Langstraatspoorlijn

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

De Langstraatspoorlijn is de spoorlijn tussen Lage Zwaluwe en 's-Hertogenbosch en heeft een lengte van 46,3 kilometer.

Geschiedenis

De spoorlijn werd van staatswege aangelegd volgens de derde wet op de aanleg van spoorwegen van 10 november 1875. Het duurde echter nog 6 jaar voor er begonnen werd met de aanleg van de spoorlijn. De vertraging werd veroorzaakt doordat men het niet eens kon worden hoe de spoorlijn tussen Geertruidenberg en 's-Hertogenbosch moest lopen.

De bouw van de spoorlijn werd gefinancierd met de opbrengsten van goederen uit Indië. De spoorlijn werd met name aangelegd voor het vervoer van leer en aanverwante artikelen, zoals schoenen. Vanwege het vervoer van schoenen krijgt de spoorlijn in de volksmond de bijnaam Halvezolenlijn. In 1950 sluit de spoorlijn voor reizigersvervoer. Hiermee wordt de spoorlijn een lokaalspoorlijn in plaats van een hoofdspoorlijn. In 19 rijdt de laatste goederentrein. In 1979 wordt het gedeelte tussen Lage Zwaluwe en Oosterhout Weststad heropend voor het goederenvervoer.


In 1996 wordt het laatste deel van de spoorlijn gebruikt om tijdens de eerste etappe van de Tour de France het gloednieuwe DD-IRM aan de wereld te laten zien. In 1997 wordt het laatste deel van de spoorlijn dat niet voor heropening in aanmerking komt, opgebroken.


Aanleg

De aanleg van de spoorlijn begint in de zomer van 1881. Bij de aanleg van de spoorlijn wordt er rekening mee gehouden dat de spoorlijn in de toekomst verdubbeld kan worden.


Beveiliging



Op 2 december 1907 worden de uitrijseinen van de stations van Waalwijk en Drunen in gebruik genomen ter beveiliging van de tijdelijke aansluiting naar het smalspoornet voor de realisatie van een afwateringskanaal tussen 's-Hertogenbosch en Drongelen. Met het verwijderen van dit wissel en de aansluiting komen de uitrijseinen per 13 januari 1916 te vervallen.


Bruggen

In de spoorlijn zijn diverse (lange) bruggen opgenomen. Deze zijn vooral te vinden in de oostelijke zijde van de spoorlijn.

  • Dongebrug


  • Baardwijksespoorbrug

In juni 1881 wordt de bouw van de Baardwijksespoorbrug aanbesteedt. In juni 1885 is de brug opgeleverd en in 1888 in gebruik genomen.

  • Venkantbrug


  • Moerputtenbrug

In juni 1881 wordt de bouw van de Moerputtenbrug aanbesteedt.


Opening & ingebruikname

De spoorlijn is in drie gedeelte geopend. Als eerste is het deel tussen Lage Zwaluwe en Waalwijk geopend op 1 november 1886. Het traject tussen Waalwijk en Vlijmen is op 1 juni 1888 geopend. Als laatste vindt de opening van het traject tussen Vlijmen en 's-Hertogenbosch plaats op 15 oktober 1890. Na herstel van oorlogsschade wordt op 19 september 1946 een proefrit gemaakt over de spoorlijn vanuit Lage Zwaluwe tot aan Vlijmen. Deze trein bestaat uit stoomlocomotief 3907 en een Duits personenrijtuig.


Wijzigingen

  • In 191 wordt begonnen met het omleggen van de tramlijn Drunen - Besoyen. Deze tramlijn kruist bij wachterswoning 30 de spoorlijn. Met het omleggen kan de tram onder de overspanning 47 van de Baardwijksebrug rijden en kan de gelijkvloerse kruising komen te vervallen. In 1936 wordt de tramlijn opgeheven en in 1938 worden de tramsporen opgebroken.
  • In 192 wordt begonnen met het verstevigen van het spoor. Er worden nieuwere, zwaardere spoorstaven gebruik.


Stations

Aan de Langstraatspoorlijn hebben in totaal 21 stations gelegen. Twee stations zijn van naam veranderd sinds de aanleg.

