieuwe fietsenstalling.


  • In 201 wordt begonnen met de bouw van twee tunnels onder het spoor in Zutphen. Een van de twee tunnels zal de overweg vervangen in de Overweg. Dit is een van de laatste drie handbediende overwegen in Nederland. Op 14 november 2015 wordt de Marstunnel in gebruik genomen en daarmee kan de overweg worden afgesloten. De overweg zal in 2016 fysiek worden verwijderd.
  • Medio november 2022 neemt het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het besluit om de spoorlijn tussen Enschede en Gronau te gaan voorzien van bovenleiding. Door ProRail zal gekeken gaan worden wat de noodzakelijke aanpassingen zijn. Zo zullen de stootblokken van spoor 4 verwijderd moeten worden. Daarnaast moeten de overige systemen, zoals seinen, op elkaar worden afgestemd. De elektrificatie moet uiterlijk in 2028 gereed zijn. Ook aan Duitse zijde zal de elektrificatie dan afgerond zijn.


Stations

De spoorlijn kende vanaf de opening stopplaatsen, haltes en stations. In de loop der jaren zijn er gesloten en nieuwe stations geopend.

Zutphen


Nieuwstad


Eefde


Laren-Almen


Lochem


Markelo


Goor


Wiene


Delden


Hengelo Gezondheidspark


Tuindorp-Nijverheid


Hengelo


Hengelo FBK stadion


De Waarbeek


Enschede Kennispark


Enschede


Hengeloschestraat


Oldenzaalschestraat


Enschede De Eschmarke


Glanerbrug

Het station ligt op kilometerpunt 59,4.


Aansluitingen

  • Ter hoogte van kilometerpunt 37,5 is de aansluiting naar de chemische fabriek N.V. Chemische fabriek Servo. De aansluiting staat bekend als Ddnser. Deze aansluiting is in 1948 aangelegd. Het aansluitwissel is altijd vergrendeld in de stand rechtdoor en het aansluitspoor is beveiligd met een sopt/ontspoorblok. Na vrijgave van het wissel rijdt de trein de aansluiting op en wordt het stop/ontspoorblok weer op het spoor gezet en het wissel vergrendeld. Het spoor loopt door het bos tot aan de fabriekspoort. Na de fabriekspoort is een wissel, zodat er twee lange sporen op het fabrieksterrein liggen die evenwijdig aan elkaar liggen, maar eindigen in verschillende fabriekshallen. Rond 1970 wordt een tweede wissel aangelegd op het terrein, zodat er ten westen van de fabriekshallen een spoor komt te liggen. In 2004 wordt in dit westelijke spoor een derde wissel aangelegd. Dit spoor steekt terug in de richting van de fabriekspoort. Aan het einde van dit spoor staat een wasinstallatie voor de ketelwagens. De oude, oostelijke sporen krijgen de sporen 1 en 2. De westelijke sporen hebben de nummers 3 en 4. De wagons worden getrokken naar de aansluiting gebracht, waarbij de trein op spoor 2 aankomt. Hier staan de vertrekwagens al gereed. Na aankomst van de trein rijdt de locomotief van Servo vanaf spoor 3 naar buiten de fabriekspoort. Hier worden de aankomstwagens aangehaakt en naar spoor 1 gerangeerd. De aankomende treinlocomotief kan vervolgens met de vertrekwagens richting Hengelo rijden. De bediening van de aansluiting gebeurd vanuit Hengelo. Voor het verplaatsen van de wagons beschikt Servo sinds 2004 over een locomotief van O&K, type MB150N, met het fabrieksnummer 26802 en gebouwd in 1977. De locomotief krijgt het nummer 1. In 2017 wordt de locomotief vervangen door huurlocomotief van Bemo Rail als gevolg van een noodzakelijke onderhoudsbeurt. Deze is eveneens van O&K, maar dan van het type MV6. Het fabrieksnummer van deze locomotief is 26292. De locomotief krijgt het nummer 2. In september 2018 raakt de locomotief defect en wordt vervangen door een locomotief van het type KRS-50-D. De defecte locomotief blijft tot in Delden staan. In de beginperiode van de fabrieksaansluiting worden gesloten wagens met vaten aangevoerd. Later stromen ketelwagens in voor het vervoer van propyleen- en ethyleenoxide. De wagons worden in eerste instantie aangevoerd met stoomlocomotieven. Vanaf 19 worden de treinen door een diesellocomotief aangevoerd. Tot 199 aangevoerd met een locomotief van de serie 600. In 199 neemt de serie 2200 het over. Vanaf 199 is de serie 6400 de aangewezen serie voor de bediening. Vanaf 13 januari 1997 gaat trein 55 in de ochtend rijden, waarbij de bediening van de aansluiting ligt tussen 9.44 en 10.04. De aanvoer van wagons vindt sinds juni 2008 plaats vanuit Bad Bentheim. Railion stopt met de bediening in september 2008. Op 10 oktober 2008 neemt ACTS het vervoer over en gebruikt hiervoor een locomotief van het type G1206 voor. Per 13 juni 2010 is het vervoer weer terug bij DB Schenker. Vanaf dat moment vindt de bediening nog maar 1 keer in de week plaats op woensdag in de ochtend. Bij drukte kan een extra trein op vrijdag rijden. De aankomst van de trein 45766 is om 11.37 in Delden. Na het wisselen van de wagons vertrekt trein 45767 om 12.15 naar Bad Bentheim. Vanaf 13 december 2020 rijdt trein 45766 een uur later. Het vertrek uit Bad Bentheim is om 11.47. Tussen 12.29 en 12.37 wacht de trein in Delden op de kruising met de trein van Keolis naar Oldenzaal. Aankomst bij de aansluiting is om 12.40. Na het wisselen van de wagons wordt er om 13.15 weer vertrokken als trein 45767 naar Bad Bentheim. Tussen 13.20 en 13.27 moet er weer in Delden gewacht worden op de trein naar Zutphen.