Lage Zwaluwe

Het beginpunt van de spoorlijn is in het station van Lage Zwaluwe. Het station ligt op kilometer punt 0,0 in de spoorlijn

Zevenbergschenhoek

Het station lag op kilometer punt 2,2.

Hooge Zwaluwe

Het station lag op kilometer punt 7,5.

Made en Drimmelen

Het station lag op kilometer punt 11,3.

Geertruidenberg

De stopplaats lag op kilometer punt 14,8.

Raamsdonksveer

Het station lag op kilometer punt 15,7.

Raamsdonk

Het station lag op kilometer punt 18,8.

Waspik - 's-Gravenmoer

Het station lag op kilometer punt 21,1.

Vrouwkensvaart

Het station lag op kilometer punt 23,0.

Capelle Nieuwevaart

Het station lag op kilometer punt 24,0.

Capelle-Vrijhoeve

Het station lag op kilometer punt 25,7.

Besoijenschesteeg

Het station lag op kilometer punt 28,0.

Waalwijk

Het station lag op kilometer punt 29,5.

Baardwijksche Steeg

Het station lag op kilometer punt 32,0.

Drunenschedijk

Het station lag op kilometer punt 33,0.

Elshout

Het station lag op kilometer punt 34,0.

Drunen-Heusden

Het station lag op kilometer punt 35,1.

Kuiksche Heide

Het station lag op kilometer punt 36,0.

Nieuwkuijk

Het station lag op kilometer punt 37,6.

Vlijmen

Het station lag op kilometer punt 39,7.

Heidijk

Het station lag op kilometer punt 42,0.

's-Hertogenbosch

Het station ligt op kilometer punt 46,3.


Aansluitingen

De spoorlijn kende diverse (tijdelijke) aansluitingen naar bedrijven die niet gelegen waren nabij een station.

  • In 1907 wordt begonnen met het graven van een afwateringskanaal tussen 's-Hertogenbosch en Drongelen. Met dit kanaal kan water afgevoerd worden van de rivieren Dommel en Aa naar de Bergsche Maas, wanneer het waterpeil te hoog was voor normale afvoer via de Dieze naar de Maas. Voor het vervoer van materialen en zand wordt een tijdelijk smalspoornet met een lengte van 30 kilometer aangelegd. Aan de noordzijde van het doorgaande spoor wordt ten westen van de Baardwijksebrug een aansluiting gerealiseerd. In december 1907 komt de aansluiting in dienst en worden de uitrijseinen van de stations Waalwijk en Drunen in gebruik genomen ter beveiliging van het aansluitwissel. In 1916 wordt de aansluiting weer opgebroken en komen de seinen te vervallen.


Dienstregeling

Na de opening van het eerste deel van de spoorlijn in november 1886, laat de SS alleen lokaaltreinen rijden op het baanvak, ondanks dat de spoorlijn een hoofdspoorweg is. De SS wil pas sneltreinen gaan rijden als de opbrengsten van de spoorlijn meer dan 5.000 gulden per jaar per kilometer bedraagt. Vanaf 15 oktober 1890 rijden er per dag een sneltrein en 4 stoptreinen in elke richting. Dit was mogelijk na de escalatie van een conflict met de Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten en de regering. De sneltreinen hebben 58 minuten nodig om het hele traject te kunnen rijden. De stoptreinen doen er 76 minuten over. Als gevolg van deze dienstregeling worden de stopplaatsen Vrouwkensvaart, Elshout en Heidijk voorbij gereden. Deze stopplaatsen krijgen met ingang van 1 juni 1891 weer een stoppende trein te zien. De treinen bestaan uit locomotieven van de series SS 9 - 16, 21 - 78, SS 101 - 150, SS 301 - 479, 701 of SS 301 - 479. De trein heeft een lengte van 6 twee-assige rijtuigen, bestaande uit een D, twee C, twee AB en een Bp.


In 1913 rijden er zes treinen per dag per richting het geheel traject. Daarnaast was er een extra slag tussen 's-Hertogenbosch en Waalwijk.

Tot eind 1921 rijden er alleen stoomlocomotieven van de SS op de spoorlijn. Na die tijd kwamen ook de voormalige locomotieven van de HSM op de spoorlijn te rijden. Deze locomotieven krijgen de nieuwe nummering van de NS. De locomotieven die van de HSM dienst doen op de spoorlijn, zijn van de NS series 1600 en 1900. Vanaf mei 1933 gaan de locomotieven van de serie 2100 op de spoorlijn rijden. Zelfs locomotieven van de serie 3700 konden toen voor de treinen worden gezien. De twee-assige rijtuigen worden vanaf dat moment vervangen door drie-assige rijtuigen. De treinen hebben dan slechts 4 rijtuigen, bestaande uit een B (serie 4500 of 4600), C8c (serie 4501 - 4714), een C en een AB. Ook tenderlocomotieven van de series 5500 en 6000 doen dienst op de spoorlijn. Voor goederentreinen rijden korte tijd locomotieven van de series 3900 en 4600.

Op 15 mei 1938 wordt net zoals op de hoofdspoorwegen elders in het land, de starre dienstregeling ingevoerd. De gemiddelde reistijd over dit traject bedraagt dan 59 minuten. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op 10 mei 1940 wordt het treinverkeer voor 10 dagen gestaakt op de spoorlijn. Tot aan de spoorwegstaking op 17 september 1944 rijden er elke werkdag en zaterdag 4 treinparen. Op zon- en feestdagen rijden drie treinparen per dag. Nadat het gebied rondom de spoorlijn eind 1944 is bevrijdt door de geallieerden, is het nog niet mogelijk om direct treinen te laten rijden op het traject als gevolg van opgeblazen bruggen en andere infrastructuur. Eind mei 1945 rijdt de eerste goederentrein van Lage Zwaluwe naar Geertruidenberg. Rond 20 september 1946 wordt het goederenvervoer vanuit Lage Zwaluwe naar Vlijmen hervat. Een aantal maanden later zal de gehele spoorlijn weer berijdbaar zijn. Begin maart 1947 is goederenvervoer over de gehele spoorlijn weer mogelijk. Op 5 oktober 1947 rijdt de eerste reizigerstrein met locomotief 37 van het depot Roosendaal. In de tussentijd werden reizigers met bussen vervoerd. De treinen die vanaf 1947 op de spoorlijn rijden, worden gereden door de voormalige War Department locomotieven van de series 4300 en 5000. Ook locomotieven van de serie 1700 rijden al weer snel treinen op de spoorlijn. De gebruikte rijtuigen zijn C11 rijtuigen van de serie 5001 - 5135. Door de concurrentie van de autobus, is de spoorlijn niet meer rendabel. Daarom verzoekt de NS aan de minister van Verkeer en Waterstaat om de spoorlijn per 14 mei 1950 te mogen sluiten. Als gevolg van protesten uit de buurt, wordt er enig uitstel verkregen. Op 31 juli 1950 rijdt de laatste reizigerstrein over het traject. Nadat op 1 augustus 1950 het reizigersvervoer ten einde kwam, bleef het goederenvervoer nog wel doorgaan. Vanuit Lage Zwaluwe werd er tot Geertruidenberg gereden. Vanuit 's-Hertogenbosch rijden de treinen tot aan Raamsdonk. Het traject tussen Raamsdonk en Geertruidenberg wordt niet meer bediend. Dit betekent dat de draaibrug over de Donge bij Raamsdonksveer geopend kan blijven. Om aan te geven dat het traject gesloten is, wordt aan beide zijden van de afsluiting een balk op het spoor gelegd. Aan de zijde van Raamsdonk, lag de afsluitbalk bij kilometerpunt 18,0. Het traject werd niet opgebroken, omdat de spoorlijn op last van het ministerie van Defensie berijdbaar moest blijven. Daarom wordt de hele spoorlijn twee keer per jaar bereden door de sproeitrein. Omdat de spoorlijn niet meer als hoofdspoorlijn te boek staat, maar als lokaalspoorlijn, wordt de snelheid voor goederentreinen teruggebracht van 45 naar 30 kilometer per uur. Tussen de kilometerpunten 15,150 en 18,4 lag de snelheid zelfs op 15 kilometer per uur. Op 28 mei 1972 wordt het goederenvervoer op het traject 's-Hertogenbosch - Raamsdonk gestaakt. Alleen het traject tussen Lage Zwaluwe en Geertruidenberg bleef nog in exploitatie.