Dienstregeling

Met ingang van de zomerdienstregeling 1951 op 20 mei 1951 wordt het grensverkeer tussen Enschede en Gronau weer hervat. Er gaan twee dieseltreinen per dag rijden naar Münster. Deze treinen rijden met materieel van de DB, motorrijtuigen van de serie VT60 en een stuurstandrijtuig VS145. In Enschede is er aansluiting op de treinen naar naar het westen van Nederland. Nadat in mei 1951 de spoorlijn van Amersfoort naar Enschede is geëlektrificeerd, wordt de elektrische uurdienst ingevoerd. Eens in de twee uur rijdt er een trein van Amsterdam naar naar Enschede. Het andere uur rijdt er een trein van Rotterdam/Den Haag naar Enschede. Daarnaast rijden er vier getrokken exprestreinen tussen Amsterdam en Enschede. Vanaf oktober 1951, het begin van de winterdienstregeling, worden de getrokken snel- en exprestreinen vervangen door de nieuwe treinstellen Materieel '46.


Met ingang van de zomerdienstregeling 1969 gaat de stoptrein van Enschede naar Apeldoorn doorrijden naar Amsterdam. In Amersfoort wordt aansluiting geboden op de treinen richting Rotterdam/Den Haag. Tussen Amersfoort en Amsterdam stopt deze trein alleen in Hilversum.


In de dienstregeling 1975/1976 rijden er 5 treinen tussen Enschede en Gronau. Drie van deze treinen rijden door naar Münster. Hiervoor wordt materieel van de DB, in de vorm van , gebruikt. Ingaande de dienstregeling 1976/1977 gaat er slechts 1 trein rijden tussen Enschede en Gronau.

In 1981 rijdt er per dag 1 trein van Gronau naar Enschede, met een vertrek om 9.30 uit Gronau.

Op 15 juni 1985 pendelt er tussen Enschede en Gronau een Britse railbus. Er zouden deze dag 5 slagen gemaakt gaan worden. Bij de vierde slag werd echter de transmissie van de railbus vernield als gevolg van betonblokken op het spoor. De ritten waren een initiatief van de werkgroep BOREG (Bus Op Rails Enschede Gronau).

In 1989 rijdt de DE2 1 een inspectierit tussen Enschede en Gronau.

In 1998 worden de series 7200 (Zutphen - Enschede) en 7600 (Hengelo - Oldenzaal) samengevoegd tot serie 7200 (Zutphen - Oldenzaal).