Ongevallen

Tweede Wereldoorlog

Op 27 oktober 1944 wordt de pijler onder de brug van de Bossche Sloot opgeblazen. Op 30 oktober 1944 wordt de tweede pijler en enkele overspanningen aan de Drunense zijde van de Baardwijksespoorbrug opgeblazen. Ook de wachterswoningen 29 en 30 raken beschadigd door oorlogsgeweld. Woning 29 wordt zelfs gesloopt, terwijl woning 30 alsnog wordt hersteld.


Sluiting en opbraak

Op 11 januari 1950 verzoekt de NS aan de minister van Verkeer en Waterstaat, Derk Spitzen, om de reizigersdienst per 14 mei 1950 te mogen staken. De spoorlijn kan de concurrentie met de goedkopere autobus niet aan. Daarnaast is het voor de bus mogelijk om in de kernen van de dorpen te komen, wat voor de trein niet altijd mogelijk is. Als gevolg van protesten uit de streek, kwam er enig uitstel. Op 31 juli 1950 rijdt de laatste reizigerstrein. Op 1 augustus 1950 wordt de spoorlijn gesloten voor reizigersvervoer. Voor het goederenvervoer sluit de spoorlijn in gedeelten. Als eerste wordt het traject tussen Geertruidenberg en Raamsdonk opgeheven. Op 8 januari 1968 wordt door de chef van de Dienst Vervoer aan zijn collega van Exploitatie geschreven om toestemming te vragen aan de Inspectie van het Vervoerwezen om dit traject op te heffen. De aanleiding voor het opheffen is de aanvaring van de Dongebrug in de nacht van 22 op 23 december 1967. Hierbij wordt het middelste deel van de brug ontzet. De kosten van herstel van de bruggen bedragen 50.000 gulden. Deze investering is echter niet meer rendabel, omdat de toestand van de brug slecht is. Na de verleende toestemming duurde het tot 12 augustus 1969 voordat het beschadigde deel door een drijvende bok werd uitgevaren. Bij scheepssloper F. Rijsdijk in Hendrik-Ido-Ambacht is het brugdeel gesloopt. Rond 20 juni 1971 is het gedeelte tussen de Dongebrug en kilometerpunt 18,407 in zijn geheel opgebroken door een ploeg van Railbouw B.V. De opbraak was tegen het zere been van de lokale en regionale instanties. De Kamer van Koophandel in Waalwijk had kort daarvoor een studiegroep opgericht om het economische belang van de spoorlijn in kaart te brengen. Het door de gemeente Raamsdonk geplande industrieterrein Dombosch zou voorzien gaan worden van een spooraansluiting. Na het stellen van Kamervragen kwam de minister met de belofte de heraanleg niet in de weg te staan. Ten noorden van het oude tracé kon dan een nieuwe spoorlijn om het industrieterrein worden aangelegd. Dit gebeurde echter niet. Met ingang van de dienstregeling 1972/1973 op 28 mei 1972 wordt het vervoer gestaakt tussen 's-Hertogenbosch en Raamsdonk.

In 1997 wordt het laatste deel van de spoorlijn opgebroken. Dit stuk ligt in 's-Hertogenbosch ter hoogte van het Koning Willem I College.

Na de opbraak resteren nog een aantal spoorse bouwwerken:

  • Station Zevenbergschenhoek;
  • Station Hooge Zwaluwe;
  • Station Made en Drimmelen;
  • Incomplete Dongebrug;
  • Wachtpost 15A;
  • Station Raamsdonk;
  • Wachtpost 19A;
  • Wachtpost 20;
  • Station Vrouwkensvaart;
  • Wachtpost 22;
  • Station Besoijensche Steeg;
  • Baardwijkse spoorbrug
  • Station Drunenschedijk;
  • Venkantbrug;
  • Moerputtenbrug;
  • Wachtpost 39