Vanaf 16 december 2001 rijdt er weer een trein tussen Enschede en Gronau. Deze worden gereden door DB Regio. De treinen tussen Münster en Enschede rijden met nieuwe treinstellen Baureihe 643 als RB64. De treinen tussen Dortmund en Enschede worden gereden door treinstellen van de Baureihe 624 als RB51. Beide diensten rijden in een uurdienst, zodat vanaf Gronau een halfuursdienst ontstaat naar Enschede. In 2003 wordt de concessie voor de treindienst tussen Dortmund en Enschede aanbesteed. De aanbesteding wordt gewonnen door de Pregnitzer Eisenbahngesellschaft (PEG). Vanaf de dienstregeling 2005 verzorgen zij de treindienst. Door de PEG worden eveneens treinstellen van de Baureihe 643 ingezet. Vanaf 14 december 2003 voert Syntus de treindienst uit tussen Zutphen en Oldenzaal. Hiervoor worden treinstellen van het type Lint ingezet. Er zal de gehele dag een halfuursdienst worden aangeboden, met uitzondering van de late avond en zondag. Dan rijden de treinen tussen Hengelo en Zutphen slechts eenmaal per uur.

Vanwege het 10-jarig bestaan van de spoorlijn tussen Enschede en Gronau wordt in het weekeinde van 24 en 25 september 2011 klassiek materieel ingezet in de normale dienstregeling. Er rijdt een combinatie van 4 Railbussen VT98 en een trekduw-combinatie bestaande uit een stoomlocomotief van de Baureihe 38 en een V100. Daarnaast eindigen vanuit Duitsland in Gronau een sneltrein getrokken door BR 41 360 en een getrokken trein door de BR 78 468. In de dienstregeling 2012 gaat de concessie van de RB51 terug naar DB Regio en wordt de concessie van de RB64 opnieuw gegund aan DB Regio. In 2012 wordt de overstap op de treinen van de DB en de NS verbeterd, zodat de overstaptijd danig verkort wordt.


Vanaf 19 juni 2020 rijdt er een extra trein in de avond tussen Zwolle en Enschede op vrijdag en zaterdag. Trein 7992 vertrekt om 0.03 uit Enschede naar Zwolle. Vanuit Zwolle vertrekt om 1.05 trein 7987 naar Enschede. De treinen stoppen op alle tussengelegen stations.


Ongevallen

  • Op 6 oktober 1944 wordt nabij de Hulzerdijk bij Almen een Duitse munitietrein beschoten door een Britse Hawker Tempest V. Nadat de trein beschoten is, wordt het vliegtuig eveneens beschoten. De piloot richt zijn vliegtuig op de trein. De piloot weet zichzelf niet in veiligheid brengen en komt bij deze actie om het leven. Alle wagons ontploffen na de crash. Pas in 2016 worden de resten van het vliegtuig en de ontplofte trein gevonden. Er werd al die tijd aangenomen dat het vliegtuig in de omgeving van Gorssel neer stortte.


Sluiting en opbraak

In de eerste maanden van 1976 willen de NS en de DB de spoorlijn tussen Enschede en Münster opheffen. Zij hebben hiertoe een voorstel ingediend bij de Nederlandse en Duitse regering. Als redenen voor sluiting worden de lage aantallen reizigers aangegeven. Daarnaast is het baanvak toe aan groot onderhoud. De kosten hiervoor staan niet in verhouding tot de opbrengsten. Daarnaast is er een goede busverbinding beschikbaar. In februari 1979 wordt door de NS de beslissing genomen om het baanvak Enschede - Gronau per 27 mei 1979 te sluiten. Als reden wordt het geringe aantal reizigers opgegeven. Door minister Tuijnman van Verkeer en Waterstaat wordt echter geen goedkeuring verleend. De NS moet van hem in overleg met de DB om het treinverkeer alsnog door te kunnen laten gaan. Op 27 september 1981 wordt de spoorlijn alsnog gesloten, maar de rails worden niet opgebroken. De verouderde overweg- en blokbeveiliging is wel ver­wijderd.


Bronnen, Referenties en/of Voetnoten

  • Regionale spoorwegen in Nederland deel 4: Overijssel - G. Nieuwenhuis en A. Egelie - Maandblad: Op de Rails, 90e Jaargang - 12-2022 Blz: 604-609 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321

  1. NVBS Actueel november 2022
  2. Concessie Twente niet opnieuw gegund aan Keolis Twents, service van Keolis 20 december 2022